redenaars den dorper de hand leenen'om
hem uit de verdrukking los te rukken,
en er vrije lieden van tejxmken. De zen
ding der drukpers is overmachtig op
den buiten, dat weten de clerikalen, en
hunne bladen weten zij tot in de armste
hutten toe aan den man te brengen. De
dorpeling zelf, die zich in de onmoge
lijkheid bevindt zijne woonplaats te ver
laten, wordt door het dagblad op de
hoogte gehouden van alles wat er buiten
en in het land gebeurt. Menschen wier
gezichteinder niet verder dringt dan
binnen de enge palen van hunne buurt
of hoogstens van hunne gemeente, moe
ten bekend gemaakt worden met wat er
buiten voorvalt, en door de lezing
kennis bekomen der hedendaagsche
vraagstukken van volksbelangen. Neven
het logenachtig sermoen van den pastoor
hoeft er een liberaal dagblad of eene
vrijzinnige conferentie.
Een tweede middel om dat soort van
inkwisitie op den buiten te bevechten,
moet eene ferme kortvleugeling der
papen zijn, en gevolgenlijkna onze
zegepraal eene inkrimping hunner
jaarwedde.
En derdens de zedelijke en stoffelijke
vrijmaking van den dorpsonderwijzer,
die door zijn ambt geroepen is om aan
den verderfelijken invloed der priesters
een einde te stellen. Op deze strijdmidde
len komen wij nog terug.
J.B.G.
Een woeste apostaat.
Er was eens een protestantisch advo-
kaatje met veel talent maar ook met veel
hoogmoed en eerzucht. Ongelukkiglijk
had hij weinig voor zijne geloof broeders
te pleiten en de aanhangers van Rome
wachtten zich wel van hunne zaken aan
de handen van zulken ongeloovigen toe-
tevertrouwen. Ook viel het leven hem
bitter en binnen in zijn hert stormde het
met akelig geluid. Hij die zou willen
pralen en schitteren hebben, hij, die zich
geroepen voelde om beroemd te worden,
om te gebieden en te overheerschen, hij
bleef een nederige rechtsgeleerde, een
onbekende protestantsche advokaat.
Indien hij van geloofsbelijdenis ver
anderde, de schitterendste toekomst wa
re hem misschien beschoren
Die duivelsche gedachte was hem op
zekeren dag binnen gekomen, toen moe
deloosheid en bittere wanhoop hem hart
en brein gemarteld hadden.
Doch met afschuw wierp hij dit schrik
beeld van zich af, liep om troost en
hulp tot bij zijnen braven zielenherder,
den grijzen dominé, en zwoer bij Abra
ham, Isaak en Jacob van aan den Bijbel
voor altijd getrouw te blijven.
De hoop van eens als groot man gevleid
en gevreesd te wordenbleef echter bij
hem voortleven, doch met zoo weinig
kracht dat welhaast haren laasten
levenssprankel zou uitgedoofd zijn. Weg
dan met al wat hij eenmaal gedroomd
had
Eens, op zekeren dag, kreeg hij het
bezoek van eenen vreemden persoon,
die hem voor jecn bijzonder gehoor de
grootste geheimhouding afvroeg.
Welke woorden werden er daar tus-
schen die twee personagies gesproken,
welke beloften gedaanwelke eeden ge
zworen Niemand zal het ooit weten:
doch, korten tijd daarna deed den on
bekenden advokaat afstand van het pro-
testanismus, lijfde zich in bij het puik
der volbloedige ultramontanen en werd
de pleiter van gansch de kliek der korte
en langgerokte jesuieten.
Naam, geld, fortuin en aanzien waren
het loon van zijne verraderij, van zijne
afvalligheid
De vrijheid, die hij immer zoo innig
had geliefd, kreeg in hem haren onver-
zoenlijksten vijand.
Het onderwijs, de wetenschap, welke
hij steeds verdedigd had, werd nu door
hem afgebroken.
Leeraars, die hij vroeger diep achtte,
werden thans door hem gebroodroofd en
aan allerlei vervolgingen blootgesteld,
Dat zij er van doortrekken klonk
zijne haatdragende stem Liever het
Vaderland weg dan dat men een haar
der Roomsche dienaars krenke,'een on
wettig voorrecht der kerk afschaffe l
Wie is die man des kwaads
Wie is die slechte genius van Belgie
Vraag het aan Leopold II welke hem
met schande uit zijnen raad heeft moe
ten jagen.
Landbouw.
Maatschappij van Landbouw en
Kruidkunde van Aalst.
De Ileeren Leden van het Komiteit zullen
vergaderen den 21 Juli, om 3 ure namiddag, in
de Vier Winden.
DAGORDE
1° Uitstapje naar de hoeve van M. Baron
Peers te Oostcamp den 22 dezer te nemen
maatregels.
2° Uitdeeliug van het bundeltje vau M. Baron
Peers over de samenwerkende melkerij van
Oostcamp.
3° Prijskampen in 1890.
In de laatste zitting is er beslist geworden
dat de zittingen van het Komiteit toegankelijk
zijn voor al de leden.
Zij worden verzocht dezelve bij te wonen.
De vrucht der proefnemingen of hoe de landbouw
lang. ja te lang is misleid geworden.
Met genoegen zien wij dat de wetenschap
meer en meer een praktisch karakter aanwint.
Geen dag gaat er voorbij of men vindt Dieuwe
toepassingen gehoekt. Lang zag men zekere
adagen geeerd en men pastte er al de praktij
ken op toe. Het groot adage dat de landbouw
tot in deze laatste tijden overheerschte was
welzeker het gene dat er door de planten geene
voedstoffen konden opgeslorpt worden die zich
niet in den grond bevonden,iu staat van oplos
sing, en nogtans honderde feiten die niet eenen
deskundige onbewustzijn,bewijzendagelijkshet
tegenovergestelde. Echter wie weetniet, onder
andere feiten, dat een plant op een glaze plaat
wassende er de afteekeningen laat der wortel-
topjes of der haren die zij bezetten ;enop welke
wijze zijn zij er voortgebracht, ten zij omdat
zij het glas aangerand en ontbonden hebben
om er de potasch of bet silicium in staat van
kleizuur op te slorpen (1). Ja de baar spitsen
of toppen der wortels klessen zich zoodanig
aan den grond en aan de stoffen die zij lief
hebben vast, dat zij er zich, om zoo te zoggen,
mede vereenzelvigen, en dit om de ontbinding
en opslorping te bewerken. Eu de verslensing
van elk verplant gewas, vorplanting die min of
meer de verbreking veroorzaakt dient tot on
tegensprekelijk bewijs.
Deze waarneming is zij niet voldoende om
het hierboven aangehaald oud adage heel en
gansch in den groud te booren. Meu durfde
het woord des meesters niet tegenspreken
en dien eerbied beeft vele sommen gelds
aan den landbouwer gekost, want hij ook durf
de geene andere zelfstandigheden uit de mine
rale wereld getrokken gebruiken dan degene
die oplosbaar waren. En zoo hebben langen
tijd de scheikunde en de fabrikanten van mest
stoffen de landbouw geexploiteerd. lieden heb
ben de opzoekingen klaren dag gemaakt en er
is bewezen geworden door duizende waarne
mingen dat de planten de eigenschap bezitten
de onoplosbare zelfstandigheden door de voch
ten in hare wortelharen bevat op te lossen en
op te slorpen. 'T is een kwestie van tijd en
niet anders men voege er bij de werkingen
van de zelfstandigheden zuren en andere,
voortkomende der ontbindingen van den humus
enz. die in den zelfden zin werken onder den
invloed der lucht, des waters enz. en het oude
adage dat in stelsel werd voorgedragen en na
geleefd, valt of wordt heel in duigen geslagen.
Nu de oplosbare phosphaten werdeu uitslui-
telijk aan hooge prijzen aan den .landbouwer
verkochtdie nu nog aan 391/2 centiemen de kilo
gecoteerd staan, terwijl men Je minerale phos
phaten kan verkrijgen aan 9 centiemen den
kilo dus indien men deze gebruikt zal men
er zich vier maal zooveel vier dezelfde uitgave
kunnen verschaffenen deze voor dubbele hoe
veel heid in eens in den grond gewerkt zal vier
maal zoolang duren en dezelfde uitslagen ople-
al hadde men zijnen toeloop tot de oplosbare
phosphaten genomen. De landbouwer moet
zijne belangen leeren kennen en ze ter harte
nemen. En wil hij niet vooruitgaan des te
erger.
(Wij zullen er op weder komen in liet toe
komend nummer.
Het groen voeder op den stal voor de
melkkoeien.
Hoe vroeger men aan de melkkoeien het
groen voeder na het winter droog voeder, kan
opdisschen, des te winstgevend is de zomer-
voedering tot dusverre denken vele landbou
wers dat de klavers iu vermengeling met het
italiaansch ray gras het beste en een eenigste
zomer voeder moeten uitmaken. Die zoo denkt
misgrijpt zich leelijk. 't is nochtans niet te
betwisten dat op de tij dstippen waar men zekan
benuttigen, zij een der spaarzaamste en beste
voeders daarstelt. De dieren verdienen meer
zorg en om goede baat te geven mogen zij naai
de eerste snede der zomerklaver niet staan
wachten, die slechts mag aangevangen worden
als de bloenibotten zich vertoonen, men kan
drij weken vroeger klavers aan de melkkoeien
opdienen al men de incamaatklaver in den
herfst zaait. Deze klaver levert maar eene
snede, maar zij wast zeer vroeg in de lente.
Na de incamaatklaver, volgt dan de eerste sne-
der roode klaver. Iu dn lente na eenig verloop,
zal men eene mengeling van haver (het be
taamt de zwaar gebladerde soorten te verkiezen,
waaronder de zwarte verbeterde bellekens
haver de eerste plaats inneemt) en vitsen,
zaaien, om er van te genieten gedurende den
tijd die de eerste snede van de tweede snede
der roode klaver, afscheidt, en gebeurlijk nog
naar de tweede snede.
In den herfst voor het sluiten van de groene
voedering zal men het nagras der meerschen en
de rapen ten zijnen dienste vinden.
Het snijgraan en de snijgeerst welke in de
eerste lentedagen zoowel opwassen als zij wel
gemest en gevet zijn geworden mogen uit het
oog niet verloren worden. Zij geveu veel en
uitverkorene baat als zij snel hunne onwikke-
ling kunnen nemen.
IV eringboiid.
De bokken hebben eenen neringbond ge
sticht, om de misnoegdheid door de inrichting
van den Tap en der klerikale bakkerij veroor
zaakt zooveel mogelijk te bedaren, en alle
seheuring of afvalligheid te voorkomen. Vol
gens de verordeningen van dien neringbond
zal er geen katholieke cent meer bij een enkel
liberaal gaan. De liberale handelaars, stieldoe
ners, herberg- en winkeliers zullen geboy-
cotteerd worden't is te zeggen geen duit van
de katholieken meer te ontvangen krijgen.
Welnu, indien de liberalen hun plicht willen
begrijpen, indien zij tand voor tand en oog
voor oog willen stellen, dan ligt er voor onze
partij uit dit voorbeeld veel baatte trekken.
Wat hebben onze liberale neringdoeners van
de katholieke bazen Weinig, bijna niets.
Wat geven onze liberale kopstukkon bij
katholieken niet uit Veel, bijna alles
Dat is waarheid, dat kan niet geloochend
worden Is het dan geen hoog tijd, en vooral
wanneer de bokkenpartij er het voorbeeld van
geeft, van de handen uit de mouwen te steken
en met dezelfde munt te betalen, waarmede
men ons voldoet
Geen bier, geen brood, geeu vleesch, geene
kleeding, geene schooisels, geene hoeden, geene
specerijen meer dan van liberale herbergiers,
bakkers, beenhouwers, kleer,- schoen,- hoe
denmakers en winkeliers.
Al de liberale uitgaven naar liberale vrien
den dat zal, dat moet zijn.
De rijken vooral behoeven het voorbeeld te
gevenen 't is niet genoeg van het goede te
wiilen, ze moeten het goede doen.
Ze moeten hunne meiden en knechten ver
plichten van alles hij liberalen in te koopen
en nazien of ze wel gehoorzaamd worden.
Rijke menschen zijn vrij, die kunnen gaan
waar ze willen van geringe burgers kunnen of
mogen wij zooveel niet vergen.
De klerikalen hebben gemeend van ons met
hunnen neringbond den adem af te snijden zoo
de liberalen als liberalen willen handelen, dan
moet die instelling ons nieuwe kracht en meer
leven geven, daar wij er weinig bij te verliezen
en oneindig veel bij te wiunen hebben.
Niets dus meer gekocht dan bij liberalen
Niemand meer bevoordeeligd dan politieke
vrienden.
Oog voor oog tand voor tand I!
Burg-erwaclit.
Het zij ons toegelaten nog eens terug te
komen op de herinrichting onzer Burgerwacht.
Eenige cijfers welke wij, bij toeval, io het
verslag over den toestand der provincie vonden,
verschaffen ons de gelegenheid het waar doel
einde van dien partijakt aan te tuonen.
Hieronder geven wij een tafereel der tien
gemeenten onzer provincie waarde Burgerwacht
in werkelijken dienst is, met het cijfer barer
bevolking, dat vau het effectief der Wacht en
de verhouding tusschendie twee cijfers
Men ziet hieruit dat in gemeenten, op tien,
de Burgerwacht, in evenredigheid, talrijker is
dan hier. Wat Geeraardsbergen en Rouse be
treft, indien de verhouding er kleiner is dan te
Aalst komt het hierbij, dat, wanneer de Bur
gerwacht er ingericht werd, het grootste deel
der liberalen er stelselmatig uitgesloten werden
om een klerikaal officierskorps te kunnen
samenstellen. Denderbode bleef dus aan de
waarheid te kort toen hij, over eenige maan
den schrijven dorst dat het effectief hier
betrekkelijk grooter was dan waar ook in onze
provincie. De stad die, onder opzicht der stan
den barer bevolking, het best met Aalst over
eenkomt is Dendermonde, dus zou ook hier het
cijfer der verhouding tusacheu het aantal
inwoners en wachten gelijk moeten zijn met
dat onzer gebuurstad onze Wacht zou dus,
indien de optellingsraad gewetensvol zijne
taak had vervuld ongeveer 630 manschappen
kunnen tellen. Verdeeld in compagniën, zou
elke compagnie een effectief gehad hebben van
nagenoeg 80 wachten
Slimmeke beweerde destijds ook, dat de
getalsterkte eener compagnie van 100 man
schappen moest zijn, ol ten minste van 75,
wanneer het niet anders zijn kon. Het effectief
van 60 man, waarvan de wet op de Burger
wacht spreekt, wordt slechts aangenomen
altijd volgens Slimmeke, voor de gemeenten
waar er maar eene enkele compagnie kan
gevormd worden. Nu, uit bovenopgegeveu
tafereel blijkt het dat alleen de Wachten van
Gent en St. Niklaas 100 mannen per compagnie
tellen Te Geeraardsbergen, Ronse en Zele,
waar de Wacht 3 compagniën heeft, vindt men
respectievelijk slechts 65, 68 en 70 manschap
pen (per compagnie. Dus, ofwel beweerde
Denderbode iets dat hij zeker wist niet waar
te zijn, ofwel hebben zijne vrienden in deze
laatste drie plaatsen de wet overtreden.
Opmerkenswaardig is het, dat het bataljon
van St. Niklaas 34 manschappen MEER en
ééne compagnie MIN telt dan dat van Aalst
Die bijzonderheid doet ons de ware reden
kennen waarom onze Burgerwacht heringericht
werd. Werd ons bataljon in slechts 4 compa
gniën verdeeld, dan was het zeker dat men de
oudste kandidaten tot officiers van den sta;'
zou benoemd hebben. Welnu, het was onino
gelijk minder dan twee liberale compagniën
samentestellen en hijgevolg zou er gelijkheic
van stemmen geweest zijn. Nu, dat mocht
niet zijn, want Bébé moest majoor worden en
schijnt ook zijn uiterlijk dat te zijn van 'nen
afgeleefden grijzaard, de jongen wasnog
te jong om door recht van ouderdom gekozen
te worden. Die kleine uitleg bewijst zonne
klaar dat onze Burgerwacht alleenlijk herin
gerichtwerd omdat Bébé moest niaioor worden
omdat Bébé te Aalst zijn speeldingen moest
hebben.
Voorwaar, wij beklagen d* volksjongens di*
voor een glajbier of een sigaar aan de slippen
kangen die* nieuwgebakkea edelen, welk*
denken dat hun alle oor, ambten en overheid
van rechtew*ge toekomen m die in hun bin
nenste slecht* misprijzen en verachting hebben
voor den geringen burger en den oederigen
werkman.
het redelijk bijval heeft gehad, vooral wanneer
men in aanmerking neemt, dat het pompier
korps over geene groote middelen te beschikken
had
Wij hebben met genoegen bestadigd dat, vele
der kommissari8en het politiek van kant had
den gelaten hierin hebben zij wijselijk gehan
deld, vermits de verschillende pompierskorpsen
tot beide gezindheden behoorden.
We zullen niet zeggen zooals venijnige
Fier van de Hollandsche officieren lasterde
dat er donkaards liepen, maar we schrijven
zonder het minste kwaad inzicht, dat er goed
gepompt i^ geworden.
Kon het anders met die overgroot© hitte en
al dat stof
Het concert door het muziekkorps vau
Schaarbeke gegeven had v.eel volk naar de
merkt gelokt.
Bijna mislukte het bij gebrek aan stoelen
voorde HH. muziekanten. Er was daar een
moeial van de jonge garde welke maar niet
wilde dat de stoelen der Koninklijke Harmo
nie voor de liberalen van Schaerbeek zouden
dienen.. Gelukkiglijk werd hij ras met klink en
klank naar zijnen verfmolen gejaagd.
Het Concert was puik., de uitvoering mees-
terlij k en het kostte eventwel geene 500 fran
ken.
Het vuurwerk had er wat meer moes ach
ter gezeten zou zeker beter geweest zijn, de
vuurpijlen minder slap en het afsteken wat
rapper en gelijktijdig? r.
Ons besluit is dees er wordt voor denkermis
door de stad zoo vele honderden franken toela
gen aan prulleleesten besteed, die meestal geen
profijt voor t algemeen, maar winst voor
eenige vriendjes geven.
Hadden de pompiers mogen 500 f. meer be
steden ze hadden geheel wat beters kunnen
inrichten.
En nu om te sluiten eene aanmerking wij
keuren de gevaarlijke oefeningen af als ze niet
volstrekt noodig zijn. Een ongeluk gebeurt zoo
gemakkelijk en dan is het te laat.
Steentjes.
Sinds eeuige maanden is hier een liberaal
Comiteit voor propaganda, bij middel dei-
drukpers, werkzaam. Dit Comiteit verzendt
wekelijks eenige honderde liberale bladen,
vooral op de buitenwijken der stad. Eene
vrouw verklaarde ons ovar weinige dageu, dat
de onderpaatoocs de meu»cheu varbod*n heb-
bem die bladen nog te lezenze aan den post
bode weigeren mogen ze ook niet, want, zeggen
de zwartje*, dan keeren zij bij dejllberalen
terug, die ze weêr aan anderen zoaden staren:
wat er te doen valt is de bladen te aanvaarden
maar ze onmiddelijk, zelfs zonder den band
ervan los te maken, in het vuur te werpen.
De menschen van Mijl-en Schaarbeke durven
natuurlijk dit verbod niet overtreden.
Wat moeten de [papen toch schrikkelijk be
nauwd zijn dat de menschen de waarheid
zouden leeren kennen.
Ewel, tegenover [dien dwang moeten wij er
eenen anderen stellen.
Er zijn nog vele liberale herbergen waar
Land van Aalst, Werkman, Denderbode,
Land, Kleine Patriot, Nieuws van den Dag
en andere klerikale prul op de tafel liggen
de liberalen zouden zich moeten verstaan om,
buiten hoogst noodige gevallen, geene heiber
gen te bezoeken waar geen liberaal blad voor
handen is.
De liberale fabriekanten en werkersbazen,
op hunne beurt, zouden op hunne fabrieken en
werkhuizen de propaganda voor de liberale
bladen moeten ondersteunen hun werkvolk
kent veel te veel 't Nieuws van den Dag en
niet genoeg, om zoo te zeggen bijna niet, het
liberaal Laatste Nieuws.
Allons, liberalen, u wakker geschud de
handen uit de mouwen
Pompiersfeest.
Over 8 dagen drukten wij hier den wensch
uit van het feest der Pompiers te zien slagen,
daar de winkel- eu herbergiers van den gan-
schen kermis nog zoo bitter weinig gezien
hadden.
Welnu, wij bekennen het hier volgaarno, hot
feest van verleden Zondag heeft nog al wat
verteer in de stad gebracht, en was het niet
buitengewoon, toch mag men luidop zeggen dat
vaardigheid van M. Van Wambeke om hieraan
een einde te stellen.
't I» meer dan tijd in 't belang van allen.
Het Bestuur der Maatschappij van St.Fochus
zendt ons den volgenden brief ter inlassching
Aalst, .den 11 Juli 1889.
Mijnheer de Opsteller van'den Dender-
galm.
Men behandigt ons, uw nummer 191 vau
Zondag laatst, waarin er, onder opschrift
Bescheiden vraag, ons eenige ophelderingen
worden gevraagd over den zin van het verzoek
schrift, welk wij bij het Gemeentebestuur
hebben ingediend.
Alvoren op die Bescheiden vraag te ant
woorden, zou het ons aangenaam wezen te
weten of dezelve aan ons gericht is, door
degene uwer vrienden, die met ons samenwer
ken tot de heropbeuring van hoppeteelt en
hophandel, door verbetering van bewerking
des produkts; of wel dooi hen die denken,
wellicht om den alleenhandel te behouden, dat
de hop met stelen en bladeren geplukt, voor-
deeliger is dan de hop van zuiveren pluk en
goede bezorging
Van het oogenblik dat die vraag duidelijk
en klaar zal beantwoord wezen, zijn wij, van
onzen kant, volgaarne tot verdere bespreking
des onderwerps bereid.
Wij rekenen op de inlassching dezes brief in
uw naaste nummer en op een antwoord en
bieden u, intusschen M onze oprechte
groetenis.
Léon Van Ovebstraeten-IIyde.
C. De Coninok-De Windt.
Antwoord Die vraag is gedaan geworden
noch door een voorstaander, noch door een
tegenstaander van belleken een.
Als hophandelaars laten die Heeren verstaan
dat een gemeentebestuur niets beter kan doen
dan te werken in het voordeel van de nering
hunner lastgevers in 't algemeen.
Welnu, wij verlangen te weten of zij alleen
voor hunne kapelle prediken, of wel dat zij er
aan houden van alle neringdoende burgers op
gelijken voet bevoordeeligd te zien worden?? Er
behoeven daar geene derde personen tusschen
te komen, de zaak is klaar en eenvoudig genoeg.
De heer Doktoor Monfils, die om te rusten
zijn ontslag gaf van gemeenteraadsheer en
schepen van financon, doet zich nu om te rusten,
voorzitter kiezen onzer 'koophandelsrechtbank.
Och ja, wie zou er nog aan twijfelen, 'twas om
te rusten, ja zeker om te rusten en om geene
andere reden, dat M. Monfils zij ontslag gaf
van raadslid schepen: de gansch ontredderde
toestand van stadsfinantien had geene betrek
king met dit ontslag, geene I
De arme Vooruit heeft het van wege de
klerikale bladen erg te lijden, omdat dit socia
listisch blad, daags na M. Lambrecht's overlij
den een hoofdartikel tegen den hoogmoed en
de praalzucht vau dieu bisschop had afgekon
digd de gewijwaterde drukpers schreeuwde
om dit feit moord en brand tegen het gentsch
werkersorgaau. Dit laatste had wellicht beter
gedaan de rust van dit lijk niet te storen, maar
het zijn toch de klerikale bladen niet die het
den steen mogen toewerpen. Was het niet de
Journal de Bruxelles die den dood van
Frankrijk's grooten staatsman Thiers met een
c'est un bon débarras (hij is goed uit de
voeten) begroette Was het Denderbode niet
die met de schandelijkste spotternijen den
dood afk' ndigde van onzen steeds betreurden
vriend advokaat Janssens Achtte de heer
gouverneur van Antwerpen, een klerikaal, bij
het openen van den zittijd van Antwerpen
Gouwraad,het niet noodig in eenige hartelijke,
roerende woorden hulde te brengen aan de
nagedachtenis van Nand Van der Taelen, den
betreurden rolkstrubien der Sch*ldestad, op
wiens graf de klerikale drmkpera zoo Aeel
zwadder had g«*puwd
Nog de post.
Personen welke zaken in het postbureel te
regelen hebben klagen in het algemeen over
het ontoereikend getal beambten, welke daar
het overvloedig werk te verrichten hebben.
Geene week gaat voorbij zonder dat ons daar
over erustige en gegronde klachten geworden.
De beambten zijn overlast van werk, genieten
bijna niet de minste vrijheid en staan dan nog
voor de volstrekte onmogelijkheid van elkeen
op behoorlijken tijd te kunnen bedienen.
Men verzekert ons dat er steden zijn met
kleiner bevolking en veel minder nijverheid
dan Aalst, waar den postdienst meer bedienden
telt dan hier.
Die toestand kan onmogelijk blijven voort
duren ook doen wij een beroep op de dienst-
Reis van Vooruitgang door 't Werk
LA LOUVIÊRI,
op 1 Juli 1889.
Is reizeu vermoeiend en afmattend, het is
terzei vertij d aangenaam en leerrijk. Hoe
boeiend en juist men de natuur schilderen,
zijne eigene gewaarwordingen uitdrukken kan.
men blijft nog steeds beneden de werkelijkheid.
Hoe duidelijk men de werkingen der reusach
tige machienen weet uiteen te zetten is het
toch veel duidelijker wanneer men zelf getuige
van die werkingen is. Ik zal dus maar op be
knopte wijze beproeven weer te geven, wat ik
zooal heb aangestipt.
Verleden jaar reeds brachten de leden van
Vooruitgang door 't Werk een bezoek aan
de werkhuizen van den heer De Naeyer, te
Willebroeck. Thans was het de beurt aan La
Louvière, eene gemeente der provincie Hene
gouwen, en gelegen iu de streek, die men het
Centre noemt.
Reeds om 5 1 /2 ure 's morgens bevindt zich
het grootste deel der reisgezellen aan de statie,
het oogenblik van het vertrek afwachtende.
Wat zijn we talrijk deze maal 130 leden
staan gereed om de nijverheid van het Walen
land te gaan bewonderen. De trein zet zich
eindelijk in beweging en doorklieft de veelbe
lovende akkers van Vlaanderens bodem.
Hoe verder wij komen hoe meer de vruchten
ons aantoonen, dat de grond, waarop zij was
sen van mindere waarde is voor den landbouw.
Integendeel wat de bovenste lagen aan vrucht
baarheid ontbreken wordt door de binnenste
ruim vergoed.
Wij zijn reeds voorbij de steengroeven van
Ecaussinesnog eenige minuten en wij zijn er.
Na 3 uren in den trein gezeten te hebben heeft
iedereen haast om af te stappen. De heer
Bardiaux, die de bereidwilligheid hebben zal
ons tot gids te dienen, en aan wie wij hierover
hartelijk dankbaar zijn, verbeidde ons reeds.
Pas hebben wij eenige stappen gedaan of het
klonk halt. Wat zou er gaande zijn Enkel
eene kleine verrassing. In het Hotel de la
Station werd aan elk een fransch broodje met
hesp aangeboden. Of er eere werd, aan gedaan
behoef ik niet te zeggenDaarbij eens het bier
der streok geproefd en dan voort, want op reis
valt niet te slapen. Wij richten onze schreden
naar eenen pletmolon (luminoir). Het woord
zegt duidelijk wat men hierdoor verstaat. Men
vormt er het ijzer tot platen, waaraan men, bij
middel van cilinders de noodige dunte geven
kan. Ongelukkiglijk werkte men dien dag niet
en moesten wij ons vergenoegen een toertje
door het gesticht te doen. Ilopen wij eene
andere maal gelukkiger te zullen zijn.
In't voorbijgaan hadden wij het gemeente
huis hier evenwel niet stil te blijven, vooruit 1
Maar, br..., wat zwart stof, dat aan den grond
een somber voorkomen geeft. Hoe somber en
droef moet bet dan niet zijn, daar waar de
koolmijner, honderden meters diep zijn dago-
lijksch brood moet verdienen.
Wii komen aan de koolmijn genaamd Sars
Lonckamps. Hoe groot en uitgestrektEeu
bediende leidt ons eerst in de machienkamftrs.
Gedurig moet v*rsche lucht in de putten ge
drongen, het water, dat er soms door spletea
en kloven in druipt of er uit brouuen ont
springt uitgehaald worden dit is het werk dor
machienen. Nu komon wij a&n de opening van
den put. Vijf of zes wagentjes worden tegelijk
ingelaten en wanne ir ze met kolen gevuld zijn
bovengehaald, dan worden de wagentjes op
sporen naar de plaats gevoerd, waar de groote
steonkolen van de kleine gescheiden worden.
Met groote behendigheid rapen jongers en
meisjes er de zoogenoemde steenen uit. Wat
zien wij er ook reeds zwart uitHoe moet het
dan in de mijn zelf zijn, waar de werkman,
met een klein lichtje, op gevaar van zijn leven
12 achtereenvolgende uren aan zijnen lastigen
arbeid bezi is.
Nu komen wij aan de coke-ovens. Daar wor
den kolen tot coke verbrandt, die wij later
zullen zien verbruiken. Men opende juist een
der ovens. Men dreef met ijzeren werktuigen
de gloeiende coke naar buiten, waar men er
1
(1) Zie Sachs, Grandeau en al de praktiksoha phy-
siologen.
GEMEENTEN.
Bevol
king.
Getal
waohte*.
Wachten
per
inwoners
Uud*na*rd*.
Dendemosde.
Gent.
Eekloo.
Wetteran (1)
Aalst.
Geeraardslm-gen.
St. Niklaas.
Zeis (1) 3
Konse (1)
5,882
9,225
147.912
11,«50
12,500
23,090
10,818
27,772
13,500
15,000
250
254
1079
234
267
448
194
477
211
204
4,34
2,T6
2.09
2.00
2,00
1,91
1.10
1,70
1,*7
1,86
(1) Voor deze drie gemeenten is het cijfer slechts
approximatief, doch veeleer overdreven dan te laag
gesteld.
SAAB