GROENE KRANSEN DOOFHEID 3de Jaar. Nummer 34 (138) Zondag 19 Augusli 1888. i iib-i >;r -I fjJ LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijs 6 fr. voor de stad. 6 fr 60 voor den buiten, voorop betaalbaar. PRIJS PER NUMMER 10 C EN TIMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 oentimen Prijs der AnnoncenReklamen, 76 centlmen Per drukregel. Vonnissen op de derde bladzijde, 50 centimen. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST. 18 AUGTJSTI. Biiitenlaiulscli politiek overziclit. Veldmaarschalk von Moltke heeft, op eieren aanvraag, zoo als het luidt, zijn ontslag als Overste van deti Algemeenen Staf des duitschen Rijkslegers bekomen. Zijn opvolger is generaal graai von NV ai- dersee. Dezes benoeming heeft m de po litieke kringen, niet alleen in Duitse ï- land, maar ook in het overige van Europa, nog al opschudding verwekt. Immers, het is bekend dat de nieuwe staf-overste het hoofd is der duitsc ie oorlogspartij en dat hij, met zijne gema lin, de anti-semitisclie beweging toege negen en prins von Bismarck en zijne staatkunde vijandig is. Als men nu in aanmerking neemt welken doorwegen- deninvloed 't ambt van algemeenen staf overste aanbrengt, zal niemand zich verwonderen over de ontroering welke de benoeming van von W aldersee lieeit doen ontstaan. Zondag is te Sofia, met grooten luis ter, de internationale spoorweglijn tus- schen Weenen en Constantinopel, door den vorst van Boelgarië ingehuldigd Die gebeurtenis heeft eene groote betee kenis. Voortaan zijn Constantinopel Boelgarië en Servië rechtstreeks met Westelijk Europa verbonden en 't lijdt voor niemand twijfel, zoo als het de bolangrijkste dagbladen van Europa te recht deden opmerken, dat de invloed van Oostenrijk in de landeu van het Bal- kansch Schiereiland daardoor zal aan groeien. Het feit, dat prins Ferdinand in persoon, de inhuldigingsfeesten heelt voorgezeten, en de volgende woorden, door M. Natsjevitsj, lid van het boel- waarsch kabinet, op het banket uitge sproken, bewijzen dat, in tegenstrijdig heid met de verspreide geruchten, de prins het voortdurend met zijn gouvei- nement eens is en dat hij er geenszins aan denkt, de pijp aan Marten te ge ven en Boelgarië te verlaten Nooit, zegde M. Natsjevitsj, zou het land, on danks al zijne moeite, alle zijne opotte- ringen, dit grootsch ontwerp kunnen verwezenlijken hebben, zonder de me dehulp van den vorst die, in moeiëlijke omstandigheden de kroon aanvaarden de, de natie vertrouwen heeft weten in te boezemen.» De werkstakingen, op verschillige punten van Frankrijk uitgeborsten, sehijnen voortaan rustig te zullen anoo- pendie te Amiens is nagenoeg geëin digd deze der aardewerkers, te Parijs, schijnt eerder toe-dan aftenemen, doch, dank zij de krachtdadige maatregelen door de Overheid genomen, is de rust tot hier toe behouden gebleven. Het is morgenzondagdat er wetgevende kiezingen plaats grijpen in de Somme-, Noorder-, en Lagere-Charente departe menten. Het belang dier kiezingen is hier in gelegen, dat generaal Boulanger zich op de drie plaatsen als kandidaat voorstelt. De laatste inlichtingen melden dat zijn konsen al heel gering zijn. De Italianen hebben in Afrika, rond Massaowa, eene gevoelige en bloedige nederlaag geleden. Eene italiaansche legerafdeeling, verscheidene honderde mannen sterk, is door de Abyssijnsche troepen met groote verliezen uiteen geroeid. Een belangrijke opstand is indeEngel- sche Indiën, onder de inlandsche bevol king van den Thibet, losgebarsten. De Staat buiten de sohool. Langzaam maar zeker wordt de ver nietiging van het onderwijs door de klerikalen voortgezet. Van het lager onderwijs blijft er niets, of slechts wei nig, op het platteland, behouden. Thans heft de geestelijke drukpers weerom een vreugdekreet aan, omdat de nor maalscholen, voor jufvrouwen, te Gent, en voor jongelingen, te Brugge, afge schaft worden. Wanneer er geene enkele normaalschool van den Staat, geen enkel Atheneum geen enkele staats middelbare school meer zal bestaan, dan eerst zal de klerikale vraatzucht voldaan zijn dan eerst zal zij van haar verdelgingswerk uitrusten, omdat dan eerst haar doelwit de Staat bui ten de scholen bereikt zal zijn. Voor de klerikalen heeft de Staat zich met het onderwijs der jeugd niet te be- moeiën. De Staat mag zorgen voor een korps gendarmen om de booswichten en de misdadigers aan te houden, om de orde te handhaven, om de persoonlijke vrij heid en den persoonlijken eigendom te doen eerbiedigen maar de Staat heeft het recht niet te zorgen dat, bij middel van onderwijs en opvoeding, het getal booswichten en misdadigers vermindere, het volk de vrijheid en den eigendom der bijzondere leere eerbiedigen. De Staat zal ijzeren-wegen mogen hebben en gebruiken, zich het mono- pool van Telegraaf-en Postdienst toeëi- genen, maar hij zal niet mogen zorgen, bij middel van wel ingerichte scholen, dat hij nooit gebrek hebbe aan bekwa me, kundige bedienden om dien dienst te verzekeren hij zal aan de particu lieren alleen de zorg moeten laten hem de noodige beambten aan te kweeken, op gevaar af de onbekwaamste, de lomp- ste vlegels alleen te zijner beschikking te krijgen en de diensten, waarmeê hij zich gelast heeft, niet meer te kunnen verzekeren. De Staat zal op allerhande wijzen, door het gedurig verbeteren der midde len van verkeer, door alle middelen van aamoediging, door het maken van voordeelige handelstractaten, door het onderhouden van kostelijke gezantschap pen en consulaire agenten, moeten zor gen voor den bloei en den vooruitgang van handel en nijverheid, op alle wijzen, eene uitgezonderd hij zal geene scho len mogen oprichten om aldus te zorgen dat de nijverheid steeds verstandige werklieden, de koophandel wakkere en geoefende agenten ter hunner beschik king hebben. De Staat moet zorgen voor het gods dienstig onderwijs, met het bezoldigen van pastoors en bisschoppen, met het bouwen en onderhouden van kerken en pastoreelhuizen, maar voor het weten schappelijk onderwijs mag hij niet zor- gen. De Staat moet eene geestelijkheid on derhouden die zich boven de wettelijke overheid des Lands stelt en deongehoor- zaamheid tegen de wetten en wettelijke verordeningen aanpredikt, maar hij zou geene onderwijzers mogen bezoldigen die aan de jonge geslachten eerbied en gehoorzaamheid aan 's Lands wetten en instellingen inboezemen. Is zulk stelsel aanneemlijk Zeker niet. Wel zeggende klerikalen dat het pri vaat-onderwijs, wanneer de vrije scho len in evenredigheid van het getal harer leerlingen, toelag ;n van den Staat zouden ontvangen, in alle behoeftens zou voorzien. De ondervinding heeft geleerd dat die stelling der klerikalen niet gegrond is. Zooals het de uitstekende geleerde Emiel de Laveleye, verleden maandag nog in de Gazette deed opmerken, heeft 't privaat-onderwijs overal bedroevende uitslagen opgeleverd. In het oud-ko ningrijk Napels, in Spanje, in Portu- gaal waren, onder het stelsel van het gesubsidieerd privaat-onderwijs, de drie vierden der bevolking ongeletterd zelfs in Engeland waar er nogthans drie machtigevereenigingen,twee protestant- sche en eene R. katholieke, bestonden om het onderwijs te rugsteunen, bleef de onwetendheid onder het volk zoo groot, dat het Staatsbestuur zich ge noodzaakt heeft gevonden scholen op te richten ten laste der belastingsschuldi gen. verboden wordt zich werkelijk met de politiek bezi,te houden ;de geestelijken nemen kommerloos aan den politieken strijd deel, wat zeg ik, zij zijn de ziel van dien strijd, zij zijn de rede van bestaa i eener staatkundige partij 't is dus be tamelijk, niet waar klerikalen, dat de Staat zijne middelbare scholen sluite en zijne professors aan de deur smijte, maar voortga met de geestelijken te bezoldigen en hen alle voordeelen ter hand te doen? Ja, de middelbare scholen zijn onze scholen, de scholen der liberalen, omdat deze de verdraagzaamheid en de vrijheid als de schraagpijlers eener wel inge richte Maatschappij huldigen en dat in de middelbare scholen de verdraag zaamheid onderwezen en de gewetens vrijheid van eenieder geëerbiedigd wordenDe klerikalen kunnen die scholen als de hunne niet aanzien, omdat in ïunne scholen rede en wetenschap het ïoofd moeten bukken voor de leer van iunnen eenigen godsdienst, omdat voor ïen, klerikalen, er geene andere vrijheid mag zijn dan de vrijheid voor de Room- sche Kerk om alles te overheerschen en te overweldigen, omdat zij,klerikalen,in hunne scholen de verdraagzaamheid ten opzichte van andersdenkenden als eene uitvinding des duivels afschetsen. Laat de klerikale partij eene schen dende hand aan ons middelbaar onder wijs slaan, indien zij meenen dat de 1500 stemmen meerderheid welke zij, in het gansche land, verkregen, hen daartoe het recht gevenindien hij, die esns in het Parlement de noodzakelijkheid van een goed ingericht onderwijs uitriep, van gevoelen is dat de wil van 1500 onwetende kiezers, wien zelfs die kwestie niet onderworpen was, vermag dit zelfde onderwijs te vernietigeneens zal het gezond verstand, eens zal de beschaving zegepralen, vroeger misschien dan gij meent en wee dan, klerikalen, wee dan uwe geestelijken wee uwe pastoors wee uwe bisschoppen wee uwe kloos ters wee uwe krochten van allen aard Alsdan zult gij ook «we geestelijkheid en uwen ecredienst mogen betalen en wij zullen wetten maken om uwe kerkfa brieken en uwe kloosters te beletten Staat, Provintie en Gemeente te bedrie gen en te bestelen. J. J. Na het lager onderwijs totaal ontred derd te hebben, vallen de klerikalen, hunne bladen en bladjesvan allen kaliber aan 't hoofd, het middelbaar onderwijs aan. Is het geen schande, roepen de Courrier de Bruxelles en 't Land van Aalst uit dat de liberalen de middelbare scholen onze schoLn noemen en j dat wij die scholen moeten betalen. 't Is schande, inderdaad. De klerikalen noemen de geestelijkheid onze geeste lijkheid en wij. liberalen, moeten ook die geestelijkheid betalen, maar dit is nu geene schande. De onderwijzers en leeraars van de Staatsmiddelbare scholen zijn bermbten van den Staat, aan wie het naar het Noorsch VA1S L. DILLING. I. en Tuitingen in het hoofd. Manier om zich ten zijnent te genezen. Men zend eene brochuur van 132 bladz. tegen 0,30 c. Men wende zich tot J.H. Nicholson, 4, Drouetstraat, Parijs. Pastoor en] geneesheer. De volgende schets uit het leven in onze verkwezelde vlaamsche gewesten is ontleend aan het Weekblad van Oos tende De vervolging, die eene fanatieke, haatdragende en wraakzuchtige geeste lijkheid op onze dagen tegen uit oefent alwie anders durft denken of a xij, kwkt geene palen meer. Vroeger was hare woede alleen tegen de olïiciëele onderwijzers gericht. Doch nu deze in den buiten zeldzaam gewor den zijn als staartsterren, is hare wraak zucht tegen hen bij gebrek aan spijs noodzakelijk gekoeld, doch verre van verzadigd Evenals de onverzaadbare en wraak gierige tijger aast onze geestelijkheid steeds op nieuwe slachtoffers alwie zich tegen haar aanmatigenden trots durft verzetten, moet vervolgd worden. En men zou moeilijk raden tegen wie zij nu voornamelijk want merken wij wel op dat onze navolgelingen Christi in eenen zelfden haat alle liberalen om strengelen voornamelijk, zeggen wij dus, hare vervolgingen uitoefent. Tegen wie Tegen de liberale geneesheeren Dat laat zich verstaan. Zijn die achtbare ambtenaars, door hunne diepe kennissen en hunne talrijke vriendenschaar, immers niet bijzonder lijk in staat om een zekeren invloed uit te oefenen en tot de ontvoogding van ons volk mede te helpen Ja, en dat is genoeg opdat zij het mik punt zouden zijn van al de schurkerijen, die eene politieke geestelijkheid zich niet schaamt te plegen. Wil men bewijzen Ik heb er met volle grepen, alle voor gevallen in gemeenten van ons arrondis sement en in 't liberaal Oostende zelf. Nummer 1 geschiedt ineen der volks- rijkste kwartieren van Oostende. Luistert naar deze ware geschiede nis Een man was hevig ziek. Zijn genees- i heer een liberaal had de vrouw verwittigd dat zij wellicht voorzichtig zou handelen met alle voorzorgen te ne men, dat eene ontknooping wel niet onmiddellijk, toch aanstaande zijn kon. De vrouw zendt dus den dienaar des Heeren een onzer fanatieke onderpas toors, halen. (Wij zullen zijnen naam verzwijgen, ofschoon men ons gemach tigd heeft hem te openbaren). De hei lige man komt kort daarop binnen hij bezoekt den zieke en onderhoudt zich daarna kortwijlig met de vrouw, vraagt een en ander en ook naar den naam van den geneesheer des huizes. De vrouw onvoorbedacht, maakt hem I ermede bekend. Een wijl daarna neemt de onderpastoor het medecijnfleschje, dat toevallig op de vensterplaat was blij ven staan, in handen. Hij slaat hetzelve aandachtig gade en plots, schijnbaar in eenen aanval van heilige verontwaardi ging ontstoken', werpt hij flesch en inhoud in de stoof, uitroepende Men moet geen doktoor zijn om te zien dat der gelijke medecijn niet past voor den lijder (Wordt voortgezet.) f --a- O We bevinden ons in een sierlijk gemeubelde eet zaal waarvan een hoekvenster op de binnenplaats uitzicht heeft. Het grootste buffet is overladen mot zilverwerk en 011 Ie ontbijttafel fonkelen eenige kristallen karaffen met verschillendo wijnen en U- ^Aal'de tafel zit een jonge man van hoogstens twee-en-twintig jaar, met een welgevormd, bleek gelaat en sprekende grijze oogeu, die met een wee moedige uitdrukking rondkijken zijn donkere lok ken fn het midden gescheiden, zijn zorgvuldig ge friseerd, en oen fijn blonde knevel, waaraan blijkbaar evenveel zorg besteed is, ondersohaduwt den fieren m?Iif is gekleed in een ochtendjasje van wit flanel, gevoerd en afgezet met blauwe zijde, over de borst vastgehouden en gegarnierd met blauwen zijden koorden, hetgeen hem het uiterlijk geeft van een TSJS'i™ i« zijn .looi .tak, een cigarette aan en nam van tijd tot tud een teugje uit een kop koffie of een glas likeur, waarbn hij ei uit zag alsof hetfgeheele leven hem verveelde. fin dat deed het werkelijk ook want hij had er zoo twintigjarigen leeftijd stond hij bij den dood ziiner ouders geheel alleen m den wereld als erfge naam van een reusachtig vermogen, waarover zijn vnmri hem toeliet naar willekeur te beschikken. Toen beo-af hij zich naar Parijs, waar men voor «ld alles Itoopen kan, en waar hij dus veel cham pagne en liefde kocht, en met jeugdige, onverzadelqke begeerte zoo veel van beiden genoot, dat ze hem be gonnen tegen te staan. Daarop zwierf hij een jaar lang geheel Europa rond, waarvan hij het grootste gedeelte in spoorweg coupés doorbracht hij at en sliep in Jhotels, zag alles wat een reiziger zien moet, verveelde zich bij dat alles, en vestigde zich ten laatste in Copenhagen, waar hij een paar appartementen huurde, die hij met veel smaak meubelde, en waarvan hij de zorg toever trouwde aan een huishoudster, die tevens voor de keuken zorgen moest. Zij was een vrouw van middelbaren loeitljd geheel geschikt voor haar trouwens niet moeilijke taak, en die het in deze betrekking ook wel naar haar zin had, behalve dat zij er zoo tegen opzag des avonds alleen thuis te zijn, terwijl het vrij dikwiils voorkwam, dat haar heer, tot's avonds laat uit bleef—en ook wel den geheelen nacht niet thuis kwam. Juffrouw Mad- sen, zoo heette zij, zag namelijk in haar verbeelding altijd en overal dieven, moordenaars, spoken en de hemel mag weten wat meer. De jono-e man zat nog steeds aan tafel, den rook van zijn cigarette in kleine kringetjes uit te blazen, en half onbewust te luisteren naar de vorschillende geluiden 111 de drukke straten der groote stad,'t geraas der rijtuigen en de eigenaardige uitroepen der straat venters. Eerst kwam er een man, die een wagen vol zand en schuurgoed voortkruide, op heeschen, krijschen- den toon zijn waar aanprees toen een schelle vrouwe item die "koop garnalen" riep, en daarop een krach tige bas, die op een niet in den handel te verkrijgen melodie zijn nieuwe aardappelen, doperwtjes en bloemkool ten verkoop aanbood. Daarop volgde ecu oogenblik van stilte tot do schel van den melkboer weerklonk. De jonge man Bloot op zenuwachtige wijze de oogen en nam een teugje chartreuse om zich te versterken, toon het schellen voorbij was. Toen hoorde hij een klein liedje, door een zuiver helder kinderstemmetje gezongen Groene kransen, koop mijn kransen En mijn bloempjes, zacht van kleur.... De jonge man begaf zich naar het venster, dat op de binnenplaats uitzag hij zag er een volwassen meisje met een mandje vol bloemen aan den arm. Haar gezichtje was bleek, haar donker haar hing in twee zware vlechten lan<*s haar rug, en koolzwarte oogen gingen zoekend van de eene verdieping naar de andere, om te zien of zij aan een der vensters niet een kooper voor haar bloemen kon bespeuren. Haar rok was veel te kort, zoodat men haar dunne beentjes zien kon, een dun, lichtgrijs omslagdoekje en een afgedragen zwarte hoed met een gekrakte veer en een paar kunstbloemen maakten haar schamel toi- let- uit. Toch kon men aan een rooden strik, dien ze op de borst had gehecht, en aan een snoer groote gele paar- len om haar hals zien, dat het haar niet ontbrak aan de aangeboren zucht der vrouw om zich op te Bchikken. Hij opende het venster en wenkte de kleine. Daarop schelde hij. Jufvrouw Madsen kwam binnen, /ij zag er vrij on behaaglijk uit met haar mager, roodbruin gelaat, eenigzins gekroosd naar en baar roodbruine japon, en daar zij in de week zich de weelde van een wit kraagje niet veroorloofde, was het moeilijk te zeggen waar haar hals eindigde en haar japon begon. Wat blieftu, mijnheer? Och, doet u even de deur open en laat dat bloe menmeisje binnen. Bloemenmeisje Ja. Dan kunt u immers geld geven en ik zal de bloe men aan de deur koopeu dan maakt ze onze trappen en kleeden niet morsig. Mijnbeer kan immers ook niet dingen. Neen, laat haar liever binnenkomen. Waarom toch mijnheer Omdat ik bet wil! viel hij uit, zijn gewone onverschillige kalmte verliezende. Wel goeden hemel 1 Zij verliet ijlings bet vertrek, de deur met een slag achter zich sluitende zoodat het huis er van dreunde. Dat trotsche noorsche bloed vliegt dadelijk op 1 bromde zij. Het meisje stond in deemoedige houding op den trap. Veeg uwe voeten goed af, en geef boleefd en fat soenlijk antwoord hoor. Mijnheer is lang niet gemak kelijk. Daarop duwde jufvrouw Madsen haar de kamer in, terwijl zij zich in de haast het genoegen niet kon ont- zecgon, haar even in den arm te knijpen. Ïïet kind bleef midden op den vloer staan. Hare donkere oogen vlogen vol verbazing van de kristallen karaffen naar het zilverwerk, en keken verstolen naar dien schoonen, jongen man, die daar in de vensterbank zat, zoodat het rooden zijden gor dijn een schitterende achtergrond vormde voor zijn fantastisch eostuum. Hij geleek een prins uit't wonderland harer Bproolc- jee. Kom maar eens hier, mijn kind-en laat eens zien wat gij in uw korfje hebt. Sohoone bouequetten voor eon dubbeltje, mijn heer, en groene kransen voor twee centen bet stuk. Ze geuren het meest, als ze verwelkt zijn. Go geeft er zeker wel drie voor vijf cent vroeg juffrouw Madsen. U kunt wel heengaan, jufvrouw Madsen ik zal u roepen zoodra ik u noodig heb. De jufvrouw slofte de kamer uit, van boosheid nog rooder en bruiner dan gewoonlijk. Hoe heet gij Dina. Dat is een sohoone naam. En hoe cud zijt ge. Vijftien jaar, mijnheer, Zijn uwe ouders dood Neen, mijn vader leeft nog. Wat doet hij? Hij hij doet mets. Hij drinkt wel eens als ik ten minste wat verdiend heb, en als hij dronken is, slaat hij mij. Van wien hebt gij dat liedje geleerd dat gij daareven zong. Dat heb ik mij zelf geleerd. Laat mij bet nog eens hooron. Zij sloeg de oogen neer, en schudde blozend het hoofd. Wilt gij niet Het hoofd gebogen keek ze hem met haar zwarte oogen eventjes schuw en verlegen aan. Ik kan niet hier niet Gekheid Daar is een goudstuk, tien guldon. Zoo veel geld hebt gij nog nooit gehad. Gij kunt er een schoon nieuw kleed voor koopen. Zij bleef met neergeslagen blik staan, terwijl ze met een verlegen lachje neen schudde. Ge zult het hebben en nog een er bij, als u voor mii zingen wilt. Er riolen een paar tranen, tussohen haar bloemen. Ik kan niet zingen hier niet, wel beneden op de plaats. Ween nu niet, ik wil u immers niet dwingen. Daar hebt ge de twee goudstukken en zing dat beneden voor mij maar recht duidelijk, zoodat ik het goedhoo- I ren kan. Zij zag hem verbaasd aan en dacht, dat hij gek scheerde. Ziedaar, neem zo en verlies ze niet. V oor het esne kan u eene nieuwe japon koopen, de rest is voor uw vader, dan kan hij zich een vroolijken avond ma ken. En drink zelf ook eerst een glas wijn. Hier. Hij schonk een glas vol. De sohorrij vonkelde als opgelost goud in geslepen kristallen glas. Zij dronk het uit. Het was haar alBof ze vuur gedronken had, en het bloed steeg haar naar het hoofd. Hij nam eenige gebakjes en legde ze in haar mandje. Zie zoo, ga nu voor mij zingen. Zij hield hem haar mandje toe. Wil mijnheer niet een paar bloemen nemen. Ja, dat is waar ook. Ik zal één van die kransen ne< men, en dan geef u mij een kus op den koop toe. Hij nam haar onder de kin, en drukte een kus op haar reinen, frisschen kindermond. Daarop greep hij een krans uit haar mandje eu drong haar zacntkens de kamer uit. I .h

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1888 | | pagina 1