Dood van Jan Van Beers. 0.30. Drouetstr,, oofd. ,e genezeu, bladz. tegen Nicholsok, 4. Wij roepen de a. Macht van het gan- Bche land op het verslag door De Zweep medegedeeld van een gehoor bij Z. M. den Koning, dat 11. zaterdag plaats had. Iedereen zal met belang de woorden van onzen Koning overwegen. Een gehoor bij den Koning. Twee onzer vrienden, MM. T.. en S... had den, op 9 dezer, de eer door Z. M. den Koning in bijzonder gehoor ontvangen te worden. Het onderhoud duurde een half uur. De punten die besproken werden, stonden in nauw ver band met onze Vlaamsche Beweging en onzs nationale belangen. De Koning aanhoorde onze vrienden met de meeste welwillendheid, en bewees dat Hij veel belang stelde in de door hen behandelde vraag stukken. Het was zelfs merkbaar dat Z. M. Terlangde, dat zekere zijner gezegden in onze Vlaamsche kringen weerklank vonden. Wij gelooven dus ook geenszins onbescheiden te zijn met hier de voornaamste gedeelten van het onderhoud samen te trekken. M. T... legde het ontstaan, het doel, de strekking, den toestand en de werking van ons Nationaal tooneel uit. Z. M. betuigde zijne innige sympathie voor onze volksouderneming e i moedigde het Beheer van onzen Vlaam- •chen sohouwburg aan, zijne schoone taak, dat het «edert 14 jaar vervult, met denzelfden ijver en liefde voort te zetten. Toen de Koning herinnerde dat ook Hij bewezen heeft dat Hij Vlaamsch spreekt, en vooral dat prins Boude- wijn onzo taal goed spreekt en schrijft, was onze vriend gelukkig te herdenken, hoe geest driftig de Vlaamsche redevoeringen van Z. M in den Vlaamschen Schouwburg, en van prins Boudewijn, te Brugge, begroet werden, en welken machtigen indruk zij in 't Vlaamsche land te weeg brachten. Z. M. vroeg inlichtingen over onze tooneel schrijvers en onze stukken, erkende met onze Trienden, dat de Vlaamsche Schouwburg bijna de «enige is, waar, met het oog op de zedelijk heid, vrouwen en jonge meiijes kunnen gaan Over den aard der stukken sprekende, drukte Hij den wensch uit, in een of ander stuk de zucht van het naleven aller burgerplichten te zien aansporen Dans vos pieces nationales on parle toujours >'e la dwinglandy, et ces phrases sont d un encellent effet sur les audi teurs. (In uwe nationale stukken, spreekt men gedurig van de dwingelandij, en die toI- zinnen maken den besten indruk op de toe hoorders). Z. M. drong er bijzonder op aan dat bet besef der burgerplichten en het beoefenen der burgerdeugden bij middel van 't tooneel aangeprezen werden, want van die plichten en die deugden kunnen wij, vooral in de tegen woordige tijden, niet genoeg doordrongen worden. Quand on vit de la charité du hasard ou de la fortune, on n'a p is de grands soucis mais lorsqu'on appartient d un petit Pays, lorsqu'on est dans la situation des Beiges, on doit être prudent. Nous avons toujours subi les dominations étrangères, mais voild 57 ans que nous formons [un élat indépendant. II s'agit de veiller pour pouvoir conserver notre indépendance. (Als men op Gods genade leeft, of ruim schoots door de fortuin begunstigd is, heeft men weinig kommer; maar als men tot een klein la»d behoort, als men in den toestand dei- Belgen verkeert, moet men voorzichtig wezen Wij hebben immer de vreemde overheersching onderstaan, maar thans maken wij sedert 57 jaren eenen onafhankelijken Staat uit. Het komt er op aan te zorgen dat wij deze onaf hankelijkheid behouden.) In 't belang van het behoud onzer nationa liteit, is het noodzakelijk dat de Belgen meer belang hechten aan de internationale staat kunde, want II y a constammennt des dan gers d Vhorieon. Nous devons être prêts. (Er zijn gedurig gevaren in 't verschiet. Wij moeten vaardig zijn.) Z. M. betreurde dat de Belgensont trop indifférents d ces grandes questions. II ne suffit pas d'avoir du patrio tisme ce sentiment ne peut être platonique. (De Belgen zijn te onverschillig aan die groote quaestiën. Het is niet genoeg vaderlandslievend te zijn dit gevoel mag niet platonisch wezen.) En verder Nous sommes petits, nous devons done être vigilants. (We zijn klein; we moeten dus waakzaam wezen.) Later nog Je suis un vieux serviteur et je tiens d être un bon serviteur tous les Beiges devraient avoir cette aspiration. (Ik ben een oude dienaar en ik wil een goede dienaar zijn alle Belgen moesten dit gevoelen koesteren.)Eenige oogenblikken latar voegde hij er met eenen fijnen glimlach bij Je ne demande pas mieux que depounoir toujours dire des dou ceurs d mes compatriotes céla me vaudrait plus d'applaudisscments... mais il faut bien que je leur dist franchement la vérité. (ik verlang niets beters ,dan louter zoete woorden tot mijne landgenooten te spreken ik zou er meer toejuichingen bij verwerven..., doch ik moet hen toch rechtuit de waarheid zeggen.) Meer belangstelling voor de nationale letter kunde, zoo Fransche als Vlaamsche, zou ook ons volk passen.^En hier kwam de Vlaamsche beweging op 't tapijt. Naar aanleiding van eenige gewisselde vol zinnen, drukte Z. M. den innigen wensch uit dat de iVlaamsche beweging toch geene twee dracht in het land zaaie. .Gretig nam onze vriend T. de gelegenheid to baat om aan te toonen dat de ware Vlaamsche i eging geen loutere strijd is tegen de Walen noc'.i tegen de Fransche taal en Fransche let- terkuu le, maar eén rechtvaardig streven tot het bekom n der gelijkheid der twee rassen, voor wat het gebruik der taal in onderwijs, rechtzaal cn bestuur betreft. Z. M. was het met onze vrienden volkomen eens, aangaande de noodzakelijkheid van het aanleeren van jemde talen en de kennis der voornaamste .rinciepen der Grondwet en burgelijk wetboek. Z. M. verklaard hebbende dat het Vlaamsch veld wint zelfs in zijne omgevingvroeg het gevoelen onzer vrienden, aangaande de samen stelling der Brusselsche bevolking, onder taai opzicht. Het antwoord luidde dat de groote meerderheid der Brusselaars Vlaamsch spreekt, en dat, mits eenige goede pogingen op het terrein van onderwijs en opvoeding, onze taal meer en meer gekend en gewaardeerd zal worden, tot meerder voordeel voor het behoud onzer nationale eigendommelijkheid. Wij zulen onze notas hierbij bepalen. Bestatigen wij een verheugend verschijnsel de Vlaamsche beweging, de Vlaamsche ge dachten, zijn tot in de hoogste sferen doorge drongen onze vorsten begrijpen en onder steunen onze strekking. Dit voorbeeld van hoogerhand is heilzaam. Mochten allen des- zelfs beteekenis begrijpen. Wij voegen ook onzen vurigen wensch bij dien des koning» dat ons volk eindelijk beseffe dat de ellendige partijtwisten onze beste krachten uitputten Dat ieder doordrongen van zijne burgerplich ten, het zijne bijdrage tot het behoud onzer nationale onafhankelijkheid 1 Hefc gewicht dier woorden, door Leopold II uitgesproken zal niemand ontsnappen. Onze Koning ziet welke zwaiffe wolken zich aan den politieken gezichteinder ophoopen, hij beseft maar al te wel hoe gevaarlijk onze toestand worden zal wanneer het dreigend onwe- der zal losbarsten en gansch Europa in vuur en vlam zal zetten. Hij kwijt zich van zijnen plicht als Vorst wanneer hij ons op dit gevaar aandachtig maakt en ons aanzet de noodige maatregelen te nemen om aan eene ramp te ontsnappen. Het ware te hopen dat zijne verantwoor delijke ministers evenveel moed aan den dag legden en de zelfde klaarziendheid toonden. Eene wedding-. Wil men Denderbode gelooven, dan volgden wij het voorbeeld der klerikale bladen, die zwijgen als kasseistecnen over d misdaden en misdrijven door de mannen hunner kleur misdreven, en zwegen wij over de ontvreemdingen in de kas der stad, te Gent en te Brussel, en in het b stuur der Weldadigheid van Antwerpen en ook over do aanhouding van Max de Molinari, een liberaal van Dinant, die z ch plicht ig maakte aan schriftvervalsching en aftroggelarij Wij stellen Denderbode eene wedding voor. Indien hij, voor een eerejurij door hem en ons te benoemen, zijne be wering bewijzen kan, verbinden wij ons duizend franken te geven als eerste bij drage voor het stichten eerier kinder- krib in onze stad. Kunnen wij bewijzen dat wij wel over bovenaangehaalde fei ten hebben gehandeld, dan moet Den derbode de zelfde som, met het zelfde doeleinde, in de kas der stedelijke Wel dadigheid storten. Welaan, Confrater,het geldt een werk van onbetwistbaar nut neemt ge de wedding aan of praalt ge liever met den naam van leugenaar. De zaak van den student te Leuven, die bij het uitkomen van eenen slecht- befaamden kroeg zijnen makker vera derlijk aanviel en hem bijna doodde, is van meer gewicht dan Denderbode het wel meent. Het werpt een zonderling licht op die zoo hooggeprezene studen tenwereld van Leuven en bewijst het geen voor een niet vooringenomen mensch toch onnoodig is dat die ven tjes aan hunne makkers van andere hoogescholen les zouden kunnen geven in wat aangaat slemperij en ontucht. Klerikale krach te St. Niklaas. Al de ontvreemdingen in de gemeen tekas van Gent en Brussel, al de dieve rijen in het Bureel nu Weldadigheid van Antwerpen en Dinant, waarvan de plichtigen liberalen waren, beloopen misschien nog tot geen half miljoen. Wat lawaai de klerikale bladen van al len kaliber daarover gemaakt hebben is onzegbaar. Zullen ze van 't zelfde doen met den krach van St. Niklaas Daar heeft een klerikale bankier, M. Tal boom, voor wien pastoors en paters werkten om het meest om hem klanten aan te brengen, met geld van boer en burger zóódanig gespeculeerd, dat hij, volgens dé gematigste ramingen, voor YIER MILJOEN franken schulden en slechts voor 2 miljoen aan geld, waar dijen en goederen heeft. Dus een te kort van TWEE MILJOEN. Lapt ze mij daar! Dat is anderen peper, he Troostelijk is het, dat talrijke kloos ters en krochten daar ook een deel hun ner op oneerlijke wij ze vergaderde'schat ten verloren hebben. Ongelukkig is die krach voor de arme stad St. Niklaas, die op eene bevolking van 26 duizend zielen er 10 duizend ingeschreven heeft 'op het boek der Weldadigheid,- en wier kwijnende nij verheid door dien krach eenen gevoeli- en en misschien onherstelbaren slag heeft gekregen. Zaterdag 11. had te Antwerpen onder eenen ougemeenen toeloop van vol de burgei lijke begrafenis plaats van Vlaaa- dreua grooten dichter, Jan Van Beers. Gansch het Vlaamsche land ad eraan gehouden der nagedachtenis van den grooten man eene plechtige hulde te brengen bij het begraven van zijn stoffe lijk overblijfsel op het Kielkerkhof, op twee stappen van het praalgraf van Cons cience, 's afgestorvenen boezem vriend, die met hem dapper den strijd voor Vlaandrens taal gestreden had. De begra fenis was grootsch. De stad was in rouw overal op den doortocht waren de lantaarns met krip omhuld in de buurt staken de vlaggen half top uit. De hoeken van het doodkleed wierden gehouden door de IIH. De Wael, Burgemeester der stad AntwerpenSleeckx Reyniers-Bisdom namens de Ilollandsche bevolking van AntwerpenCh. Potvin bestuurder der Kgl. Akademie van België Malchair prefect van 't AtheneumDelvaux voor zitter der liberale Associatie; Julius De Geyter en W. Rogghé letterkundigen. Een lange lijkstoet volgde de baar: uit alle gouwen van Vlaanderen waren 's schrij vers bewonderaars toegestroomd om den grooten man naar zijn laatste verblijf te vergezellen. Op het graf, waar honderd kroonen opeengestapeld lagen, wierden e«ne reeks redevoeringen uitgesproken waarin Van Beers herdacht wierd als geniaal schrijver, als koene liberale den ker, als een van 's lands uitstekendste opvoedkundigen. De Heer De Wael opende de reeks de dagbladen hebben ons reeds aangekondigd dat de oude man door zijne aandoening overstelpt (Van Beers was onder zijn duurbaarste vrienden) temid den zijner rede door eene beroerte ge troffen wierd, derwijze dat men hem in een rijtuig moest wegbrengen. De rede voeringen waren talrijk maar onder die talrijke herdenkingen moeten wij |bijzon der gewagen van eene gloedvolle fransche rede van Ch. Potvin namens de Kgl. Academie.van België,eene nog prachtigere van dichter Pol de Mont, uitgesproken in die goddelijke taal die hem eigen is (hij ontroerde ons tot snikkens toe) eena van Arthur Cornette namens den Bond der V laamsche liberale vereenigtngen waarvan de schrijver Voorzitter was. De Vlaamsche Beweging en de liberale zaak ondergaan in den persoon van Van Beers een onherstelbaar verlies. Wij hadden graag Terteld van het leven en streven dier schitterende zon aan Vlaan drens hemeltrans. Ongelukkiglijk ver biedt ons plaatsgebrek verder uit te wijden en ons gevoel van bewondering uit te storten voor den schrijver van Begga, De Oorlog, De Stoomwagen, De Bestede- ling, Confiteor en zoo menig ander mees- tt rlijk kunstgewrocht. Vlaanderen» aarde sloot zich over het lijk van den doorluch- tigingenman, maar zijn naam zal leven I In der eeuwigheid is Van Beer» eene schitterende ster te meer aan Vlaandrens rij kbezetten hemel I C. V, Eene beraadslaging. Over eenige dagen vergaderden zich bij zekeren pastoor drij archi-fanatieke pijpekop- pen Basiel Persmaas, den verkwezelden Ba ron en Jesuiet Van den Heuvel. Men zag dat ze in groote moeiëlijkheden zaten en dat er over gewichtige zaken ging beslist worden. Te midden der tafel stond een pot met wij water, rond welke 12 brandende kaarsen ston den verder lagen er op het blad afbeeldsels van heiligen, paternoster», schapulieren en re likwieën. Van den Heuvel steekt den borstel in het gewijd voebt, besproeid drijmaal zijne mede helpers en preveltDat de H. Geest u v«r- verlichte. Eclairamus Spirituu m 1 Amen zucht het antwoord. V. DKeuvelMijne Heeren, de tijden zijn goddeloos, de hel is oppermachtig, het bederf groot. Niettegenstaande we meester zijn in de Kamers, provincie en gemeente blijft het volk den weg der ondeugd bewandelen en onze raadgevingen in den wind slaan. Niet waar, Vriend Persmans Persmans. 01 het waar is Ik heb schoon te schrijven over kazernen lijk pestholen, over scholen zonder godsdienst, over de danszalen, die voorgeborebten der hel, 't is al om niet. De soldaten blij ven even goddeloos, de be volkingen der geuzenscholen groeien aan, de wallebakkerij en de ontucht vieren vollen teu gel bij de orgeldra.vierij die satanscbe uitvin ding 1 Jesus-Maria 1 Waar gaan wij naar toe 1 Zal Aalst een tweede Gomorrlia worden Baron. Dat zal niet, dit zweer ik u bij mij nen titel van Adeldom 1 V. D. Keuvel. Zweer niet, broeder in Christo, wees bedaard en kalm en hoopt in den den Heer. Persman. Dat heeft mij zijne Heiligheid den Paus te Rome ook gezegd, toen ik hem zijnen zegen voor de goede stad van Aalst afsmeekte. Baron. Dat alles is wel en goed. Maar wat winnen wij er meê Wij hebben eene Koll«gie gericht om de officieele school te dooden Berniek I Eene bloeiende liberale bewaar school is ontstaan, eene middelbare meisjes school tot stand gekomen en die gestichten zit ten proppens vol kinderen. Persmans. Welke later allen zullen geuzen en geuzinnen worden. V. D. Keuvel. Lasie I Lasie Wat zal de toekomst zijn Men predikt nogthans genoag tegen al dit verweaschte ras, tegen al die koten van ondergang en men blijft doof voor de stem van den dienaar des Heeren. Persmans. Men schrijft artikel op artikel, men liegt, men lastert, men smeekt, men dreigt al om nietde afgrond der boosheid word dieper en dieper. Baron. Men sticht kringen waar personen van alle kunne en) ouderdom verkwezeld wor den men bouwt politieke tappen, men ver breekt regelmatige kiezingen, men werkt dag en nacht om Aalst door en door klerikaal te hebben, eneventwel vsrheft de vrijzinnige par tij stout het hoofd eu dringt de liberale druk pers overal binnen. Wat gedaan, vrienden! Wat gedaan V. D. Heuvel. Laat on» bidden, broeder». Misschien zal de H. Gee»t ou» verlichten. (Zij bidden). V. D. Heuvel. Eureka Gevonden 11! De Heer zij gebenedijd ff! Baron en Persmans. Laat hooren, laat hooren. V. Heuvel. Ge weet dat de stichter der Broeders van de kristelijke Leering, eerzame dan Baptiste de la Salie, gelukzalig verklaard is. Laat ons van die gelegenheid gebruik ma ken om eene groote kerkplechtigheid in te richten. Doch laat ons iet» verzinnen dat voor de bevolking van Aalst buitengewoon i3. Persmans. Zoo we eene boetprocessie in richtten of eene bedevaart naar Oostacker met vanen, kruisen en muziek deden Baron. Versleten, Persmans, dat maakt geen effekt meer. Maar zou men geen paar mi rakelen kunnen laten gebeuren V. D. Keuvel, 't Is gevaarlijk, vrienden de menschen zijn zoo nieuwsgierig en als het dan eens uitkomtMe dunkt Jat we een groot feest in de kerk zouden moeten inrichteu maar een feeBt dat door zijne wertldsche pracht iedereen met verstomming zou slaan. Men zou b. v. de kerk schooner kunnen maken, dan de schoonste tooneel-, feest- of danszaal, metdrapperijen, vaandels en wim- p«ls van alle kleur en grootte met schilderijen, portretten, schilden en opschriften dat alles des avond» verlicht Persvnans. (Onderbrekend)... met duizenden kaarsen en gasbekken. V. D. Keuvel (invallendj. Neen, enuoozele, met elektrisch licht, dat is de chic van den dag. Baron, wat zegt ge er van Baron. Vriend, uw gedacht is splendied maar zoudt ge de broeders van 't land niet doen komen V. D, Heuvel, 't Is gevaarlijk, Baron. Doch Monseigneur toont zich nog al gaarne bij k rk- plechtigheden. Persmans. Verzoek Monseigneur, kame raad. Hij wordt gaarne gezien van arm en rijk de damen en juffers houden van zijuen zegen. V. D. Keuvel. Maar wie zal hem ter tafel noodigen Baron. Vrees niet, daar zal voor gezorgd worden. V. D. Keuvel. Dan verder een half dozijn keeren prediken tegen slechte scholen, slechte dagbladen, slechte ianskoten, slechte genoot schappen en 't zal wel effect maken. Nu alle •ussen, kwezels, kwezelaars, nonnen, pater», pastoors aan 't werk gezet. Baron en Persmans. Aan 't werk A. M. D G. Men schrijft uit Bavegem Keer Opsteller, Eene zaak die hier en in de omstreken veel besproken wordt en welke de algemeene afkeu ring ontmoet, is dat onze fameuze gemeente raad in zitting van den 17 der loopende maand, per dringendheid, de opschorsing van den heer gemeenteonderwijzer voor eenen termijn Tan 3 maanden, heeft gestemd. Die beslissing is genomen met 5 stemmen tegen 3. De genomen maatregel is niet wettig en kan ook niet verrechtvaardigd worden. Hij is niet wettig om dat de dringendheid met de twee derde der stemmen behooide uitgesproken te worden. Onze gemeeatehuisbazen hebben het voorstel van verdaging, uitgebracht door een liberaal raadslid, van de hand gewezen. Op het aan dringen van dit lid wierd er hem door Schepen- kazakkeerder geantwoord Wij zijn met on» volk, wij zijn meester, gij moet zwijgen, want zwijgt gij niet, ik maak u een proces-verbaal I Eender katholijke raadsleden, na het voor stel van opschorsing gestemd te hebben, berouw hebbende over zijne luitgebiachte stemming heeft de zaal verlaten zeggende Het zijn al klodden, ik trek mij de zaak niet aan. Het is nietwel gehandeld. „Echter, teruggehaald door den Burgemeester, is hij het register van beraadslagingen komen teekenen en heeft alzoo de gestemde opschorsing helpen bekrachtigen. Om u een blijk te geven der middelen ge bruikt door onze pilaarbijters, om tot hun doel te geraken, zal ik u zeggen, dat het Schepen- kollegie de dag der zitting bepaald^had op den trouwdag van een raadslid en dat dekjonge trouwer natuurlijk de vergadering niet kon bijwonen. De beweegredens ingeroepen tot staving, van den hatelijken maatregel tegen den onderwijzer genomen, zijn valsch, dwaas of belachelijk. Ik zal er u eenige brokkelingjes van mededeelen In 1882 heeft de onderwijzer op den veldwachter gevloekt. In 1887 heeft hij zijne school gedurende eene halve uur laten staan om zich bij den Burge meester te begeven door wien hij geroepen was. Hij heeft durven lessen geven aan kandidaten- kiezers. Hij wil zich niet laten beleedigen of uitlachen in de herbergen. Wanneer hij aangerand wordt, durft hij zich verdedigen en antwoorden. Hij heeft zoo als alle onderwijzers der om streken van Sint-Lievens-IIautem, en'naar een oud gebruik, geene klas gehouden op den Jaarmarktdag, zij den 12 November laatst eden. Maar waarom die kleinigheden en beuzela rijen opgesomd Geen enkel feit kan hem ten "aste gelegd worden. Hij is niet beticht van zatlapperij, van broederkenszonde, van slagen aan de leerlingen toegebracht. Neen, duizend maal neen Hij is een ijverige, brave en bekwame onderwijzer. Hij geniet de achting der ouders, de genegenheid zijner leerlingen, n zijn bijzonder leven, is hij achtingswaardig, tiaar.... hij is liberaal I Welke grove faut, welke zware 'misdaad heden liberaal te zijn en het te durven beken nen 1 En onze meester kan niet huichelen Krom is bij hem krom en recht blijft recht, Dat het zijn vriend of vijand zegt. Hij wil de pilaarbijter niet uithangen of de valschaard niet spelen. Hij kan of wil zijne kazak niet keeren en is een ijverige voorstaan der der denkbeelden van Jvrijheid en vooruit gang. Hij is geen zothoofd welke zich vroeger onafhankelijk gisteren liberaal en heden katholijk verklaart. Gij verstaat dus, met den dichter Bien que la mort n'est capable d'expier ce forfait, n Het is zeker dat het hoogero bestuur de beslissing onzes gemeenteraad» niet zal goed keuren. Dat de schoolinspektie of de deputatio een ernstig en onpartijdigonderzoek inspannen, en de tuchtstraf aan den onderwijzer opgelegd, zal in duigen vallen, tot schande onzer gemeen tehuisbazen. Aanvaard, heer Opsteller, de verzekering mijner gevoelens van achting. X. Het schijnt Denderbode al heel weinig ge noegen te doen dat wij ons bureel en werk plaatsen van de Korte Zoutstraat naar de ooruitgangstraat gaan overbrengen. Dat is nog al begrijpelijk. Zijne mouchards zullen het nu wat lastiger hebben om na te gaan wie er zoo al in ons lokaal in of uitgaat. Begrepen, maatje Een antwoord van Denderbode. Wie een armzalig antwoord lezen wil, die neme dan het nummer van verleden donderdag van Denderbode Eenige platte zinspelingen op den persoon, dien hij den steller meent te zijn onzer artikels Rond de Stad, en eenige zinlooze woor denkramerij zijn er den inhoud van. Wij vragen het aau alle lezers, die het nog niet scheef in de hersens hebbenof wij niet best dergelijken prietpraat onbeantwoord laten. Dat Denderbode onze gezegden» weerlegge, als hij kan; maar hij bekommert zich meer om hetgeen een schrijver wel zoo al drinkt, dan om wat die man schrijft. Onder dat- betrek verschille* wij heel en al met onzen clerikalen Confrater. Voor Taal en Vrijheid. Onze Tooneelmaatschappij gaf verle den zondag de tweede vertooning van het Tooneeljaai 1888-89. De keus der stukken mogen wij ge lukkig noemen. Napoleon en Bismarck stelt op eene aangename wijze den be- lachelijken drift voor het hanengevecht dat hier ook nog vele aanhangers heeft, ongelukkiglijk aan den kaak. Roosje van den Veldivachter is een schoon volksdrama, vol treffende tooneelen en toestanden. Die beide stukken werden opperbest gespeeld, vooral het laatste: l et publiek juichtte dapper toe wanneer de oude baron van Trier (M. Van Belle) op eene meesterlijke wijze den uitval deed tegen de dwaze verouderde voor- oordeelen eens kortzichtigenadels./Jj'cA- ter en Soldaat is een lief blijspel, maar zeer moeiëlijk omdat één persoon het gansch bezield en dat die een persoon een historischepersonnaliteit is, die niet genoegzaam gekend is en dus moeiëlijk, om niet te zeggen onmogelijk,kanweêr- gegeven worden. Ook liep dit blijspel niet al te gemakkelijk van stapel. De moeiëlijkheid van liet stuk en de ver moeidheid der spelers zal zekers daar aan de meeste schuld hebben. Dit belet toch niet dat de vertooning, in haar geheel genomen, zeer voldoende was. Kamers. Dijnsdag heeft de Kamer van Volks vertegenwoordigers dA wi'tgevende kie zing vanNijvelt goedgekeurd. Deze week heeft ze ook de bespreking van eenige wetsontwerpen van ondergeschikt belang begonnen en donderdag die van het wetsontwerp Coremans over het gebruik der Nederlan Ische taal voor de Recht bank, in sfrafzaken. M. Lejeune, de minister van Rechtswezen, heefter zich tegen verklaard. In eene der zittingen is M. Beeruaert komen verklaren dat er, voor 1887, op de rekening van deu Staat een batig overschot is van me»r dan 14 miljoen en dat voor 1888 het overschot 't zelfde zal zijn. De minister zegde echter niet dat hij tot dien uitslag zou niet geraakt ziju indien hij niet had mogen beschikken over de opbrengst der nieuwe belastingen welke de libera len hebben ingevoerd en die door de kl'rikalen zoo zeer bestreden werden; wij hebben ook niet gehoord, dat hij belo ifd beeft die belastingen nu af to schaffen of ze te verminderen, 't Is deftig Mv,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1888 | | pagina 2