redenaars den dorper de hand leenen'om hem uit de verdrukking los te rukken, en er vrije lieden van tejxmken. De zen ding der drukpers is overmachtig op den buiten, dat weten de clerikalen, en hunne bladen weten zij tot in de armste hutten toe aan den man te brengen. De dorpeling zelf, die zich in de onmoge lijkheid bevindt zijne woonplaats te ver laten, wordt door het dagblad op de hoogte gehouden van alles wat er buiten en in het land gebeurt. Menschen wier gezichteinder niet verder dringt dan binnen de enge palen van hunne buurt of hoogstens van hunne gemeente, moe ten bekend gemaakt worden met wat er buiten voorvalt, en door de lezing kennis bekomen der hedendaagsche vraagstukken van volksbelangen. Neven het logenachtig sermoen van den pastoor hoeft er een liberaal dagblad of eene vrijzinnige conferentie. Een tweede middel om dat soort van inkwisitie op den buiten te bevechten, moet eene ferme kortvleugeling der papen zijn, en gevolgenlijkna onze zegepraal eene inkrimping hunner jaarwedde. En derdens de zedelijke en stoffelijke vrijmaking van den dorpsonderwijzer, die door zijn ambt geroepen is om aan den verderfelijken invloed der priesters een einde te stellen. Op deze strijdmidde len komen wij nog terug. J.B.G. Een woeste apostaat. Er was eens een protestantisch advo- kaatje met veel talent maar ook met veel hoogmoed en eerzucht. Ongelukkiglijk had hij weinig voor zijne geloof broeders te pleiten en de aanhangers van Rome wachtten zich wel van hunne zaken aan de handen van zulken ongeloovigen toe- tevertrouwen. Ook viel het leven hem bitter en binnen in zijn hert stormde het met akelig geluid. Hij die zou willen pralen en schitteren hebben, hij, die zich geroepen voelde om beroemd te worden, om te gebieden en te overheerschen, hij bleef een nederige rechtsgeleerde, een onbekende protestantsche advokaat. Indien hij van geloofsbelijdenis ver anderde, de schitterendste toekomst wa re hem misschien beschoren Die duivelsche gedachte was hem op zekeren dag binnen gekomen, toen moe deloosheid en bittere wanhoop hem hart en brein gemarteld hadden. Doch met afschuw wierp hij dit schrik beeld van zich af, liep om troost en hulp tot bij zijnen braven zielenherder, den grijzen dominé, en zwoer bij Abra ham, Isaak en Jacob van aan den Bijbel voor altijd getrouw te blijven. De hoop van eens als groot man gevleid en gevreesd te wordenbleef echter bij hem voortleven, doch met zoo weinig kracht dat welhaast haren laasten levenssprankel zou uitgedoofd zijn. Weg dan met al wat hij eenmaal gedroomd had Eens, op zekeren dag, kreeg hij het bezoek van eenen vreemden persoon, die hem voor jecn bijzonder gehoor de grootste geheimhouding afvroeg. Welke woorden werden er daar tus- schen die twee personagies gesproken, welke beloften gedaanwelke eeden ge zworen Niemand zal het ooit weten: doch, korten tijd daarna deed den on bekenden advokaat afstand van het pro- testanismus, lijfde zich in bij het puik der volbloedige ultramontanen en werd de pleiter van gansch de kliek der korte en langgerokte jesuieten. Naam, geld, fortuin en aanzien waren het loon van zijne verraderij, van zijne afvalligheid De vrijheid, die hij immer zoo innig had geliefd, kreeg in hem haren onver- zoenlijksten vijand. Het onderwijs, de wetenschap, welke hij steeds verdedigd had, werd nu door hem afgebroken. Leeraars, die hij vroeger diep achtte, werden thans door hem gebroodroofd en aan allerlei vervolgingen blootgesteld, Dat zij er van doortrekken klonk zijne haatdragende stem Liever het Vaderland weg dan dat men een haar der Roomsche dienaars krenke,'een on wettig voorrecht der kerk afschaffe l Wie is die man des kwaads Wie is die slechte genius van Belgie Vraag het aan Leopold II welke hem met schande uit zijnen raad heeft moe ten jagen. Landbouw. Maatschappij van Landbouw en Kruidkunde van Aalst. De Ileeren Leden van het Komiteit zullen vergaderen den 21 Juli, om 3 ure namiddag, in de Vier Winden. DAGORDE 1° Uitstapje naar de hoeve van M. Baron Peers te Oostcamp den 22 dezer te nemen maatregels. 2° Uitdeeliug van het bundeltje vau M. Baron Peers over de samenwerkende melkerij van Oostcamp. 3° Prijskampen in 1890. In de laatste zitting is er beslist geworden dat de zittingen van het Komiteit toegankelijk zijn voor al de leden. Zij worden verzocht dezelve bij te wonen. De vrucht der proefnemingen of hoe de landbouw lang. ja te lang is misleid geworden. Met genoegen zien wij dat de wetenschap meer en meer een praktisch karakter aanwint. Geen dag gaat er voorbij of men vindt Dieuwe toepassingen gehoekt. Lang zag men zekere adagen geeerd en men pastte er al de praktij ken op toe. Het groot adage dat de landbouw tot in deze laatste tijden overheerschte was welzeker het gene dat er door de planten geene voedstoffen konden opgeslorpt worden die zich niet in den grond bevonden,iu staat van oplos sing, en nogtans honderde feiten die niet eenen deskundige onbewustzijn,bewijzendagelijkshet tegenovergestelde. Echter wie weetniet, onder andere feiten, dat een plant op een glaze plaat wassende er de afteekeningen laat der wortel- topjes of der haren die zij bezetten ;enop welke wijze zijn zij er voortgebracht, ten zij omdat zij het glas aangerand en ontbonden hebben om er de potasch of bet silicium in staat van kleizuur op te slorpen (1). Ja de baar spitsen of toppen der wortels klessen zich zoodanig aan den grond en aan de stoffen die zij lief hebben vast, dat zij er zich, om zoo te zoggen, mede vereenzelvigen, en dit om de ontbinding en opslorping te bewerken. Eu de verslensing van elk verplant gewas, vorplanting die min of meer de verbreking veroorzaakt dient tot on tegensprekelijk bewijs. Deze waarneming is zij niet voldoende om het hierboven aangehaald oud adage heel en gansch in den groud te booren. Meu durfde het woord des meesters niet tegenspreken en dien eerbied beeft vele sommen gelds aan den landbouwer gekost, want hij ook durf de geene andere zelfstandigheden uit de mine rale wereld getrokken gebruiken dan degene die oplosbaar waren. En zoo hebben langen tijd de scheikunde en de fabrikanten van mest stoffen de landbouw geexploiteerd. lieden heb ben de opzoekingen klaren dag gemaakt en er is bewezen geworden door duizende waarne mingen dat de planten de eigenschap bezitten de onoplosbare zelfstandigheden door de voch ten in hare wortelharen bevat op te lossen en op te slorpen. 'T is een kwestie van tijd en niet anders men voege er bij de werkingen van de zelfstandigheden zuren en andere, voortkomende der ontbindingen van den humus enz. die in den zelfden zin werken onder den invloed der lucht, des waters enz. en het oude adage dat in stelsel werd voorgedragen en na geleefd, valt of wordt heel in duigen geslagen. Nu de oplosbare phosphaten werdeu uitslui- telijk aan hooge prijzen aan den .landbouwer verkochtdie nu nog aan 391/2 centiemen de kilo gecoteerd staan, terwijl men Je minerale phos phaten kan verkrijgen aan 9 centiemen den kilo dus indien men deze gebruikt zal men er zich vier maal zooveel vier dezelfde uitgave kunnen verschaffenen deze voor dubbele hoe veel heid in eens in den grond gewerkt zal vier maal zoolang duren en dezelfde uitslagen ople- al hadde men zijnen toeloop tot de oplosbare phosphaten genomen. De landbouwer moet zijne belangen leeren kennen en ze ter harte nemen. En wil hij niet vooruitgaan des te erger. (Wij zullen er op weder komen in liet toe komend nummer. Het groen voeder op den stal voor de melkkoeien. Hoe vroeger men aan de melkkoeien het groen voeder na het winter droog voeder, kan opdisschen, des te winstgevend is de zomer- voedering tot dusverre denken vele landbou wers dat de klavers iu vermengeling met het italiaansch ray gras het beste en een eenigste zomer voeder moeten uitmaken. Die zoo denkt misgrijpt zich leelijk. 't is nochtans niet te betwisten dat op de tij dstippen waar men zekan benuttigen, zij een der spaarzaamste en beste voeders daarstelt. De dieren verdienen meer zorg en om goede baat te geven mogen zij naai de eerste snede der zomerklaver niet staan wachten, die slechts mag aangevangen worden als de bloenibotten zich vertoonen, men kan drij weken vroeger klavers aan de melkkoeien opdienen al men de incamaatklaver in den herfst zaait. Deze klaver levert maar eene snede, maar zij wast zeer vroeg in de lente. Na de incamaatklaver, volgt dan de eerste sne- der roode klaver. Iu dn lente na eenig verloop, zal men eene mengeling van haver (het be taamt de zwaar gebladerde soorten te verkiezen, waaronder de zwarte verbeterde bellekens haver de eerste plaats inneemt) en vitsen, zaaien, om er van te genieten gedurende den tijd die de eerste snede van de tweede snede der roode klaver, afscheidt, en gebeurlijk nog naar de tweede snede. In den herfst voor het sluiten van de groene voedering zal men het nagras der meerschen en de rapen ten zijnen dienste vinden. Het snijgraan en de snijgeerst welke in de eerste lentedagen zoowel opwassen als zij wel gemest en gevet zijn geworden mogen uit het oog niet verloren worden. Zij geveu veel en uitverkorene baat als zij snel hunne onwikke- ling kunnen nemen. IV eringboiid. De bokken hebben eenen neringbond ge sticht, om de misnoegdheid door de inrichting van den Tap en der klerikale bakkerij veroor zaakt zooveel mogelijk te bedaren, en alle seheuring of afvalligheid te voorkomen. Vol gens de verordeningen van dien neringbond zal er geen katholieke cent meer bij een enkel liberaal gaan. De liberale handelaars, stieldoe ners, herberg- en winkeliers zullen geboy- cotteerd worden't is te zeggen geen duit van de katholieken meer te ontvangen krijgen. Welnu, indien de liberalen hun plicht willen begrijpen, indien zij tand voor tand en oog voor oog willen stellen, dan ligt er voor onze partij uit dit voorbeeld veel baatte trekken. Wat hebben onze liberale neringdoeners van de katholieke bazen Weinig, bijna niets. Wat geven onze liberale kopstukkon bij katholieken niet uit Veel, bijna alles Dat is waarheid, dat kan niet geloochend worden Is het dan geen hoog tijd, en vooral wanneer de bokkenpartij er het voorbeeld van geeft, van de handen uit de mouwen te steken en met dezelfde munt te betalen, waarmede men ons voldoet Geen bier, geen brood, geeu vleesch, geene kleeding, geene schooisels, geene hoeden, geene specerijen meer dan van liberale herbergiers, bakkers, beenhouwers, kleer,- schoen,- hoe denmakers en winkeliers. Al de liberale uitgaven naar liberale vrien den dat zal, dat moet zijn. De rijken vooral behoeven het voorbeeld te gevenen 't is niet genoeg van het goede te wiilen, ze moeten het goede doen. Ze moeten hunne meiden en knechten ver plichten van alles hij liberalen in te koopen en nazien of ze wel gehoorzaamd worden. Rijke menschen zijn vrij, die kunnen gaan waar ze willen van geringe burgers kunnen of mogen wij zooveel niet vergen. De klerikalen hebben gemeend van ons met hunnen neringbond den adem af te snijden zoo de liberalen als liberalen willen handelen, dan moet die instelling ons nieuwe kracht en meer leven geven, daar wij er weinig bij te verliezen en oneindig veel bij te wiunen hebben. Niets dus meer gekocht dan bij liberalen Niemand meer bevoordeeligd dan politieke vrienden. Oog voor oog tand voor tand I! Burg-erwaclit. Het zij ons toegelaten nog eens terug te komen op de herinrichting onzer Burgerwacht. Eenige cijfers welke wij, bij toeval, io het verslag over den toestand der provincie vonden, verschaffen ons de gelegenheid het waar doel einde van dien partijakt aan te tuonen. Hieronder geven wij een tafereel der tien gemeenten onzer provincie waarde Burgerwacht in werkelijken dienst is, met het cijfer barer bevolking, dat vau het effectief der Wacht en de verhouding tusschendie twee cijfers Men ziet hieruit dat in gemeenten, op tien, de Burgerwacht, in evenredigheid, talrijker is dan hier. Wat Geeraardsbergen en Rouse be treft, indien de verhouding er kleiner is dan te Aalst komt het hierbij, dat, wanneer de Bur gerwacht er ingericht werd, het grootste deel der liberalen er stelselmatig uitgesloten werden om een klerikaal officierskorps te kunnen samenstellen. Denderbode bleef dus aan de waarheid te kort toen hij, over eenige maan den schrijven dorst dat het effectief hier betrekkelijk grooter was dan waar ook in onze provincie. De stad die, onder opzicht der stan den barer bevolking, het best met Aalst over eenkomt is Dendermonde, dus zou ook hier het cijfer der verhouding tusacheu het aantal inwoners en wachten gelijk moeten zijn met dat onzer gebuurstad onze Wacht zou dus, indien de optellingsraad gewetensvol zijne taak had vervuld ongeveer 630 manschappen kunnen tellen. Verdeeld in compagniën, zou elke compagnie een effectief gehad hebben van nagenoeg 80 wachten Slimmeke beweerde destijds ook, dat de getalsterkte eener compagnie van 100 man schappen moest zijn, ol ten minste van 75, wanneer het niet anders zijn kon. Het effectief van 60 man, waarvan de wet op de Burger wacht spreekt, wordt slechts aangenomen altijd volgens Slimmeke, voor de gemeenten waar er maar eene enkele compagnie kan gevormd worden. Nu, uit bovenopgegeveu tafereel blijkt het dat alleen de Wachten van Gent en St. Niklaas 100 mannen per compagnie tellen Te Geeraardsbergen, Ronse en Zele, waar de Wacht 3 compagniën heeft, vindt men respectievelijk slechts 65, 68 en 70 manschap pen (per compagnie. Dus, ofwel beweerde Denderbode iets dat hij zeker wist niet waar te zijn, ofwel hebben zijne vrienden in deze laatste drie plaatsen de wet overtreden. Opmerkenswaardig is het, dat het bataljon van St. Niklaas 34 manschappen MEER en ééne compagnie MIN telt dan dat van Aalst Die bijzonderheid doet ons de ware reden kennen waarom onze Burgerwacht heringericht werd. Werd ons bataljon in slechts 4 compa gniën verdeeld, dan was het zeker dat men de oudste kandidaten tot officiers van den sta;' zou benoemd hebben. Welnu, het was onino gelijk minder dan twee liberale compagniën samentestellen en hijgevolg zou er gelijkheic van stemmen geweest zijn. Nu, dat mocht niet zijn, want Bébé moest majoor worden en schijnt ook zijn uiterlijk dat te zijn van 'nen afgeleefden grijzaard, de jongen wasnog te jong om door recht van ouderdom gekozen te worden. Die kleine uitleg bewijst zonne klaar dat onze Burgerwacht alleenlijk herin gerichtwerd omdat Bébé moest niaioor worden omdat Bébé te Aalst zijn speeldingen moest hebben. Voorwaar, wij beklagen d* volksjongens di* voor een glajbier of een sigaar aan de slippen kangen die* nieuwgebakkea edelen, welk* denken dat hun alle oor, ambten en overheid van rechtew*ge toekomen m die in hun bin nenste slecht* misprijzen en verachting hebben voor den geringen burger en den oederigen werkman. het redelijk bijval heeft gehad, vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat het pompier korps over geene groote middelen te beschikken had Wij hebben met genoegen bestadigd dat, vele der kommissari8en het politiek van kant had den gelaten hierin hebben zij wijselijk gehan deld, vermits de verschillende pompierskorpsen tot beide gezindheden behoorden. We zullen niet zeggen zooals venijnige Fier van de Hollandsche officieren lasterde dat er donkaards liepen, maar we schrijven zonder het minste kwaad inzicht, dat er goed gepompt i^ geworden. Kon het anders met die overgroot© hitte en al dat stof Het concert door het muziekkorps vau Schaarbeke gegeven had v.eel volk naar de merkt gelokt. Bijna mislukte het bij gebrek aan stoelen voorde HH. muziekanten. Er was daar een moeial van de jonge garde welke maar niet wilde dat de stoelen der Koninklijke Harmo nie voor de liberalen van Schaerbeek zouden dienen.. Gelukkiglijk werd hij ras met klink en klank naar zijnen verfmolen gejaagd. Het Concert was puik., de uitvoering mees- terlij k en het kostte eventwel geene 500 fran ken. Het vuurwerk had er wat meer moes ach ter gezeten zou zeker beter geweest zijn, de vuurpijlen minder slap en het afsteken wat rapper en gelijktijdig? r. Ons besluit is dees er wordt voor denkermis door de stad zoo vele honderden franken toela gen aan prulleleesten besteed, die meestal geen profijt voor t algemeen, maar winst voor eenige vriendjes geven. Hadden de pompiers mogen 500 f. meer be steden ze hadden geheel wat beters kunnen inrichten. En nu om te sluiten eene aanmerking wij keuren de gevaarlijke oefeningen af als ze niet volstrekt noodig zijn. Een ongeluk gebeurt zoo gemakkelijk en dan is het te laat. Steentjes. Sinds eeuige maanden is hier een liberaal Comiteit voor propaganda, bij middel dei- drukpers, werkzaam. Dit Comiteit verzendt wekelijks eenige honderde liberale bladen, vooral op de buitenwijken der stad. Eene vrouw verklaarde ons ovar weinige dageu, dat de onderpaatoocs de meu»cheu varbod*n heb- bem die bladen nog te lezenze aan den post bode weigeren mogen ze ook niet, want, zeggen de zwartje*, dan keeren zij bij dejllberalen terug, die ze weêr aan anderen zoaden staren: wat er te doen valt is de bladen te aanvaarden maar ze onmiddelijk, zelfs zonder den band ervan los te maken, in het vuur te werpen. De menschen van Mijl-en Schaarbeke durven natuurlijk dit verbod niet overtreden. Wat moeten de [papen toch schrikkelijk be nauwd zijn dat de menschen de waarheid zouden leeren kennen. Ewel, tegenover [dien dwang moeten wij er eenen anderen stellen. Er zijn nog vele liberale herbergen waar Land van Aalst, Werkman, Denderbode, Land, Kleine Patriot, Nieuws van den Dag en andere klerikale prul op de tafel liggen de liberalen zouden zich moeten verstaan om, buiten hoogst noodige gevallen, geene heiber gen te bezoeken waar geen liberaal blad voor handen is. De liberale fabriekanten en werkersbazen, op hunne beurt, zouden op hunne fabrieken en werkhuizen de propaganda voor de liberale bladen moeten ondersteunen hun werkvolk kent veel te veel 't Nieuws van den Dag en niet genoeg, om zoo te zeggen bijna niet, het liberaal Laatste Nieuws. Allons, liberalen, u wakker geschud de handen uit de mouwen Pompiersfeest. Over 8 dagen drukten wij hier den wensch uit van het feest der Pompiers te zien slagen, daar de winkel- eu herbergiers van den gan- schen kermis nog zoo bitter weinig gezien hadden. Welnu, wij bekennen het hier volgaarno, hot feest van verleden Zondag heeft nog al wat verteer in de stad gebracht, en was het niet buitengewoon, toch mag men luidop zeggen dat vaardigheid van M. Van Wambeke om hieraan een einde te stellen. 't I» meer dan tijd in 't belang van allen. Het Bestuur der Maatschappij van St.Fochus zendt ons den volgenden brief ter inlassching Aalst, .den 11 Juli 1889. Mijnheer de Opsteller van'den Dender- galm. Men behandigt ons, uw nummer 191 vau Zondag laatst, waarin er, onder opschrift Bescheiden vraag, ons eenige ophelderingen worden gevraagd over den zin van het verzoek schrift, welk wij bij het Gemeentebestuur hebben ingediend. Alvoren op die Bescheiden vraag te ant woorden, zou het ons aangenaam wezen te weten of dezelve aan ons gericht is, door degene uwer vrienden, die met ons samenwer ken tot de heropbeuring van hoppeteelt en hophandel, door verbetering van bewerking des produkts; of wel dooi hen die denken, wellicht om den alleenhandel te behouden, dat de hop met stelen en bladeren geplukt, voor- deeliger is dan de hop van zuiveren pluk en goede bezorging Van het oogenblik dat die vraag duidelijk en klaar zal beantwoord wezen, zijn wij, van onzen kant, volgaarne tot verdere bespreking des onderwerps bereid. Wij rekenen op de inlassching dezes brief in uw naaste nummer en op een antwoord en bieden u, intusschen M onze oprechte groetenis. Léon Van Ovebstraeten-IIyde. C. De Coninok-De Windt. Antwoord Die vraag is gedaan geworden noch door een voorstaander, noch door een tegenstaander van belleken een. Als hophandelaars laten die Heeren verstaan dat een gemeentebestuur niets beter kan doen dan te werken in het voordeel van de nering hunner lastgevers in 't algemeen. Welnu, wij verlangen te weten of zij alleen voor hunne kapelle prediken, of wel dat zij er aan houden van alle neringdoende burgers op gelijken voet bevoordeeligd te zien worden?? Er behoeven daar geene derde personen tusschen te komen, de zaak is klaar en eenvoudig genoeg. De heer Doktoor Monfils, die om te rusten zijn ontslag gaf van gemeenteraadsheer en schepen van financon, doet zich nu om te rusten, voorzitter kiezen onzer 'koophandelsrechtbank. Och ja, wie zou er nog aan twijfelen, 'twas om te rusten, ja zeker om te rusten en om geene andere reden, dat M. Monfils zij ontslag gaf van raadslid schepen: de gansch ontredderde toestand van stadsfinantien had geene betrek king met dit ontslag, geene I De arme Vooruit heeft het van wege de klerikale bladen erg te lijden, omdat dit socia listisch blad, daags na M. Lambrecht's overlij den een hoofdartikel tegen den hoogmoed en de praalzucht vau dieu bisschop had afgekon digd de gewijwaterde drukpers schreeuwde om dit feit moord en brand tegen het gentsch werkersorgaau. Dit laatste had wellicht beter gedaan de rust van dit lijk niet te storen, maar het zijn toch de klerikale bladen niet die het den steen mogen toewerpen. Was het niet de Journal de Bruxelles die den dood van Frankrijk's grooten staatsman Thiers met een c'est un bon débarras (hij is goed uit de voeten) begroette Was het Denderbode niet die met de schandelijkste spotternijen den dood afk' ndigde van onzen steeds betreurden vriend advokaat Janssens Achtte de heer gouverneur van Antwerpen, een klerikaal, bij het openen van den zittijd van Antwerpen Gouwraad,het niet noodig in eenige hartelijke, roerende woorden hulde te brengen aan de nagedachtenis van Nand Van der Taelen, den betreurden rolkstrubien der Sch*ldestad, op wiens graf de klerikale drmkpera zoo Aeel zwadder had g«*puwd Nog de post. Personen welke zaken in het postbureel te regelen hebben klagen in het algemeen over het ontoereikend getal beambten, welke daar het overvloedig werk te verrichten hebben. Geene week gaat voorbij zonder dat ons daar over erustige en gegronde klachten geworden. De beambten zijn overlast van werk, genieten bijna niet de minste vrijheid en staan dan nog voor de volstrekte onmogelijkheid van elkeen op behoorlijken tijd te kunnen bedienen. Men verzekert ons dat er steden zijn met kleiner bevolking en veel minder nijverheid dan Aalst, waar den postdienst meer bedienden telt dan hier. Die toestand kan onmogelijk blijven voort duren ook doen wij een beroep op de dienst- Reis van Vooruitgang door 't Werk LA LOUVIÊRI, op 1 Juli 1889. Is reizeu vermoeiend en afmattend, het is terzei vertij d aangenaam en leerrijk. Hoe boeiend en juist men de natuur schilderen, zijne eigene gewaarwordingen uitdrukken kan. men blijft nog steeds beneden de werkelijkheid. Hoe duidelijk men de werkingen der reusach tige machienen weet uiteen te zetten is het toch veel duidelijker wanneer men zelf getuige van die werkingen is. Ik zal dus maar op be knopte wijze beproeven weer te geven, wat ik zooal heb aangestipt. Verleden jaar reeds brachten de leden van Vooruitgang door 't Werk een bezoek aan de werkhuizen van den heer De Naeyer, te Willebroeck. Thans was het de beurt aan La Louvière, eene gemeente der provincie Hene gouwen, en gelegen iu de streek, die men het Centre noemt. Reeds om 5 1 /2 ure 's morgens bevindt zich het grootste deel der reisgezellen aan de statie, het oogenblik van het vertrek afwachtende. Wat zijn we talrijk deze maal 130 leden staan gereed om de nijverheid van het Walen land te gaan bewonderen. De trein zet zich eindelijk in beweging en doorklieft de veelbe lovende akkers van Vlaanderens bodem. Hoe verder wij komen hoe meer de vruchten ons aantoonen, dat de grond, waarop zij was sen van mindere waarde is voor den landbouw. Integendeel wat de bovenste lagen aan vrucht baarheid ontbreken wordt door de binnenste ruim vergoed. Wij zijn reeds voorbij de steengroeven van Ecaussinesnog eenige minuten en wij zijn er. Na 3 uren in den trein gezeten te hebben heeft iedereen haast om af te stappen. De heer Bardiaux, die de bereidwilligheid hebben zal ons tot gids te dienen, en aan wie wij hierover hartelijk dankbaar zijn, verbeidde ons reeds. Pas hebben wij eenige stappen gedaan of het klonk halt. Wat zou er gaande zijn Enkel eene kleine verrassing. In het Hotel de la Station werd aan elk een fransch broodje met hesp aangeboden. Of er eere werd, aan gedaan behoef ik niet te zeggenDaarbij eens het bier der streok geproefd en dan voort, want op reis valt niet te slapen. Wij richten onze schreden naar eenen pletmolon (luminoir). Het woord zegt duidelijk wat men hierdoor verstaat. Men vormt er het ijzer tot platen, waaraan men, bij middel van cilinders de noodige dunte geven kan. Ongelukkiglijk werkte men dien dag niet en moesten wij ons vergenoegen een toertje door het gesticht te doen. Ilopen wij eene andere maal gelukkiger te zullen zijn. In't voorbijgaan hadden wij het gemeente huis hier evenwel niet stil te blijven, vooruit 1 Maar, br..., wat zwart stof, dat aan den grond een somber voorkomen geeft. Hoe somber en droef moet bet dan niet zijn, daar waar de koolmijner, honderden meters diep zijn dago- lijksch brood moet verdienen. Wii komen aan de koolmijn genaamd Sars Lonckamps. Hoe groot en uitgestrektEeu bediende leidt ons eerst in de machienkamftrs. Gedurig moet v*rsche lucht in de putten ge drongen, het water, dat er soms door spletea en kloven in druipt of er uit brouuen ont springt uitgehaald worden dit is het werk dor machienen. Nu komon wij a&n de opening van den put. Vijf of zes wagentjes worden tegelijk ingelaten en wanne ir ze met kolen gevuld zijn bovengehaald, dan worden de wagentjes op sporen naar de plaats gevoerd, waar de groote steonkolen van de kleine gescheiden worden. Met groote behendigheid rapen jongers en meisjes er de zoogenoemde steenen uit. Wat zien wij er ook reeds zwart uitHoe moet het dan in de mijn zelf zijn, waar de werkman, met een klein lichtje, op gevaar van zijn leven 12 achtereenvolgende uren aan zijnen lastigen arbeid bezi is. Nu komen wij aan de coke-ovens. Daar wor den kolen tot coke verbrandt, die wij later zullen zien verbruiken. Men opende juist een der ovens. Men dreef met ijzeren werktuigen de gloeiende coke naar buiten, waar men er 1 (1) Zie Sachs, Grandeau en al de praktiksoha phy- siologen. GEMEENTEN. Bevol king. Getal waohte*. Wachten per inwoners Uud*na*rd*. Dendemosde. Gent. Eekloo. Wetteran (1) Aalst. Geeraardslm-gen. St. Niklaas. Zeis (1) 3 Konse (1) 5,882 9,225 147.912 11,«50 12,500 23,090 10,818 27,772 13,500 15,000 250 254 1079 234 267 448 194 477 211 204 4,34 2,T6 2.09 2.00 2,00 1,91 1.10 1,70 1,*7 1,86 (1) Voor deze drie gemeenten is het cijfer slechts approximatief, doch veeleer overdreven dan te laag gesteld. SAAB

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1889 | | pagina 2