xx\ %x \V HET GEHEIM het geheim >6 Q 4 van den Bankier, 4 3de Jaar. Nummer 47 (151) Zondag *25 November 188$^% V0.A. (O LIBERAAL WEEKBLAD VOOR DE 5 fr. voor de stad. Abonnementsprijs 1 5 fr 50 voor den buiten, PRIJS FEB NUMMEB 10 CENTIMEN. voorop betaalbaar. HET ARRONDISSEMENT AALST. Prijs der Annoncen Gewone, 15 centimen Iteklamen, 75 centimen per drukregel. w V n|i„ nostkaiitoren voor den buitenyoor t e stad, ten kantore van het a Men abonneert zich: op alle postKauiuicu 40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst. Nee spe nee metu. Vonnissen op de derde bladzijde, 50 centimen. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. AALST. 24 NOVEMBER. De nieuwe abonnenten voor 1889, zullen met het opzenden van het bedrag van den abonnementsprijs ons blad gratis tot nieuwjaar ontvangen, alsook de ver schenen nummers van het Mengelwerk dat voorzeker door onze lezers goed onthaald en gretig gelezen zal worden Buiteiilaixdscli politiolf overzicht. 't Zijn v.eeral onrustwekkende ge ruchten die in de dagbladen bekend gem akt worden. Niet geruststellend zijn de woorden die Z. M. Leopold II over eenige dagen aan de afgevaardig den van het Bestuur van het Nationaal Tooneel sprak. (Zie verder). Met geone vredelievende inzicht -n kan de keizer van Rusland voortdurend massas troepen aan de oosteniijksche en duitsche grens bijeen vergaderen. Een belangrijk dagblad van Peters- burg, de Novosti, deelt een sensatie artikel meê waarin het tracht aan te toonen dat het drijvoudig verbond \ooit- durend den vrede in gevaar brengt. De feitelijke verstandhouding van Rusland met Frankrijk heeft alleen voor doel een tegenwicht daar te stellen tegen het Drij-Mogendheden Verbond. Het is mogelijk, voegt het er bij, eene verstandhouding, eene stilzwij gende ware voldoende, tusschen Enge land, Frankrijk en Rusland tot stand te brengen. Zij zou het gevaar van den Vredesbond doen verdwijnen en zou, door het voldoen van rechtmatige be langen, zoo als de teruggave van Elzas- Lotharingen aan Frankrijk, de verlos sing der balkeinsehe volkeren van liet oostenrijksch-hongarisch juk, den Eu- ropeeschen Tede verzekeren. Het russisch blad neemt zijne wen- schen voor de werkelijkheid. Bulgarie voelt zich zoo weinig ver drukt, dat het met grooten luister, woensdag den verjaardag van de over winning bij Plivnitza gevierd heeft. Zelfs heeft Vorst Ferdinand tijdens hpj; banket te dier gelegenheid gehou den, eenen telegram ontvangen van prins Alexander van Battenberg, die hem den wensch toestuurt met welge- 1 ukken en op Gods genade voort te 4. VAN DEN BANKIER. Vriendschap kon meu het niet noemen want bankier wai veel te terughoudend van gaan op den ingeslagen weg. Duitscliland is op het punt zijne zeemacht uit te breiden. Een miniateriëele crisis schijnt in Rumenië onvermijdelijk. De bewarende gezindheid heeft in de laatste kiezingen gezegepraald en het eal waarschijnlijk een conservtaief ministerie zijn dat aan 't bewind zal komen. van Metloii on morgen. De elerikale bladen en hier bij ons Het Land van Aalst en De Dcriderbode hebben zoo enkele spreekwijzen, waar aan 2ij zich niet ontwennen kunnen. Voortijds dienden zij ons dit sausjo op met een of ander verteringsmiddel er bij doch nu geven zij het zonder peper ot zout, en toch.... hunne lezers zwelgen het maar los in, en zeggen urnen. Een dezer gerechten der elerikale tafel is dees De godsdiensthaat is het eenige wat het grondbeginsel van het liberalismus uitmaakt De orgel draaierij is eene uitspatting van de vrij denkerij welke het werkvolk naar het verderfieedt Wij herhalen dat dit alles gelogen is. Niemand levert hier den oorlog aan den waren gods lienst. Men kan wel over godsdienstquaestiëu oordeelen, even als men over kunst en letterkunde oordelen zou. Doch het beginsel van het libera lismus doctrinair of radicaal is alleen die strijd tegen de buitensporig heden en de onrechtvaardige voorrech ten der geestelijkheidliet is die weten schappelijke strijd tegen het ongehoord streven om door allo baatzuchtige mid delen het zelfdenken en den vooruitgang der verlichting te belemmeren en te stuiten, welke hot volk in de ouwetond- heid houden wilhet is met een woord, een strijd tegen de openbare elerikale schijnheiligheid, welke men hedendaags religie noemt, waardoor men God en zijne heiligen verbeeldt om allen weten schap pelij ken, politieken onmaatschap pelijke gang tegen te houden. .lelt bewijs dat liet liberalismus tegen den waren godedienst geenen oorlog voert, zouden de clerikalen kunnen waarnemen, indien zij maar wilden dat de geestelijkheid ophoude met de religie in de politiekdat de geestelijkheid zich gedooge met in hare kerk te blijven, en er alleen de zedeleer en het Evangelie te onderwijzen, en er spreke over de plichten vaneen deugdzaam leven... en het liberalism zal haar toejuichen, of teu minste zich niet haar niet bezig houden. Dan zal men ondervinden dat de liberalen zich met godsdienstzaken, als politiek middel, niet te bemoeien heb ben, maar wel met het kwaad wel e die zak< n zouden kunnen kweeken uit naam eener valsche en onbewezen ïeligio hetgeen terdege te onderscheiden valt. Nog een andere hoofdinhoud onze wij waterbladen is deze Wanneer er noch doopsel, noch eerste communio, noch kerkelijk hu welijk, noch christelijke begrafenissen zullen wezen iets dat hier niet bestaat wanneer ons volk geene religie m eo zal hebben ga, tiet rond in onze kerken, 0 pand dan zal dit volk straffeloos zijn aandeel van de goederen dezer aarde eischen, dan zal dit volk de palei zen der bisschoppen, de kasteelen onzer barons, de hotels onzer geldmannen, de pachthoeven, de brandkasten, het goud en juweelen, de sehoono meubels on (wij voegen er bij) misschien ook de danseuses en de zangeressen ouzei modejonkers oplichten, binnenpalmen en buitnemen Met zulke drogredens houden onze sacristijbladen hunne verkwezelde lezers op, om do kracht en de waarheid dei- religie te bewijzen. Het is voor aat volk zelf niet zal zij zulks schhrijven, maar zij gevoelen dat zij den eigenaar, den eldbezitter alleen bij hunnen vinkei kunnen behouden door het vol wetensdwang te houden en tevens dim rijken te doen gelooven dat zonder dien religiedwang hunne schatten in gevaar zijn. De religie zou dus geene quaestie van het hart, van geweten meer zijn, van de liefde tot de deugd meer wezen, maai zou alleen een rol uitvoeren dienstige gendarmerie. van gods- Indien wij zoo ver gekomen waren, zou het er lief uit zien. Doch daar is niets van. Wij zegden hierboven dat het liberalismus een strijd is tegen het streven om door alle mogelijkheid den vooruitgang te belemmeren en tegen wat men heden aanwendt om het volk in domheid te behouden. Men weet het genoeg de schoolstrijd in 1879 begonqeq, en de vernielingswet van 188-1 welke geheel ons lager onder wijs in Vlaanderen te gronde heeft geboord, is daar een klaar bewijs van Er is reeds zooveel geschied in ons Vlaanderen tusschen heden en die jaren, dat wij, liberalen, dit vroeger alles voor onmogelijk zonden gehouden hebben. Geduiende het eerste tijdvak hunner macht, waren de clerikalen nog eenigs- zitis omzichtig. Nu zij op nieuw, en meê klank, gezegevierd hebben, zullen zij alles gaan wagen. Nimmer, sedert 1880, was de toestand zoo bedenkelijk In 1884 vernietigden de clerikalen liet openbaar onderwijs en ontroofden hon derden onderwijzers en onderwijzeres sen, welke zij gedurende 5 jaren door hunnen hardnekkigen schoolstrijd ver drukt, vervolgd en gekweld hadden, van hunne plaats en hun bestaan, en toen hij die ongelukkige trouwe dienaren in armoede en ellendw gedompeld zagen, dan waren zij bevredigd, en dan riepen zij uit dat de rust in het land hersteld was. Heere Dominus, zou Bier uit het Lan l zeggen, hoe wij nu toch in vrede leven En het is toch aardig dat de clerikalen altijd en alleen vrede en rust zoeken in kwaad te stichten, in tranen on smart m te veroorzaken en iedereen aan hun juk te onderwerpen. En dat zijn liedt n die zeggen te willen handelen volgens het Evangelie en de religie. ISchoone voli- oie voorwaar heeren dan het Evange lie en de godsdienst dat men de vrede moet tot stand brengen, mot altijd kwaad te doen en zijnen evennaaste te doen lijden Dan zijn het Evangelie en de Gods dienst, zooals Denderbode en het Land van Aeht die verstaan, twee afschuwe- ijke dingen. Maar dat is niet zoo. De godsdienst, zooals hij wezenlijk is, is zeer se hoon maar zooals onze geestelijken, van den gering8ten boerenpaatoor tot mijnheer Goosens toe, hem uitoefe um en toepas sen is hij niets moer dan een middel van verdrukking, machtbejag, dwingelan dij, haat en wraak tegen al wat met hen niet is, hetzij bij «le kiezing of in den tamboer. Ja, do godsdienst is schoon, maar zij wier plicht het zou zijn hem door ieder te leeren achten en te eerbiedigen, on taarden, bezoedelen en verprosuen hem, met hem voor doeleinden die verachte lijk zijn, to4 een politiek werktuig te maken. Van daar dat duizenden en duizenden al langer hoe meer, niet den godsdienst! maar do kerk en den priester den rug toekeeren, en enkel minachting gevoe len voor hen, die zich de ministers van dien godsdienst noemen. eerst de foltering en de broodrooving van de onderwijzers gewild hebben, omdat zij gewaar werden dat ude beden van den buiten bon op den duur door een onzijdig onderwijs gingen ontsnap pen, die nu de afschaffing gaan eischen van eene zekere reeks verlichte kiezers, in da hoop dat zij eindelijk de groote steden zullen in hunne clericale macht krijgen. Nieuwe kieswet welke men aankon digt, zal een schaamteloos misbruik zijn van de macht eener, partij, eene buitensporige revolutionnaire daad van onsclerikaal ministerie. Wij gelooven niet dat die wet zoo maar op wieltjes zal rollen of door een buizeken loopen, want zeker is het dat zij eens opschud ding zal verwekken, die indruk op dsn koning zal maken. Inderdaad, het is niet aan te nemen dat zijne Majesteit geuoogen zal, eena wet to zien invoeren die het liberalism voor altijd van het bewind zou verwei deren. Zal dit uiterste gevaar nu eindelijk de eendr cht onder de liberalen herstellen Wij hopen liet. Zoo niet, wee onze vrije instellingen. Zoo ja, dan mogen de cle rikalen wel weten dat alhoewel u de bui ten het hoofd buigt, en kruipt voor hunne macht en dwingelandij, de steden zich niet gedwee onderwerpen zullen. Wanneer zij daar de hand zullen pogen op t,e leggen, zullen dingen gebeuren, die hen zullen doen schrikken en beven, en wel eens tot gevolg zou len kunnen hebben, dat hunne macht, die nu haar toppunt geeft bereikt, totaal gebruikt en vernietigd wordt. Wij wachten de clerikalen weder aan het werk de afschaffing der bekwaam heidskiezers zal de eerste stap zijn op die baan, en de andere afschaffingen zullen volgen, want Woest wil vooruit Ja wij wachten hen aan het werk. Hoe sterk geknakt, toch zal liet libera lismus weer eens het hoofd oprichten, en, vcreenigd en eensgezind door het ongeluk, gelouterd en gezuiverd door de nederlaag, krachtiger en sterker dan ooit te voorschijn treden en weer onver- winbaar zijn. Wat men ook doe, men kan den voor uitgang niet tegen houden, en aan het libei alismns behoort de toekomst. Neer slachtig zijn wij een oogenblik geweest, maar verslagen niet. De hoop, neen de zekerheid op een beter verschiet, op eene schoone toekomst blijft ons bezie- l len en verwant ons. karakter om eenig vricnilsclmpverbond wet wie dati ook en wel het allerminst met eon onder geschikte, te sluiten, en welke ook ;de verhou ding tusscl en hem en zijn boekhouder mocht zijn, zooveel was zeker, dut hij altijd trotsch en bevelend in zijno manier vaii spreken en han delen was jegens den man, die geheel en a! aan hem afhing. Maar Jacob Danielson was in het bezit van vele der geheimen van zijnen patroon, eu scheen eene bijna bomnnehschelijke gave te be zitten, om elke gedachte to raden, die iu het hart van Rupert Godwin opkwam. Het kon wel zijn, dat de bankier hiervan bewust was, en dat er oogenblikken kwamen, waarin hij eene zekere mate van vrees;igevoelde voor zijnen armoedig geleden ondergeschikte, die zulk eene zonderlinge manier had >an hein aan te zien. Niets kon grooter zijn dan het kontrast tusschen het uiterlijk voorkomen van die beide mannen. Rupert Godwin bezat een van die sölutte- rendo donkore aangezichten, die wij nu en dan op de oude italiaansche schilderijen vindon, een gelaat, zooals Leonardo of Guide misschien zouden gekozen hebben voor een Herodes of Hij was groot van gestalte, met eene breede borst, terwijl zijn hoofd met edelen zwier op /.ijuO|Schoud rï rustte. Zijne donkere schitte rendeloogen hadden iets van den vallijn hunnen trotschou en feilen opslag; maar onder den invloed van den kalmen, bedaarden .blik van een paar eerlijke oogen, werd die valkenblik angstig eu weifelend, Jacob Danielson was op buitengewone wijze misdeeld van de natuurlijke voordeelen die zijn meester zoo zeer te stade gekomen waren in het maken van fortuin. Dö boekhouder was een klom, mager kereltje, met i hooge schouders eu een zonderlingen waggelenden gang. Zijne kleine maar door- dringende grijze oogen waren half verbolgen onder een vooruitstekend voorhoofd en een paar borstelige wenkbrauwen. Zijne dunne lippen werden meest altijd door eene zenuw achtige trilling bewogen, '.uie somwijlen inder daad pijnlijk was om aan te' zien. Jacob Danielson was een van die wandelende raadsels, wier gedachten, daden en wamden buitel het bereik van ieder ander gewoon mensch vallen. Niemand begreep hem, niemand was in staat, de geheimen'te doorgronden, die in zijn hart verborgen waren. Ilii woonde in een eenvoudig klein huisje aan de Surrey/ijde van de Theems, een huisje dat hij roods sedert ja: g;i bowoondo, en waarin men hem nog nooit het bezoek van eene levende ziel had zien ontvangen. 't Was bekend dat bij veel dronk, en toch had niemand hem nooit in kennelijkon staat van dronkenschap geziener waren er onder de andere klerken van hot kantoor, die getracht hadden hem dronken te maken, en die ver klaarden dat er geen drank bestond, die sterk genoeg was om de zinnen van Jacob Danielson te benevelen. Hij was eeu onvermoeibaar dienaar voor zijnen patroon. Hij schoen tegelijkertijd een tronw en eerlijk dienaar te zijn, en toch kwa men er nogenblikkcn waarin de bankier TYelnq, het zijn die mannenwelke I Behoort het heden aan hot elerika- beefde bij de gedachte aan de gevaarlijke geheimen, die in het bezit waren van dit onbe haaglijk en ondoorgrondelijk wezen. Terwijl Rupert Godwin ju zijne eigene kamer met zijpe kantoorboeken voor zich. in gepeins verzonken zat en de uitbarsting van de on- vyeerbui, die zich reeds zoo langen tijd hoven zijn hoofd had samengepakt, zag naderen, spoedde IDrley Westford zich naar ziju kan toor, met vurig verlangen om de spaarpennin gen van twintig jaren gevaar en ontbering aan zijne ha iden toe te vertrouwen. Een huurrijtuig bracht den kapitein naar het kantbor van den bankier. Hij steeg uit en trad haastig het voorkantoor binnen, waar hij zich tot den eersten den besten klerk wand le. Die perióon wag toevallig niemand anders dan Jacok Danielson. Ik moet den hear Rupert Godwin spreken, zegde de kapitein. Onmogelijk antwoordde Jacob, op koelen toon. De lieer Godwin is op het oogenblik bezig. Als gij zoo goed wilt zijn mij te zeggen wat'gij verlangt, zal het mij aangenaam zijn. Ikdai\ku> ueeni lk wil het u niet lastig maken. Mijn tijd is Oitbaar op dit oogoublik, en toch kom ik voor eene zaak van 'aanbelang? ik zal wachten totdat de heer Godwin gelegen, heid heeft. Wanneer iemand komt om de spaarpenningen van zijn geheeie leven bij eenen bankier te deponeerem, vindt hij er eene soort van zelfsvoldoening in, als hij die aan het hoofd der firma zelve mag overhandigen. Jacob Danielson'» dunne lippen trilden zennwaohtig. De spaarpenningen van een geheel leven Een vreemdeling die verlangend was zijn gold aan Rupert Godwin toe te vertrouwen op een oogenblDdat deze niets ander» te verwachten had dan de grotige opvragingen van do door schrik bevangene schuldeischers, die zich haastten om hunne schatten uit het zinkendejmis terug tc nemen. Jacob zag met eon aoherpou, ouderzoekenden blik den zeeman aan, ha f vermoe iende, dat do eene of andere list onder die schijnbare eenvoudigheid vrborgen moest zijn. Mair niemand, die Harley Westford een oogenblik aandachtig beschouwde, kon hem verdenken van list of bedrog. Die arme kerel is recht iu het hol van den leen* geloopen, dacht de boekhouder, en hij zal behoorlijk kaal geplukt zijn, eer hij van hier gaat. Eenige minuten laug bleef hij tooy don .es- senaar zitten, en krabde zjjn hoofd ten teekeu van nadenk*'!, te'wijt hij ter sluiks naar den blanwoogigftn Harley Westford zag, die met zijnen rotting zwaaide, eu zich voor- en achter waarts in zijnen stoel wiegelde, op eene wijze die het grootste ongeduld te kennen gaf. Eindelijk klom de boekhouder van zijnen hoogen stoel Komaan, mijnheer, ik zie dat gij haast hebt, sprak hij ik zal naar binnen gaan, en zien ot de heer Godwin's bezigheden het toe laten u te woord te staan. Zal ik uw kaartje medouemen 0 ja, al» gij zoo goed wilt zijn. Mijn vader was een kalant van (ie firma, en de heer Godwin zal ongetwijfeld mijnon naam dikwijls hebben hooren noemeu. Hij zal misschien uwen naam hebben hooren noemen, Harley Westford. Die naam is met vurige letters in het hart van Rupert Godwiu gegraveerd, en kan aan deze zijde van het graf nooit uitgo wischt worden. Jacob Danielson nam het kaartje aan, cn bracht h"t dicht bij den bannier in diens kamer, waar hij hot op tafel neerlegde, zonder zich zelfs de moeite te hebben gegeven eenen enkelea blik op den naam te slaan, die er op geschreven stond. Daar is ven ongelukkige dwaas, dis eena som gelds in uwe handen komt deponeerer, sprak hij onverschillig hij is er erg op gesteld om het geld persoonlijk in uwe eigene handen te geven, opdat hij gerust zou kunnen zijn.jdat gijn geld veilig gehonen is. Ik veronuersul d it gij er niets tegen hebt hem te ontvangen Goed gaf de bankier trotsch ten antwoard, laat hem binnenkomen. De koele onbeschaamdheid in het gadrag van zijnen klerk ergerde hem niet weinig. Hij hid die, zonder er zich over te bekommeren, in deu tijd van zijnen voorspoed verdragen; .maar nu; dat hij zich op dc-n rand des otulergangs be-1 von L kon hij de vrijpostigheid van Jacob Danielson niet meer uitstaan. Eerst toen de klerk de kamer verlaten had, zag Rupert Godwin naar het kaartje, dat op tafel lag. In hei eorst was zijn blik onverschillig, maar nog nauwelijks had hij den naam, die op het stukje karton stond, gelezen of zijn geladt veranderde zooals slechts weinige aangezichten in staat zijn te veranderen. De bruine tint van het veel verdonkerde tot eene loodkleur en eene electrieke vlam Bcheen in zijne donkere oogen op te flikkeren. Harley Westford? mompelde hij. En eujuist aan mii, zijn bittersteu vijand, kom» hij zijn geld brengen en dat op een öog'eüblik als het tegenwoordige! Er bestaat een Nemiseq die dit zoo beschikt heeft. De bankier verfrommelde het kaartje tus schen z;jn« vingers on nadat hij hierdoor aan zijn gemoed lucht gegeven had, nam hij zijn» ijzeren wtlskracht te baat om zijne ontroering in zeorerre te bedwingen, dat daarvan op zijn gelaat geene uiterlijke teekeuea te ma waren. (Wordt o&arigeiet). ■sr—5' wmm i i I rtgjpaaa 9 O r DENDERGALM „w, ,.Gl -VirJiJUri a t de uauniu t<-v. 'or

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1888 | | pagina 1