HET GEHEIM 4de Jaar. Nummer 35 (197) Zondag 18 August! 1889. Abonnementsprijs LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor de stad. 6 fr 50 voor den buiten, VRIJS PER NUMMER 10 CEN TIMEN. voorop betaalbaar, Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buitenvoor de stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgang sir aat 10, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 centimen Prijs der AnnoncenJ Keklomeni 76 cenümen j per drukregel. Vonnissen op de derde bladzijde, frank. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het bad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST 17 AUGUSTI Herziening der kiezerslijsten. Wij sporen dringend onze vrienden aau, die er het recht toe hebben, van hunne inschrijving op de kiezerslijsten aan te vragen. l)e herziening dier lijsten moet van den 1 tot den 14 Augusti gebeuren, zii is van groot belang dees jaar aangezien deze lijsten zullen dienen voor de kiezingen van 1890. Dit bericht betreft bijzonderlijk 1" De personen die belastingen betalen in andere gemeenten. 2° Degenen, die door afsterven de zaken hunner ouders voortdoen of goederen erven. 3° De oudste zonen of schoonzonen, van we duwen die den cijns betalen. 4* De burgers die 't zij door hunne bedienin gen, graden of bekwaamheidsbewijzen, zouden kunnen ingeschreven worden in hoedanigheid van bekwaamheidskiezer. (Wet van 24 Augusti 1883.) Volgens de bepalingen der wet, mag het ge meentebestuur geen gevolg geven aan de aan vragen tot inschrijving aangeboden na den 30 Augusti. De liberalen die het recht hebben kiezer te zijn en op de kiezerlijst welke in de poort van het stadhuis hangt niet staau, worden ver zocht zich te wenden tot het bureel der Libe rale Associatie, in den Graaf van Egmont Groote Markt, alle dagen van 9 ure 's mor gens tot 's middags, en van 2 tot 5 ure 's a- vonds, en des zondags van 8 1/2 tot 10 ure. waar hun de noodige inlichtingen zullen gege ven worden. Het komiteit der Associatie verzoekt al de liberalen haar zonder uitstel de personen aan te duiden, waarvan de inschrijving zou kunnen gevraagd worden. Het bureel belast zich gbatis de noodige pogingen aan te wenden om hunne inschrijving te verkrijgen door het gemeentebestuur. TtnitPiiilandsch politiële overzicht. Parijs. Het booge gerechtshof heeft dijnsdag zijne uitspraak gedaan. De klerikale senateurs hebben de onbe voegdheid van het hot gepleten, en na de verwerping van hun voorstel, aan de beraadslagingen geen deel meer wil len nemen. Boulanger, Rochefort en Dillon als plichtig erkend voor aanslag, samen zweering en geldafpersing, werden allen tot opsluiting in eene versterking ver oordeeld. jBerlijn. De keizer van Oostenrijk is deze week te Berlijn de gast geweest van 42. VAN DEN BANKIER. Willem II. De ontvangst was buitengewoon schit teren, de geestdrift vooral onbeschrijfe lijk. Het volk en het leger schijnen bij zonder prijs te hechten aan het driedub bel verbond van Duitschland, Oosten rijk en Italië. Overal waren de kleuren dezer drie natiën gemengd, overal prijkten de borstbeelden der drie vorsten. Dit bezoek versterkt de vriendschaps banden tusschen beide volkeren en geeft eene nieuwe verzekering voor den alge- meenen vrede. Londen. In de hooge Kamer werd er maandag laatst eene belangrijke rede voering door een gewezen onder-konin x van Ierland uitgesproken. Zijn besluit Awam hier op neer, dat Engeland voor goed Egypte zou moeten bemeesteren, met er eene engelsche kolonie .van te maken. Despreker heeft wel niet let terlijk gezegd van Egypte bij Engeland in te lijvenmaar zijne verklaringen be rekenden niet minder. De eerste minis ter heeft hierop met veel behendigheid geantwoord dat Engeland reeds veel voor Egypte gedaan heeft, doch, zoo uet moet zijn, nog meer kan doen, het geen zooveel beteekeut als: wij zullen de peer plukken als ze rijp is. Turkije. De gezanten der vreemde mogendheden dringen er op aan om de orde in 't eiland Kreta zoo gauw moge lijk te herstellen. Zij eischen dat de Sultan strenge maatregelen neme om alle verdere wanorders te voorkomen en onvermijdelijke bloedstortingen te voor komen. 1 )wnng en Vrijheid. De leden der rechterzijde uit de ka mer schijnen eindelijk eenen ijver aan boord te leggen voor de regeling des arbeids door een soort van Staatssocia- lism. Wie zou dat ooit gedacht hebben Het is omdat de geestelijkheid op hare laatste congressen het sociaal vraagstuk onderzocht heeft, en het meent door eenige huismiddeltjes ten bate voor ha ren conservatieven invloed dit op te los sen. Ja de tijden zijn veranderd de rech terzijde neemt thans als waarheid aan wat zij tien jaren geleden bestreed. Onze lezers zullen zich misschien nog herinneren dat wij in ons artikel van 23 juni Onze vrouwen getiteld, naar aanleiding van het wetsontwerp over het werk der meisjes in de koolmijnen zeg den Het is zonder verwijl dat er wetten moeten uitgevaardigd worden. Onge lukkiglijk stoot men op de vrijheid wanneer men de openbare denkwijze tot wet wil overbrengen. Tot hiertoe, en misschien nog lang, zal de vrijheid, en zelfs de vrijheid om vrouw en kind zonder kennis te laten opgroeien, de gedachte van maatschappelijke solda- rifeit belemmeren. De Kamer heeft gedurende twee we ken al hare zittingen aan het bepleiten van een wetsontwerp besteed over de regeling van den arbeid der vrouw en der kinderen in de koolmijnen en in de fabrieken. Zulke wet is voorwaar niet vrij van bezwaren zij staat met het al- lergewichtigtst socialism in verband. In de drukpers vindt die wet meer bij val dan men verwachten zou, en over het grondbegin schijnt men nog al eens gezind doch volgens eenigen riekt zij te veel naar staatssocialism, maakt in breuk op de vrijheid, als zou zij voor gevolg hebben menige nijverheid te be lemmeren het inkomen van de huisge zinnen te verminderen en vervolgens nog de volksarmoede te ontwikkelen. Indien onze wetgevers op weg zijn naar het Staatssocialisme, toch zijn zij maar halverwege beginnen te reizen zon der rondgezien te hebben wat er rondom en langs de eerste helft der baan te wie den valt. De grondwet machtigt onze meesters wetten te maken over eigen dom, belastingen, gezag, werk en loon en zij beginnen met de onteigening van vrouw en kind, zonder voor die onteige ning eenige schadeloosstelling in de plaats over te hebben. Toch vinden wij dat de Staat het recht heeft den arbeid aan de minderjarige kinderen te verbieden, op de fabrieken en vooral in de mijnen. Maar, de Staat die recht heeft tusschen te komen om vrouwen en kinderen te beschermen, en deze onder zijne voogdij te nemen, had eerst en vooral de plicht eene wet te stemmen die voor de kinderen den schooldwang oplegt. Het liberaal goevernement wilde vroe ger met dezen laatsten maatregel begin nen, en de eerste zou er noodzakelijk op gevolgd hebben. Hoe komt het nu dat de clerikale rechterzijde, welke zich vroeger tegen de heerschappij van den Staat verklaarde, en zich achter het va derlijk gezag verschuilde, van dat alles geene rekening meer houdt Begrijpen onze wetgevers dan niet dat de werkersvraagstukken van on derwijs, arbeid en loon zoo innig met elkander verbonden zijn, dat het eene niet kan opgelost worden zonder het andere. Yan na 1887, ten tijde van het werkenkwest hebben wij bewezen dat het niet door spaarkassen, patronagiën of de openbare liefdadigheid is dat het kwaad in den grond kan verholpen wor den. Het zijn de zeden, de wetenschap, de maatschappelijke verantwoordelijkheid, en de wetten over het erfrecht in zijde- lingsche lijn, die de voorwaarden van den arbeid zullen verbeteren, en deze zijn de vooraleerste middelen door het vooruitstrevend regiem aangewezen. Het onderwijs ie het beschavendst element bij uitmuntendheid dat de Staat dient in handen te hebben hij heeft maar toelagen vast te stellen voor volk scholen voor iedereen, maar daarvoor heeft de regeering weinig over. Yan zoo de huidige regeering aan het bewind kwamis zij begonnen de scholen voor volwassenen af te schaffen Kwansuis om de vrouw te beschermen gaat men er vele zoo zeggen onze nij verheids- en kolenbazen in nog meer armoede en ellende dompelen, en om het kind te beschermen tegen het mis bruik van een vroegtijdig werk, heeft men nagelaten vooreerst eene wet uit te vaardigen om door het verplicht onder wijs de kleinen aan de onwetendheid en aan de straatlooperij te ontrekken. Een kind dat niets uitvoert is verloren voor later. Men zegt dat dit de theorie der socia listen zou zijn. Dit belet niet dat zij al leen de goede is. Het is niet genoeg dat de Staat slechts voor doel hebbe de orde te verzekeren, het recht te handhaven, en zoo doende aan alle uitingen der men- schelijke werkzaamheid volle vrijheid te laten. Indien de Staat zoo onverschillig te midden der steeds aangroeiende el lende dezer wereld bleef wandelen, dan zouden de sterken altijd zegepralen en zich mogen verheugen, maar de on afzienbare rein der zwakken zouden blijven tandeknarsen en het leven ver maledijden. Neen, de Staat moet de natuurlijke bezorger zijn van het algemeen belang, de uitdeeler der keunis die ook wel een eigendom is en voorzien in al wat door het bijzonder initiatief niet genoeg zaam wordt verwezenlijkt. Er bestaat geen dwang in het uitoefe nen of het doen uitvoeren van eene daad welke het openbaar belang, de openbare orde of het oppergezag voor doel heeft. Zoo mag men geenszins voor dwang aanzien de verplichting der belastingen, de krijgsdienst, de school, de zedelijk- Een rustige vrede beerschte op dien dag, zoowel in het hart der moeder als der dochter. Geen oogenblik kon Violette het geheime ver driet vergeten, dat zij ondervond door haar geloof aan de onstandvastigheid van George Stanmoremaar er wal in haar karakter geen schijn of schaduw van zelfzucht en geen verdriet, dat haar zelve trof, kon haar gemoed niet geheel en al innemen, of haar onverschillig maken voor het lot van hen, die zij lief had. Heden had zij voor de eerste maal, sedert den nooit te vergeten dag, waarop de tijding van het vergaan van den kapitein als een donderslag haar overvallen was, een glimlach, een helderen glimlach, op het gelaat harer moeder zien te voorschijn komen. Heden voor de eerste maal sedert dien wanhopigen stond scheen het alsof Clara Westford bijna gelukkig was. Reeds vroeg begaf Violette zich den volgen den morgen naar het Circense Theatre om bij de lezing tegenwoordig te zijn van het eerste «tuk, waarin zij voor het eerst als actrice zou optreden. Zij voelde zich opgeruimd en had geen het minste voorgevoel van het dreigend onweer, dat haar boven het hoofd hing. En nogtans was het uur nabij Rupert God- win had als een tieger zijn slachtoffer beloerd en de markies van Roxleydale zou de uitvoer der zijn van het helsche plan, dat hij had beraamd. Wat den markies betreft, deze was niets anders dan een lijdelijk werktuig in de handen van den verleider. Rupert Godwin had alles overlegd en lord Roxleydale wist dat hij niets te doen had dan te handelen. Violette was gekleed voor hare rol in de pan- tomine. Zij zag er schooner dan ooit uit in haar kleed van zilvergaas. Hare gouden lokken vie len op hare schouders neder. Rupert Godwin had door zijn goud eene der tooneolspeelsters bewogen om Violette naar het foyer te lokken. Nauwelijks was het meisje daar, of ook de bankier en de markies traden het foyer binnen. Deze was vergezeld van zijnen vriend Sem- pronius. Het uur waarop de markies en zijne beide vrienden zich moesten vertoonen, was met sluwe berekening bepaald. Lord Roxleydale was op zijn manier verliefd en beschroomd als een jong meisje, dat voor de eerste maal eene balzaal binnentreedt. De bankier was zijnzelven meester en be kwaam om 't slecht plan te volvoeren. Hij hield zich eerst met de andere actricen bezig en scheen Violette bijna niet op te mer ken,hoewel hij terstond getroffen was gewor den door de trekken van het meisje. Eindelijk werd de kennis gemaakt en eene der tooneelspeelsters stelde de heer Sempronius Sykemore aan hare vriendin, miss Watson, voor. Violette, die aan de manieren der beschaafde wereld gewoon was, werd door deze voorstel ling in geenen deel verlegen gemaakt. Lord Roxleydaelè hield zich op den achter grond en verschool zich achter den bankier, buiten staat om een woord te zeggen, zoozeer was hij door de schoonheid van Violette ge troffen. Hij zweeg en kon slechts Violette in stomme bewondering aanstaren, terwijl de heer Sem pronius Sykemore alle mogelijke buitensporige complimenten maakte. Violette herinnerde zich niet, Rupert Godwin ooit vroeger gezien te hebben, want onder de menigte gasten bij inrs Trevor had zij hem volstrekt niet opgemerkt. En toch was er iets in zijn gelaat ietsin den levendigen blik zijner donkere oogen, dat haar zonderling bekend scheen te zijn. Zij kon niet Dalaten zich daarover te verwon dereu, terwijl de beide vreemde heeren en de andere vrouwen om haar heen zaten te praten Te midden van het levendige gesprek bleef zij afgetrokken eu gaf verkeerd antwoorden op de vragen wefke men tot haar richtte. Weldra echter kwam de tooneelknecht hen waarschuwen dat de pantomine zou beginnen. Violette groette de heeren met een gezicht van kalme waardigheid, toen zij het vertrek verliet. Van het bogin tot het einde had zij zich tegenover hen gedragen, evenals zij zou gedaan hebben, wanneer zi] hen in den salon van de eene of andere kennis had aangetroffen, en zij had geen de minste gedachte dat het mogelijk kon zijn dat iemand slechte bedoelingen om trent haar koesterde, eenig en alleen omdat zij haar aan het tooneef aantroffen, waar zij haar brood verdiende Wel, mijn beste Roxleydale, riep de ban kier uit, toen de drij heeren alleen in den foyer overgebleven waren, wat zegt gij nu van die blondharige godin zijt gij nog betooverd? Ik ben geheel en al vernietigd, antwoord- j.de de markies. Zij is een engel, een aller schoonste meisje, alles wat gij maar wilt. En zijt gij bereid om door water en vuur te gaan om haar te winnen Dooreen oceaan, door eene brandende prairie en nog veel meer, riep de jonge lord heid. Het is met het woord van vrijheid dat wij, Vlamingen, op het gebied van taalquaestie sedert zestig jaar zoo deer lijk gefopt worden, en dat men ons eene vreemde taal opgedrongen heeft, in zoo verre dat men weldra niet meer zal weten aan welken taalstam sommigen van ons toebehooren. Zeker, e mieder is vrij om eene taal van een vreemd land aaa te leeren en ze te bezigendoch de welgevoegelijkheid eischt dat men de zelfstandelijkheid van zijn volk eerbie dige, en zich overtuige dat er boven de vrijheid van vreemd taalgebruik iets liooger is de roem en de achting van het Vaderland, het natuurlijk recht en de noodwendigheid van onB stambehoud. Men mag niet langer dulden dat onze vlaamsche geest aan Parijs overgeleverd worde De heer Woeste had een amendement voorgesteld dat hij later ingetrokken heeft hetgeen op een zeer gevaarlijk beginsel uitliep was het niet uitzinnig de zondagrust- uitdrukkelijk te willen voorschrijven, iets dat de Grondwet heeft verboden, en welke de vrijheid van ge weten werkelijk en lijdelijk oplegt. Het was dus met eene clerikale bedoeling dat de heer Woeste de verplichting van eenen wekelijkschen rustdag in de wet wou brengen. Onze vertegenwoordiger (voor eenige Aalstenaars) moet toch wel weten dat de Staat geen godsdienst heeft en zijn voorstel de gewetensvrijheid van het kind en van de oulers miskende. Gedurende het debat dat in de Kamer plaats greep, werden er oneindig veel woorden den hals gebroken over den gezondheidstoestand en de zedelijkheid welke voor de vrouwen bij het onder- aardsche werk zou te wenschen laten. Zeker heeft men niet alles gedaan voor de gezoadheid der werklieden doch de gezondheidsvoorwaarden zijn overal en vooral in de fabrieken veel verbeterd. Maar de luchtgesteldheid der naaiwin kels onzer groote steden en magazijnen, nacht en dag met gaz verlicht, zouden deze wel zoo ongezond niet wezen als de kolengroef Te oordeelen naar de statis tiek, schijnt de openbare gezondheid op de plattelandsche gemeenten zeer ver slecht te zijn in Vlaanderen, waar hon derden kleine meisjes heele dagen over de kantkussens gebogen zitten, geeft het werk er stellig aanleiding tot de tering, de verslapping en andere doodelijke ziekten. Ja, waarom verzuimt de wet te spre ken van zooveel ongezonde nijverheden als daar zijn de stekskensfabrieken te uit, die nu, zoodra het voorwerp zijner bewon dering verdwenen was, en hem niet meer hooren kon, in staat was zich dichterlijk uit te drukken. Wij zijn echter verplicht u te doen opmer ken dat de zaak van dezen nacht niet geheel en al zonder gevaar is, ,sprak Rupert Godwin en zag den jongen man ernstig aan. Gevaar riep lord Roxleydale uit, mijne voorvaderen hadden reeds geleerd met het ge\aar te spotten, voordat de Noordmanaen, Engeland veroverd hadden. Ja wel, dat kan alles heel schoon klinken, sprak de bankier, maar tegenwoordig zijner wettelijke straffen op zulke soort van zaken gesteld. Wat er ook gebeuren moge, markies, gij zijt immers bereid de gevolgen van deze onderneming op u te nemen en mij niet in die zaak te betrekken. Ik ben een gentleman en mijn naam is Roxleydale, antwoordde de jongeling met iets dat naar waardigheid geleek, en ik laat mij alleen in met hen, die mij vertrouwen kunnen. Genoeg, lord Roxleydale, sprak Rupert Godwin ik zal volkomen vertrouwen in u stellen. Zoodra Vio... zoodra het meisje, het welk hier miss Watson genaamd wordt, in hare kleedkamer terug gekeerd zal zijn, zal zij de boodschap ontvangen, dat hare moeder plotse ling ontsteld geworden is en dat een doctor uit de buurt een rijtuig voor haar gezonden heeft. Zij zal in alle haast en zonder dat zij den tijd heeft zich te bedenken, naa«- het rijtuig ge bracht wordendat in eene stille straat tusschen het Strand vanCovent-Garden staat te wachten, Ik behoef u nauwelijks te zeggen, dat dit rijtuig bestemd is om uwe blondharige schoone naar uw buitenverblijf in Essex over te voeren. De markies scheen niet erg met dit plan ingenomen. Is het toch niet wat te ver gedreven, die vertelling omtrent hare moeder sprak hij. Mijn beste Roxleydale, ik :zal u toch niet behoeven te zeggen dat in de liefde, zoowel als in den oorlog, alle listen geoorloofd zijn De markies was te zwak van karakter om zijnen verleider le kunnen weerstaan. De drie mannen keerden in de loge terug, die Roxley dale voor het geheele saizoen gebuurd had. Rupert Godwin bleef daar echter niet lang. Hij verliet den schouwburg bij het einde der pantomine en nam lord Roxleydale met zich meê. Alles was mot eene juistheid overlegd, die nie* falen kon. De bankier en de markies wan delden naar de stille straat, waar het rijtuig stond te wachten en bleven, hunne sigaren rookende, langzaam de straat op en neêr loopen, in afwachting van het oogenblik, dat hun komplot inwerking zou treden. Menschen als Rupert Godwin kiezen altijd tot hunne dienstboden zoodanige personen, dia hunne oogmerken kunnen dienstig zijn, en slagen er gewoonlijk in onder hen, die zij aannemen, gewillige en geschikte helpers ta vinden. De vertrouwde bediende van den bankier was een man, wiens grondbeginselen omtrent gelijk stonden met die van zijnen meester, en de heer Godwin behoefde geene vrees te koeste ren voor tegenstand of onwil, wanneer hij in de eene of andere leelijke zaak hulpnoodig had. Violette was bijna gereed met zich aan ta kleeden, toen zij buiten de kleedkamer geroe pen werd, waar zij een man vond die tot het personeel van den schouwburg behoorde en haar een brief overreikte. Die brief bevate slechts eenige woorden in haast eu met potlood geschreven. Hij luidde als volgt Miss Westford wordt verzocht den brenger dezes naar het rijtuig van den heer Maldou tt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1889 | | pagina 1