HET gehe: DOOUEN- 5de Jaar. Nummer 6 (218) Zondag 9 Februari 1890. wmu. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor do stad. t Abonnementsprijsfr 6Q voor den J voorop betaalbaar. PBIJS PER NUMMER 10 C EN TIMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 10, Voormtgang si raat 10, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. Prijs der Annoncen °8,w,ono' 15 861"taon „er drukreael Reklamen, 75 centiinon F uiimiegei. Vonnissen op de derde bladzijde, i franïc. Nee spe nee metu. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het bad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. AALST, 8 FEBRUARI. De liberale jongelingen worden vrien delijk verzocht de lessen, welke den Zondag, om 9 ure 's morgens, den Maan dag, donderdag en Zaterdag, om 8 1/2 ure 's avonds, van iedere week, plaats hebben in het lokaal CONCORDIA tot berei ding voor het kiesexaam, bij te wonen. voor de Lagere kamer het gouvernement Buiteulandscli politiële overzicht. Engeland. De quaestie der koste loosheid van het openbaar onderwijs is in Engeland op het tapijt gekomenten gevolge der redevoering door M. Go- schen, kanselier der schatkamer dezer laatste dagen uitgesprokenen in dewel ke hij laat weten dat er een groot over schot in het budget bestaat. Vele afge vaardigden stellen voor dit overschot te besteden om de kosteloosheid van het openbaai onderwijs in te richten. De Times heeft 5000 pond ster ling, of 125,000 fr. als schadeloostelling b taald aan M. Parnell om vervalschte brieven, de lofspraak der moorden van Phoenix park uitsprekende, gedrukt te hebben. M. Parnell, verklaarden wij vroeger, acht zich sterk genoeg om te betoonen dat de aanstoker dier gansche kwestie en de medewerker van het dagblad de Times geweest is om voor altijd de lersche partij en de zaak, waarvan M. Gladstone de voorstaander is, te doen kleinachten. Vereenigde-Stat:n. Eene zeerwerk- zame propagande wordt er geleverd, om tot de vereenigiug van Kanada met de groote republiek te komen. Die ge dachten nemen eene groote uitbreiding. Hetzelfde bestaat in Kanada, waar men bijzonder de aandacht roept op het voordeel dat uit die vereeniging voor het land zou voortspruiten. M. Blaine heeft verder voor doelgansch Amerika in eenen enkelen bond te kunnen versmelten. M. Quintrio Bacai- gura, de nieuwe minister van Buiten- Iandsche zaken van Brazilië heeft juist Rio-de-Janeiro verlaten voor Uruguay en den Argentina, om te trachten eenen bond te stichten tusschen al de Ameri- kaan-che Staten van Zuid-Amerika. Iu - en woord, men zou van al de Spaansck- Amerikaansche Staten eene fe leratie willen maken, zoo als die der Veree- nigde-Staten van Noord-Amerika, maar 60. VAN DEN BANKIER. Ik heb u iets te zeggen, mevrouw, veel te zeggeu zelfs, Maar ik kan n geene inlichtingen geven omtrent uwen echtgenoot. Ik ben heden tot u geknmeu om u mijne vriendschap aan te bieden. Maar misschien zult gij dat aanbod van iemand, zoo als ik, met verachting van de hand wijzen Uwe vriendschap verachten Neen, in derdaad niet, mijnh ler Daniëlsoo. Ik heb veel vriendschap noodig, om die, zelfs van vreem deling te verachten. Gij zijt veranderd, mrs. Westford, mom pelde de oude klerk, heel veel veranderd, sedert ik u \roeger kende. Sedert gij mij vroeger kendet riep Clara uit. Zijn wij dan ooit met elkander bekeniLge- weest uw naam Komt mij bekend voor maar ik herinner mij uwer niet. Neen, mrs. Westford, riep Jacob Daniël- son, met ''tine plotselinge uitbarsting van harts tochtelijkheid uit. Gij kunt mij niet herkennen, omdat de stempel dor vernedering op mij gedrukt is. Het is meer dan twiutig jaar gele den, sedert ik u heb leeron kennen. Ik was toeneen man, die nog ee.i overblijfsel van achting voor zich '.elven gevoelde, hoewel de wereld mij ree.Is geleerd had in te zien, welk een gering schepsel ik was, met mijne wanstal tige gedaante, mijne lage afkomst en mijne armoede. Maar ik was toen éon man, een m tn met eerzuchtige bedoelingen, die er naar gansch van deze afgescheiden. Duitschland. Eene groote tijding is ons uit Berlijn toegekomen het ont slag van M, von Bismarck als minister van koophandel van Pruisen. Dit ont slag is het gevolg de? moeiëlijkheden die er ontstaan zijn in 'tPruisisch minis terie, ter gelegenheid van de quaestie der werkstakingen en der politiek, wel- dre gevolgd moest worden tegenover de socialisten. Mr. Berleps, hooger voor zitter der Rliijnsche provinciën is iu de plaats van M. von Bismarck benoemd. Dit feit is het gevolg der oneenigheden die er tusschen deu keizer en M. von Bismarck bestaan. De vervanging van den kanselier is de voorbode van andere hervormingen die de persoonlijke tus- schenkomst van den keizer in de rich ting der politiek doen voorzien. Holland. Eene miuisterieële krisis wordt ons uit den Haag gemeld. M. Keuchenius heeft zijn ontslag gegeven. In de eerste kamer der Staten-Generaal hebben er hevige woordenwisselingen plaats gegrepen over de quaestie der volksplantingen en bijzonderlijk over de politiek van godsdienstige propagan da die M. Keuchenius zich voorstelde lil Nederlandsch Indië in te richten. Die minister heeft doen verstaan, dat, inh'en het van hem afhing, het Nederlandsch bestuur de inlanders met geweld zou verplichten, zich tot het Cristendom te bekeeren. Zulke strekkingen hebben al de leden der Kamer, die door eenen geest van verdraagzaamheid bezield zijn, verschrikt, en de minister is ge noodzaakt geweest zijn ontslag te ge ven. Le buitenkiezers. Het is eene onbetwistbare waarheid dat de buitenkiezers doorgaans voor de klerikaleu stemmen, aangezien er nie mand is dan pastoor en edelman, die zich met hen ophouden, om eenvoudige reden dat zij van het zweet der arme boerkens levenener zich mede verrijken. Onderzoeken wij hier eens wat er dient gedaan te worden om die ongeluk- kigen aan het slavenjuk te ontrukken dat hen zoo loodzwaar op de schouders drukt. Zien wij daarom vooreerst waar het liberalism heerscht en hoe het er zich ontwikkeld heeft Is het in de dor pen of wel in de groote centrums Iedereen moet met ons bekennen dat het voornamelijk in de groote centrums is dat bet bloeit en zich meer en meer ont wikkelt naarmate de werkman en de geringe burger, door de handelingen der clerikale partij ingelicht, beginnen streefde een paar sporten hooger te klimmen op de hooge ladder des levens. Gij ziet op mij neder als op een vervallen ruine, eene afzich telijke wrak van datgene, wat eertijds een man was. Mr3. Westford herinnert gij u nog uit den tijd, toen gij nog op de buitenplaats'van uwun vader uwe opvoeding voltooideden dorpsschoolmeester met zijnen krommen ru<? die u in do klassieken onderricht gaf. Herin nert gij u nog boe gij Virgilius gelezen hebt, eer gij eene veel te groote dame werd om be lang te stellen in Latijnsche fabelen Ja, dat doe ik ik herinner mij deu schoolmeester iu dat lieve oude park, riep Clara uit. Ja, en hij .heette Dauiëlson. Ik wist wel dat die naam mij bekend was. En gij zijt diezelfde mijnheer Daniël Ach! dan zijt gij al heel ongelukkig veranderd; ik zou u nooit erkend hebben. En toch ben ik niet zoozeer veranderd als de dochter van sir Jhon Ponsonby, sprak de klerk met eene bittere uitdrukking, als zij ge- weer.ligt nog een sprankje medelijden to gevoe len met den ongelukkige, die voor haar staat. Wat meent gij daarm heer Dauiëlson Ik ben nooit gewoon geweest medelijden te wei geren, aan hen, die het verdienen. Inderdaad riep Jacob Daniëlson met plotselinge opkomende hevigheid uit. O, ik zie het ai, mrs Westford. Gij hebt eene zeer ge makkelijke manier van u te herinneren. Gij hebt geheel en al den dag vergeten waarop de schoolmeester met zijnen krommen rug op uw verzoek als een weêrbarstigea hond geslagen wer. Geslagen riep mrs Westford uit en dat op mijn verzoek V Wat, iu 's hemels naam meent gij daarmede O, mrs Westford, gij hebt inderdaad ge lnol en al het verledoao vergeten, sprak d$ klerk op spottenden toon. ].-loor te zien en te ontdekken waartoe de domperspartij het volk wil geleiden, namelijk: de onbeperkte overheersching- der geestelijken en des adels. En boe komt het dat die lieden zich zoo gedwee bij den neus niet laten lei den als de dorpelingen, die alles wat de pastoor hun vertelt voor evangelie aan nemen 'Wel dood eenvoudig omdat men in de groote centrums alle slach van beroepen aantreft die, de eene meer dan de andere, min of meer uitgebreide ken nissen vereischen om de ambachtslieden in hunnen stiel vooruit te doen komen en voornamelijk in zijne noodwendig heden te voorzien. Werkman en kleine burger begrijpen dat zonder geleerdheid er voor liunne kinderen geen uitkomen meer is en zenden ze ter schole, en, indien zij onder de prang der clericalen niet moeten zwichten, wel naar de offi- ciëele scholen, die, onder de hoogere bewaking staande, meer waarborg dan de zoogezegde vrije scholen opleveren. Vervolgens, daar zij schier dagelijks met personen omgaan die door hunne onderviudingof geleerdheid liuu al eenen goeden raad, eenige inlichtingen kun nen geven, worden hun verstand en hunne rede ontwikkeld daarenboven hebben zij bibliotheken waar zij koste loos boeken kunnen bekomen om hunne -erkregene kennissen uit te breiden en hun oordeel te beoefenen, dagbladen komen hen met het politiek leven be kend maken, over hunne bi langen, ov r die der ge eente en des lauds spreken, trekken de aandacht hunner lezers op de wijze, waarop land en gemeente be-, stuurd worden, halen de beloften aan die, om aan het bestuur te geraken, gedaan, doch niet gehouden werden, prijzen het goede en laken het slechte zij treffen er rede aars en schrijvers aan, die hen, in politieke kringen, over den toestand des lands, de rechten en plichten der burgers inlichten, hen de oogen openen en doen zien hoe er in het voor- of nadeel van het volk gewerkt wordt en er alzoo mannen van vor men, die van het slavenjuk van pas toor en edelman niet willen weten. De buitenlieden, integendeel, zijn de gansche week door op het veld of in de schuur, zwoegeD en zweeten er van zonnenopgang tot zonnenondergang om hunne pachtuur aan den eigenaar te kunnen betalen, om in den onderhoud van hun talrijk kroost te voorzien en haasten zich om, na het avondmaal en het bestellen hunner beesten, hunne af gematte leden door le rust te verkwik ken en 's anderendaags zich aan het zelfde werk over te leveren. De gansche week door leven zij schier Ih heb niets vergeten, antwoordde Clara V\ estford. Ik bid u zet u neêr en verklaar mij alles Er moet bet een of ander misverstand bier achter schuilen. De klerk liet zich onwillig op een stoel neer vallen. Het valt zoo gemakkelijk te vergeten, aan ben, die de slagen toebrachten, sprak bij maar veel moeielijker valt bet hem ,die de sla- ge u gekregen beef't. Clara zag hem aan met een gelaat waarop duidelijk te lezen stond dat zij er niets van be greep. Ik ben die raadsels moede, sprak zij koel tjes, en ik bid u verklaar u duidelijker, M. Da- niëlsoa. Dat zal ik, antwoordde de klerk. Ik zal te- rugkeeren tot de da en dat gij zeventien jaren oud waart. Ja bet was uw zeventiende verjaar dag. Ik had u toen reeds een j lar lang les gege ven en bevonden dat gij de aangenaamste leer linge waart, wier vlug begrijp ooit het hart vgn een leermeester van hoogmoed deed trillen. Het was uw geboortedag. Gij en eenige andere gelukkige meisjes van uwe jaren zoudt dien dag een landelijk feest vieren. Gij waart bezig uw geliefkoosde kamers met guirlandes van bloe men te versieren, toen ik dien morgen kwam om uwe gewone les te geven. Gij zegde dat gij die.i dag een vrijen dag zoudt nemen en niet studeeron maar toen ik mij wilue omkeeren om been te gaan, de hemel' alleen weet met hoeveel droefheid in bet hart. Toen noodigdet gij ruijden nederig ui-dorpschoolmeester met den krommen rug, uit, om dien dag van genoe gen met u deal te nemen aan bet eenvoudige feest. Zou ik ooit dien dag kunnen ver 'eten Neen mrs Westford, de herinnering aan dien blijden helderen zomermorgen heeft mij nooit verlaten, gedurende al de lange droevige jareu die volg- een afgezonderd leven en zijn slechts in j betrekking met hunne huisgenooten, met den dorpsherder en den baron, als het pas geeft en het in dezer belangen j is. j Daar zij niet, zoo als de ^stedeling, de noodwendigheid der geleerdheid zoo tastbaar gevoelen en van den pastoor immer hooren zeggen dat de christelijke leering de allerzaligste der wetendkeuen is, deuken zij misschien, in hunnen een voud, dat de geleerdheid, die hen in hun stoffelijk bestaan grootelijks kan behulpzaam wezen, maar eene bijzaak is, geven er weinig om en onttrekken hunne kinderen aan de school zoohaast deze hen eenigzins in hunne werkzaam heden kunnen bijstaan, dus in die jaren waar het verstand zich jhet meest ont wikkelt en de kinderen beginnen te begrijpen wat zij lezen. En bibliothe ken... iu hoevele dorpen zouden er bestaau En kringen waarin men, al ware het maar de belangen der gerae nte zoude beoogen en bespreken..., die zijn er niet. Stedelingen of mannen, die hun de belangen des lands en tevens der gemeente zouden kunnen aan het ver stand brengen e.n de laffe aanrandingen van pastoor en edelman kunnen bestrij den, komen er weinig of zelden, en voor eenige richtsnoer, eenig n raadgever blijft hun slechts de dorpsherder over, die hun zijne politiek inprent en in tijde van keus met behulp van den kasteelheer de liberalen afschildert als de vijanden van deu boer en de afgezanten des duivels. Om de dorpelingen dus aan hun onge lukkig slavenjuk te onttrekken mort men hen vooreerst over hunnen erbar- melijken toestand inlichten, hun doen zien en gevoelen wie hun welzijn en dat hunner kinderen behartigt, wie hun hart en geest wil vormen en jveredelen maar niet ve:stompen en verdweepen, wie werkt om van hem vrije en onafhanke lijke lieden te maken, die God en den Keizer geven wat elk toekomt. De liberalen moeten zich bijgevolg de moeite geven van de dorpelingen te gaan bezoeken, hun door hunne wijze raad gevingen, hunnen handel en wandel doen zien dat zij, liberalen, zoo erg en zoo slecht niet zijn als pastoor en edel man het hun inblazen, dat zij de uitbui ters van den boer niet zijn maar wel diegenen welke 't anderen verwijten. Zij moeten de dorpelingen gaan spreken over stoffelijke en pol.tieke verbeterin gen, bijzonderlijk over de stoffelijke, nu vooral dat de landbouwers niet weten hoe het eene einde des jaars aan het andere te knoopen zij moeten hun we den. Ik heb mij bijna krankzinnig gedronken aan brandewijn; maar vergeten heb ik nooit vergeten zal ik nooit I Op mijn doodsbed zal de herinnering aan de eenige hartstocht mijner jeugd mij nog vergezellen, zooals zij mij ge heel leven vergezeld heeft. Ik kan u nog heden zien zooais ik u op dien dag gezien heb, Clara, ach ja, laat mij u nog eenmaal Clara noemen, zooals ik deed op dien noodlottigen dag, zooals ik u sedert dat oogen- blik in mijne droomen altijd genoemd heb, zooals ik u tot aan mijnen laatsten ademtocht zal blijven noemen. Wat geeft gij er om of een ellendeling, zooals ik, in de dwaze kraiik- zinnigh-id zijner vergoding de vormen der beleefdheid niet in acht neemt Wat, ben ik anders dan een worm, die aan uwe voeten kruipt Ja, Clara, ik kan u nog zien, zooals ik u op dien dag gezien heb, mot uw zacht bruine haar, dat in lange krullen op uwen boezem nederviel en waarin een gouden gloed schitterende, uwe groote donkere oogen, blauw als het heldere azuur des hemels, uw half geopende lippen, bekoorlijker dan of zij uit het zuiverste koraal gesaeden waren. Ik kende Catullus en Horatius in die dagen op mijn duimpje en allerlei poëtische hersen schimmen rezen in mijn geest op als ik u aan- zag. Een krans van witte leliën omgaf uw hoofd maar de schoonste van die bloemen was nog zoo schoon niet als gijGij waart zoo goed en vriendelijk tegen mij te willen zijn. Gij ver zocht mij u te helpen dragen aan de manden vol junirozen, de kamperfoelie en de seringas die gij in bloemtuilen en festoenen samen bond om uwe kamers te versieren, De +ro sche dochter van den baron wist niet dat de school meester met den krommen rug zoo krankzin nig, zoo verwaand was haar te beminnen met eene toewijding die de schoonste vrouw niet Lelijks hunne dagbladen sturen opdat die lieden zouden kunnen oordeelen wie het met het volk welmeenen, de cleri calen of de liberalen. AV an neer er zoo zal te werk gegaan worden, dan zullen de buitenkiezers be grijpen wat tan clericaal en liberaal is zij zullen beider denkwijzen wikken on wegen en, zich door de stedelingen on dersteund en aangemoedigd ziende, zullen zij, door hu ma klaarziende dorpsgenootenaangezet,het dwangkleed afschudden, waarin pastoor en edelman hen gestoken hebben zij zullen de libe rale partij toegedaan zijn, die hen uit hunnen ellendigen toestand zal opge beurd en hun lot merkelijk verbeterd hebben, daar zij door hunne manmoe dige houding den overmoed dargenen zullen intoomen, die hen slechts door schrik en bedreigingen overheerschten. Iemand, die door een eenvoudig middel van 23jarige doofheid en van geruisch iu de ooreu genezen is zal de beschrijving van dat middel in het Hollandscli gratis een ieder op aanvraag zenden J. H. Nicholson, 4, rue Drouot, Pa rijs. Wie oogsten wil Dat I)enderbode over de kiezingen van Dinant en Namen viklorie kraait laat zich gemakkelijk verstaan. He kleri calen, even als wij, hadden zich aan dien uitslag niet verwacht. Zonder op de minste kans voor eene overwinning te durven tellen, had de libsvrdo partij-event wel de hoop gekoes terd van, zoo als te Leuven, de klerikale meerderheid tot op de helft te zien ver smelten. Dinant en Namen hebben aan die verwachting niet beantwoord, doch de daar verkregen uitslagen even als die van Doornik, Brussel, 4arlen, Gent en Leuven zijn aanmoedigend gunoeg om met verdubbelden iever ons tot den toekomenden Junistrijd vaardif te maken. In geene enkel kiesomschrijving is de klerikale m erderheid vergroot, in vele behalen wij de schitterendste zegepra len. Maar er moet gewerkt worden, een drachtig en krachtvol gewerkt, niet eenige dagen of weken, maar jaren op jaren, zonder ophouden en zouder ge nade, juist gelijk onze tegenstrevers doen. Öp vele plaaten moeten wij ons beter inrichten en. moediger de handen aan 't werk slaan altijd het geluk heelt, al ware het slechts van een slaafscken aanbidder, die uitroept Sta mij slechts toe op den grond onder uwe voeten te liggen, opdat het voorwerp mijner liefde mij moge dood trappen. Clara riep de klerk met ingehouden drif tigheid uit, ik was dien geheelen dag krankzin nig ik verloor alle begrijp van wat of wie ik was. Al had ik den rang ,van een hertog be kleed, den rijkdom van een millionair, de schoonheid van een Adonis bezeten, dan zou ik niet minder hebben kunnen denken aan de diepe klove, die ons scheidde. Ik dacht er al leen aan dat ik u beminde en dat gij schoon waart. Er kwam een ongelukkig oogenblik waarin mijne dwaasheid haar hoogste punt bereikte. Ik sprak, ik zeide u alles. In een oogenblik werd ik tot het bewustzijn gebracht van de vermetelheid, waartoe mijn wilde hartstocht m'J gevoerd had. De dochter van sir John Ponsonby beantwoordde mijne dwaze onge paste hartstochtelijke beden met kalme waar digheid. Zij berispte mij niet om mijne ver waandheid maar zij deed mij gevoelen hoe veel to hoog mijne wenschen gegaan waren. Was het daarbij gebleven, Clara, dan had ik de welverdiende vernedering die ik ondergaan had, kunnen verdragen en iii zou uwe beeltenis in mijn hart begraven en liefgehad hebben, als die van de deugdzaamste en beminnelijkste aller vrouwen maar mijne straf z >u daar niet eindigen. Uw troon was nog niet bedaard door mijne nederige verontschuldigingen. Verslagen, berouwvol en, zooals ik dacht, met vergiffenis voor mijne dwaasheid, sloop ik weg van uwe zijde. Gij hadt mij duor een schijn van meelijden, dat gij iudérdaad niet gevoeldet, bedrogen. Wordt voortynei.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1890 | | pagina 1