HET GEHE Abonnementsprijs LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 6 fr. voor de stad. 5 fr 50 voor den buiten, P E IJS PER NUMMER 10 C EN TIMEN voorop betaalbaar, Men abonneert zich: op alle postkantoren voor den buiten: voor de stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. HET Prijs der Annoncen ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 centimen Reklamen, 75 centimen Vonnissen op de derde bladzijde1 frank. per drukregel, Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het bad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST 14 SEPTEMBER Buitenlandsch politiële overzicht. Frankrijk, Het Fransch bestuur heeft aan de geestelijkheid eenen om zendbrief gezonden, welke hun alle tusschenkomst in de aanstaande kiezin gen verbiedt. De bisschop van S ez, Mgr. Tregaro heeft in eenen brief, die zeer verwaand is en die w.el de aanspraak der kerk aan het bestuur toont, geant woord dat de geestelijken hun recht zullen gebruiken om eene uitzinnige propaganda ten voordeele van MMBou- langer, Mackau en Rochefort te maken. Men ziet dat de kerk nog altijd dorst heeft naar bewind en dat in alle landen dezelfde geest hun op dezelfde wijze doet handelen. Een Engelseh dagblad, de Daily News kondigt aan dat het Fransch- Russisch verbond binnen korten tijd openlijk en officieel zal uitgeroepen worden. Het bestaan van zulk een tegen- gewicht aan het ontzaglijk driedubbel verbond mag door Duitschland be schouwd worden als i en der bestand- deelen die tot liet programma van het Vredeverbond bijdragen daar er niets is die meer het gevaar des oorlogs ver wijdert dan de tegenstand van gelijke machten die zich onderling in bedwang houden. Creta. De kwestie van Creta schijnt iederen dag iets van hare hevigheid te verliezen. Er zijn geene nieuwe wanor ders uitgeborsten, integendeel de op standelingen schijnen te ontwapenen, dank zij de verzoenende tusschenkomst van menige consuls. Men gelooft in 't algemeen dat de crisis of ten minste het hevigste der crisis geëindigd, en het gevaar eener Grieksche tusschenkomst verwijderd is. Armenië. Turkije wil niet afzieu van hare oude politiek die hierin bestaat de qumstiën te eindigen met ze uit te stellen of te ontwijken. Men meldt uit Konsffintinopel dat de veranderingen, door den vrede van Berlijn bepaald, op Armenië niet zullen toegepast worden. Daarbij, in de plaats van aanstonds het Kurdisch opperhoofd,Moussa-Bey, wiens misdaden door M. Gladstone bewezen zijn geworden, aan te houden, verge noegt men zich, met een onderzoek dat zonder uitslag zal zijn te openen. Daar om ook is het niet te verwonderen, dat het gerucht eener gewapende tusschen- koinst van Rusland meer en meer grond 48. VAN DEN BANKIER. wint. Amerika. Inde Vereenigde-Staten gaat men voort met toebereidsels voor het groot internationnaal kongres der beide Amerikas. Dit kongres heeft voor doel een verdrag op te maken volgens welke alle moeielijkheden tusschen de Staten van Noord-, Midden of Zuid- Amerika ontstaan op vreedzame wijze op te lossen entevens de handelsbetrek kingen tusschen al de landen van dit werelddeel nauwer toe te halen. Het werk in de gevangenhuizen. Moeten de gevangenen werken en loon verdienen Ernstige vraag waarover verleden jaar in den Senaat door den heer Monte- 'iiore en minister Le Jeune geredevoerd werd naar aanleiding der wet over de voorwaardelijke invrijheidstelling, en welke thans te Parijs op het Congrès des sciences sodales te berde is gebracht in het vooruitzicht van eene algemeen? inrichting van plaatselijke comiteiten en patronagiën tot het bezoeken, onder steunen en tot het plaatsen en werkver- schaffim voor oud-gevangenen. De gevangenen, buiten twijfel,moeten arbeiden, maar hun arbeid moet bui ten de noodwendigheid van gezond heidsrede alleen strekken tot hunne zedelijke hervorming, voor zooveel men met het werk eene min of meer ver plichte lastige taak verstaat. Men erkent stellig dat de gevangene lichaamsbewegingen noodig heeft, en men neemt zelfs aan dat die lijfoefenin gen zoo zwaar moeten wezen als gene van eenen gewonen arbeider. Maar wanneer men aan het woord arbeid de algemeene beteekenis hecht van daarmede een bepaald loon t ver dienen, genoegzaam voor het onderhoud, dan komt men tot tegenbedenkingen en zwarigheden, en men herinnert zich welke opspraak en strijd er gevoerd werd door de benadeelde handelaars-en nijverheidsbazen aan wien het werk in de gevangenhuizen eene schadelijke me dedinging doet. Hier in België werden daartegen vertoogschriften destijds aan de Kamers gezonden. De bijzondere belangen komen dus in tegenstrijd met het algemeen belang, welke men uit een veelvoudig oogpunt dient te onderzoeken 1° Uit economisch opzicht hoe zou men kunnen staande houden dat een ge- vangeue geen zeker aandeel nuttig en opbrengend werk zou moeten leveren Wie zou durven voorgeven dat het in het algemeen belang zoude wezen eene bron van voortbrenging te dempen of de handen tot onmacht te brengen welke men gebruiken kan, en dat het beter zoude wezen den gevangene te voeden zonder hem iets te doen verrichten, liever dan van hem eene taak te eischen welken den Staat,ten minste gedeeltelijk, voor zijn onderhoud zou vergelden Indien deze lieden niet gevangen zaten, zouden zij niet moeten arbeiden, 't zij met het lichaam of door hun ver stand, om te leven Welke ongerijmd- ïeid men zet de dieven vast omdat zij oeweren te willen leven ten koste van anderen, en, eens in het gevang, zou men ze willen onderhouden zonder hun iets te eischen 2° Uit sociaal opzichtdit stelsel zou nog minder steek houden. Wat zou er van den vroeger arbei denden opgeslotene geworden, die,wan neer hij het gevangenhuis verlaat, niet eenige franken zou gespaard hebben, elke hij er gewonnen heeft met sok- w ken te weven of met soldatenkapoten te naaien Want, let wel op dat men zelfs zwarigheid vindt in de gevangenen voor het leger te laten werken Hoe zou de gevangene, eens vrij, aan stonds aan werk en vertrouwen kunnen geraken Zonder steunzonder eenig geld, zou hij niet anders kunnen doen dan weder beginnen te stroopen, te luierikken en te stelen. Hij zou zelfs het werken vergeten hebben of het lee- ren verachten en wat zouden de be- schermingspatronagiën voor hem kun nen verrichten indien hij voor niets meer goed is Dikwijls heeft men gezeid, en het is de waarheid, dat het de ellende van den vrijgelatene is, die de oorzaak wordt van hervalling na het eerste misdrijf. De heer Montefiore heeft klaar doen uitschijnen dat de arbeid der gevangenen hun moet vergolden worden als degene van eerlijke werklieden, ten einde bij hunne loslating de noodige middelen te bezitten welke hun toelaten zouden de gelegenheid af te wachten om eerlijk te leven tol dat zij weder aan liet werk ge raken, hetgeen hun thans onmogelijk is daar het loon der gevangenen veel te gering, bijna nul is. Wij zijn ook van dit gevoelen bet loon zoude hun moeten betaald worden zoo hoog als aan den vrijen arbeider de opbrengst van den arbeid zou moe ten, met afkorting van de onkosten door zijne opsluiting veroorzaakt, juist aan den gevangene uitgekeerd worden gelijk het loon aan den werkman. Op die wijze zou de gevangene vau zijne vrijheid beroofd, toch zijne waar digheid als mensch niet verliezen dit gevoel van eigenwaarde mag men niet krenken met hem te verkoopenhem om zoo te zeggen als een slaaf te doen werken ten voordeele van den Staat mag het wel zijn maar geenzins van bijzondere kooplieden of nijveraars. Hierin hebben de onderteekenaars der vertoogschriften gelijk. Indien, in plaats van eene misdaad te bedrijven, die mensch een goed burger gebleven ware, uiemand zou tot de ge dachte komen van hem het recht te ont zeggen hoeden, stoven, borstels, enz. te maken. Waarom dan, veroordeeld zijnde om zijn slecht gedrag, zou hij het recht verliezen van in zijn vak te arbei den, het recht zelfs het loon te genieten dat thans de Staat in zijne plaats ont vangt. Het vonnis tegen hem uitgespro ken ontneemt hem wel het recht vooi eenigen tijd de vrijheid te genieten, maar niet de vruchten in te zamelen die zijn arbeid voortbrengt. De straf dooi den rechter uitgesproken, moet toege past, maar niet verzwaard worden dooi de bestiering der gevangenissen. Maar de achtbare Senatoor bedriegt zich wanneer hij, rekening willende houden der klachten van mededinging door de handelaars en de nijveraars in gebracht, hij voorstelde dat men in de gevangenissen nieuwe stielen zou moe ten invoeren en aanleeren, ofwel voort brengsels bewerken welke vreemd aan het land zijn. Dit zoude gewis eenen on lienst aan onze gevangenen toebrengen zijn; daar bij hun eenen stiel aanleeren welke alleen in de gevangenissen uitgevoerd wordt, en die hun later in onze werk- ïuizen niet zou dienen, zoo even onvo - doende zijn. Men kan de i gevangene alleen tegen de hervalling wapenen, door hem in zijn eigen i mbacht te verbeteren en te ver sterken of er hem een ander aan te leeren dat hem iu de toekomst van nut kan wezen. Er moet dus een dubbel doel nage streefd worden de gevangene moet werken om in zijn onderhoud te kunnen voorzien, en eens vrij, moet hij in staat zijn te kunnen leven door zijn werk. XX VIII. Het verhaal van de huishoudster. Na zijn gesprok met den bediende van Rupert Godwin gevoelde Lionel Westford meer dan ooit, dat plichten eer van hem eischten dat hij oumiddelijk op de krachtdadigste wijze pogin gen zou aanwenden om het geheim te door gronden, dat aan den noordelijken vleugel van Wilmingdon Hall verbonden was. Indien er niet zoo iemand als Julia Godwin bestaan had, wanneer de bankier en zijn kind hem even onverschillig geweest waren, dan zou de jongeliug er geen oogenblik aan gedacht hebben geheel alleen op zijne eigene verant woordelijkheid te handelen. Hij zou zich terstond naar het policiebureel van Scotland Yard te Louden begeven en de geheele zaak overgelaten hebben aan de ge heime policie, aan welke hij een omstandig verslag van de zaak gedaan en op wier be kwaamheid ia het opsporen van dergelijke zaken hij zich geheel en al zou verlaten heb- hen. Maar ten wille van Julia Godwin besioot Lionel Westford anders te handelen; om harent wille besloot hij geene mededeeling aan de policie te doen, voor dat zijne duistere vermoe dens tot zekerheid gebracht waren en zijn plicht hem noodzakelijk gebieden zou den vader aan te klagen van het meisje dat hij beminde. Intusschen gevoelde hij dat de taak, welke hij zich opgelegd had, zeer moeilijk zou zijn en al de inspanning van zijnen geest, al de kracht van zijnen wil zou vereischen. Terwijl hij nadacht over hetgeen de knecht hem gezegd had, kwam hij tot het besluit dat de oude Caleb inderdaad getuige geweest was van het een of ander schokken 1 tooneel in een der kamers van den noordelijken vleugel. Maar dit eenmaal vastgesteld zijnde, van welken aard kon dan dit voorval geweest zijn V De oude tuinman doelde in zijne samenhan gende gesprekken op eenen moord, een lagen vorradelijken moord. Maar hoe I on een moord gepleegd zijn in dat varlaten gedeelte van het gebouw, zonder dat vroeger of later ooit ver moeden was opgewekt Het slachtoffer had toen moeilijk kunnen binnenkomen, zonder dat zijne tegenwoordig heid door den een of anderen opgemerkt was geworden, en dit zoo zijnde, hee was het Rupert Godwin dan mogelijk ge veest, de verdwijning van dien persoon te verklaren Voor het tegenwoordige was alles iu duister nis gehuld en alleen door lang en geduldig navoi'schen en onderzoeken kon Lionel West- ford hopen dan draad te vinden, die tot de ontdekking der waarheid kou leiden. Het was een verward garen dat alleen duim voor duim afgewonden kon worden. Hij dacht lang over hetgeen de knecht hem had gezegd en kwam eindelijk tot het besluit dat de persoon, die hem waarschijnlijk zon der het zelf te weten het best in zijne naspo- ringen zou kunnen helpen, de oude huis houdster was, waarvan de oude man gesproken had. Deze vrouw was eene nicht van Caleb Wildred en was van hare kindschheid al in dienst geweest van de familie Godwin. Eene andere vraag wat moet men doen met deze welke voor geen hand werk bekwaam of geneigd zijn, en die al was liet dat men het hun aanleerde toch geen handwerk zullen willen of moeten uitoefenen, eens dat zij op vrije voeten gezet worden Er zijn-er zoo eene menigte de he- goeden, de geleerden die even kunnen veroordeeld worden en h mne straf in de gevangenis uitdoen. Is het noodig aan eenen opgesloten advocaat, doktor, schilder of lettei-kun- dige te leeren weven of te doen naaien Geenszins het is uit hunne kunst, uit hunne geleerdheid dat men voor hun te medegevangenen voordeel moet trekken. Volgens het even verschenen statis tiek jaarboek, zitten er in onze gevan genhuizen omtrent 50 °/0 ongeletterden, zoowel Vlamingen als Walen, Daar de bestgeletterden toch immer het hand werk wat stiel het ook moge wezen zullen trachten te ontwijken, is het te wenschen dat de scholen en de leergan gen zelfs de lessen der beide en vreemde landstalen meer gevolgd en uitgebreid worden. Aan leeraars en geleerden zal het, onder de opgeslotenen zelfs, niet ontbreken in om liet even welke vakken, en bet zou nimmer moeten gezegd wor den dat een veroordeelde tot eenige maanden gevang verwezen na liet uit doen zijner straf noch lezen noch schrij- kan. Wat meer is, voor gene die een lang verblijfin de gevangenis te doen hebben, zou men veel verder dan tot het lager onderwijs kunnen geraken, en aldus aan lieden die weder in vrijheid komen, en die zich vroeger alleen met handwerk moesten behelpen, zou men het middel aanbrengen om door dc opgedane kennis een meer verheven en meer winstgevend bedrijf uit te oefenen. Wij komen dus hierop neer alle ver- oordeeliug, alle straf moet voor doel hebben, niet eene wraak der maatschap pij, maar den plichtige te verbeteren en te verzedelijken. Het werk en het onder richt zijn daartoe de beste middelen. Het is door eenen doelmatigen arbeid en een bruikbaar onderwijs dat men gansch de gedachte moet samentrekken van de gematigdheid en het doel der straffen. In de hervorming van den plichtige moet de straf berusten. Dat moet de grond- steun zijn van het hc dendaagsche straf recht. De afgezonderde opsluiting zal weldra verdwijnen. De beweging daartoe is traag maar aanhoudend. Er doen zich wel nog aarzelingen voor, maar het ware beginsel, uitdrukking van eene waar- Vele geheimen uit het leven van den bankier waren ongetwijfeld aan die vrouw bekend, en indien zij voorzichtig ondervraagd werd, kon het haast niet missen of zij moest den draad aangeven die leiden moest tot de ontdekking van eik geheim, dat achter de al'.edaagsche geschiedenis van zijn leven verborgen was. Lionel besloot derhalve de eerste de beste gelegenheid te baat te nemen om op vertrou- welijken voet met de huishoudster te komen. Oude bedienden zijn gewoonlijk spraakziek, tenzij zij eenige bijzondere reden nebben om zich in acht te nemen. Lionel stelde zich der halve veel goeds voor van een gesprek met mrs Beckson. Bij een weinig aandenken vond hij spoedig een middel om met haar in aanraking te komen. Er bevonden zich op Wilmingdon Hall eene menigte schilderijen oude portretten van lang verledene grootheden, die gebloeid hadden in den tijd toen de oorspronkelijke eigenaars van liet kasteel hetzelve nog in bezit hadden laug voor de dagen, waarin de rijke koop- li 'den die woningen der edellieden in bezit begonnen te nemen. De vestibule en de trap, de billard-en muziekzaal waren behangen met portretten der voormalige eigenaars van Wil mingdon, portretten die geschilderd waren door sir Peter Lely eu sir Godfrey Kneller en die iu rijk vergulde en prachtig uitgesneden paueoleu van die vertrekken bevestigd waren. Deze portretten maakten alzoo een gedeelte der muren uit die zij versierden en waren tege lijk met het huis iu eigendom aan den vader van den bankier overgegaan. Maar de oude heer Godwin had die stukken niet anders dan meubel ff ukken beschouwd en een groot kenner zijnde, had hij eene menigte oude en nieuwe schilderstukken bijeen verzameld, waarbij zijn zoon het zijne gevoegd had, toen hij van zijne reizen op het vaste land in het bezit van velo kunstschatten teruggekeerd was. Schilderijen van aanzienlijke weerde hingen tegen bijna eiken muur van het kasteel en Lionel herinnerde zich dat hij Julia had hooren zeggen dat er verscheidene zeer fraaie oude hollandsche schilderijen in de kamer der huis houdster bevonden. Vader is een aanhanger der moderne school, had zij gezegd, en de Jan Steens en de Ostades ziin uit de eetzaal verbannen om plaats te maken voor andere stukken, die mij oneindig beter bevallen dan die eeuwigdurende bruine hollanders, die altijd hunno pijpjes in hunne smerigo kroegen zitten aan te steken, of die houterige hollandsche vrouwen, die hun leven schijnen te verdeelen tusschen de donkere keuken, waarin zij groenten gereedmaken en de even sombere zitkamer, waarin zij op een zonderling gevormd orgel spelen. Wat kon een beter voorwendsel voor Lionel zijn om zich met de huishoudster in betrekking te stellen, dan zijn zeer natuurlijken wensoii om die oude kostbare schilderijen te bëzien Hij zond den knecht die hem bediende, naar mrs. Beckson, met verzoek om do oude hol- landsche schilderijen in hare kamer te mogen bezichtigen. Hij ontving daarop een spoedig en aller vriendelijkst antwoord, luidende dat mrs. Beckson zeer verheugd zou zijn de heer Wilton op elk uur dat het heiu gelegen mocht zijn, bij zich te ontvangen, maar dat zij zich bijzonder vereerd rekenen, indien hij haar het genoegen wilde aandoen den volgenden middag tegen vijf ure bij haar te komen thee drinken. Niets kon heter met de bedoelingen van Lionel Btroken, dan deze uitnooJiging. Hij stond natuurlijk s'echts op gelijken rang met de huishoudster in dit huis, waar hij zijne diensten bewees tegen eene wekelijksche be looning, en blijde was zijne positie als gentle man te kunnen opgeventen einde het brood to verdienen voor hen, die hem dierbaar waren. Hij zond den ku -ebt terug naar mrs Beckson met de boodschap dat het hem zeer aangenaam zou zijn gebruix te maken van hare vriende lijke uitnoodiging. Maar gij dineert eerst ten zeven ure mijnheer, sprak de knecht. Mrs. Beckson heeft nog zulke ouderwetsche gewoonten. Ik zal liet voor een enkelen dag wel zonder dinerstellen, om het genoegen te hebben de oude hollandsche schilderijen van den heer Beckson op mijn gemak te kunnen bezien, gaf Lionel teil antwoord. Zeg haar dat ik hare uit noodiging dankbaar aanneem. De kuecht ging, en verwonderde zich in stilte over de wonderlijke manieren van zoo 'n kunstenaar, die een goed diner opofferde aan het plezior van eenige oude schilderijen, die er uitzagen, alsof zij ergens in eene kamer gehan gen hadden, waar het erg rookte. Juist ten 5 ure klopte Lionel Westford aan de deur van de kamer der huishoudster. Mrs. Beckson had voor deze gelegenheid een klein feestmaaltje bereid en hare tatel voor zien van gebak en ingelegde vruchten, bene vens een oud zilveren theeservies, overdekte schaaltjes met geroosterd brood en een schaal met versche eieren, even alsof zij eene huwe lijkspartij v u-wachtte. Lionel kon nauwelijks eeu glimlach weêr- hondentoen hij al de toebereidselen zag, die do achtenswaardige huishoudster gemaakt had en daarbij bedacht hoe zeer al die moeite ver spild was aan een gast, wiens geest geheel ingenomen werd door een duister en vreeselijk onderwerp. De oude dame had zich in hare deftigste kleeding gestoken en ontving Lionel met die overdrevene beleefdheid, die alle eer zou gedaau hebben aan een oud-modisch hof, in de tijden toen de meneut nog door gepoederde heerea en dames gedanst werd.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1889 | | pagina 1