Aan de lezers. 'w j J EDMONDEN BERTHA, Ier Jaar. Nummer l Zoiuhur 5<'e Jaimuan 880. Wij verzoeken de Heeren lezers, die genegen zouden zijn een abonnement aan De Den- derf/alm te nemen, er ons zoo haast mogelijk kennis van te geven. De Dendergalm is het orgaan der gematigde lilx rale gezind heid in het arrondissement Aalst, liet blad heeft zich de medewerking bezorgd van briefwisselaren in ganscli liet arrondissement. Aan onze hop- kweekers zullen wij wekelijks den uitslag der bijzonderste hopmarkten van Europa doen kennen. Een prachtig feuilleton, dat ons, voor het eerste nummer toegezegd was, kunnen wij slechts binnen eenige weken mededeelen. In afwachting ge ven wij, als mengelwerk, de vertaling eener aangename ver telling van eenen onzer waal- sehe vrienden. De Redaklie. Buitenlands politiek nieuws. De zegepraal des Harten LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor de stad. AbonnementsprijsKA 5 fr 50 voor den buiten, PB IJS PER NUMMER 10 CENTIMEN, voorop betaalbaar. Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, 40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst. ten kantoore van het blad. Prijs der annoncen HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 centimen Reklamen, 75 centimen Vonnissen op de derde bladzijde, 7- V centimen. per drukregel. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan bet blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. De grootste gebeurtenis dezer week is voorzeker de herkiezing van den heer Jules Grevy ols voorzitter der Fransche Republiek. De 18 December 1885 is eene dagteekening die in de jaarboeken der geschiedenis geprent zal blijven. Voor de eerste maal heeft de Voorzitter der Republiek zijn zevenjarig mandaat, tot het einde toe, volbracht voor de eerste maal is het staats opperhoofd herkozen in de grootste voorwaarden van vrijheid en wettelijkheid. Het is te wensclien, voor het reeds zoo zeer beproefde Frankrijk, dat die erltie- zingeen voorteekenzij vanrust en vrede, van onbewolkt en voorspoed. De heer Grevy is een man die, vol wijsheid zich binnen de palen der grondwettelijke be ginselen wist te houdenhij blijve steeds de vuurbaak die aan de fransche Repu bliek den weg wijst van vrede en ver stand houding. of door AUGUSTE VILAIN. Tusschen de Fortuin en de Liefde. Op drij uren afstands, ongeveer, der schil derachtige stad Namen, in eene lachende vallei door de Ormean besproeid,bemerkt men de witte muren van bet lileine dorp M..., achter dicht loover verscholen. Ten tijde dat dees verhaal begint, 't is te zeggen ten halvent de maand julij van het jaar 187*2, bevonden zich, op het uiteinde van het dorp, een nederig huisje, over welks dak eenige fruitboomen beschermend hunne tahken uit spreidden. Eenige rookwalmen die zich boven de hut verhieven,duidden de tegenwoordigheid aan van levende wezens en de toebereidselen van het avondmaal. Er was redelijk veel beweging in het dal. Het -«v^sJSii doorzaaid met kleine hoopjes schooven Waarboven de drooge en welriekende korenaren pronkten Een wogen, door ossen getrokken, Met veel genoegen is die herkiezing in het land, en zelfs in de buitenlanden vernomen geworden Verleden zaterdag zijn de Tonkin kre dieten door de fransche kamer van Afge vaardigden aangenomen, doch met de geringe meerderheid van 4 stemmen, op meer dan 500, zoodat Minister Brisson daarin eene zedelijke nêêrlaag gezien heeft en zij u ontslag heeft aangebodenMen heeft eerst gedacht aan een nieuw minis terie de Freycinetmaar even als de heer Brisson heeft de heer de Freycinet gewei gerd een nieuw ministerie te vormen. Heden is er spraak van een ministerie Flo- quet, waarin de heer Lockroy waarschijn lijk eene portefeuille zou aanvaarden. In de balloteering van Zondag laast, te Parijs, zijn de radikalen gekozen. Zoo het schijnt zou er in Spanje eene associatie van veldoversten tot stand zijn gekomen om er toe te geraken Portugaal en Spanje tot een enkel Iberisch rijk samen te smelten. De gezindheid in Por tugaal schijnt echter dit ontwerp vijan dig te zijn en, wat Spanje aangaat, alles doet vermoeden dat het regentschap on- gestoordzalmogen voortgaan met krach tig mede te helpen aan den voorspoed van het zoo zeer geteisterde land. De hertog van Sevillia, van wien wij in ons laatste nummer spraken, zal eer lang voor een krijgsraad over zijn op roerig gedrag te verantwoorden hebben. Men weet dat een wapenstilstand ge sloten is, dank zij de groote mogendhe den, tusschen Serbië en Bulgarië. Een der voorwaarden van dien wapenstil stand was, dat beide oorlogvoerende par tijen liet, langs wederzijde, bezette vij andelijk grondgebied zouden moeten verlaten en op eigen grond terugtrek ken. Bij het uitvoeren dier voorwaarde zijn er echter eenige geweerschoten ge lost en hebben er eenige schermutselin gen plaats gehad waarvan de schuld door het eene leger ten laste van liet andere wordt gelegd. Prins Alexander heeft eene blijde, geestdriftige intrede in Sofia zijne hoofstad gedaan. Het consulair korps woonde ze bij, en daartusschen bemerk te men de 2 turksche afgevaardigden in officieel kostuum, 't Schijnt ook dat de muzulmanscke troepen van den prins zich gedurende den laatsten veldtocht hebben onderscheiden In een dagorde, aan zijne troepen ge richt, betuigt vorst Alexander van Bul garië zijne dankbaarheid aan liet rus- siscli leger Van wien eenige officieren liet bulgariscli leger hebben ingericht 't is dank aan die inrichting, zegt de prins, dat zijn leger overwinnaar is ge bleven. Daaruit blijkt genoegzaam dat prins Alexander te weeg is zijne onder werping van Rusland te bekomen. Wat de vrede aangaat, die schijnt nog zoo gauw niet geteekend te zullen worden; immers noch Serbië, noch Bulgarië heli- ben reeds hunne gevolmachtigden tot het sluiten van den vrede benoemd. Alhoewel Duitschland de bemiddeling- van den paus heeft ingeroepen om liet doorliep de koornvelden ouder liet geleide van eenige mannen die liet koren inzamelden en liet op den wagen laadden. Dit werk wierd vrolijk volbracht alhoewel de zweetdroppelen op het voorhoofd perelden der kloeke werklieden. Aan den voorgevel der hut welke wij zoo even beschreven hebben, zat op den stam van een neêrgevelden boom, een man van rond de vijftig jaar, klein van gestalte, met sluiven blik. Zijn voorhoofd, gansch ontbloot, was vol diepe rim pelen, zijne grijze, diep ingezonkene oogen met zware wenkbrauwen overschaduwd, getuigden van sombere gemoedstemming. Naast hem stond een jongman recht van mid delmatige -gestalte, bekoorlijk van gelaat, met gitzwart haar en knevels. Edmond, zoo was de naam des jongelings, luisterde droevig naar de woorden die de grij- zaard hem sprak. Schoon is zij niet, 't is waar, Edmond. Maar toch is liet een eerlijk meisje. Gij zoudt wel doen, mijns dunkens. met haar overeentekomen; want de dochter heeft oordjes, en wat er van is een onder meisje te krijgen die iets of wat bezit, daarin gelukt gij nooit. Oli! ohDenkt gij dan, vader, dat er maar eene Angèle ter wereld is? Ik weet wel, om den duivel, dat gij er, in uwe inbeelding, wel zes en dertig hebben kunt maar er ernstig eene vindenGij zijt te toege vend, jongen, en ik raad u vast aan een besluit nopens dit meisjen te nemen. verschil te vereffenen tusschen dit. land en Spanje ontstaan blijkt het nochthans genoegzaam dat er tusschen het Duitsclie rijk en hét" vatikaansche hof nog' geene volle verstandhouding bestaat. De heer Gladstone, hoofd van de en- gelsche liberale partij en gewezen eerste minister, den lust gevoelende nogmaals in deze hoedanigheid, aan het hoofd te komen der zaken in 't vereenigd-koning- rijk, was geneigd eene overeenkomst aan te gaan met de partijgangers der ler- sche zelfstandigheid, die na de laatste kiezingen, meester geworden zijn van het parlementair terrein. Dit plan vond echter geen bijval bij de liberale partij, zoodat liet de heer Gladstone moet op geven binnen kort terug aan liet roer te komen. Intusschen blijft Lord Salisbury maar aan 't bewind. Argus. DE REDEVOERING VAN M. GRAUX. De merkwaardige redevoering door M1' Graux, gewezen minister der finan- tiën, in den senaat uitgesproken, tijdens de bespreking der begrooting van mid delen en wegenmoet van eiken vrijen burger gekend zijn. De gansche inhoud er van geven ware onmogelijk, maar wij denken het publiek aangenaam en nuttig te zijn, met de slotrede van den achtba ren heer Graux onzen lezers mede te deelen. Ziehier dus hoe de achtbare senator zich tenslotte uitdrukte, na vastgesteld te hebben dat de begrooting van 1886, 13,680,000 franks te bate vind in de belastingen ten jare 1883 gestemd. Indien het zoo was, indien het waar is dat de nieuwe belastingen de ontvang sten vermeerderen met 13,680,000 frs., begrijpt men niet welk recht de H. Mi nister van Finantiën heeft, zich de ver diensten toe te eigenen de uitgaven met- de inkomsten vereffend te hebben. Heeft hij die belastingen niet hevig, hardnek kig zelf, bestreden. Zonder deze inkomsten, die hij van de hand wees, zou hij den uitslag waar over hij zich beroemd, niet bekomen hebben. Men zegt ons, wel is waar, dat het niet genoeg was nieuwe middelen te verschaf fen dat zij ontoereikend zonden ge weest zijn om het budget in evenwicht te brengen dat men, om liet evenwicht te herstellen, de uitgaven moest beperken; dat het huidige staatsbestunr die taak zou volbracht hebben, taak die liet alléén ten uitvoer kon brengen. Onder dit oog punt alleen aanschouwt de II. Minister van Finantiën de toestand voor hem tellen de nieuwe belastingen tot niet. Merkt wel op, Mijne Heeren, dat ik aan den II. Minister zijne opwerpingen zon kunnen wederkeeren en hem doen Deze laatste zinsnede ging gepaard met eenen blik die gelijk scheen aen een bevel. Pachter Liétard ging heên, zijnen zo on in overwegingen latende. Zeker is dat de ouderling,met zijne spotreden, volkomen gelijk had. Angèle was de eenige dochter van eenen vlaskoopman die er wel inzat. Jong nog had zij hare moeder verloren en moest zijreeds vroeg, zich met het lastig huishoudelijk werk bezig houden. Alhoewel niet bijzonder schoon (zij had een dik opgezwollen wezen en was kort van gestalte) had Angèle iets in haar dat haar bij den eersten aanblik aanminnig maakte. Daarbij bezat zij een edel hart, eene toegevende inborst en, wat meer is,bij haar vaders afsterven zou zij aan het hoofd staan van een tamelijk fraai fortumtjen. Edmond had zich gelukkig gevoelt eenige malen niet haar in aanraking te komen. Hij vond ze redelijk lief, niet te dom, maar al te weinig bevallig!.... Hij had iets beters gewild. Nochtans, door de talrijke raadgevingen zijns vaders, door liefelijkheden van 't meisje, was Edmond eindelijk zoo ver geraakt dat hij er reeds aan dacht zijn lot aan dat van Angèle te verbinden. Ondertusschen gebeurde het dat de meid des burgemeesters heên ging en vervangen wierd door eene jonge wees die in eene der beste huizen van Namen in dienst geweest was. Edmond voor eene bijzondere zaak bij den burgemeester ge roepen. had de nieuwe meid opgemerkt, haar opmerken dat, zonder de nieuwe belas tingen, de vermindering van uitgaven, waartoe bij geraakt is. zeer onvoldoende zou geweest zijn. Daarbij, de eenige goede besparingen beliooren u niet in vollen eigendom wij hebben ze begonnen en zouden ze, als gij, volbracht hebben. Indien men de verminderingen op het budget van uitgaven bereikt, wat meer van nabij aanschouwt, bestatigt men dat de twee belangrijke verminderingen toe gebracht zijn aan de uitgaven des ijze- renwegs en aan deze van het openbaar onderwijs. Wat de eerste aangaat, die waren wel zeker geene nieuwigheid want de acht bare voorganger van den huidigen mi nister der spoorwegen, was vastberaden den weg der uitgaven-vernrfnderingen ingeslagen. De voorzaat van den achtbaren heer Olinhad, wel is waar, andere inzichten in zake der ontginning der spoorwegen. Ilij beoogde de volmaaktheid, en deze kost dikwijls heel veel. Maar de kosten van ontginning, die in 1882 tot 74 mil- lioen en half beliepen, waren reeds, in 1883, met een milliocn verminderd zij beliepen slechts nog tot de som van 73,400,000 franken. In 1884 daalden zij nogmaals met 2 millioen en beliepen slechts nog tot de som van 71,700,000 fr. Dit is eene besparing van 3 millioen op 2 jaren tijds. De achtbare II. Yanden Peereboom, heeft dus slechts den zelfden weg inge slagen, zonder zelfs er zoo dapper door te stappen, want van 1884 tot 1886 is er geene vermindering integendeel, de kosten van ontginning zullen zijn ran 71,800,000 franks. Van 1885 tot 1886 kondigt men eene vermindering aan van 2 millioen, met de ontginningskosten te bepalen op 69,400,000 fr. dat is enkel belofte. Daarbij zijn de uitslagen x;m 1885 nog niet juist gekend, en het jgar 1886 is nog niet begonnen. De cijfers der uitgaven, voor die twee termijnen, die mij door den H. Minister van Finan tiën gegeven zijn, zijn dus nog onzeker. Het huidige cabinet doet dus, in deze zaak, niet dat wij niet zouden gedaan hebben, niet dat wij niet reeds op groo- ten voet begonnen hadden. Daarbij is, met dezen tijd, zijne taak O]) eene droevige wijze vergemak kelijkt. Het verkeer vermindert. Men heeft gezegd dat het vervoeren der koop waren grootelijks verminderd was, dit jaar, \het verslag van M. Jacobs bestatigt liet. Eene verminderingvan verkeer heeft noodzakelijk voor gevolg eene verminde ring per kosten van exploitatie. Zonder twijfel is er, tusschen die kosten, een deel dat bestendig is maar er is een ander deel dat verandert in evenredig heid d*r beweging, von het vervoer. Maar gelijk er eene vermindering van ontvangsten is zoo is er ook eene ver mindering van onkosten. Nu hebben wij nog. Mijne Heeren, dC vermindering bekomen op den dienst eenige woorden gesproken.... en was, vol bewon dering, ten zij neut terug gekeerd. Bertha (zoo heette de jonge maagd) was te Gilly, in Henegouw, geboren. Van nederige afkomst was zij vroegtijdig in dienst moeten tre den. Op het tijdstip dat wij met haar kennis maken, had zij reeds in eenige goede huizen gewoond en had eindelijk hare opleiding als dienstmeid in de stad voltrokken. Zij was eene dier bevoorrechte schepselen die, met een gezond lichaam en eene reine ziel begaafd, er natuurlijke bevalligheid, vol bekoo- ring, bij voegen. Wel gemaakt van vormen, van kloeken lichaamsbouw, scheen zij als gegoten om tot model te dienen eens vrouwenlichaams. Zij had goudblonde hairen, blauwe oogen, een ver rukkelijk wezentje. Te vreden uit inborst, was zij de eerste op het vermaak en toonde alsdan twee rangen witte tanden, tusschen twee lippen van het schoonste rozerood. Tweemaal was Edmond gelukkiggenoeg 's bur gemeesters nieuwe dienstmeid op eenen eenzamen weg te gemofct te komen. De eerste maal sprak hij van onverschillige zaken, maar in zijne oogen brandde zulk een vuur, dat Iieitha zieliover zijne gevoelens niet kon misgrijpen. De andere maal was hij min schroomvallig en sprak met meer vertrouwen. Zij scheen hem zoo zacht en zoo hartelijk!... Hij begon hare schoon heid te prijzen, hare liefelijkheid, hare bevallig heden. in een woord haar te zeggen en het te her halen,dat zij schoon was en.... zich gelukhig zou van het openbaar onderwijs. Deze is be langrijk zij is het werk van het minis terie en der ueerchvihoidM-aar ie het een finantieël werk Maar is het in naam der besparing dat men eenen open baren dienst val1 dien aard mag afschaf fen of vermindereR Het ware eene schande van het volksonderwijs eene geldkwestie te maken. Indien de dienst van het openbaar onderwijs su'cht was, gebrekkig ingericht, indien de wet van 1879 al die gebreken had die gij er in vindt, indien zij inbreuk maakte c>p de vrijheid van geweten, op do vri jheid der familievaders, op de gemeentevrijhehl-, indien het eoue hatelijke wet was. zegt dan toch clat het daarom was dat gij ze hebt afgeschaft, maar zegt niet dat gij het openbaar onderwijs verminkt hebt, om besparingen te vervczentlijken. Die besporingen verrechtvaardige nu niet eene inrichting te hebben afgescha ft die goed was, nuttig, noodzakelijk voor de toekomst des vaderlands, en ze te hebben vervangen door een regiem wiens betreurenswaardige gevolgen, indien het eenigen duur heeft, van België een der domste, der meest verslaafde volkeren der wereld zullen maken. (Tegenspraak rechts Indien het waarheid mag heetten dal het lager onderwijs slechts door demacht en de hulpmiddelen van den staat goecl kan ingericht worden, omdat het niet kan aanzien worden, als eene handels onderneming, noch als een werk van godsdienstigen iever indien liet waar is clat, met liet lager onderwijs aan de gemeenten over te laten, men liet over geeft, ten zij in de groote steden, aan waarde, noch de wetten van kennen, dan kan do vermindering van uitgaven uw werk van 1884 niet verrechivaardigen, het niet verzachten. Zal men de opvoe ding zijner kinderen in gevaar brengen om eenige besparing te kunnen doen De plicht van den staat, ten dien op zichte, is even zoo gebiedend, even zoo stipt, als die van liet huisgezin. Hij moet alles in het werk stellen om aan de jonge geslachten een ernstig, grondig onder- vrijs te verschaften. (Gemompel rechts. Goedkeuring links.) Zegt dus niet dat de besparingen, die gij, op de de uitga ven van het openbaar onderwijs verwe- zentlijkt hebt, deel maken van uwe fi- nantieële ontwerpen. Zij maken een deel uit van uwe politieke plannen, van uw partij werk Wanneer men later de onwetendheid en het bijgeloof' hun rijk zal zien uitbrei den. het land verstandelijk en stoffelijk zal zien vervallen, gelooft gij dat gij als dan. in het oog van 't nageslacht ver- rechtvaardige! zult wezen omdat gij zult gezegd hebben wij hebben gespaard Neen, Mijne Heeren, het is geen huis houdkundig doc-1 dat gij vervolgd hebt met die uitgaven te vermin deren gij hebt gehandeld onder den invloed van den politieken drift, van den godsdien stigen liertstogt. (Zeer wel. links.) achten hare liefde te mogen verwerven. Geen ander antwoord gaf het meisje daarop dan, op hare beurt, den lof van Edmond uit te sprekenmaar hij wilde die leitaai niet aanhoo- ren en hij vervolgde in tier voege Indien ik waarlijk een jongen was, zoo als gij zegt, Bertha, en gij voor mij een weinig sym pathie gevoeldet, alsdan.... Alsdan wat? verstoutttc zich het meisje vreesachtig intebrengen Too dan, Bertha, laat ons openhartig spreken. Is het waar of niet dat je mij naar je gedacht vindt Zeg, Bertha, toe zeg. Bertha antwoordde vol oprechtheid Ik zeg niet neen; maar alles kan toch zoo dapper niet toegaan wij moeten eerst malkaar leeren kennen wij hebben malkaar nog bijna niet gezien, en reeds zoudt gij mij willen doen bekennen dat ik u, meer dan welk ander persoon ter wereld, liefheb! Gij zoudt mij niet geloo ven, Edmond, en met rede. Toe, toe, Bertha, gevoelt gij niet dat wij als voor malkaar geschapen zijn? Toe, kom, geef mij de hand. En gelijk hij haar het zijne toereikte-, scheen zij te twijfelen; maar hij drong aan en zij ein digde met hare hand in het zijne te leggen, zeggende Da ar gij hettoch volstrekt zoo wiltEdmond, 't zij zoo en op Gods genade. Vervolg bij naaste. tj niul. iaAvVTUja- m erlieih'ii Jió 'óhnorh clo

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1886 | | pagina 1