i F". m Ui Nummer 1 (265) r* Rlag 4 Januari 1890. 1891. 6de Jaar> i I i LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijs J voorop betaalbaar. PRIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN. Jen abonneert zich: op alle postkantoren zoor den buiten: zoor do stad, ton kantore van hot blad 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. Nee spe nee metu. HET ARRONDISSEMENT AALST. Prijs der AnnoncenGewone>15 centiemen Reklamen, 75 centiemen Per dnikregel. Vonnissen op de Iet de bladzijde, 1 frank. Men maak, melding ran elk werk waarzan oen ezemplaar aan het blad gezonden wordt Handschiïften worden niet terug gezonden. AALST, 3 JANUARI. Oproep aan de liberale jongelingen. Wij brengen ter kennis dat de lessen tot bereiding van 't kiesexaam alle Zon dagen om 9 ure 's morgens, in het lo kaal Concordia zullen gegeven wor den. "Wij hopen dat talrijke liberale jonge lingen het zich als eenen plicht zullen aanrekenen, die lessen te volgen om in t bezit van een diploma te geraken, dat hun toelaat hunne politieke rechten uit te oefenen. Buitenlaudsch politiek overzicht. Be werkersbeweging en wetgeving in Benemarken. De werkerswetgeving staat bijna overal op het dagorde. In Denemarken zooals in Duitschland, Frankrijk en België, begint zij eene be- langrijke plaats te nemen in de politieke wereld. Twee hoofden der tegenkan ting, de HH. Berg en Höny hebben in de Folkething een wetsontwerp neergelegd waarbij eene onderhoudskas voor ou derlingen zoude gesticht en waar van de gelden zouden verschaft worden door de talrijke belastingen op het bier, den wijn en de sterke dranken die alle jaren 13 millioen franken opbrengen. Die wetsvoorstellen zijn vrijzinniger dan de maatregelen door het Duitsch parlement gestemd, daar zij vooraf hoe genaamd niets afhouden van het loon der werklieden, om hun hulpmiddelen in hunne oude jaren te verschaffen, en terzelver tijd het bestuur beletten de nieuwe belastingen op de dranken voor militaire bewapeningen te gebrui ken. De lange internationale onderhandelin gen te Biussel in November 1889 begon nen, om den slavenhandel in Afrika af te schaffen, hebben eindelijk eenen be- slissenden uitslag verkregen. Het ak koord bestaat over de bijzonderheden van het tolregiem van den Congo. De legentie der Nederlanden heeft op hare eigene belangen niet gelet, die zij zoo- iaug tegen het algemeen belang verde- 1 j ïgd had, en de eerste groote d.aad van liet nieuw Nederlandsch bestuur is zijue aansluiting bij de Brusselsche conferen tie voor de afschaffing van den slaven handel daarover moet men haar geluk wenschen, daar zij zooveel heeft moeten bovengaan. Moorderij der Roodhuiden. Nieuwe en bloedige gevechten grijpen plaats in het Atnerikaansch verre-Westen, rond Pinendge. Het zijn natuurlijk de bonds- legers die eindelijk uen zegepraal heb ben behaald, maar niet zonder groote verhezen te hebben geleden of heldhaf- tigen tegenstand te vinden.De uitroeiing van de overblijfsels der Roodhuiden ge beurt thans. tegenzin Aan onze geachte Lezeressen en Le zers Be werkstakingen in Schotland. De weiKstaking die den dag voor Kersmis uitgeborsten is in het personneel der Schotsche ijzerenwegen, heeft voor rechtstreeksche gevolgen gehad al de diensten van het Schotsch net fe ver storen. Zij spruit slechts voort uit de beweging ten gunste der verminde ring van den werkdag. De Schotsche werkstakers maken geene onrechtma tige eischen, d. i. zij vragen het acht- uurwerk niet, waarvan het grondbegin sel door de leiders der internationale beweging is uitgeroepen geworden. Zi vergenoegen zich te vragen dat men den werkdag welke meer dan 10 uren be draagt tot 10 uren vermindere. Be slavenhandel in Afrika. De Ne derlanden sluiten zich bij het werk aan 7. (1355.) 8 Dat het Tienmanschap van den aanslag anderricht is dat reeds eenige onzer makkers ipgelicht zijn en onder de afgrijselijkste folte- ingen voor hunne medemenschen boeten. Onzer makkers... sprak de Doge, op on- erbroken toon, terwijl hij onderzoekend den iravo aanstaarde, waart gij dan Van de uwe, heerschap is dit u dan on- iewust? weet gij dan niet dat ik, zoo als a-ij, mij te wreken heb op al wat in Venetië den 3cepter zwaait. Weet gij dan niet dat mijn vader in de gevangenis zuchtdat ik slechts om hem in het leven te houden mij ten dienste der republiek gesteld heb, en denkt gij dat ik met kouden en onverschilligen blik dien braven ouderling kan zien verkwijnen, dat ik dit laffe moordenaarsambt uitoefen, zonder dat er in mijn hart een gevoel van verachting, haat en wraak on+waakt zij l... o Neen neen, heer schap even als gij, heb ik mij willen wreken en terzelfder tijd mijnen vader en mijne onge lukkige broeders willen verlossen. Den haat van Bertuccio kennende jegens al wat edel is, heb ik de eerste hem mijn plan bekend gemaakt en, samen hadden wij reeds den ondergang van den adel gezworen, vooraleer gij tot het ad tradet. Dan, de hemel schijnt onzen naar vrijheid te willen begunstigen. Een mót bevond zich tusschen de samenzweer- d( i Iet Tienmanschap is van alles onder- r; de Dalmaten zijn op de been, hebben de op de Piazza uitkomende, bezet en n de klok San Marco. Spioenen, policie Aan Hen, die ons in den moeielijken en aanhoudenden strijd ondersteunen Aan al de Partijgenooten. heil en zege Glansrijk vertoont zich de toekomst in het verschiet een nieuwe politieke dageraad rijst op. Het volk, reeds te lang als onwaardige oi minderjarige burgers behandeld, wil met gelijke plichten ook gelijke rechten bezitten. Die eisch is wettig, die eiscli is recht vaardig. Het mag niet langer gezegd worden dat er in België duizenden gevonden worden, welke geene politieke rechten genieten en dus als burgers buiten hun Vaderland worden gesteld. Het mag niet langer gezegd worden dat 130,000 cijnskiezers de wet aan een millioen en half burgers opdringen. Geene plichten zonder rechten, geene rechten zonder plichten, en alle Belgen gelijk voor de wet Tot het bekomen dier gelijkheid zal er eenen harden kamp moeten geleverd worden. De terugwerking klampt zich met de woede der vertwijfeling aan het oude stelsel, aan hare voorrechten vast en zal dezelve niet, dan gedwongen en v rpletterd, loslaten. Het volk evenfwel, steunende op zijne macht alsoQk op de rechtvaardigheid zijner zaak, zal den strijd niet opgeven, dan na de verovering van al zijne bur gerlijke rechten. Als volksblad, als voorstaander van ai wat de ontvoogding van het volk be- voordeeligen kan en zijnen stoffelijken en zedelijken toestand verbeteren moet, maakt de Bendergalm zich tot dien reu zenstrijd gereed. Zijne leuze klinkt Voor hef volk en door het volk Algemeen stemrecht en vertegen woordiging der minderheden ziedaar de hoofdpunten van zijn programma. Niets zal ons wederhouden, niemand ons in verzwakking brengen kunnen vooruit zullen wij, recht vooruit en willenoe wat is recht, zullen wij winnen wat wij willen. Te dien einde doen wij eenen oproep tot al onze politieke vrienden, tot al de krachten van het liberale leger. Geene uitsluiting, geen ban onder de breede plooien van het vrijzinnige vaandel is er plaats genoeg voor al de verdedigers der volksrechten, voor al de aanhangers van den vooruitgang, Dooi eendracht sterk is de overwin ning zeker. 1891, wij groeten u, met de innige overtuiging, dat gij het glorievolle uur zult zien opdagen dat men met waar heid zal mogen in het geschiedenisboek schrijven Alle Belgen zijn gelijk voor de wet De Redactie. Klerikaal goed. In 1888 telde men in ons land 5778 priesters geplaatst als dekens, pastoors, onderpastoors, aalmoezeniers. Het getal paters en nonnen beliep tot 25,362. De grondeigendommen toebehoorende aan c e kloosters, de kerkfabrieken, de bisdommen, e seminarien, beloopen tot 26,471 hectaren zonder de kerkgebouwen en de waarden van alle slach die in de kas zijn mede te rekenen. .Schattende de waarde van de hectare op 4000 frs. dan beloopt de rijkdom van tie Bel giscue geestelijkheid, in gronden alleen, tot houderd en vijt miljoen vier honderd vier-en- tachtig duizend franks. Vijf miljoen en half inkom den voor lieden die belofte van armoede gedaan hebben, dat is nog al een schoone Godspenning De herziening der Grondwet en de algemeene werkstaking. Wie zal de algemeene werkstaking decreteeren De Kamer Ja, de Kamer, en niet de werklieden partij, want hare uitbarsting hangt af van de verwerping door de volksverte genwoordigers van het voorstel tot her ziening der Grondwet. A il de Kamer de Grondwet herzien, I wel dan geene werkstaking, geene ar moe geen volkslijden, geen oproer, dan blijft de rust behouden. A if de Kamer, na het in aanmerking- nemen van het voorstel Janson, de Grondwet niet herzien wil zij het arti kel 47 behouden valle dan oji haar ganscli de verantwoordelijkheid der rampen, die het onvermijdelijk gevolg der algemeene werkstaking zouden we zen. Sommige klerikalen schijnen de alge meene werkstaking niet te vreezen omdat zij haar onuitvoerbaar, onmoge lijk achten, bij gebrek aan geldmidde- en om de honderd duizend mijnwer kers te steunen. Dit is geen argument. De mijnwerkers hebben m meerdere gevallen het bewijs gegeven dat zij voor hun recht meer dan groote woorden over hebben zij heb ben zelfopoffering. In 1886 kwamen er duizenden naar Brussel, sommigen blootvoets en met een stuk droog brood om onderweg hunnen honger te stillen. Den 10 Oogst zijn ze nogmaals op vreedzame wijze komen manifesteeren, na echter plechtig verklaard te hebben dat het ditmaal de laatste keer was en zij besloten waren, bleef de wetgeving in zijn verzet volharden, tot andere mid delen hunnen toevlucht te nemen. Van de manifestaties willen de Walen niet meer hooren spreken 't Helpt toch niet het ministerie spot met ons de volksvertegenwoordigers blijven doof voor onze eischen en nu schijnen zij vastberaden tot het uiterste te gaan, honger en ellende in hunne huisgezin nen te lijden, om het kiesrecht te ver overen. Men kan den werklieden niets ver- vijten, noch geweld, noch onwettelijk- heid, noch ongeluld zij hebben gebe den, vreedzaam gemanifesteerd, er zich eene massa ontbeeringen voor getroost, geduld, zeer veel geduld gehad en aldus getoond waardig te zijn dezelfde poli tieke echten als hunne meer beo-uns- ti. de landgenoten te bezitten. Zij, die t overgroote getal zijn, dus de macht bezitten die de wapens .ra tten, dus 's lands instellingen in handen hebben de zwaarste lasten laten dra gen, dus de waardigste zijn zij heb ben alle mogelijke en wettelijke mid- clelen van overtuiging uitgeput. Nu wachten zij op antwoord. K-imerWaChten °P mtsPraak der V ee 's lands instellingen, wee de openbare rust, wee Belgie, indien de baatzucht der regeerende klassen luider spreekt dari het nationaal belang en het i echtvaardigheidsgevoel. Neen, de algemeene werkstaking is met lang vol te houden, want daartoe waren millioenen eu millioenen noodig maai een volk dat niet voor armoede terugdeinst, is bekwaam tot alles wan- beer honger het tot vertwpfeLAg voert Ons volk is van aard niet revolutio nair het is vreedzaam, eerbiedig voor wetten maar het wil, naast drukken- I L jasten, zijne staatkundige rechten j genieten. In 1830 heeft het Belgie onafhanke- yk gemaakt en in 1890 wacht het nog steeds op zijne politieke rechten, zon der welke een burger geen burger, een Belg geen Belg is. Drukken wij, oln te sluiten, dezen wensch uit Moge de Kamer, bewust zijn barer verantwoordelijkheid,en zoo wel in haar belang als in het belang van gansch het land, de Grondwetsherzie ning stemmen. Doodgevrozen wn?.u^blaf0DJmeIden dat een soldaat in zijn wachthuisje doodgevrozen is Is het mogelijk dat zulke afschuwelijkheden gebeuren in het jaar onzes Heeren 1890, op t einde der 19" eeuw p Ik stel mij den armen volksjongen voor. in woning Stad' V6rre v de ouderlijke Daar trappelt hij heen en weder langs den rnoof6 VaU gel)ouw dat hij bewaken j/'j' ,is, middernacht ginder wordt de deur a - gesloten, en met verhaasten wLrT een achterblijver naar huis, waai hem eene warme sponde wacht. Daar is de martelaar alleen Dringender en bij tender wordt de koude. Nu denkt hij aan zijn dorp. Het doet hem goed te weten dat zijne ouders, zijne zusters zijne broertjes daar rustig slapen maar in zijne nederige eenvoudigheid kan hij nfetbe? grijpen dat hij thans verplicht is den akelieen nacht onder den blooten hemel over te bren- geu, terwijl ginder den zoon van den rijken deken'!' Z°rgeloos rust oud<* de wollen Ilij beseft niet waarom de luie boerenzoon die thans onderpastoor speelt, op dit oogenbiik misschien dampend ligt te ronken, terwijl hij de arme, bibbert en krimpt van koude. rim n vloekt bij de maatschappij wellicht die zulke ongerechtigheden duldt. 1 Ginder hoog blikt de maan hem meewarin aan, gmder flikkeren de sterren hem treurig beambten en wachten doorkruisen de stad, en de pijnbank dwingt, in dit oogenbiik, onze rampzalige makkers, de namen van al de saam- gezworenen kenbaar te maken. Alles is dan verloren er is geene reddin" meer mogelijk zuchtte de Doge, en twee tranen ontsprongen aan zijne oogen. Ook mij begeeft de hoop, signor, ging A?A,onl.° voort, en liet eenigste wat ons te doen blijft, is van zooveel onzer makkers te redden als het nog mogelijk is. En kent gij den verrader, Antonio "F? bij heeft het geheim en de namen der bijzonderste samenzweerders bekend ge maakt. Uwe hoogheid heeft hij niet vergeten mij alleen schijnt hij niet te kennen, en dit alles is geschied, op voorwaarde dat rijkdommen en blazoen de prijs, het loon zou zijn van zijn ver- raad de verrader is Beltramo... en de man met wien hij het verdrag aanging, Nicolo' Leom c.e San Stefano, lid van het Tienman schap. Bij het hooren van dien naam zonk Marino a s verpletterd in zijnen zetel, en lang bleef hij als het ware, in eene gevoellooze houding zit- ten en zonder dat het hem gegeven was een woord uit te brengen. Thans 'bestond er voor hem geen twijfel meer alles was verraden. Weinige stonden later verliet de Bravo het vertrek. In allerhaast meende hij zijnen weg naar de Piazza voort te zetten doch toen hij den marmeren trap afdalen wilde, viel eene zware hand hem op de schouders, en eeu man zoo als hij, in het zwart gekleed en vermomd' deed teeken van te volgen. Eemge oogenblik- ken nadien stond Antonio voor den afschuwe lijken bloedraad. De nacht van 16 April 1355 was een druk kende nacht voor geheel Venetië. De Dalmaten hadden de Piazetta, op geheel de lengte der zee, en de onbeweegbare houding dier wapenknechten, en de sombere uitdruk king welke op hunne aangezichten zweefde was buitengewoon onheilvoorspellend. Menm Venetiaan, die gewoonlijk op dit uur de ko-s- terende weldaden eener zachte ruste genoot sleepte thans vol angst en achterdenken zijné schieden voort langsde marmeren vloersteenen van het paleis. Terwijl in de akelige vertrek ken waar het Tienmanschap zetelde, menig vrijzinnig burger onder de ijselijkste folterin gen der pijnbank bezweek of aan de beulen het eene of andere punt aangaande de samenzwe ring bekend maakte,terwijl spiosnen de politie beambten op het spoor zetteden van nieuwe saamgezworenen, terwijl, was menig huisgezin in de smartehjkste onzekerheid, in de I itterste droefheid gedompeld.Hier weende eene moeder met hare kinderen om eenen pas opgelichten echtgenoot en vader daar smolt eene geliefde in tranen weg,zeker als zij was van nooit haren minnaar, in de handen van San Marco gevallen meer weder te zien. In een gedeelte van het paleis heerschten vrees, achterdenken, medelijden en veront waardiging. Daar werd de grijze Faliero be spied daar zat hij te wachten op de uitspraak zijner rechters, en in plaats van de vrijheid van zijn volk te mogen zien, stond misschien de beul reeds bereid om hem ten loon zijner menschen'iefde het hoofd af te slaan. In het ander gedeelte, hadden haat, afgunst, wraak en al de driften, u elke in een laf en vuig hart schuilen hunnen troon opgeslagen. Daar zat het tienmanschap vergaderd, van de Gianta omringd, welkebestond uit twintig edellieden allen bekend om hunne rijkdommen en hunne weinige genegenheid zoo niet haat, voor het volk. Daar werden de samenzweerders en hun opperhoofd met de zwartste kleuren afgeschil derd, en er werd beraamd over het middel welk er voor het onderhanden géval te hand haven stond en of Faliero vrij of plichtig zou verklaard worden. Inmiddels had de nacht plaats gemaakt voor het zoete ochtend uur. Schier al wat in Venetië ademde, was reeds op de been. Eene tallooze menigte stroomde naar de Piazetta, en duar eilaas trof een nog ongezien naar vertoog aller blikken en vervulde aller harten met af grijzen en haat. De poorten van het paleis waren gesloten, en twee lichamen hingen te waggelen aan de pijlers van het balkon. Niemand leende die lijken en nochtans elk aanstaarde dezelve en meende er degenen van eenen vriend of bloedverwant in te erkennen Het waren de misvormde en verhakkelde over blijfsels van Is rel Bertuccio en Philip Calen- daro Na de martelingen der pijnbank moedig te hebben onderstaan, zonder de minste be kentenis of openbaring gedaan te hebben waren zij door het Tienmanschap tot den stroé veroordeeld. r Dit was een verschrikkelijk begin, wat zou bet einde zijn Wien nng zou de wraaknemen- de arm van San Marco treffen? Die vraag welde op uit het hart der saamgepakte menig^- te en niemand onder dezelve kon wellicht die vraag beantwoorden. Terwijl het volk in plechtige stilte, doch met verkropte woede, wachtte op de ontknoo- ping van het ïjselijk drama, waarvan de.water- stad het tooneel was, werd die ontknooping allengs in het paleis voorbereid, en greep ook aldaar plaats. Augiolina, de gemalin van den Doge, zat in haar prachtig vertrek in de diepste neerslach tigheid gedompeld. Met minzaanmheid drukte zij de fijne hand harer vriendin Marianna eene twintigjarige signora, bloeiend en schoon' als de Venetiaansche hemel. Haar hoofd rustte zachtjes m hare hand, doch het was met dit hoofd onlangs nog zoo zwierig, zoo schoon, zoo ideaal ei zweefde over hetzelve eene sombere Inod o 0 i P' e/\ et hing zwak en moede- loos even als eene lelie door den storm neer- gehakt. Angst, smart en liefde vervulden hare ziel en deden eenen stroom van tranen als zoovele glinsterende waterperelen over 'hare wangen glijden terwijl van eenen anderen kant haar geest bestormd werd door de schrik- kehjkste denkbeelden, de bloedigste taferee- ten Al wat tot de samenzwering betrekking had had zij vernomen men had haar zelfs met verzwegen welk het deel was dat de Doge aan den opstand genomen had zij wist d t de jaloerschheid en de haat welke hij door zich heledigd te zien, had opgevat tegen den adel, in hem de liefde had ontwaakt voor volk, laud en vrijheid, welke van jongs af zijne ziel had doen gloeien, en dit deed haar den misstap hai er gade vergeven doch het was haar niet onbewust dat ban Marco beleedigd was, dat de ongelukkige slachtoffers hunne edele poging ïuntien zucht naar vrijheid reeds duur betaal den maar zou de verbolgen staat Marino ver geven en vrij laten Dit alles veroorzaakte eene zoo hevige ontroering en spanning in haren geest dat het haar, als het ware, gedurig voorkwam als gaven, daar, voor haar oogen, Eahero en zijne makkers, onder de afgrijse lijkste folteringen, den geest, en wat de jeug dige en lieftallige Marianna ook aanwenden mocht om het eed harer vriendin te verzach- baar 8 helpen. Augiolina was ontroost- De beide vrouwen hadden reods eenen ge- ruimen tijd in die houding doorgebracht, wan- neer eensklaps het damasten gordijn die da kamer van den Doge scheidde van degene waann zijne vrouw zich bevond, licht werd Afgeschoven, en de Doge met langzamen en bijna wankelenden tred het vertrek binnen kwam. Wordt voortgezet.) ti j tasniftd H g—yif.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1890 | | pagina 1