HET GEHEIM 4de Jaar. Nummer 25 (189) Zondag 23 Juni 1889. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijs 5 fr. voor de stad. 5 fr 50 voor den buiten, voorop betaalbaar. PRIJS PER NUMMER 10 C EN TIMEN. ilea abonneert zich op alle postkantoren voor den buicen voor c'e stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. n j Gewone, 16 centimen Prijs der AnnoncenKelclameni 76 06tttimen P«r drukregel. Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST 22 JUNI De personen die een abonnement ne men op DE DENDERGALM, voor het '-ndrte helvaar 1889 en hun bedrag v*,u ui abonnement zenden naar da It, „o zullen het blad gratis ontvan- i% o rekenen van heden tot einde Juni. Buitenlaiulsch politiële overzicht. Frankrijk. Te Parijs is de werksta king der koetsiers voorloopiggeëindigd. Ten gevolge van de besluiten door den municipalen raad genomen hebben zij besloten het werk te hervatten tot op 5 Juli aanstaande. Zoo er hun alsdan geen volle recht geschiedt't is te zeggen zoo aan hunne eischen niet wordt gehoor gegeven, zal er tot de algemeene werk staking overgegaan worden. Te Angoulême wordt het proces ge- pleten van Laguerre, Laisant en Derou- lèdo, beticht van oproerstokerij en we derstand aan de politie. Len talrijk publiek volgt die rechtszaak welke zoo veel opschudding in Frankrijk verwekt heeft. Ia de Kamers dringen de ministers er op aan dat de militaire wet nog voor het einde van den zittijd gestoind worde. Zwitserland. Dit kleine republiek blijft hardnekkig hoofd bieden aan het bet machtige Duitschland. Prins Bismarck heeft schoon te drei gen, te Berne buigt men niet. De Bondraad heeft alleenlijk besloten van een wetsontwerp te stemmen voor doel hebbende die uitwijkelingen te ver volgen, waarvan de daden zouden kun nen aanleiding geven tot het stooren van den internationalen vrede of gevaar opleveren voor de zekerheid der vreem de mogendheden, Verder verklaart het aan Duitschland dat het gansch zijnen plicht gedaan heeft en niet verantwoordelijk kan gemaakt worden voor de socialistische schriften, welke dikwijls het werk van Duitsche opruiers zijn en in Duitsche drukkerijen gedrukt worden Duitschland heeft het recht niet de on zijdigheid van Zwitserland aan te klagen vermits de vreemde mogendheden voor eenen onbepaalden tijd die onzijdigheid erkend hebben. Zwitserland heeft zich in 't verledene van die onzijdigheid waardig gemaakt en zal ze des noods weten te verdedigen. De Bondraad heeft besloten van het leger zoo haast mogelijk met nieuwe wa penen te voorzien eene leening van 16 millioen is daartoe reeds gestemd. Italië. Uit Rome seint men dat de Paus groote vrees heeft van vergeven te worden. De on verzoenbaren van het Vatikaan zijn zeer ontevreden omdat Leo XIII aan de katholieke bladen ver bod gedaan heeft van geene aanvallen te doen tegen het oprechten van het standbeeld van Guordano Bruno, ten einde alle rnoeielijkheden en wanorders te vermijden. Oosten. Langs dien kant teekent de politieke gezichteinder rich niet sombere kleuren. In Montenegro heeft de vorst Nikita het stelsel der gewapende natie inge voerd en maakt men even ale in Rusland groote oorlogbereidsels. Ip Servië predikt men den opstand togen Oostenrijk. Turkyen versterkt zijne grenzen uit vrees voor de onlusten welke er bij zijne nuburen zouden kunnen uitbarsten. 34 VAN DEN BANKIER. Onze vrouwen. Volgens sommige dagbladen zou de vamer ia het kort de wetsontwerpen onderzoeken betrekkelijk de arbeiders woningen, het werk der vrouwen en der kinderen; twee gewichtige quaestiën van maatschappijk belang, van socia- ism, welke, ondanks het misprijzen dat iet Land van Aalst voor dergelijke zaken koestert, toch wel in de reeks voorkomen der vraagstukken tot be trachting naar eenen staat van verbeterde beschaving, van verzachting en verzuive ring der zeden. Nooit heeft men zich meer als heden bezig gehou len met de toekomst van nu af aan wil men reeds veronderstel len, voorzien, bespreken en beschrijven wat het toekomende geslacht zal zijn en wezen in de XXe eeuw. Wat dat geslacht zal wezen? Dat liegt aan ons, aan het onderwijs dat wij aan onze zonen zullen geven, aan de opvoe ding onzer dochters die zelve eens moeders van dit nieuw geslacht moeten zijn. De opvoeding en de bezigheid voor de vrouwen is eene der groote quaestiën waarmede de socialisten (wel te verstaan, o Pier, deze die het wetenschappelijk socialismus aankleven) zich het meest bezig houden, in Engeland en in Duitschland staat deze quaestie reeds lang aan de dagorde. Wat gaat men doen met onze meis jes, vraagt er zich menige burger af, die gevoelt dat hij door den dood kan ge troffen worden zonder aan zijne vrouw of kinderen eene erfenis te kunnen overlaten. r> Die quaestie is inderdaad van zorg- wekkenden aard. De dochters der bur gerij worden opgevoed om later eens huismoeder te worden men rekent op het huwelijk om tot staat te geraken. Maar is die opvoeding altijd voldoende, dienstbaar en volledig Wij zeggen Neen Men bezit eene halve opvoe ding, eene halt verkwezelde geleerd heid, en indien dan na het huwelijk de echtgenoot verdwijnt, staat de vrouw eensklaps zonder stoffelijke en zedelijke middelen om zich alleen te redden. Hier oppert zich de vraag mag of moet het meisje, zelfs bij den middel baren burgerstand, een ambacht of een stiel aanleeren Mag of moet de vrouw eene wetenschappelijke geleerdheid ont vangen om even als den man maat schappelijke ambten als doktor, advo caat, apotheker, enz., te bekleeden Dat is heden een wereldproces, waarvan het laatste woord nog niet gezegd is, en waarin misschien vele stoffelijke belan gen voor de samenleving betrokken zijn. Ja, er zijn weinig vragen waarover in deze laatste jaren zooveel inkt ver- schieren is als over de opvoeding der vrouw. De maatschappelijke herboriug waarvan wij de zwangerschap ingezien hebben, is slechts in haar eerste tijd perk, en bevat een aantal bijhooriglie- den waarvan de oplossing eenen alge- meenen uitslag moet afwachten. De emancipatie der vrouw doet sommigen de schouders ophalen, doch wie weet of hare gelijkstelling met den man, voor zekere kennissen en bezigheden, niet eenen grooten stap zal doen verrichten aan de sociale omwenteling. De vraag welke zoo dikwijls reeds opgeworpen werd om te weten of de vrouw evenveel verstandelijke vermo gens bezit als als den man, moet hier niet opgezocht worden het geldt hier niet om van onze vrouwen doctors, advocaten of ingenieurs te maken, maar enkelijk ze te verheffen uit den staat van onderwerping en ondergeschiktheid waarin de slenter en de maatschappelike overleveringen haar gedompeld houden; het geldt hier allepn en vooral eene opvoeding te geven,bntdaan van dweep zucht en godsdienstoverdrijving waarin depriester ze gebracht heeft, en haar gevolgenlijk toe te laten hare eigen kinderen volgens de rede en de weten schap in de huiselijke opvoeding op te leiden. Men vraagt overal het verplicht on derwijs voor de volksklas; wij vragen ook een redematiger onderricht voor de burgerij. Wanneer iedereen maatschap pelijk zal verlicht en bekwaam zijn om te begrijpen waar en hoe de sociale hervormingen noodig zijn, zullen die hervormingen zonder schok of revolutie zich voordoen, want zeker is het dat de sociale quaestie door de verheven stan den raoet^bewerkt worden, en geenszins door het gepeupel met zijne ondoor dachte buitensporigheden. Zou men voor hetgene den lageren stand betreft, de vrouwen en de jonge meisjes wel tot eene vaste loopbaan mogen verwijzen Zou het rechtvaardig wezen haar in eenen kring .van zekere werkplaatsen op te sluiten Geenszins Men heeft sedert lang begrepen dat deze en andere beroepen alleen mogen uitge oefend worden door gene die er bijzon der het meest voor geschikt wezen. Sedert jaren heeft xnen het beproefd vrouwen te plaatsen in de posterijon-en telegraafbureelen anderen worden door de telefoonmaatschappijen aangenomen; anderen nog dienen als schenksters in onze mannelijke taveernen en bierhui zen. Doch de vrijheid die altijd haar evenwicht zoekt, heeft daar tegenover voor de mannen de deuren geopend in de mode- en kleerwinkels, achter de toogen der bazars, waar stellig het vrouwvolk beter op zijne plaats zou wezen. Het regiem der vrijheid heeft dus zijuen overwegenden invloed in den toestand, doch ook zekere zwarighe den, welke wij onaanneemlijk achten. Zoo ziet men jeugdige meisjes schier kinderen in het diepste der kool putten werkzaam zoo worden er gebezigd in de fabrieken en nijverheidsgestichten waar de lichamelijke krachten meer noodig zijn dan behendigheid of ver stand. Het stoot tegen de borst, ongelukkige, te jonge volksmeisjes, zonder zedelijke krachten, slecht gevoed, honderden meters diep in den grond te weten scharren, verwijderd van alle licht en toezicht, zijde aan zijde met jongelin gen, somtijds zonder eerbied of zonder meêdoogendheid om haren toestand of haren jeugdigen leeftijd. Het is ontstich tend, het druist tegen het hart aan; en het gezond geweten en de rechtvaar digheid worden te kort gedaan. Het is zonder verwijl dat er wetten moeten uitgevaardigd worden tegen dergelijke inbreuke n op de wellevend heid. Men zou volstrekt moeten beletten dat zeker werk en zekere bezigheden door jonge meisjes uitgevoerd worden. Er ligt daarin een openbaar belang en grondige hervormingen moeten hierin aangebracht worden. Ongelukkig stoot men op de vrij heid n en op te groote moeilijkheden wanneer men de openbare denkwijze tot wet wil overbrengen. Wat zal men, wordt er gevraagd, met die vrouwen aanvangen die uit zekero beroepen gebannen worden? Waardoor gaat men de middelen vervangen welke haar thans toelaten, ofschoon in armoe de, toch eigenlijk te bestaan? Zal het rechtvaardig wezen haar de twee be kende wegen aan te wijzen die slechts voor de wanhopigen en de ondeugenden openstaan de bedelarij die verlaagt, of de ontucht die onteert De collectivisten of redematige soci alisten stellen in hun program het kos teloos en verplichtend onderwijs en de opvoeding der kinderen der geheele natie op kosten der natie zelve tot eenen bepaalden ouderdom. Zij beweren hier door de oplossing van het kinder-en vrouwenwerk op te klaren. Tot hiertoe en misschien nog lang -zal de vrijheid, en zelfs de vrijheid om vrouw en kind zonder kennis te laten opgroeien, die gedachte van solidariteit belemmeren. Doch, in afwachting eerm grooteren vooruitgangs, kunnen de staatsbesturen aan den huisvader eenen zekeren plicht opleggen aan ieder kind nevens het onderwijs een beroep te doen aanleeren waarmede het zich later in de •maatschappij behelpen kan. De regee ring zou reeds de verantwoordelijkheid moeten nemen van het vrouwenwerk te regelen zonder aan het beginsel der vrijheid te kort te komen, en gesteund op den gang der beschaving. Het is de strijd van het leven, welke dezen toestand verwekt heefthet is de de vrijheid die dezen toestand behoudt. Het is nochtans noodig dat ieder van ons, 't zij man of vrouw, de noodigo wapens gegeven worden om het werke lijk leven in te treden, nademaal met voordeel te kunnen strijden op het veld dat ieder voor zichzeiven zou mogen verkiezen, en tot welks bebouwing ieder van ons eene bijzondere opvoeding zoude genoten hebben. De inrichting van beroepscliolen is een uitmuntend middel voor deze maat schappelijke noodwendigheid. Over deze Zal ik vader verzoeken u te schrijven omtrent do voorwaarden sn de overige beschik kingen? Stemt gij er toe de schetsen van mijnen broeder af te maken vroeg zij met liaro zachte •tem, terwijl bare gezellin haar met verwon dsrdo blikken stond aan te staren. Ja, ik ben tot uwen dienst. Ik zal alles doea wat u genoegen kan geven, antwoordde Lionel. Dat zal mij zeer aangenaam zijn. En aan welk adres zal mijn vader schrijven Do jongeling bedacht zich een oogenblik en noemde toen een postkantoor in eeno straat in de nabijheid zijner woning. Julia Godwin schreef het adres met eeu ouden putloodjo op do achterzijde van een arer kaartjes. En de naam vroeg zij. Lewis Wilton, antwoordde Lionel weer, sa eene korte poos. Slechts onder een valsche naam was het hem mogelijk Rupert Godwin's huis binnen te tre- don. Voortaan zou hij zijne trotseheid moetsn afleggen; er zou bedrog en oneer iti zijn leven zijn- Hij gevoelde dit on een gevoel van schaamte vermengde zich met do gedachte dit hij en Julia Godwin elkander weer zouden zien. En nu ben ik weer geheel tot uwen dienst, beste mrs. Melville, sprak zij vervolgens tot hare gezellin, onbewust van den storm van verontwaardiging die in de borst dezer acht bare dame woedde. Neen, wacht eens een oogenblik, ik had haast vergeten mijne inkoo- pen te doen. Zij ging naar de toonbank en kocht eenige kleinigheden, terwijl Lionel bleef wachten om de beide dames naar haar rijtuig te geleiden. Het was een zeer prachtige equipagie eu ter wijl Julia Godwin door het portierraam hem groette, kwam de gedachte bij den iongelingop, dat zij er uitzag als de eene of andere vreem de prinses, evenzeer uitmuntende door hare schoonheid als door de pracht van hare omge ving. Weinig vermoedde hij, dat de schandelijke diefstal van zijns vaders zuur verdiende vermo gen alleen in staat was geweest die prachtige equipagie uit de handen der schuldeischars van Rupert Godwin te redden, en hem in staat ge steld had om zijne zaken te blyven voortzetten en nieuwe ondernemingen aan te vangen, die hom weder rijk gemaakt hadden. Ja, de twintig duizend pond hadden den gel dolijken toestand van den bankier gered en en hem in staat gesteld nieuwe speculation te ondernemen, die buitengewoon, bijna fabelach tig gelukkig uitgevallen waren. De duivel begunstigt somtijds zijno kinderen Het geld van llurley Westford had Itupert Godwin geluk aangebracht. Eu toch, hoe sterk eu vastberaden het ka rakter van den bankier ook wezen mocht, kwamen er oogenhlikken, waarin hij gaarne dat alles had opgeofferd, als hij slechts den dag had kuuDen terugroepen, waarop hij voor het eerst den kapitein van de Lily Queen gezien ha 1 Lionel sto ul op het glibberige plaveisel Rupert Godwin's equipage na te stareu, tot dat die geheel uit bet gezicht verdwenen was. Daarop keerde hij zich om en wandelde lang zaam naar huis, zonder acht te geven op den dicht neervallenden regen, en bijna onbewust vanden weg dien hij insloeg maar geheel en al in gedachten verzonken aan het bekoorlijk gelaat, dat hij gezien en de welluidende stem, die hij gehoord had, en die nog in zijne ooren weerklonk. Maar hij mocht aan de schooue Julia denkeu zooveel hij wildetoch was het hem niet moge lij k de gedachte aan de beproevingen zijner moeder geheel uit zijn hart te verbannen. Wat zou zij denken van haren eenigen zoon, indien zij vermoeden kon, dat hij in dienst was getre den van den man, die kommer en ellende over haar huis gebracht haddien manvanwieu zij nooit sprak zonder dat eene rilling van afgrijzen haar door de leden liep. Er is iets afschuwelijk laags in dit alles dacht de jongeling: Ik bedrieg Rupert Godwin zoodra ik zijn huis als een vermomde vijand binneu treed ik bedrieg mijne moeder, wier natuur lijke afkeer voor dien man ik trotseer, zoodra ik in eenige betrekking met hem of iemand der zijnen kom. Bedrog hier en bedrog daar. Wat blijft mij anders over dan mij zelveu te verach ten om mijne eigene laagheid en dwaasheid? neen, er gebeure water wil, ik zal niet zoo zwak en gemeen handelen. Ik wil hot huis vau Rupert Godwin niet meer betreden. Maar er is eene Nemisis, die de schreden van den wreker geleidt. Het stond geschreven dat Lionel Westford, Rupert Godwius's huis onder een valschen naam wel zou binnentre den. De hand van het noodlot wees op Wilming- dom Hall, Ilarley Westford's zoon moest daar heeu gaan. Het toeval scheen datgene teweeg gebracht te hebben, wat als de eerste schakel te beschou wen wap van eene lange rei gebeurteniwen die langzaam maar zeker tot ontdekking en vergelding moest leiden. Twee dagen na de ontmoeting mot Julia God- win ging Lionel naar het postkantoor en ont ving een brief van den bankier. Hij was kort maar niet onvriendelijk en luidde aldus Mijnheer, Overeenkomstig het verzoek en teugevolge van de aanbeveling mijner dochter, ben ik be reid gedurende eenige weken van uwe diensten gebruik te maken, tot het in orde brengen van de teekeningen eu schetsen van mijn zoon. Het Iood dat ik u daarvoor kan aanbieden, is vijf guineas per week en gij kunt ten mijnen huize vernachten Ik verwacht natuurlijk dat gij mij den een of anderen goed ter naam staanden persoon aanwijst, die getuigenis kan geven van uw ka rakter en bekwaamheden. Uw dienaar, RUPERT GODWIN. XVIII. Willmingdom Hall. Lionel Westford bezweek onder den invloed van het schoone gelaat, dat hem op het o 'gen- blik, dat hij aan algeheele moedeloosheid ten prooi was, zoo vriendelijk en medelijdend had aangezien. Hij gaf eindelijk toe aan de verzoe king waartegen hi j eerst zoo moedig en vastbe raden gestreden had, en schreef aan Rupert Godwin dathij de aangebodene betrekking aan nam, Eer hij dezen brief schreef, begaf hij zich, naar een oud academie vriend van wien hij zich, sedert de lor tuin hem de rug had toege keerd, opzettelijk verwijderd had gehouden. Het stuitte hem wel zeer tegen de borst, ge noodzaakt te zijn eene gun3t te gaan vragen bij dien heer, maar er bleef hem geen andere uitweg over. Mr. Godwin verlangde eene getuigenis om trent het karakter van den vreemdeling, dien hij gedurende eenige maanden in zijn huis zou toelaten, en Frederik Dudley, zijn vroegere makker, was de eenige persoon tot wien Lionel zich wenden kon. Mr. Dudley stemde zeer bereidwillig toe om van de bekwaamheden en het karakter van ziinen vriend de me st gunstige getuigenissen af te leggen. Hij wist weinig of niets vau de lotsverwisse- ling, die de familie Westford ondergaan had, en schreef de omstandigheid, dat Lionel West- ford een valsche naam wilde aannemen, aan de eene of andere romaneske gril van deze toe. Ik zie het al, Wedford, riep de jonge man, al tracht ge ook alLs voor een vriend geheim te houden. Er is liefde in spel; in dat moet het zijn, gij zijt als over kop verliefd geworden op de dochter van den ouden ban kier. Ik heb Julia Godwin meermalen in ga zelschap ontmoet. Zij is een buitengewoon lief meisje, dat moet ik zeggen, al valt zij ook niet in mijnen smaak, en verlangt gij nu daar in huis te komen onder het masker van eenen armen schilder. Waarachtig 1 een echte ro man; op mijn woord, ik benijd u uw vin dingrijk vernuft. Ik ben zoo verduiveld stomp van begrip geworden dat mij nooit zoo iets zou ingevallen zijn. Kom, kom beken nu maar dat ik den nagel op den kop geslagen heb. Zeg, oude jongen, is het niet zoo Ikkau niets bekennen antwoordde Lionel; maar ik kan niet toestaan, dat gij eenig ver keerd denhaeld omtrent miss Godwin blijft koesieren. Ik heb die jonge dame maar een# in mijn leven gezien, en dat nog wel slecht! gedurende eenige minuten. rriffli DENDERGALM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1889 | | pagina 1