Verschillig nieuws. De Paus en het Boycotteren. Wat het boycotteeren is dat weten wel licht onze lezers allen in Ierland, wanneer een pachter of een ander per soon zich naar het verlangen der landliga niet wil voegen, worden zijne dienst boden en werklieden, onder bedreiging der gestrengste straffen, genoodzaakt hem te verlatenkooplieden worden verhinderd met hem handel te drijven en men dreigt hem zei ven en zijn gezin met allerlei lichamelijke en zedelijke mishandelingen. De paus keurt het boycotteren af, omdat het strijdig is met de rechtvaar digheid en de naastenliefde. Maar bestaat het boycotteren wel in Ierland alleen Onder de schoolwet van 1879 en, in sommige streken, voorzeker nog ten huidigen dagen, werden dienst boden en werklieden opgeruid tegen hunne bazen of meesters die 't officiëel onderwijs getrouw bleven gansche dor pen, op bevel huns pastoors, weigerden de officiëele onderwijzers te groeten en spraak te verleenen en, meer nog, hen levensmiddelen te verkoopen Was zulke handelwijze ten opzichte van personen, die getrouw bleven aan wet, eed en plicht, boycottering ja of rieen Ontkennend daarop antwoorden is onmogelijk. Maar waarom liet de paus alsdan zijne machtige stem niet hooren en verbood hij dan hier niet, hetgeen hij thans in Ierland verbiedt h Die reden is heel gemakkelijk op te geven in 't Yatikaan verst at men de kunst om handel te drij ven en geen Zaakwaarnemer ter wereld is zoo door trapt en zoo geslepen als paus Leo XIII. Niets verkoopt hij zon Ier vette winst en zijnen invloed op het Christendom weet hij te verruilen tegen goede klinkende munt, dat is tegen eene of andere toege ving van wege eenen weerbarstigen Staat. Ten einde eenige gunst van hel protestantsche Duitschland te bekomen, haarzelde hij niet, verleden jaar, zijne pauselijke waardigheid in het modder van Duitschlands kiezingen te sleuren, en de staatkunde in de hand te werken van eenen keizer-vrij metselaar en van den ultra-protestantschen Bismarck Om van den keizer van Rusland te bekomen dat het in dat land aan katho lieke bisschoppen en priesters toegelaten worde met meer opene armen te werk te gaan, toont Leo XIII zich bereid mede te werken, om, bij het Poolsche volk allen geest van vrijheid en zelfstandigheid te dooven en de Poolsche natie ten eeuwi gen dage der verdrukking over te leveren Thans wenscht hij de herstelling der diplomatische betrekkingen met Enge land, en om deze voldoening te bekomen die hij op den hoogsten prijs stelt, offert hij Ierland op. Doch, opentlijk durft hij het nog niet. De Iersche natie is al taai en te vastberaden, hare eisschen zijn al te zeer gegrond en hare ellende te groot, de geest van onafhankelijkheid is bij haar te sterk ingeworteld, de geestelijk heid zoo hoogere als lagere uit de volksklassen afkomstig is tq solidair- lijk met de natie verbonden, dan dat de paus er zoo op eens in gelukken zou Ierland het hoofd voor Engeland in den schoot te doen leggen dergelijke poging zou Ierland yan de R. K. Kerk loscheu- ren Leo XIII beseft het. Daarom zoekt hij trapsgewijze tot zijn doel te geraken; hij meent, met het boycotteren te veroordeelen, 't engelseh gouvernement te vreden te stellen, en de herstelling der diplomatische betrekkin gen te bekomen, zonder de Iersche natie te misnoegen. Aldus handelende zou hij wel, zooals men in Vlaanderen zegt, tusschen twee stoelen in de assche vallen. Maar komen wij tot onze vraag terug. Waarom liet het Pausdom het boycotte ren goed, in Belgie, en veroordeelt hij het in Ierland Omdat Leo wist dat zijne toegevend heid hem in Belgie geene winsten zou opgebracht hebben alle mogelijke vrij heden zijn hier aan de katholieken ge waarborgd, hunne geestelijkheid, met medehulp der Staatskisten, is rijk en de bisschoppen zijn oppermachtig in Groot-Brittanje, echter, zou een deel daarvan aan 't Pausdom genoegen doen, geen bokkensprong, geene laagheid valt het te zwaar om dat te bekomen. rt Is dat het Vatikaan herschapen is in een winkel en in een zaakwaarne merskabinet t is dat het Pausdom schrikkelijk aan 't vallen is. Ja 't Paus dom, dat eeuwen lang aan den drang der tijden heeft wederstaan en, met roekeïooze driestheid de eisschen van zijnen overmoed aan vorsten en volkeren voorschreef; moet thans met de eeuw mede en is, van trotsche bevelgever, nederige smeeker en lage kruiper ge worden. Het oude Pausdom, zooals het eeuwen lang Europa deed beven, het Pausdom waarvan Pius IX de laatste vertegen woordiger was, heeft uitgeleefd. J. J. Katholieke beschaving. De clericalen aan 't werk. Zondag had er een dramatisch tooneel plaats op het kanaal van Willebroeck, langsheen den steenweg van Vilvoorde. Eene bende van 300 hoeren van Vilvoorde, kwam luidop biddende van eene bedevaart. Een twaalftal jongelingen vaarden in het kanaal en zongen op hunne beurtO Va n den Peereboom! De heilige bedevaarders schenen daar geene aandacht op te geven maar twee roeiers aan wal gegaan zijnde, werden door de bedevaarders aangevallen, in het kanaal geworpen en met steenen gegooid. De overige roeiers kwamen hunne gezellen ter hulp, maar werden insgelijk met steenen geworpen. De vaarders gelukten er eindelij kin zich te verschuilen in Marly, waar zij gebleven zijn tot dat de bedevaarders vertiokken waren. Twee der roeiers zijn gekwetst, een hunner is doodelijk getroffen, zegt men. De bedevaarders hebben de herberg Lepetit Bourgogne, waar andere vaarders eene schuil plaats gezocht hadden, belegerd. Al de ruiten werden uitgeslagen, de meubels verbrijzeld. Karakteristieke bijzonderheid. Een priester vergezelde de bedevaarders en toen zij de herberg belegerden, trachtte hij de razende boeren tot verstand te brengen. De bedevaar ders sloegen zijne vermaningen in de wind en depastoor maakte zich uit de,voeten. Is dat geen zonderlinge herder die zijne schapen in den strijd laat V De gendarmerie is 's avonds laat de beleger den komen ontzetten. De meeste bedevaarders hadden zich ondertusschen een ferm stuk in de kraag gedronken. De gendarmerie heeft een onderzoek geopend. Men zegt dat drie of vier boeren weiden gekwetst. Bij gelegenheid van den vijf-en-twiutigsten verjaardag der stichting van de cleiic.ile stu dentenmaatschappij te Leuven, hebben er zon dag ook wanorders plaats gehad. De studenten, die dronken waren, liepen langs de straten al zingende, vielen de liberale burgers aan en mishandelden de politie. Een agent hoeft een messteek ontvangen. Een andere agent werderg aan den schouder gekwetst door eenen gewel digen stokslag. Nog tweeof drij an iere agenten werden gekwetst. Verscheidene studenten zijn aangehouden. Worden de clericalen gewaar dat zi j bij de aanstaande kiezingon gaan geklopt worden, dat zij nu reeds zoo razend worden Betalen aiaar. Nauwelijks hebben wij de gemeente- kiezing een half jaar achter den rug of ons bokkenbestuur ziet zich verplicht eene nieuwe leening van tivee lio nlerd en tien duizend franken aan het Gemeente fonds te doen. Mijnheer Monfils had wel gelijk van zijn ontslag als Schepene van finantiën in te dienen en wij hadden nog meer gelijk van te schrijven dat er moesten muizen in de gemeentekas zitten. Nu komt de waarheid aan den dag, want moest er brood op de plank zijn dan had men niet noodig van210,000franken te leenen. Allons, Aalstersche burgers, schiet in uwe zakken en betaal maar de Bokken zitten aan 't scliotelken, en dan is leenen eu betalen troef. De slimmerds van Land, en Dender- bode zullen misschien zeggen maar er worden zooveel openbare werken gedaan en koken moet toch kosten. Ja, koken moet kosten, maar of er kostelijke werken moeten uitgevoerd worden, welke van weinig of van geen nut zijn, dat is geheel wat anders. Zoo is volstrekt nutteloos de nieuwe kaaimuur aan de Hertshage, welke dui zenden en duizenden zal kosten. Elkeen die daar voorbijkomt vraagt zich af Waartoe moet dat dienen En de brug welke aan den Zwarten Hoek gaat gelegd worden is dat om de aanpalende goederen van een gemeente raadslid in waarde te doen stijgen en hem gelegenheid te geven daar een paar dozijnen huizen te bouwen of wel is het om de hazen en konijnen van de omliggende meerschen in de stad te laten komen En de nieuwe koopwaienstatie dau, wat zal die wel niet kosten en van hoe veel nut zal die wel ziju Men spreekt van de Zeebergschebrug te vernieuwen, van er eene splinter nieuwe aan de brouwerij van M. Bumy te leggen, van.maar 't is al genoeg. Dat zal daar vermakelijk voor de schippers zijn en ook voor de voerlieden wanneer eene dier bruggen zal afge draaid zijn. Hadde men den hof der Hospiciën van achter de Statie genomen, men had meer dan plaats genoeg gehad en dit zonder veel onkosten. Maar neen, de vriendjes moesten be vredigd worden en boer en burger moe ten toch betalen. I> o«>- min verstaanbaar. Denderbode kan niet verstaan waarom over eenige maanden de liberalen schreeuwden dat de Maasforten noodza kelijk waren en dat ze nu tegen diezellde versterkingen zijn. Wij kunnen nog minder verstaan waarom meester Beernaert met gansch zijne kliek in 1884 uitbazuinde Geen paardgeen kanongeen man meer en dat ze den diensttijd van 8 op 13 jaar gebracht hebben, 53 kapiteins meer benoemd en voor 100 millioen franken forten laten bouwen. Dat is andere peper, niet waar, Den derbodemaar dat verzwijgt ge Denderbode en Burgerwacht. Denderbode tracht ons uit te leggen hoe en op welke wijze hij kennis heeft genomen van de antwoord des heeren Bevelhebbers onzer Burgerwacht op de vraag van vernietiging der kiezingen Deze uitlegging ziet er zeer uit als een middel om eenen vriend van dienste te ziju en de verdenking, als zou deze als openbaar ambtenaar zeer onkiescli te weik gegaan ziju, van hem af te weeren. 't Zou de eerste maal niet ziju dat het blad der Lange Zoutstraat dit heerschap dergelijken dienst bewijst. Laat ons echter Den lerbode's verkla ring aannemen als de uitdrukking der waarheid wat bewijst ze Dat het lid van den Herzieningsraad hetwelk stuks hem in dithoedanigheid ^medegedeeld, in eene dagbladpolemiek gebruikt heeft, zeoronkiesch te werk is gegaan en 't ver trouwen niet waardig is welke de be voegde Overheid in hem gesteld heeft. Die man bleef aan de waardigheid van zijn ambt te kort en zou geen oogenblik langer meer in bediening mogen blijven. Grootvaartje Denderbode heeft, door zijne talrijke uilebeestjes, ons reeds ge noegzaam bewezeu dat er bij hem eene verzwaking in de hersenen bestond, maar dat de ziekte ongeneesbaar gewor den is, dat komt zijnereuzachtige onbe hendigheid van heden ons aantoonen. Wat moet de oud-opsteller van dit blad van woede in zijne vuisten bij4en, wanneer hij zijne stichting aan derge lijke handen overgeleverd ziet Wat aangaat de vraag waarmede gij uw artikeltjen eindigt, Denderbode, gij hebt geen hoegenaamd recht om die te doen, omdat wij geen recht hebben om in naam van particuliere personen te antwoorden. Wanneer ge denkt dat be doelde heer zich plichti.< heeft gemaakt aan eene daad welke hijin eene ot an dere hoedanigheid, geen recht had te begaan, dan kunt gij hem rechtstreeks ondervragen ge zijt toch niet benauwd zeker.Wij zijn van meening dat die heer zelf uwe vragen geenszins vreest, want hij is te veel gentleman om te kort te schieten aan de wetten van eer en plicht Kaporaal P. Spnai'zaamheid l Bij koninklijk besluit van l™ Me:, verschenen in dcxi'Moniteur van Zaterdag 5 Mei laatst, is liet de stad Aalst toegelaten eene leening aau- tegaan van twee-honderd-tien-duizend-en-zes- honderd franks (210,600 fr.) door tusschen- komst van de Sociëteit Credit Communal. Verloren ideaal. Een dichter aanbad eene blinkende sterre, Zong iederen nacht beur zijn innigste lied; O, liefste waarom toch vertoeven zoo verre, Door 't blauwend azuur, ongenaakbaar gebied? O, kon ik u eenmaal hier lokken een avond Op aard waar de liefde en de zuchten ontstaan; O kon ik den dorst mijner minne dan lavend Verlangend u kussen, dan sterven... voldaan?» Door 't vurige smeeken des dichters bewogen, De starre zonk neer uit der hemelen woon Een goudblonde maget verscheen voor zijne [oogen 't Gedroomd ideaal in zijn goddelijk schoon. O zalige stond maar de star had verloren Bij 't kopplend gezoen beur betoovrenden glans; O zalige stond! maar geen klank liet meer hooren De lui te des dichters na 't worden eens mans. Thans vroeg de geliefde was 't heter te aan schouwen Dat eeuwige glanspunt der hemelen steer Dan 't wereldsche beeld der verlokkende vrouwe Wier schoonheid verslenst en dan nimmer keert [weer 'k Weet, zei de dichter, met 't zalig geflonker Der starre verdween mijner liederen kracht En ik, zei de vrouwe, zal nooit uit het donker Meer hooren uw bede van menigen nacht VlCTORIEN VANDE WeGHE. !>it.ie« en 1 >;it.je?s. Zoo 't schijnt is do Kleiboer razend kwaad, omdat de geestelijkheid van Aalst met grooten tralala de grot der jezuieten heeft ibgeweid en sinds vele jaren weigert dergelijke in weiding aan zijne kapel te geven. Als 't waar is wat men ons verzekert, dan heeft Doe ongelijk, want hij alleen is de schuld dier weigering onzer geestelijkheid. Waarom toch heeft hij 't zich nu in 't hoofd gesteken, hij die 'tde geestelijkheid gewoon heeft ge maakt hem te aanzien als een zachtmoedig schaap dat zich gewillig de wol laat afscheeren, waarom, zeggen wij, heeft hij 't zich in 't hoofd gesteken aan zijne geestelijke meesters te wederstaan en ten hunnen voordeele geen afstand zijner kapel te willen doen, waar zij winstgevende affairens zouden maken Denderbode die in deze laatste tijden nog al erg op de kazak onzer politie heeft gezeten, vind zich thans verplicht a m onze pandoers amende honorable en eene laagheid te begaan om hen pleisier te doen. Dat moet hem lastig gevallen zijn, zult ge me vragen, vriend lezer,? Toch niet mannen die hunne overtuiging en hun geweten verkoopen om de gaten te stoppen in hunne schoenen t is te zeggen in hunne fortuin en schaamteloos hunne kazak keeren omdat ze kaalversleten is, walgen er niet van de'k zal een euphemism gebruiken hielen eens champetters te kussen Is 't waar dat masceurkens van het oude- mannengesticht, niettegenstaande met het re glement, de ouderlingen verplichten de dagen van uitgaan, om 6 1/4 ure reeds terug te zijn in het gesticht, alhoewel des zomers verlof gegeven wordt tot 7 ure de masceurkens, zoo verzekert men ons, ontnemen zoo veel tijds aan de vrijheid dier menscnen om hen te kunnen verplichten een half dozijn paternosters meer te lezen. Als dit alles waar is, vragen wij ons af o£' de macht dier welbetaalde nonnekens onbeperkt is en het reglement voor haar eene doode letter mag blijven. Deze week, ter gelegenheid der bespreking, in den Gentschen Gemeenteraad, van het ont werp tot opening eener nieuwe straat, vroeg een raadslid aan den her Burgemeester eene statis tiek van al de huizen inde laatste jaren ge bouwd en van die welke ledig staan. Die vraag wierd gedaan uit vrees dat het voortdurend openen van nieuwe straten eene crisis in de bouwnijverheid zou veroorzaken. Dergelijke vrees bestaat evenzeer voor Aalst als voor Gent; want heeft men, in de laatste jaren, in Vlaanderens hoofdstad menige nieuwe straat, menigen nieuwen wijk zien verrijzen, dan was het grootendeels in vervanging van andere die door afbraak verdwenen. Hier, integendeel, legt men voortdurend nieuwe stra ten en wijken aan zonder dat men er aan denke iu de kuip der stad de enge, ongezonde straatjes en steegjes te doen verdwijnen. Zou er in onzen Gemeenteraad geen lid ge vonden worden die dergelijke statistiek als hierboven zou durven vragen Denderbode schrijft dat men aan ons Ge meentebestuur voorstellen gedaan heeft om hier 's winters fransche tooneelvertooningen te doen plaatsgrijpen het stadsbestuur zou in die onderneming geldelijk moeten tusschen- komen, alleen dan, wanneer een minimum van ontvangsten niet zou bereikt worden. Denderbode is tegen dit Oütwerp en wij ook loopen er niet zeer hoog meê op wat wij zou den te zien krijgen zou waarschijnlijk al van zeer fllauwe gehalte zijn wij zouden liever eene genoegzame snbsidie onder onze vlaam- sche tooneelgezelschappen verdeeld zien, opdat zij hunne vertooningen zouden kunnen vermeer deren en verbeteren. Dusdanig zijn de reden niet waarom Dender bode zich vijandig toont. Hij vreest1° de zedeloosheid dertooneelstukken. Deze zedeloos heid is veelal loutere inbeelding; zekere dingen zijn zedeloos te Aalsten zijn het niet te Brussel: klerikale familiën die hare dochters naar de vertooningen van t Land van Riem niet mem' wilden leiden, zoohaast die maatschappij de vrouwenrollen door actricen deed vervullen, brachten ze, te Brussel, naaf de vertooningen van het wel wat naakt om niet meer te zeg gen opera-comique Orphée aux Enfers; dat mochten we met eigene oogen bestatigen.. 2° Omdat het waarborgen van een minimum aan de stad zware geldelijke opofferingen zou kosten, zooals onder het voorgaande liberaal bestuur, dat grooteüjks oin die reden gevallen is. Waarom dit bestuur gevallen is, dat zou M. Gheeraerdts beter kunnen uiteen doen in allen gevalle is het om de reden niet welke Denderbode opgeeft, immers, heeft de stad ooit in een te kort van ontvangsten moeten voorzien, dau was het in hoogst zeldzame gevallen en slechts voor zeer onbeduidende sommen. Wij verstaan overigens niet, waarom ons stadsbestuur, zich niet eene jaarlijksche uit gave van eenige honderde franken getroosten zou om, op de wintersche Zondagen, aan de talrijke aalstenaars het vermaak te verschaffen dat zij, tot groote schade onzer stedelijke nering, naar Brussel gaan zoeken. Als men duizende franken verteert om, aan enkele muziekliefhebbers, het genoegen te verschaffen, op de repetities der Jonge Garde, hunne goes ting te voldoen, waarom zou men zien op een paar honderde franken, om aan onze gezinnen een goedkoop vermaak en aan de stad het zoo noedige vertier te bezorgen Na den diefstal, over vele weken reeds, bij M. De Meersman gepleegd, en die de ondoel matige inrichting onzer nachtpolitie en de on toereikendheid van het getal barer agenten deed uitschijnen, dachten wij dat ons stadsbestuur zich van zijnen plicht zou gekweteu hebben en, bij hoogstdringendheid, de noodige maatrege len zou genomen hebben. Wij bedrogen ons. Onze stadhuisbaz on bleven werkeloos en meen den dat alles nu opperbest geschikt was door de beslissing welke de bewoners der Lange Zoutstraat genomen hadden. Vier nachtelijke inbraken, in vier verschillige straten, in den nacht van maandag tot dijnsdag gepleegd, be wijzen hoe schuldig de werkeloosheid van onze meesters was. Wat zullen ze nu doen Hande len 't Ware wenschelijk en hoogst tijd. Moes ten echter de bewoners der Keizerlijke plaats, Nieuwstraat, Molenstraat en Vaart zich onder ling verstaan, zooals die der Zoutstraat, dan vreezen wij dat ons stadsbestuur nogmaals onverschillig zal blijven en de zorg over hunne veiligheid aan de inwoners zelve overlaten. Denderbode is een aardige gazet 'tis ge noeg dat men zijn politiek tegenstrever zij, om d oor hem als een dommerik uitgemaakt te worden en uw zeggen en schrijven als waanzin, domheid enz. te hooren uitschelden. Wij sloegen erna gelijk 'nen blinden naar 'tei wanneer we den heer E. D. L. noemden als zijnde van nu af door onze stadhuisbazen aan gewezen voor de plaats van Bestuurder der waag maar wanneer katholieken bevestigen dat die plaats zal toegekend worden aan eene juffer, en dan nog eene vreemdelinge, zie, dat kan Denderbode wel juist niet aannemen, maar acht die meening toch besprekenswaardig Denderbode's schrijven bewijst toch iets, na- mentlijk dat wij niet alleen zijn om opze stad huisbazen te verdenken met valscheid om te gaan, daar zij kandidaten oproepen voor een opengevallen ambt, dat zij reeds weggegeven hebben, 'lc Geloof niet dat uw artikeltje u de gelukwenschen uwer bazen zal verschaffen, Denderbode Een onafhankelijk persoon deed ons deze wtek opmerken dat onze medewerker J. J. de opsomming, in zijn artikel Libcralismus en Zedeloosheid, voor wat Aalst aangaat, wel wat meer volledig had kunnen maken, Onder de talrijke klerikale zedemeesters noemt hij niet eens de confrérie van Jean, bestaande uit mannen die in gezelschap van jonge knapen de zedeleer beoefenen. Volgens die persoon ons bevestigde, zou die confrérie met 'nen nieuwen recruut verrijkt zijn nnmentlijk 'n zeker bokken karikatuurmaker, beroemd om den ougelukkigen uitslag zijner farcen, bijzonderlijk die van 't gouden uurwerk. Zoo 't schijnt vonden overtijd eenige hoeren, die 's avonds uit eene bokken estaminet aan de Esplanade kwamen, dat blozend karikatuurist- jen of karikatuurken in zulke dubbel zinnige houding met een berucht klerikaal heerken, dat die heeren luidruchtig hunne verontwaardiging lucht gaven. Hoe zou dit ventje, dat verwaand genoeg is alleszins deftige liberalen, bij elke gelegenheid, bespottelijk op het papier te brengen, hoe zou dit ventje aardig opg keken hebben als men hem eens in zijne schandelijke positie had gephotographieerd Aegus. Aalst en Omliggende. Ëcole des Pupilles de l'Armée. Ir* li Mi II ,V Al Al E du Concert qui sera donné par la Fanfare de la le compagnie de l'école, le Dimanche 13 Mai 1888, a 11 1/2 heures du matin, sur la Grand' Place de la ville d'Alost 1. Les pupilles Beiges, Marche. Mobel. 2. Emitiegavotte, Polka. Minet. 3. Le VioloneuxFantaisie. Offenbach 4. L'entrainant, Redowa. Vanderlindf.n. 5. Patrie. Steenebrhgen. Directeur Monsieur Vanderlinden. Diefstal bij M. De Meersman. Een der daders aangehouden als verdacht deelgenomen te hebben aan de plundering van eenen goud winkel te Armentières, werd in bezit ge\onden van eenen zilveren remontoir N° 34741 voorts- komende van den diefstal bij den heer De Meersman alhier. In den nacht van maandag tot dijnsdag werd ten lokale van het u Concert Keizerlijke plaats alhier, eene vensteruit van het vierde raam ingeslagen. De dader ot liever de daders drongen langs daar binnen, openden de deuren en doorzochten schuiven en kassen. Niets ten andere was onder 't bereik der dieven gebleven dan een mandje de biljartbollen bevattende. Er werdniet3 gestolen. Talrijke phosphoorstekjes eu droppen eener bougie van de piano genomen, lagen over den vloer verspreid. In den zelfden nacht werden nog vensteglazen ingeslagen bij MM. De Vylder-Borreman, Kruidenier, Molenstraat en Podevyn-Torrini, winkelier, nieuwstraat. Bij den heer De Vylder vond men des morgens de voordeur wijd open staan maar niets werd gestolendoch bij den heer Podevyn had men langs de opening eene halve bloedpens, eenige broodjes en krentenkoe ken meêgenomen. De daders worden ieverig op gezocht. Nieuwerkerken. In den nacht van donderdag tot vrijdag zijn er dieven in de kerk gedrongen en hebben de offerblokken open gebroken en dezer inhoud geroofd. Hunne po gingen om in de Sakristij te breken bleven vruchteloos. Bergen, 4 Mei. Celina Hanut, oud 21 jaar, werkte donderdag avond in den koolput N° 1 der mijn Grand'Buisson, te Wasmes. Op eene diepte van 600 meters gekomen, stapte zij op de ladder om 20 meters lager te dalen, doch de ongelukkige verloor het evenwicht en viel in het diep van den put. Het lijk van het arme meisje werd afzichtelijk verminkt opgehaald. Zij was de eenige steunharermoeder-weduwe. Lokeren. Sedert eenigen tijd wordt in deze stad veel gestolen. Inden nacht van za terdag tot zondag kwamen er dieven in de bleekerij van M. Norbert Van Hoeymissen en beproefden zich meester te maken van een zes tigtal meters lijnwaad, 's Morgens vond men eene hoeveelheid lijnwaad terug in de weide, dat de dieven in hunne overhaaste vlucht had den achtergelaten. De bleekers van Lokeren belooven eene premie van 50 fr. aan degenen, welke hen op het spoor der dieven zullen bren gen, telkens er lijnwaad gestolen wordt. Razernij. Men schrijft uit Clinge (Waas), 5 Mei, aan het Handelsblad Gisteren heeft er in onze gemeente een hond £rondgeloo- pen, welke van razernij was aangedaan. Hij heeft verschillige personen aangerand onder ander zijn er twekinderen door hem tot bloe dens toe gebeteu. Het razend dier heeft nog verscheidene honden gebeten, welke aanstonds op bevel der plaatselijke overheid zijn afge maakt. Men is er ook in gelukt het razende dier neêr te schieten. Sedert 15 jaren Is het niet te betreu ren dat de onderteekenaar van dezen brief niet vroeger de Zwitsersche Pillen gekend hebbe Laat ons hopen dat degene, die aan dezelfde ziekte li.den, niet zoolang zullen wachten om zich te genezen Wiers, 13 februari 1887. Sedert vijftien jaren leed ik aan maagpijn sedert ik de Zwit sersche Billen aan 1 fr. 50 de doos, heb geno men heeft mijne ziekte opgehouden. Ik mach tig u mijnen brief openbaar te maken. (Handteeken gewettigd.) Ferdinand Donnez. Depot voor België Apotheek Pelerin, 12, Schildknaapstraat, Brussel. Gent, 8 Mei.Men meldt uit Meerendré: Een geval dat ijzen doet, heeft zich alhier, in de wijk Oostergeul, voorgedaan. Een landbouwer had eenen hond, welke sedert eenigen tijd ver scheidene zijner hoenders had gebeten. Dat werd hij eindelijk moede en hij gaf den hond aan eenen zijner gebureu om hem af te maken. Deze nam den hond vast en bracht hem eenen slag toe, zoodat het heest voor dood bleef lig gen. Dan begon de man kort en goed met den hond te villen. Reeds was de hond gestroopt tot onder de voorpooten, toen het beest, dat niet dood maar bedwelmd was, tot zichzelven kwam. De hond sprong op en liep het veld in, meer dan half gestroopt. Er kwam seffens volk toe- geloopen men zette het ongelukkige dier ach terna en doodde het ditmaal voor goed,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1888 | | pagina 2