HET GEHEIM 4de Jaar. Nummer 27 (191) Zondag 7 Juli 1889. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor de stad. Abonnementsprijsc_ r 5 fr 50 voor den buiten, PRIJS PER NUMMER 10 GEN TIMEN. voorop betaalbaar. Men abonneert zichop alle postkantoren voor den buitenvoor de stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. n Gewone, 15 centimen j Prijs der AnnoncenHeklame„ 76 eentim6n j per drukregel. Vonnissen op de derde bladzijde, I frank. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST 6 JULI Bultenlaiidscli politiek o verziclit. Duitschland. Indien er een bewijs moest gegeven worden dat de oorlogs bedreigingen voor Europa min of meer verdwenen zijn, zou het zekerlijk de pleizierreis zijn welke keizer Willem komt te ondernemen. De duitsche Vorst is deze week uit Kiel vertrokken. Hij zal omtrent drij weken op de kusten van Noorwegen verblijven. Keizer Willem had rust noodignooit heeft men een Vorst gezien welk even als hij, zooveel werkte eh zich zonder rust of ophouden met de Staatszaken bezig hield. Zijne gezondheid, welke nogtans zeer kloek was, begon van dien overlast te lijden. Eventwel is de reis van keizer Willem geen doorslaande bewijs dat alle oorlogs gevaar voorgoed verwijderd is. Men mag overtuigd wezen dat men in alle landen gedurig aan het wapenen is. Vereenig de-Staten. Hetgene men uit Philadelphia meldt is ook niet zeer ge ruststellend. Sedert eenige dagen wor den er zeer groote sommen munt uit deze stad naar verschillige landen van Europa verzonden. In den loop der ver leden week zijn er omtrent vier millioen dollars door Frankrijk aangekocht en er naartoe gestuurd Vaneenen anderen kant doet de engel- sche Times insgelijks opmerken dat er tegenwoordig eene groote hoeveelheid geldmunt dagelijks uit Zuid-Amerika naar Oostenrijk en Rusland verzonden wordt. Men heeft het zelfde te Antwerpen bemerkt eenigen tijd voor den oorlog van 1870. Zwitserland. De politieke strijd tusschen dit klein landje en het reusach tig Duitschland is nog niet ten einde. Prins Bismarck had ondervonden dat zijne eigene aanvallen tegen dit landje in tegenstrijdigheid waren met de alge- meene gevoelens van gansch Europa. Zijn spel is nu veranderd. Alhoewel zijne dagbladen nog dagelijks de onzijdigheid van Zwitserland aanvallen, is men nog tans een weinig gematigder geworden. Men gaat of ten minste men poogt anders te werk te gaan. De duitsche bankiers, op de aanmoediging van den kanselier, koopen sedert eenigen tijd al de aktiën op, van de Zwitsersche ijzeren wegen, ten einde als de dag zal gekomen zijn, er meester van te zijn. 36 VAN DEN BANKIER. H scheen heel oud, die man; want zijn haar hing in dunne sneeuwwitte lokken over zijne schouders. Hij was zichbaar als arbeider op de plaats in dienst, want verscheidene tuiniersgereedschappen lagen op het gras naast hem. Terwijl Lionel daar stond en die zonderlinge figuur aanstaarde, werd het droevig gehuil herhaald. Daarop sprak de oude man O God o God dat is vreeselijk vreese- lijk, om te verdragen. Ditmaal gevoelde Lionel niets dan medelij den. Hij legde zijne hand op den schouder van den ouden tuinier. Den grijsaard sprong op als werd hij door een elektrischen schok getrof fen. Zijn gelaat, dat hij Lionel toekeerde, was door angst geheel verwrongen, en zijn geheele lichaam beefde zenuwachtig. Wie zij t gij? vroeg hij met eene stem, die uit het graf scheen te komen. Wie zijt gij, en waarom zijt gij hier gekomen Ik ben geheel en al v.ieemd hier gaf Lio nel ten antwoord. Ik hoorde u daareven zoo kermen, en was natuurlijk begeerig om de oorzaak van uwe smart te leeren kennen. Een vreemdeling herhaalde de oude man op schorren toon en veegde onder bet spreken de zweetdruppels van zijn gelaat. Hij zag Lionel lang en ernstig in het open hartig gelaat, alsof hij er aan twijfelde daarin de waarheid te kunnen lezen Maar dit middel evenmin als bet ander zal niet gelukken. De vereenigde Bond heeft besloten al de ijzerenwegen van bet land over te nemen, ten einde op die manier alle vreemde tusschenkomst in deze zaak te beletten. Engeland. De Shab van Persië is maandag te Londen aangekomen. Men vraagt of bij zich de bedreigingen van den Czar zal herinneren. Men weet dat de Czar hem verwittigd heeft dat, indien bij zich door Engeland liet over halen des anderdaags een leger kozak ken in Persië zou binnen gedrongen hebben. Serbië. Men heeft deze week in groote plechtigheid de kroning van den jongen koning Alexander gevierd. Eenssg-eziucllieicl. De ondervraging tot opheldering in de Kamer door den heer Janson gedaan heeft eenen diepen indruk -gelaten, niet alleen in Belgie,maar ook in den vreem de. De vrijgezinde duitsche dagbladen namen groote brokken uit deze redevoe ring over, en beschouwden ze als af doende tot de volkomen veroordeeling van het goevernement der mouchards dat 's lands eere heeft gekrenkt. Ofschoon de ministers bij hoog en bij laag hunne onschuld staande houden, kan niemand aannemen dat ernstige mannen, als de achtenswaardige grij saard, de heer Frère, zijne beschuldi gingen uit de lucht grijpt, indien hij niet overtuigd ware geweest der plich- tigheid van het ministerie. Ten einde meei licht in die zaak te brengen, vroeg de linkerzijde een be stuurlijk onderzoek en het neerleggen der stukken van het proces van Bergen op het bureel der Kamer. Aan dezen billijken eisch wou de rechterzijde niet voldoen, en dat geeft stof tot overweging. De houding vau de heeren Beernaert, Devolder en Lejeune heeft iedereen verwonderd. Bewezen is het nochtans dat minister Beernaert de waarheid voor de Kamer verzwegen heeft in de zitting van 29 mei, aangaan de zijn onderhoud te middernacht met Pourbaix en Coesaert. Het land heeft het recht gansch de rol te kennen die ministers gespeeld heb ben, niet alleen gedurende de gebeurte nissen van 1888,maar eveneens gedu rende de ijzingwekkende voorvallen bij de werkstakingen van 1886 en vooral nopens de brandstichting en de plunde ring van de glasblazerij des heeren Baudoux te Jumet. Ja, ja, mompelde hij eindelijk. Ik zie het, gij bedriegt mij niet. Gij zijt een vreemdeling op deze schrikkelijke plaats. Maar ik was daar juist aan het spreken, was ik niet, hé? Ik spreek somtijds zonder dat ik het zelf weet. Ik hen een oud man en mijn hoofd geraakt somtijds een weinig in de war. Heb ik veel gesproken, zegde ik iets van iets vreemds iets dat u het bloed koud deed worden en uw haar te berge rijzen, he Lionel Westford zag den oudeu tuinman medelijdend aan. Wat kon die krankzinnigheid, of ten minste die schemering van een bijna geheel vervlogen verstand, waarin de afzichtelijke en duistere schaduwen van den waanzin reeds rond warden, te beduiden hebben Goede man, gij behoeft u niet ongerust te maken,sprak hij eindelijk.Gij hebt niets gezegd behalve dat er iets vreeselijk was. Ik bid u, stel u gerust. Het was alleen het geluid van uw gekerm, dat mij hierheen voerde. En ik zegde niets O, maar ik zeg tusschen- beide zulke rare dingen, heel rare dingen.Maar dat beduidt niets, dat heeft geerie beteekenis, dat heeft niet meer te beduiden dan het gekras van de oude raven, die gij tusschenbeide wel eens inde boomen zult hooren. Zij zijn even oud als ik, en misschien nog wel ouder, die raven daar, en zij kunnen tus schenbeide in het duister een vreeselijk gekras doen hooren. Dat klink, klink wel akelig; maar dat beduidt niets. Ik ben zoo 'n oud man. Ik heb de Godwin's wel zeventig jaren lang ge diend. Ik herinner mij den heer Godwin deze heer Godwin toen hij nog een kind was, een jongen met een vroolijk openhartig gelaat niet zoo donker en terughoudend als nu, maar helder en open. Hij was van de goede soortja, dat was hijIk heb hem lang en trouw gediend, en zij zijn goed voor mij geweest. Ik zal mij De clerikalen hebben wel te zeggen onze ministers hebben niets op het geweten, zij zijn wit als sneeuw en on schuldig als pasgeboren lammeren, Het volk gelooft hen niet meer het aanziet twee ministers als onwaardig en de kamerleden der rechterzijde als medeplichtigen, omdat zij die ministers onder hunne bescherming genomen hebben. Het volk is overtuigd dat zij het land in gisting gebracht hebben, om later te kunnen zeggen dat zij de samenleving gered hadden.. Zij hebben aan het gerecht een erg feit verzwegen en eenen onschuldige laten vervolgen. De aard van dit feit is in strijd met de eerlijkheid, en is het zelfde alsof men bedrog pleegde. Men weet dat die onschuldige door de jurij van Bergen werd vrijgesproken Om aan deze beschuldiging der open bare denkwijze een einde te stellen be staat slechts een enkel rechtmatig mid del de ontbinding der Kamers. Er is geen ander middel om het beleedigde eergevoel der Belgen te bevredigen. De woede en de verwijtingen der cle rikalen zijn daartegen vruchteloos het volk heeft te Brussel luide zijnen wil te kennen gegeven, en voor dien machti gen wil zal de clerikare partij het hoofd buigen. Dat zal eerder gebeuren dan men wel moge denken. De heer Woeste, in de Kamer op ee nige der zweepslagen van den heer Jan son antwoordende, en oude koeien uit de gracht willende trekken, zegde De heer Janson vertegenwoordigt drie denkbeelden 1° De herziening der Grondwet 2° Hij verdedigt de maatschappelijke vraagstukken, de socialistische oplossin gen hij heeft gezegd dat hij voorstaan der was van positieve, socialistische oplossingen...Maar de heer Woeste vergat er bij te voegen «...verlicht door wetenschap en zegevierend door vrijheid 3° Hij vertegenwoordigt insgelijks de gewapende natie. M. Woeste noemde de heer Janson een draaier, die naar alle partijen over stapt, en hij daagde hem uit om zijne princiepen van socialismus in de Kamer uiteen te doen en te durven voorstaan. Hewel waarom niet De vrees, die het volk voor het socialism voortijds koesterde, is verminderd of geheel ver dwenen aangaande zekere eischen- En dus niet tegen ben kesren en hen verraden, nu ik een oud man ben geworden. Dat is niet waarschijnlijk, niet waar Natuurlijk niet, sprak Lionel. Wat zoudt gij ook te verraden hebben Neen, neen, mompelde de oude tuinman, eerder tot zichzelven dan tot Lionel sprekende, het is niet waarschijnlijk. Zeventig jaren heb ik hun brood geëten en het is niet te denken dat ik nu tegen hen zou spreken, al voel ik ook nu somtijds iets, alsof dat brood mij... Maar ik moet niet babbelen, mijnheer, neen, ik moet niet hier tegen u staan praten; want ik zeg tusschen beide heel zotte dingen maar dat beduidt niets,' reken daarop dat beduid niets. De oude man wierp zijne spade over den schouder en verwijderde zich, Lionel verwon derd latende staan. Hij is krankzinnig dacht de jongeman, krankzinnig, die arme oude 1 Het verwonderd mij dat de bankier zulk oen ouden dienaar geen pensioen geeft. Ik zou er niet eens erg op ge steld zijn, zulk een droevig figuur dagelijks voor mijne oogen te zien,als ik den heer Godwin was. Die man moet eene eeuwigdurende her innering zijn aan de gruwelen van den ouden tijd. Lionel deed eenige stappen vooruit en kwam nu in eene laan, aan het einde waarvan hij het oude kasteel zag, dat reeds zoovele edele bewo ners had gehad. In een oogwenk was de gedachte aan den ouden krankzinnigen man bij hem uitgewischt. Hij kwam aan het huis en werd door een statigen hofmeester ontvangen, die hem ter stond den breeden trap op leidde in eenen gang, waarop vele deuren uitkwamen. Eene van deze deuren werd door den deftigen man gecpend en Lionel trad in eene net en gemakkelijk ge- meubeleerde zitkamer, waaraan een kleed-en eene slaapkamer grensde. inderdaad, na de twee ontstuimige ka merzittingen van over veertien dagen, waren de debatten er zeer kalm men behandelde reeds socialistische wetson- werpen over den rechterlijken bijstand en de kostelooze rechtspleging voor werklieden. De heer Janson, als socialist wil de rechtpleging kosteloos voor iedereen en men hoorde hem daarover vriende lijk redetwisten tegen den heer Lejeune, minister van 't rechtswezen. In een artikel van Zondag 23 Juni, getiteld Politieke Hansworslerij zegt De Denderbode dat al de liberale op perhoofden en dagbladen, die vroeger tegen den socialist Janson brulden en tierden, en zijne leerstelsels verwierpen, hem nu bewierooken, hem dagelijks op hemelen en met handen en voeten voor hem werken. W ij begrijpen de woede van Den Den derbode en gene der clerikale partij welke zich thans met niets anders bezig houdt dan met het verleden van den heer Janson, omdat diens verkiezing de eendracht heden tusschen alle gezind heden van het liberalism heeft voort gebracht. Wij, wij bekreunen ons niet met het verleden van den heer Janson of omdat de heer Woeste daarin eene politieke hansworsterij vindt. Wat wil hier die kortgerokte jezuiet toch van politieke hansworsterijonze delijkheid of onstandvastigheid van denkwijze komen praten; hij, dieniet geaarzeld heeft zijne protestantsche ge loofbelijdenis die in Belgie weinig baat opleverde tegen de oneindig meer winstgevende belijdenis der apos- telijke, roomsche kerkte verruilen Dat eeuwig zagen van republikein, radicaal, socialist en ander geraas, is he den een praatje voor den 'vaak gewor den, en indien er een groot verschil van denkbeelden onder het liberale-lichaam bestaan heeft, is dit geene reden opdat dit verschil eeuwig blijve duren. Immers men heeft sedert eeuwen en overal den strijd gevoerd om den vrede en de eendracht te bekomenen zelfs in allen onderlingen strijd der partijen be gaat men steeds buitensporigheden wel ke men later vereffent. Daartoe zijn wij nu gekomen, en dat is de woede der cle rikalen. Het verleden is voorbij, wij houden ons alleen bezig met de toekomst. De plicht der liberalen, om het even van welke gematigde of vooruitstrevende gedachte, is thans aan het land een vrijgezind, volksgezind en hervormings- Dit waren de vertrekkeu, die voor hern in gereedheid gebracht waren. Lionel kon niet nalaten bij zichzelven eene vergelijking te maken tusschen de eenvoudige en toch gemak kelijke en fraaie meubeleering dier kamers, en de verschoten gordijnen en versletene wagge lende stoelen en tafels in de armoedige woning, waarin hij zijne moeder en zuster had achter gelaten. Hij zette zich aan eene tafel, dicht bij het venster neer, waarop eene groote portefeuille voor hem gereed gelegd was, en begon zonder verder uitstel zijn werk in oogenschouw te nemen. Maar zijn geest bleef steeds gedrukt door de gedachte dat hij, zoowel jegens zijne moeder als jegens Rupert Godwin, een valsche rol speelde, en het beeld van den half krankzinni gen tuinman vermengde zich op zonderlinge wijze met die figuur van Julia Godwin. XIX. Pene herkenning en eene teleurstelling. Violette woonde de repetitiën van het Circense theater met de grootste nauwgezetheid bijen oogstte daarvoor den meesten lof in van M. Maltravers, den regisseur, zoowel voor hare nauwkeurigheid als bedaarde manieren, die een sterk contrast vormden met het luidruchtig gebabbel van sommige der lichtzinnige, zorge- looze meisjes, die aan het tooneel verbonden waren. Het inwendige van den schouwburg was eene geheel vreemde wereld voor het meisje dat in den stillen beschaafden huiselijken kring was grootgebracht, de overige figuranten beschouw den de nieuwgekomen als eene indringster. Zij zouden misschien zeer vriendelijk tegen haar geweest zijn, als zij een meisje als de andere geweest ware maar zij verschilde hemelbreed van de overige hare onmiskenbare schoonbek gezind goevernement te geven, en daar aan zal de liberale partij thans niet fa len. Bleef tot hiertoe de vrijgezinde partij verdeeld, het was omdat deze en gene gezindheid in de onmogelijkheid verkeerde de zegepraal alleen op zich- zelvete behalen. Thansdat die zegepraal door eensgezindheid mogelijk schijnt, en reeds gedeeltelijk bestaat, is het onze plicht hand in hand vooruit te gaan. Aan deze liberalen verwijt men dat zij een bondgenootschap met de doctrinai- ren aangaan aan anderen dat zij met republikeinen en socialisten samenspan nen. Dat zijn van die oude clerikale ver wijten waarmede men dikwijls de libe ralen beet genomen heeft, en welke dwaze verdeeldheid in de hand werkten. Thans halen vrijmetselaars, radikalen, socialisten ons evenmin den schrik op iet lijf als de spoken, weerwolf en klud- dens van den ouden tijd, en waarmede Pier uit het Land van Aalst zijne lezers sippenvleesch doet krijgen, i et is tijd dat dit spel eindige. Laten wij ons alleen bedenken dat wij de partij zijn van het vrij onderzoek en der vrij gedachte. Het is niet meer noodig dat elke liberaal een teeken op zijn borst drage welke zijn graad van overtuiging of van grootere of kleinere godsdienstgeloovigheid aanduidt. Is de ze monarchist of gene republikeinsge- zind, wat geeft dat aan het liberalism P De strijd is heden niet om het koning dom of de republiek te doen, maar wel en alleen tusschen het liberalismus en het clericalismus.Wij zijn allen burgers, lastenbetalers of werklieden door dezelf de wetten beheerschten dezelfde slacht offers van een onwaardig ministerie. Die strijd is de voornaamste band die ons vereenigt die strijd is voor het algemeen welzijn, en het openbaar wel zijn kan geenszins afhangen der al of geene godsdienstigheid van een volks vertegenwoordiger. Indien er nog liberale priesters, volks gezinde herders, gelijk in 1789 waren, en tot 1830 hadden wij er nog wij zouden stellig hunne medewerking niet verstooten, maar er zijn geene volksge zinde priesters meer. Er zijn slechts clerikalen. Eu de cle rikale partij strijdt tegen ons met al hare vereenigde krachten geld, geeste lijkheid, adel, burgers, werklieden, ver slaafde dorpelingen, alles gehoorzaamt voor haren dweepzuchtigen invloed. En denkt niet dat al de lieden dezer partij dezelfde gedachten of dezelfde belangen hebben. Zij gehoorzamen boezemde elk afgunst in, en die jongedames deden hun uiterste best om haar het leven aan het tooneel ondragelijk te maken. Zij deden hun uiterste best, maar leden vol slagen schipbreuk met haar voornemen, want Violette's gedachten waren zoover van de haar verwijderd, dat zij bijna niets gevoelde van de onbeschaamdheden en spotterrij en waarvan zij ten doel stond. Hoe vreemd die wereld achter de schermen voor haar ook mocht zijn, toch werd zij staande gehouden door de gedachte dat zij geld verdiende, geld, dat hare moeder voor oogenblikkelijk gebrek moest bewaren, en die gedachte maakte haar in zeker opzicht ge lukkig en tevreden. Eindelijk kwam de belangrijke avond op welke de nieuwe pantomine gespeeld zou worden. Violette was als toen reeds volkomen gemeenzaam met de gemakkelijke rol, die zij te volvoeren had. Haar kostuum was gereed en geene kosten of moeite waren gespaard gewor den om het zoo schitterend mogelijk te maken. Zelfs Violette Westford, hoe onbewust zij ook gewoonlijk van hare eigene schoonheid mocht zijn, was nu toch wel bijna genoodzaakt de volmaakte vormen van haar gelaat en gestalte op te merken, toen zij, na de laatste band aan haren opschik gelegd te hebben, zichzelve in den spiegel zag met een diadeem van sterren op hare gouden lokken, die in weelderigen over vloed los langs haren hals en schouders neder- vielen. Zij begaf zich den trap af naar het tooneel, en werd door den heer Maltravers hartelijk geluk gewenscht met haar voorkomen. Hij droeg zorg, dat zij behoorlijk in het tooverpaleis zich neêrzette, hetwelk de hoofd decoratie van het slottooneel uitmaakte, en verwijderde zich daarop. Binnen weinige minu ten zou het tooneel veranderen en Violette zich in tegenwoordigheid van het Londensch publiek bevinden. (Wordt voortgezet.) DENDERGALM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1889 | | pagina 1