EDMOND EN BERTHA, Buitenlandsch politiek nieuws. De zegepraal des Harten Abonnementsprijs LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor de stad. 6 fr 50 voor den buiten, TRIJS TER NUMMER 10 GEN TIMEN. voorop betaalbaar. Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, ten kantoore van 40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst. het blad, Prijs der annoncen HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 eentimen Reklnmen, 75 centime» Vonnissen op de derde Ihuhijde, oO centimn per drukregel. Men mankt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spa nac metu. AALST, 13 Februari. M. Goblet, minister van openbaar Onderwijs, heeft op eene schitterende wijze, in den Franschen Senaat, het wereldlijk onderwijs verdedigd tegen de aantijgingen der klerikale partij. Dit was een groote zegepraal voor het ministerie de Freycinet. Ongelukkiglijk werd dit laatste, in de Kamer der Afgevaardigden, weder in eene groote moeiëlijkheid ge bracht. Bij het bespreken van het wets ontwerp den verkoop toelatende van de kroonsdiamantenliet de koningsgezinde afgevaardigde, M. de Lanjuinnais, zich zeer hevige woorden ontgaan. Ilij uitte den wensch welhaast de Republiek te zien verdwijnen. Vandaar de woede der Republiekeinenwaarvan eenige een wetsontwerp voorlegden waarbij de fran- sche prinsen uit Frankrijk worden ver bannen. Het meerendeel der republie- keinsche bladen schijnt nochthans dit ontwerp afkeerig te zijn. Zaterdag laatst behaalde het ministerie een belangrijke zegepraal het wetsont werp van algemeene straf kwijtschelding, door M. Rochefort nedergelegd, is, dank aan de krachtvolle en tevens gematigde houding van het kabinetshoofd, M. de Freycinet, met eene overgroote meerder heid verworpen geweest. Indien M. de Freycinet dezelfde vast beradenheid toont in zake der verbanning van de franse he prinsen, ontwerp waar tegen hij zich zeer vynndig toont, valt het niet te betwijfelen of eene nieuwe zegepraal zal het ministerie komen ver sterken. Het Engelsch Ministerie is vast besloten in de Oostersche kwestie den zelfden gedragregel te volgen als M. Salisbury. Lord Rosebery, minister van buiten- landsche zakenheeft aan den griekschen zaakgelastigde bij het Britsch Hol, te kennen gegeven dat Engeland begeerde de Europeesche vrede door Griekenland niet gestoord te zien worden. Indien eenige daad van Griekenland de tusschen- komst der engelsche vloot zou noodzake lijk maken, zou Engeland geen oogenblik er aan twijfelen krachtdadig tegen het klein oorlogzuchtig' volk op te komen. Gezien die vrij onvriendelijke houding van wege de Engelsche Regeering valt het niet meer te betwijfelen of Koning Joris I van Griekenland, die reeds op het punt was de krijgsverrichtingen te be ginnen, zal do beste gelegenheid afv ach ten om den uitvoer zijner oorlog zuchti ge plannen uit te stellen tot er zich een betere gelegenheid voordoe. In Creta, een eiland met eene griek- sclie bevolking, maar aan Turkije behoo- rende, en dat volgaarne zijne vereeniging met Griekenland zou bekomen, is de op gewondenheid zeer groot een algemee ne opstand is te voorzien, den dag dat de oorlog tusschen Griekenland en Tur- kijë zou uitbreken. Van dag tot dag wordt liet zekerder dat de vrede tusschen Serbië en Bulgarië zal gesloten worden van dien kant dan is schier alle gevaar verdwenen. Anders is het gesteld met de Bulgaarsehe Eenheid. Alhoewel de meeste groote mogendheden mondelings hunne toestemming hebben gegeven tot het verdrag gesloten tusschen Bulgarië en Turkije en waar bij Rumelië gesteld word onder de Landvoogdij van Vorst Alexander vau Bulgarië, wilt Rus land nochthans dit verdrag niet erkennen en toont zich vijandig tegen allo veree niging van Bulgarië en Rumelië. Daar dit verdrag eene wijziging toebrengt aan het verdrag van Berlijn, zal het moeten aan 't onderzoek van een Congres der Mogendheden onderworpen worden. Het verwerpen ervan zou gansch de Ooster sche kwestie terug op het tapijt brengen en eencn Europeeschen oorlog v oor gev olg kunnen hebben. Maar Rusland zal wat nader toezien vooraleer die brandende kwestie weêr op te roepen. Men kan zich geen gedacht geven in welke staatkun dige moeiëlijkheden, van inweudigen aard, een oorlog het land der czars zou brengen. De nihilistische partij is nog niet dood, verre van daar zij schijnt weder op eene verschrikkelijke wijze haar hoofd op te steken want, hoezeer het de Rus sische Regeering ook wille verduiken, talrijke en zeer belangrijke aanhoudingen zijn deze week gedaan geweest. Graaf de Robilant, italiaansch minis ter van Buitenlandsche zaken, onder vraagd of de italiaansche vloot deel zou nemen aan eene betooging ter zee, tegen Griekenland, in geval die plaats hebben zou, heeft verklaard dat hij, alhoewel zeer vriendelijk gestemd jegens het Griekse lie volk, nochthans in geene uit leggingen mocht treden nopens eene op handen zijnde internationale samenwer king. Het spaansch ministerie treed vastbe raden eenen vrijzinnigen weg in het heeft aan het Ilooger onderwijs de vrij heid terug gegeven die t voorgaande Ultramontaansch Ministerie het ontno- leger, voor België, bekend, alsook de noodzakelijkheid ons leger, door eene ernstig saamgestelde ivserve, in tijd van nood, ondersteund te zien. M ij volgen hierin het voorbeeld van generaal Gratry, minister van oorlog onder het laatste liberaal kabinet die, bij het aankomen nochthans der wetgevende kiezing, als een moedig man, voor het groote vader- landsche vraagstuk kleingeestige partij belangen achteruitschuivende, een wets ontwerp neerlegde de réserve daarstcl- lende, en waarin hij, klaar en duidelijk, zonder zich van scheinheilige drogrede nen te bedienen, zijne zienswijze aan het land kenbaar maakte. Wij hebben het reeds gezegd en her halen het nogmaals het reservestelsel van M.Gratry bezit onze sympathie niet. wij houden staan dat België, zonder zijne lasten te vermeerderen, zijn leger en zijne réserve op gedachten voet kan inrichten. Zoo antwoorden wij op de aanteigingen van zeker blad dat ons, ter slechter trouwe, beschuldigt de inrichting te wenschen eener réserve die het land in zware lasten zou steken en groote per soonlijke opofferingen van onze burgers zou eischen. men had, en heeft een einde gesteld aan de klerikale voorrechten in die zaak, ondanks alle middelen door de bisschop pen ingespannen om de koningin-regen tes er toe te bewegen er niet te willen in toestemmen. Ernstige socialistische woelingen, waar aan, zoo het blijkt, de ierlanders een groot deel hebben genomen, hebben deze week Londen in opschudding gebracht. Voor nadere inlichtingen zie men verder. Aug us. Wij hebben, over een paar weken, do kwestie van leger en réserve eens onder handen genomen en er onze denkwijze van aan den lezer blootgelegd. \Y ij heb ben, zonder eenige schroomvalligheid,de noodzakelijkheid van een wel ingericht of naar het franscli van AUGUSTE VILAIN. Maar daarover niet verder. Wij deden reeds zien dat het ministerie en de rech ter zijde der Kamers hunne beloften te kort blijven voor de kiezingen kwamen zij af meteen programma waarop, als een derbelangrijkste punten,de vermindering van krijgslasten te voorschijn kwam. Die belofte leest men in volle letters op de gedrukte geloofsbelijdenis van menig kandidaat, onder andere van M. de Bur- let, afgevaardigde van Nijvel die 11. H. verklaren als nu met de réserve van generaal Pontus vrede te hebben. Zoo lezen wij in het klerikaal blad le Conrrier de Bruxelles, dat de amandementen van M. PontuS, zelfs wanneer al de liberale volksvertegenwoordigers, alsook de kle rikale afvaardiging van Antwerpen tegen zullen stemmen, toch met eene meerder heid van 2 a 3 stemmen zal aangenomen worden. Wat zijn nu die amendementen: 1° Aan den Koning wordt het recht toe gestaan, in tijde van gevaar, boven de 10e militieklas, nog zoo vele klassen te vragen, als hij noodig mocht oordeeleu. Daar is de réserve, in der daad maar niet met den naam. M. Pontus is aan het bewind gekomen met hetdoeleeneréserve daar te stellen maar het volk wilt van geene réserve weten die zijne lasten zou vermeerderen en de klerikale meerder heid, die de volksgunst wilt behouden, staat aan generaal Pontus zijne réserve toe, hem nochthans gebiedende den naam niet te gebruiken Een truc, zoo als men ziet, een deftig politiek man onwaardig, maar waaraan zich de minister gedwee leent, daar hij op die wijze minister blijft en hij aan liet plaatsjen houd. Maar ondertusschen wordt het volk, en wel het kleine volk, op schandelijke wijze gefopt. Het kleine volk bijzonderlijk, ja, want 't zijn de kinderen der volksklas die in persoon hunne bloedschuld aan den Staat betalen zij blijven 10 jaren onder be dwang en denken alsdan aan hunnen plicht voldaan te hebben. Neen, langer nog moeten zij, zij alléén, belast zijn met de taak het vaderland te verdedigen hun bloed alleen moet voor het land vlieten, want de reserve wordt saamgesteld uit diezelfde volkskinderen die gedurende 10 jaren van het bestendig leger hebben deel gemaakt. Daarom is het dat het ont werp van M. Pontus, schandelijk en hatelijk is, daarom is het dat wij het aan de verachting onzer medeburgers over leveren. Uit het 2*' amendement blijkt nog dui delijker de samenstelling der réserve daarbij worden meer dan 50 plaatsen van kapiteins bij het leger gesticht, wier taak zal zijn te zorgen voor de mobilisering der zonderlinge réserve waarvan wij hooger spraken. Wel is waar geven onze meesters te verstaan dat dit niets aan het land zal kosten niets, 't is waar, mis schien, maar de daartoe noodige gelden worden overgespaard op het vleesch en het brood onzer reeds te wel gevoede soldaten. Ha 10 Junij 1884 moest een dag van geluk zijn voor den lande. Het programma der klerikalen aanschouwende zou men dit eenigzins geloofd hebben. Maar nu wij dit programma in eenen tegenover- gestelden zin zien uitgevoerd worden, mogen wij zeggen dat 10 Junij een dag van vloek en rampspoed is geweest voor België. b A.Z. kiezing. Het vaderland verkeert in gevaar en strijden is dus een plicht.M ij wenschen vuriglijk welhaast te mogen beantwoor den aan eenen oproep der Aalstersclie jongelingen,*en einde bovenstaande plan te kunnen verwezentlijken. Beste groet. Achili.es. Wij, voor ons, hopen dat de oproep rail Achil les weerklank zal vinden te Aalst en in het ar rondissement. Ltcdaltie. Wij ontvangen den volgenden briei uit Xinove Heer Hoofdopsteller Als jongeling stem ik ten vollen in met het artikel van NcaniasZondag laast in den Dendergalrn verschenenHet is in de jonge jaren dat men zich in het politiek strijden moet oefenen, het is alsdan dat men den wapenhandel moet leeren om later aanspraak te mogen maken op ga lons of epauletten. Zoo de jongheid van het arrondisse ment Aalst wilde, indien zij zich ver- eenigde, zich ouderling aanwakkerde, welke diensten zou zij niet aan de Libe rale partij kunnen bewijzen! Zonderbaar zal men er nooit in gelukken het kleri kale juk van de vlaamsche Dendergou- wen af te schudden. In andere arrondissementen is de libe rale jongheid tot eene liberale Jonge Wacht vereenigd wij zien de hoofden hunner partij hun telkenmale een groot deel des zegepraals toekennen. En wat men elders doen kan zouden wij, jonge lingen van het land van Aalst, het ook niet kunnen W aarom zou er, in elk der vijf kantons onzes arrondissements, geene vereeniging van jeugdige strijders kun nen tot stand komen en zouden die vijf vereenigingen zich niet tot eenen bond kunnen samensmelten? De junijkiezingen naderenin ons arrondissement is er ook Binnenlandsch politiek nieuws. De onafhaiilelijlc afgevaardigde van Brus sel, die inderdaad slechts vermomde klerikaleji zijn, hebben peen deel genomen. Generaal Mer- jay uitgezonderd, aan het banket den lieer Beernaert, minister van fmantiën, door de kle rikalen partij aangeboden, terzelver tijd dut men hem zijn borstbeeld ten geschenke gaf. El keen dachtde Lidependeuten zijn afwezig om te doen geloov'.ndat zij waarlijk onafhan kelijke zijn. xJa, antwoorde daarop de EtoiJe Beige, zij hébben, 'tis waar, geen deel geno men aan het banket, maar zij hebben toch in geschreven. Dus viel die schijnonAfhanke lijkheid in duige. Dat begreep een klerikaal blad dat aanstonds schreefZij hebben niet in- geteekend voor het banket, n Waarop een ander klerikaal blad, de Impartial van Gent, antwoorde u Zij teekende niet in voor het banket maar wel voor het borstbeeld, r 't Geen nagenoeg 't zelfde is. Arme Pastoors Nauwe'ijks eenige we ken geleden weigerde de bestendige alvuardi- ging van Brabanthei biuljet vanhet kerkfabriek der Zavelkerk, te Brussel, goed te keuren men bad er een vergrooting van 200 iranke:iin voor zien der jaarwedde van den pastoor. Nu, de pastoor der Zavelkerk staat op deu inschrijvingslijst voor de katliolijke scholen, met eene gifte van 200 fr. hij had ze dus wel noodig, die vergrooting van jaarwedde M. De Saedclccr, onze volksvertegenwoordi ger, bevestigde, in eene der Kamerzittingen van verledene week, dat de rainplagautcn en de vrijwilligers met premie zulke goede soldaten waren als de militiauen. M. De Sadeleer had beter gezwegen d m iets te bevestigen datliij niet weet. Iemand die eenigen t id bij bat leger is geweest of die aandachtiglij k de zittingen der krijgsraden gadeslaat, zal bekennen dat plaats vervangers en vrijwilligers met premie, in algemeenen regel, de pest zijn der kazerileu. M. Woeste, oe i an.ler onzer vertegenwoordi gers, bekent in de Kamerzitting van 10 dezer, dat bij bet nut niet inziet 53 nieuwe kapiteins bij te maken maar.... dat hij niettemin het amendement zal stemmen «lat hun aanraakt. M. Woeste L ook liefhebber van bet militair remplacement en van de loting. at gaat 't La, zeggen Land van Aalst daar over J. J. 't Is eene schande, riep zij, de kamer intredende, zijn kind zoo tot bloedens toe te slaan Ah Liétard, Liétard, gij zult eene verschrikkelijke rekening aan God te geven hebben Beschuldig mijn vader niet, grootmoeder liet is er van daag heel anders toegegaan. Ik ben het die 't on we Ier heb verwekt Gij Ja, ik. Bemoei u met dit alles niet, moeder, fluisterde Liétard zijne moeder in bet oor anders, wee u! De goede vrouw zweeg en raapte de scherven op die den vloer bedekten. Ondertusschen ging Edmond bu.teu de avond lucht inademenen. Liétard nam deze gelegenheid te baat om aan zijne moeder liet voorgevallene te vertellen: deze kon niet nalaten van genoegen te glim lachen bij bet vernemen hoe zich Edmond gedragen had. De jonge', ing kwam j uist binnen toen zij n vader ophield te spreken. Vader, zegde hij, wijl wij nu toch bezig zijn malkander te verstaan, wilde ik wel dat gij met mij afrekemlet voor hetgeen ik van mijn moeders erfdeel te ontvangen heb. Goed eindigen wij die zaak. Zij gingen in eene zijdekamer en, na eenige oogenblikkeu onderhoud, kwamen zij er uit als de beste vrienden der wereld. VIII. Dn Rechten dek Toovekiieks. Drij dagen waren ver'oopen sedertde samen komst' van Edmond met de oude Larnoit. De toestand der zaken was wel veranderd sinds dien, en de tooverheks ging met gemak hare zending kunnen volbrengen Ik heb drie weken gevraagd om mijn werk te verrichten, zegde zij met eenen helscheu lach en zie pas drij dagen zijn verloopen en reeds is alles volbrachtJa Mijnheer Ed mond, nu zult gij wel uwen ge'dtesch ontslui ten, be te jongen i jl honderd tranken te betalen, aan de oude ClaraAh Aü 't is maar, vriendje dat gij zo mij betalen zult, die vijf houderJ frankenja. ja, andersde vermaleJijdingHet schelmstuk. Zoo sprak de licks Lij haar zelven, met hare magere hand hare zwarte kat streelende, toen eenklein haastigtokje,schroomvallig op de deur xVan eene vrouw. (Naar Victor Hugo). JJ. gegeven, haar uit die overwegingen kwam trek ken. De kat vloog van den schoot van hare meesteres en ging zich achter den koolbak ver duiken Clara Lamort liet dit enkel woord Binnen h ire holle stem ontgaan. Een meisje, met frisch gelaat en lachende wezenstrekken ging zich op eene oude vuile bank neerzetten die haar door de oude aange duid was. Goedendag, l'.cYe Clara, sprak, bij bare intredo, het aardig bezoekstertje hoe, stelt gij het vandaag Goed, mejnffer, oh 1 heel goed, was het antwoord. Maar die vervloekte hoest die mij reeds zoolang kwelt, zal mij, geloof ik, wel haast ten grave slepen. Maar wié zijt. gij toch, schoon liefje, om zulk belang te stellen in mijne gezondheid I.aat mij toe, bij het ven ster, uwe trekken na te zien. De oude nam het meisjen bij den arm en bracht haar bij het eenige venstertjen dat de hut verlichte. Ah 't is mejnffer Bertha wol lieve hemel toch 1 Ik zou nooit gedacht hebben, op dit uur, u ten mijnent te ontvangen. Zet u ueêr-, mijn engeltje, en laat ons wat praten. Ja, ja, laat ons wat praten, want zonder twijfel hebt gij mij veel te vertellen, gij die bemint en bemind wordt Wel hoe 1 Gij weet....? Dat gij Edmond bemint Neen 'l het huwelijk..., Zool... zei de oude, schijnbaar verwon derd, bet huwelijk gaat plaatshebben 1 Ja, beste Clara. Ik li -b gisteren een lang onderhoud gehad met Edmond hij heeft mij verteld dat er, na zijne terugkomst uit Gem- bloers, een hevig tooueel ontstaan w*3 tusschen hem en zijnéu vader en dut, ten gevolge van dittooneel, waar in hij den ouden Liétard had doen opmerken dat zijne verdrukking een einde moest nemen, deze laatste hem had gezegd dat hij hem, voortaan, alle vrijheid van hamleden zou hebben gelaten. Iii avo, grijnsde Lamort, dat is nu oprecht wel gehikt 1 En dat men nu nog zegge dut ik do geesten niet overheers h Hoe dikwijls reeds heb ik de oorziemg- heid niet bedankt, Clara, en hoe zon ik u ook niet dankbaar zijn, zoo gij mijnen Edmond wildet ontslaan van de verbintenis welke hij jegens u lie ft aangegaan te Gembloers. Hij moet u vijfhonderd franken betalen, nietwaar, daar ons huwelijk nu gaat gevierd worden; nu, gij weet, beste Clara, dat voor jong gehuwde vijf honderd frank een schat is, dat wij die, voor ons huwelijk, hoogst noodig hebben geel hom dus, zoo niet volledige kwijtschelding, ten minste toch wat afslag op zijne verbintenis Van de verbintenis afzien, grommelde de heks wijl in hunne diepe holen hare kleine oogen akelig glansden denkt gij dan, meisje, dat ik voor niet kan werken Weihoe 1 ik roep de hulp in der geesten, ik doe mijne gezondheid te kort, ik doe rust en vrede lieerschen daar waar, onlangs nog, de somberste wauhoop lieerschtijen nu komt men mij zeggentee- ken miinc rekening af, goede vrouw, wij zullen li niet betalen 1 Ja maar 1 daar zijn wij nog uiet, mijn liefje; gij moogt terug keeren bij hem die u gezonden heeft, en zegt hem maar dat een snijdend zwaard hoven zi.ju hoofd hangt eu dat, zoo 't zwaard hem met doodt, de drank d o men hem geven zal om hem een oogenblik tot het loven terug te roepon,juist deze z ju zal die hom de poorten der eeuwi; h-11 >zal openen, na hem, ee durende eenige stonden, het bewustzijn d-r zinnen terug te hebben gegeven om hem mijne wra di te doon zien 1... Ga nu, Mcjulfer, ga; ik hen liever alleen ten mijnent. En zij stootte, om zoo te zeggen, de arm« Bertha liftre kluis uit. Langzaam weerklonken de toonen der dorps klok uit den kerktoren, 10 ure aankondigende, to >n de ongelukkige Bertha zich terug onder den vrijen hemel bevond. Overvloedig begonnen de tranen op hare wangen te vlietenzij dacht aan de verscnrikkc'ijke bedreigingen die de heks togen haren zoo teergeliefden Edmond had uit gebraakt. Indien zij hem nu ging doen sterven, dacht Bertha 1 Zi.j sidderde, verwilderd spoedde zij zich lieên Oh God 1 alsdan ware 't leven voor mij niets meer.... Maar neen 1 Morgen zie ik Edmond u ik zal hem zeggen, dat hij zijne beloften jegens de heks moet volbrengen', zelfs moesten wij.na ons huwe'ijk.als dienstboden op eene hoeve ga ui werken. Ach'.rampzalig briefje, rampz iligo drank bijzonderlijk die reeds zoovele slachtoffers hebt gemaakt. Vervolg bij naaste. i k»i TïrrTfcnrrays urn» Wat ik een Vorst mijn kind, ik gaf dij mijne lauden, Mijn ueêr geknn lilt- volk, mijn kroon waarop ik boog, Mijn konin-btaf en mijn paleis, nut tearm'rep wanden, Eu mijne vloot erbij, gekend aan alle stranden, Vcor een blik van dijn oog Maar was ik God Li zou aarde en zee en lucht «lij geven, De hellegecst in 't stof geknield, der eng'len rij 'tChaoB. t onfeilbaar diep, dat schrikken (loeten beven, Het heelal, de eeuwigheid, de ruimt'waarin wij zweven, Voor éénen kus van dij,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1886 | | pagina 1