Verschillig nieuws.
De Paus en het Boycotteren.
Wat het boycotteeren is dat weten wel
licht onze lezers allen in Ierland,
wanneer een pachter of een ander per
soon zich naar het verlangen der landliga
niet wil voegen, worden zijne dienst
boden en werklieden, onder bedreiging
der gestrengste straffen, genoodzaakt
hem te verlatenkooplieden worden
verhinderd met hem handel te drijven
en men dreigt hem zei ven en zijn gezin
met allerlei lichamelijke en zedelijke
mishandelingen.
De paus keurt het boycotteren af,
omdat het strijdig is met de rechtvaar
digheid en de naastenliefde.
Maar bestaat het boycotteren wel in
Ierland alleen Onder de schoolwet van
1879 en, in sommige streken, voorzeker
nog ten huidigen dagen, werden dienst
boden en werklieden opgeruid tegen
hunne bazen of meesters die 't officiëel
onderwijs getrouw bleven gansche dor
pen, op bevel huns pastoors, weigerden
de officiëele onderwijzers te groeten en
spraak te verleenen en, meer nog, hen
levensmiddelen te verkoopen
Was zulke handelwijze ten opzichte
van personen, die getrouw bleven aan
wet, eed en plicht, boycottering ja of
rieen Ontkennend daarop antwoorden
is onmogelijk.
Maar waarom liet de paus alsdan zijne
machtige stem niet hooren en verbood
hij dan hier niet, hetgeen hij thans in
Ierland verbiedt
h Die reden is heel gemakkelijk op
te geven in 't Yatikaan verst at men
de kunst om handel te drij ven en geen
Zaakwaarnemer ter wereld is zoo door
trapt en zoo geslepen als paus Leo XIII.
Niets verkoopt hij zon Ier vette winst en
zijnen invloed op het Christendom weet
hij te verruilen tegen goede klinkende
munt, dat is tegen eene of andere toege
ving van wege eenen weerbarstigen
Staat. Ten einde eenige gunst van hel
protestantsche Duitschland te bekomen,
haarzelde hij niet, verleden jaar, zijne
pauselijke waardigheid in het modder
van Duitschlands kiezingen te sleuren,
en de staatkunde in de hand te werken
van eenen keizer-vrij metselaar en van
den ultra-protestantschen Bismarck
Om van den keizer van Rusland te
bekomen dat het in dat land aan katho
lieke bisschoppen en priesters toegelaten
worde met meer opene armen te werk te
gaan, toont Leo XIII zich bereid mede te
werken, om, bij het Poolsche volk allen
geest van vrijheid en zelfstandigheid te
dooven en de Poolsche natie ten eeuwi
gen dage der verdrukking over te
leveren
Thans wenscht hij de herstelling der
diplomatische betrekkingen met Enge
land, en om deze voldoening te bekomen
die hij op den hoogsten prijs stelt, offert
hij Ierland op. Doch, opentlijk durft hij
het nog niet. De Iersche natie is al taai
en te vastberaden, hare eisschen zijn al
te zeer gegrond en hare ellende te groot,
de geest van onafhankelijkheid is bij
haar te sterk ingeworteld, de geestelijk
heid zoo hoogere als lagere uit de
volksklassen afkomstig is tq solidair-
lijk met de natie verbonden, dan dat de
paus er zoo op eens in gelukken zou
Ierland het hoofd voor Engeland in den
schoot te doen leggen dergelijke poging
zou Ierland yan de R. K. Kerk loscheu-
ren Leo XIII beseft het.
Daarom zoekt hij trapsgewijze tot zijn
doel te geraken; hij meent, met het
boycotteren te veroordeelen, 't engelseh
gouvernement te vreden te stellen, en de
herstelling der diplomatische betrekkin
gen te bekomen, zonder de Iersche natie
te misnoegen.
Aldus handelende zou hij wel, zooals
men in Vlaanderen zegt, tusschen twee
stoelen in de assche vallen.
Maar komen wij tot onze vraag terug.
Waarom liet het Pausdom het boycotte
ren goed, in Belgie, en veroordeelt hij
het in Ierland
Omdat Leo wist dat zijne toegevend
heid hem in Belgie geene winsten zou
opgebracht hebben alle mogelijke vrij
heden zijn hier aan de katholieken ge
waarborgd, hunne geestelijkheid, met
medehulp der Staatskisten, is rijk en de
bisschoppen zijn oppermachtig in
Groot-Brittanje, echter, zou een deel
daarvan aan 't Pausdom genoegen doen,
geen bokkensprong, geene laagheid valt
het te zwaar om dat te bekomen.
rt Is dat het Vatikaan herschapen is
in een winkel en in een zaakwaarne
merskabinet t is dat het Pausdom
schrikkelijk aan 't vallen is. Ja 't Paus
dom, dat eeuwen lang aan den drang
der tijden heeft wederstaan en, met
roekeïooze driestheid de eisschen van
zijnen overmoed aan vorsten en volkeren
voorschreef; moet thans met de eeuw
mede en is, van trotsche bevelgever,
nederige smeeker en lage kruiper ge
worden.
Het oude Pausdom, zooals het eeuwen
lang Europa deed beven, het Pausdom
waarvan Pius IX de laatste vertegen
woordiger was, heeft uitgeleefd.
J. J.
Katholieke beschaving.
De clericalen aan 't werk.
Zondag had er een dramatisch tooneel plaats
op het kanaal van Willebroeck, langsheen den
steenweg van Vilvoorde.
Eene bende van 300 hoeren van Vilvoorde,
kwam luidop biddende van eene bedevaart. Een
twaalftal jongelingen vaarden in het kanaal en
zongen op hunne beurtO Va n den Peereboom!
De heilige bedevaarders schenen daar geene
aandacht op te geven maar twee roeiers aan
wal gegaan zijnde, werden door de bedevaarders
aangevallen, in het kanaal geworpen en met
steenen gegooid.
De overige roeiers kwamen hunne gezellen
ter hulp, maar werden insgelijk met steenen
geworpen. De vaarders gelukten er eindelij kin
zich te verschuilen in Marly, waar zij gebleven
zijn tot dat de bedevaarders vertiokken waren.
Twee der roeiers zijn gekwetst, een hunner
is doodelijk getroffen, zegt men.
De bedevaarders hebben de herberg Lepetit
Bourgogne, waar andere vaarders eene schuil
plaats gezocht hadden, belegerd. Al de ruiten
werden uitgeslagen, de meubels verbrijzeld.
Karakteristieke bijzonderheid. Een
priester vergezelde de bedevaarders en toen zij
de herberg belegerden, trachtte hij de razende
boeren tot verstand te brengen. De bedevaar
ders sloegen zijne vermaningen in de wind en
depastoor maakte zich uit de,voeten. Is dat geen
zonderlinge herder die zijne schapen in den
strijd laat V
De gendarmerie is 's avonds laat de beleger
den komen ontzetten. De meeste bedevaarders
hadden zich ondertusschen een ferm stuk in de
kraag gedronken. De gendarmerie heeft een
onderzoek geopend. Men zegt dat drie of vier
boeren weiden gekwetst.
Bij gelegenheid van den vijf-en-twiutigsten
verjaardag der stichting van de cleiic.ile stu
dentenmaatschappij te Leuven, hebben er zon
dag ook wanorders plaats gehad. De studenten,
die dronken waren, liepen langs de straten al
zingende, vielen de liberale burgers aan en
mishandelden de politie. Een agent hoeft een
messteek ontvangen. Een andere agent werderg
aan den schouder gekwetst door eenen gewel
digen stokslag. Nog tweeof drij an iere agenten
werden gekwetst. Verscheidene studenten zijn
aangehouden.
Worden de clericalen gewaar dat zi j bij de
aanstaande kiezingon gaan geklopt worden, dat
zij nu reeds zoo razend worden
Betalen aiaar.
Nauwelijks hebben wij de gemeente-
kiezing een half jaar achter den rug of
ons bokkenbestuur ziet zich verplicht
eene nieuwe leening van tivee lio nlerd en
tien duizend franken aan het Gemeente
fonds te doen.
Mijnheer Monfils had wel gelijk van
zijn ontslag als Schepene van finantiën
in te dienen en wij hadden nog meer
gelijk van te schrijven dat er moesten
muizen in de gemeentekas zitten.
Nu komt de waarheid aan den dag,
want moest er brood op de plank zijn dan
had men niet noodig van210,000franken
te leenen.
Allons, Aalstersche burgers, schiet in
uwe zakken en betaal maar de Bokken
zitten aan 't scliotelken, en dan is leenen
eu betalen troef.
De slimmerds van Land, en Dender-
bode zullen misschien zeggen maar er
worden zooveel openbare werken gedaan
en koken moet toch kosten.
Ja, koken moet kosten, maar of er
kostelijke werken moeten uitgevoerd
worden, welke van weinig of van geen
nut zijn, dat is geheel wat anders.
Zoo is volstrekt nutteloos de nieuwe
kaaimuur aan de Hertshage, welke dui
zenden en duizenden zal kosten.
Elkeen die daar voorbijkomt vraagt
zich af Waartoe moet dat dienen
En de brug welke aan den Zwarten
Hoek gaat gelegd worden is dat om de
aanpalende goederen van een gemeente
raadslid in waarde te doen stijgen en
hem gelegenheid te geven daar een paar
dozijnen huizen te bouwen of wel is
het om de hazen en konijnen van de
omliggende meerschen in de stad te
laten komen
En de nieuwe koopwaienstatie dau,
wat zal die wel niet kosten en van hoe
veel nut zal die wel ziju
Men spreekt van de Zeebergschebrug
te vernieuwen, van er eene splinter
nieuwe aan de brouwerij van M. Bumy
te leggen, van.maar 't is al genoeg.
Dat zal daar vermakelijk voor de
schippers zijn en ook voor de voerlieden
wanneer eene dier bruggen zal afge
draaid zijn.
Hadde men den hof der Hospiciën van
achter de Statie genomen, men had
meer dan plaats genoeg gehad en dit
zonder veel onkosten.
Maar neen, de vriendjes moesten be
vredigd worden en boer en burger moe
ten toch betalen.
I> o«>- min verstaanbaar.
Denderbode kan niet verstaan waarom
over eenige maanden de liberalen
schreeuwden dat de Maasforten noodza
kelijk waren en dat ze nu tegen diezellde
versterkingen zijn.
Wij kunnen nog minder verstaan
waarom meester Beernaert met gansch
zijne kliek in 1884 uitbazuinde
Geen paardgeen kanongeen man
meer en dat ze den diensttijd van 8 op
13 jaar gebracht hebben, 53 kapiteins
meer benoemd en voor 100 millioen
franken forten laten bouwen.
Dat is andere peper, niet waar, Den
derbodemaar dat verzwijgt ge
Denderbode en Burgerwacht.
Denderbode tracht ons uit te leggen
hoe en op welke wijze hij kennis heeft
genomen van de antwoord des heeren
Bevelhebbers onzer Burgerwacht op de
vraag van vernietiging der kiezingen
Deze uitlegging ziet er zeer uit als
een middel om eenen vriend van dienste
te ziju en de verdenking, als zou deze
als openbaar ambtenaar zeer onkiescli te
weik gegaan ziju, van hem af te weeren.
't Zou de eerste maal niet ziju dat het
blad der Lange Zoutstraat dit heerschap
dergelijken dienst bewijst.
Laat ons echter Den lerbode's verkla
ring aannemen als de uitdrukking der
waarheid wat bewijst ze Dat het lid
van den Herzieningsraad hetwelk stuks
hem in dithoedanigheid ^medegedeeld, in
eene dagbladpolemiek gebruikt heeft,
zeoronkiesch te werk is gegaan en 't ver
trouwen niet waardig is welke de be
voegde Overheid in hem gesteld heeft.
Die man bleef aan de waardigheid van
zijn ambt te kort en zou geen oogenblik
langer meer in bediening mogen blijven.
Grootvaartje Denderbode heeft, door
zijne talrijke uilebeestjes, ons reeds ge
noegzaam bewezeu dat er bij hem eene
verzwaking in de hersenen bestond,
maar dat de ziekte ongeneesbaar gewor
den is, dat komt zijnereuzachtige onbe
hendigheid van heden ons aantoonen.
Wat moet de oud-opsteller van dit
blad van woede in zijne vuisten bij4en,
wanneer hij zijne stichting aan derge
lijke handen overgeleverd ziet
Wat aangaat de vraag waarmede gij
uw artikeltjen eindigt, Denderbode, gij
hebt geen hoegenaamd recht om die te
doen, omdat wij geen recht hebben om
in naam van particuliere personen te
antwoorden. Wanneer ge denkt dat be
doelde heer zich plichti.< heeft gemaakt
aan eene daad welke hijin eene ot an
dere hoedanigheid, geen recht had te
begaan, dan kunt gij hem rechtstreeks
ondervragen ge zijt toch niet benauwd
zeker.Wij zijn van meening dat die heer
zelf uwe vragen geenszins vreest, want
hij is te veel gentleman om te kort te
schieten aan de wetten van eer en plicht
Kaporaal P.
Spnai'zaamheid l
Bij koninklijk besluit van l™ Me:, verschenen
in dcxi'Moniteur van Zaterdag 5 Mei laatst, is
liet de stad Aalst toegelaten eene leening aau-
tegaan van twee-honderd-tien-duizend-en-zes-
honderd franks (210,600 fr.) door tusschen-
komst van de Sociëteit Credit Communal.
Verloren ideaal.
Een dichter aanbad eene blinkende sterre,
Zong iederen nacht beur zijn innigste lied;
O, liefste waarom toch vertoeven zoo verre,
Door 't blauwend azuur, ongenaakbaar gebied?
O, kon ik u eenmaal hier lokken een avond
Op aard waar de liefde en de zuchten ontstaan;
O kon ik den dorst mijner minne dan lavend
Verlangend u kussen, dan sterven... voldaan?»
Door 't vurige smeeken des dichters bewogen,
De starre zonk neer uit der hemelen woon
Een goudblonde maget verscheen voor zijne
[oogen
't Gedroomd ideaal in zijn goddelijk schoon.
O zalige stond maar de star had verloren
Bij 't kopplend gezoen beur betoovrenden glans;
O zalige stond! maar geen klank liet meer hooren
De lui te des dichters na 't worden eens mans.
Thans vroeg de geliefde was 't heter te aan
schouwen
Dat eeuwige glanspunt der hemelen steer
Dan 't wereldsche beeld der verlokkende vrouwe
Wier schoonheid verslenst en dan nimmer keert
[weer
'k Weet, zei de dichter, met 't zalig geflonker
Der starre verdween mijner liederen kracht
En ik, zei de vrouwe, zal nooit uit het donker
Meer hooren uw bede van menigen nacht
VlCTORIEN VANDE WeGHE.
!>it.ie« en 1 >;it.je?s.
Zoo 't schijnt is do Kleiboer razend kwaad,
omdat de geestelijkheid van Aalst met grooten
tralala de grot der jezuieten heeft ibgeweid en
sinds vele jaren weigert dergelijke in weiding
aan zijne kapel te geven.
Als 't waar is wat men ons verzekert, dan
heeft Doe ongelijk, want hij alleen is de schuld
dier weigering onzer geestelijkheid. Waarom
toch heeft hij 't zich nu in 't hoofd gesteken,
hij die 'tde geestelijkheid gewoon heeft ge
maakt hem te aanzien als een zachtmoedig
schaap dat zich gewillig de wol laat afscheeren,
waarom, zeggen wij, heeft hij 't zich in 't
hoofd gesteken aan zijne geestelijke meesters
te wederstaan en ten hunnen voordeele geen
afstand zijner kapel te willen doen, waar zij
winstgevende affairens zouden maken
Denderbode die in deze laatste tijden nog al
erg op de kazak onzer politie heeft gezeten,
vind zich thans verplicht a m onze pandoers
amende honorable en eene laagheid te begaan
om hen pleisier te doen.
Dat moet hem lastig gevallen zijn, zult ge
me vragen, vriend lezer,?
Toch niet mannen die hunne overtuiging
en hun geweten verkoopen om de gaten te
stoppen in hunne schoenen t is te zeggen in
hunne fortuin en schaamteloos hunne kazak
keeren omdat ze kaalversleten is, walgen er niet
van de'k zal een euphemism gebruiken
hielen eens champetters te kussen
Is 't waar dat masceurkens van het oude-
mannengesticht, niettegenstaande met het re
glement, de ouderlingen verplichten de
dagen van uitgaan, om 6 1/4 ure reeds terug
te zijn in het gesticht, alhoewel des zomers
verlof gegeven wordt tot 7 ure de masceurkens,
zoo verzekert men ons, ontnemen zoo veel tijds
aan de vrijheid dier menscnen om hen te kunnen
verplichten een half dozijn paternosters meer
te lezen.
Als dit alles waar is, vragen wij ons af o£' de
macht dier welbetaalde nonnekens onbeperkt
is en het reglement voor haar eene doode letter
mag blijven.
Deze week, ter gelegenheid der bespreking,
in den Gentschen Gemeenteraad, van het ont
werp tot opening eener nieuwe straat, vroeg een
raadslid aan den her Burgemeester eene statis
tiek van al de huizen inde laatste jaren ge
bouwd en van die welke ledig staan. Die vraag
wierd gedaan uit vrees dat het voortdurend
openen van nieuwe straten eene crisis in de
bouwnijverheid zou veroorzaken.
Dergelijke vrees bestaat evenzeer voor Aalst
als voor Gent; want heeft men, in de laatste
jaren, in Vlaanderens hoofdstad menige nieuwe
straat, menigen nieuwen wijk zien verrijzen,
dan was het grootendeels in vervanging van
andere die door afbraak verdwenen. Hier,
integendeel, legt men voortdurend nieuwe stra
ten en wijken aan zonder dat men er aan denke
iu de kuip der stad de enge, ongezonde straatjes
en steegjes te doen verdwijnen.
Zou er in onzen Gemeenteraad geen lid ge
vonden worden die dergelijke statistiek als
hierboven zou durven vragen
Denderbode schrijft dat men aan ons Ge
meentebestuur voorstellen gedaan heeft om
hier 's winters fransche tooneelvertooningen te
doen plaatsgrijpen het stadsbestuur zou in
die onderneming geldelijk moeten tusschen-
komen, alleen dan, wanneer een minimum van
ontvangsten niet zou bereikt worden.
Denderbode is tegen dit Oütwerp en wij ook
loopen er niet zeer hoog meê op wat wij zou
den te zien krijgen zou waarschijnlijk al van
zeer fllauwe gehalte zijn wij zouden liever
eene genoegzame snbsidie onder onze vlaam-
sche tooneelgezelschappen verdeeld zien, opdat
zij hunne vertooningen zouden kunnen vermeer
deren en verbeteren.
Dusdanig zijn de reden niet waarom Dender
bode zich vijandig toont. Hij vreest1° de
zedeloosheid dertooneelstukken. Deze zedeloos
heid is veelal loutere inbeelding; zekere dingen
zijn zedeloos te Aalsten zijn het niet te Brussel:
klerikale familiën die hare dochters naar de
vertooningen van t Land van Riem niet mem'
wilden leiden, zoohaast die maatschappij de
vrouwenrollen door actricen deed vervullen,
brachten ze, te Brussel, naaf de vertooningen
van het wel wat naakt om niet meer te zeg
gen opera-comique Orphée aux Enfers; dat
mochten we met eigene oogen bestatigen..
2° Omdat het waarborgen van een minimum
aan de stad zware geldelijke opofferingen zou
kosten, zooals onder het voorgaande liberaal
bestuur, dat grooteüjks oin die reden gevallen
is. Waarom dit bestuur gevallen is, dat zou
M. Gheeraerdts beter kunnen uiteen doen in
allen gevalle is het om de reden niet welke
Denderbode opgeeft, immers, heeft de stad ooit
in een te kort van ontvangsten moeten voorzien,
dau was het in hoogst zeldzame gevallen en
slechts voor zeer onbeduidende sommen.
Wij verstaan overigens niet, waarom ons
stadsbestuur, zich niet eene jaarlijksche uit
gave van eenige honderde franken getroosten
zou om, op de wintersche Zondagen, aan de
talrijke aalstenaars het vermaak te verschaffen
dat zij, tot groote schade onzer stedelijke
nering, naar Brussel gaan zoeken. Als men
duizende franken verteert om, aan enkele
muziekliefhebbers, het genoegen te verschaffen,
op de repetities der Jonge Garde, hunne goes
ting te voldoen, waarom zou men zien op een
paar honderde franken, om aan onze gezinnen
een goedkoop vermaak en aan de stad het zoo
noedige vertier te bezorgen
Na den diefstal, over vele weken reeds, bij
M. De Meersman gepleegd, en die de ondoel
matige inrichting onzer nachtpolitie en de on
toereikendheid van het getal barer agenten deed
uitschijnen, dachten wij dat ons stadsbestuur
zich van zijnen plicht zou gekweteu hebben en,
bij hoogstdringendheid, de noodige maatrege
len zou genomen hebben. Wij bedrogen ons.
Onze stadhuisbaz on bleven werkeloos en meen
den dat alles nu opperbest geschikt was door
de beslissing welke de bewoners der Lange
Zoutstraat genomen hadden. Vier nachtelijke
inbraken, in vier verschillige straten, in den
nacht van maandag tot dijnsdag gepleegd, be
wijzen hoe schuldig de werkeloosheid van onze
meesters was. Wat zullen ze nu doen Hande
len 't Ware wenschelijk en hoogst tijd. Moes
ten echter de bewoners der Keizerlijke plaats,
Nieuwstraat, Molenstraat en Vaart zich onder
ling verstaan, zooals die der Zoutstraat, dan
vreezen wij dat ons stadsbestuur nogmaals
onverschillig zal blijven en de zorg over hunne
veiligheid aan de inwoners zelve overlaten.
Denderbode is een aardige gazet 'tis ge
noeg dat men zijn politiek tegenstrever zij,
om d oor hem als een dommerik uitgemaakt te
worden en uw zeggen en schrijven als waanzin,
domheid enz. te hooren uitschelden. Wij
sloegen erna gelijk 'nen blinden naar 'tei
wanneer we den heer E. D. L. noemden als
zijnde van nu af door onze stadhuisbazen aan
gewezen voor de plaats van Bestuurder der
waag maar wanneer katholieken bevestigen
dat die plaats zal toegekend worden aan eene
juffer, en dan nog eene vreemdelinge, zie, dat
kan Denderbode wel juist niet aannemen, maar
acht die meening toch besprekenswaardig
Denderbode's schrijven bewijst toch iets, na-
mentlijk dat wij niet alleen zijn om opze stad
huisbazen te verdenken met valscheid om te
gaan, daar zij kandidaten oproepen voor een
opengevallen ambt, dat zij reeds weggegeven
hebben, 'lc Geloof niet dat uw artikeltje u de
gelukwenschen uwer bazen zal verschaffen,
Denderbode
Een onafhankelijk persoon deed ons deze
wtek opmerken dat onze medewerker J. J. de
opsomming, in zijn artikel Libcralismus en
Zedeloosheid, voor wat Aalst aangaat, wel wat
meer volledig had kunnen maken, Onder de
talrijke klerikale zedemeesters noemt hij niet
eens de confrérie van Jean, bestaande uit
mannen die in gezelschap van jonge knapen de
zedeleer beoefenen. Volgens die persoon ons
bevestigde, zou die confrérie met 'nen nieuwen
recruut verrijkt zijn nnmentlijk 'n zeker
bokken karikatuurmaker, beroemd om den
ougelukkigen uitslag zijner farcen, bijzonderlijk
die van 't gouden uurwerk.
Zoo 't schijnt vonden overtijd eenige hoeren,
die 's avonds uit eene bokken estaminet aan de
Esplanade kwamen, dat blozend karikatuurist-
jen of karikatuurken in zulke dubbel
zinnige houding met een berucht klerikaal
heerken, dat die heeren luidruchtig hunne
verontwaardiging lucht gaven.
Hoe zou dit ventje, dat verwaand genoeg is
alleszins deftige liberalen, bij elke gelegenheid,
bespottelijk op het papier te brengen, hoe zou
dit ventje aardig opg keken hebben als men
hem eens in zijne schandelijke positie had
gephotographieerd
Aegus.
Aalst en Omliggende.
Ëcole des Pupilles de l'Armée.
Ir* li Mi II ,V Al Al E
du Concert qui sera donné par la Fanfare de la
le compagnie de l'école, le Dimanche 13 Mai
1888, a 11 1/2 heures du matin, sur la Grand'
Place de la ville d'Alost
1. Les pupilles Beiges, Marche. Mobel.
2. Emitiegavotte, Polka. Minet.
3. Le VioloneuxFantaisie. Offenbach
4. L'entrainant, Redowa. Vanderlindf.n.
5. Patrie. Steenebrhgen.
Directeur Monsieur Vanderlinden.
Diefstal bij M. De Meersman. Een der
daders aangehouden als verdacht deelgenomen
te hebben aan de plundering van eenen goud
winkel te Armentières, werd in bezit ge\onden
van eenen zilveren remontoir N° 34741 voorts-
komende van den diefstal bij den heer De
Meersman alhier.
In den nacht van maandag tot dijnsdag werd
ten lokale van het u Concert Keizerlijke
plaats alhier, eene vensteruit van het vierde
raam ingeslagen. De dader ot liever de daders
drongen langs daar binnen, openden de deuren
en doorzochten schuiven en kassen. Niets ten
andere was onder 't bereik der dieven gebleven
dan een mandje de biljartbollen bevattende. Er
werdniet3 gestolen. Talrijke phosphoorstekjes
eu droppen eener bougie van de piano genomen,
lagen over den vloer verspreid.
In den zelfden nacht werden nog vensteglazen
ingeslagen bij MM. De Vylder-Borreman,
Kruidenier, Molenstraat en Podevyn-Torrini,
winkelier, nieuwstraat. Bij den heer De Vylder
vond men des morgens de voordeur wijd open
staan maar niets werd gestolendoch bij den
heer Podevyn had men langs de opening eene
halve bloedpens, eenige broodjes en krentenkoe
ken meêgenomen. De daders worden ieverig op
gezocht.
Nieuwerkerken. In den nacht van
donderdag tot vrijdag zijn er dieven in de kerk
gedrongen en hebben de offerblokken open
gebroken en dezer inhoud geroofd. Hunne po
gingen om in de Sakristij te breken bleven
vruchteloos.
Bergen, 4 Mei. Celina Hanut, oud
21 jaar, werkte donderdag avond in den koolput
N° 1 der mijn Grand'Buisson, te Wasmes. Op
eene diepte van 600 meters gekomen, stapte zij
op de ladder om 20 meters lager te dalen, doch
de ongelukkige verloor het evenwicht en viel
in het diep van den put. Het lijk van het arme
meisje werd afzichtelijk verminkt opgehaald.
Zij was de eenige steunharermoeder-weduwe.
Lokeren. Sedert eenigen tijd wordt in
deze stad veel gestolen. Inden nacht van za
terdag tot zondag kwamen er dieven in de
bleekerij van M. Norbert Van Hoeymissen en
beproefden zich meester te maken van een zes
tigtal meters lijnwaad, 's Morgens vond men
eene hoeveelheid lijnwaad terug in de weide,
dat de dieven in hunne overhaaste vlucht had
den achtergelaten. De bleekers van Lokeren
belooven eene premie van 50 fr. aan degenen,
welke hen op het spoor der dieven zullen bren
gen, telkens er lijnwaad gestolen wordt.
Razernij. Men schrijft uit Clinge
(Waas), 5 Mei, aan het Handelsblad Gisteren
heeft er in onze gemeente een hond £rondgeloo-
pen, welke van razernij was aangedaan. Hij
heeft verschillige personen aangerand onder
ander zijn er twekinderen door hem tot bloe
dens toe gebeteu. Het razend dier heeft nog
verscheidene honden gebeten, welke aanstonds
op bevel der plaatselijke overheid zijn afge
maakt. Men is er ook in gelukt het razende dier
neêr te schieten.
Sedert 15 jaren Is het niet te betreu
ren dat de onderteekenaar van dezen brief niet
vroeger de Zwitsersche Pillen gekend hebbe
Laat ons hopen dat degene, die aan dezelfde
ziekte li.den, niet zoolang zullen wachten om
zich te genezen
Wiers, 13 februari 1887. Sedert vijftien
jaren leed ik aan maagpijn sedert ik de Zwit
sersche Billen aan 1 fr. 50 de doos, heb geno
men heeft mijne ziekte opgehouden. Ik mach
tig u mijnen brief openbaar te maken.
(Handteeken gewettigd.) Ferdinand Donnez.
Depot voor België Apotheek Pelerin, 12,
Schildknaapstraat, Brussel.
Gent, 8 Mei.Men meldt uit Meerendré:
Een geval dat ijzen doet, heeft zich alhier, in de
wijk Oostergeul, voorgedaan. Een landbouwer
had eenen hond, welke sedert eenigen tijd ver
scheidene zijner hoenders had gebeten. Dat
werd hij eindelijk moede en hij gaf den hond
aan eenen zijner gebureu om hem af te maken.
Deze nam den hond vast en bracht hem eenen
slag toe, zoodat het heest voor dood bleef lig
gen. Dan begon de man kort en goed met den
hond te villen. Reeds was de hond gestroopt tot
onder de voorpooten, toen het beest, dat niet
dood maar bedwelmd was, tot zichzelven kwam.
De hond sprong op en liep het veld in, meer
dan half gestroopt. Er kwam seffens volk toe-
geloopen men zette het ongelukkige dier ach
terna en doodde het ditmaal voor goed,