Provinciale kiezing van Zondag 25 Mei 1890 VOOR EEN GOUDSTUK, Sde Jaar. Nummer 19 (251) Zondag 11 Mei 1890. Aalst, 10 Mei. KANTON AALST. Kandidaten der Vrijzinnige Grondwettelijke Vereeniging COPPENS Victor, fabrikant, Lede. DE LATTRE Edmond, koopman in vee, Aalst. GALLE Albert, advokaat, Aalst. LECLERCQ Hippoliet, koopman, Aalst. MICHIELS Gustaaf, koopman, id. YERBRUGGHEN Eugeen, advokaat, id. I i y 1 Abonnementsprijs LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor de stad. 5 fr 50 voor den buiten, PK IJS PEK NUMMER 10 C EN TIMEN. voorop betaalbaar. Men abonneert zicL op alle postkantoren voor den buitenvoor de stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. Prijs der AnnoncenGewone' 15 centimen t Reklamen, 75 centimen per drukregel. Vonnissen op de derde lladzijde, 1 frank. Nee spe nee metu. Men maakt melding van elk werk waarvan een_exemplaar aan het bad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Buitenlandscli politiek overzicht. Frankrijk. De eerste Mei, dag van de openbare manifestatie der werklie den, is in 't algemepn rustig afgeloopen; nochtans heeft zij in sommige landen ernstige gevolgen gehad. In 't noorden van Frankrijk, in 't mijngebied der Rhone, in Spanje en in Oostenrijk heb ben er erge onlusten plaats gegrepen. Te Londen, waar de manifestatie de vierde Mei plaats had, is alles zeer kalm geweest. Men mag het getal deelnemers op 200,000 en dat der nieuwsgierigen op 300,000 schatten. De kiezingen voor den stedelijken raad van Parijs zijn geëindigd. De uitslag dezer kiezing is van den eenen kant de onherstelbare vernietiug derBuulangisti- sche partij, en van den andere de hervor ming op het stadhuis van eene republi- keinsche meerderheid, min radidaal dan de voorgaande. DuitscJüand. Keizer Willem heeft in persoon den zittijd van den nieuwen Reichstag geopend. In zijne troonrede doet hij bijzonder uitschijnen dat Duitschland met de vredelievendste ge voelens bezield is. Verder spreekt hij over de noodzakelijkheid van de getal sterkte des legers te vermeerderen, ten einde de oostelijke en westelijke grenzen te beveiligen ten slotte ontwikkelt hij eenige bemerkingen betrekkelijk de werkerskwestie. Bij de eerste zitting heeft men dade lijk bemerkt dat een gedeelte der verga dering zich geneigd gevoeld het politiek werk van Bismarck krachtdadig aan te vallen. De uiterste partijen hebben eene i reeks wetsvoorstellen neergelegd, af schaffing vragende der inkomende rech ten op de grond-en verbruikingsstoffen. De socialistische partij stelt voor den normalen weikdag op 10 uren door de wet te doen bepalen. Engeland. De wijziging van de Iersche oppositie door M. Parnell in het Lagerhuis van Engeland voorgesteld, is met de groote meerderheid van 80 stem men verworpen het ontwerp van het ministerie, niettegenstaande de recht vaardige en scherpe beoordeelingen dat het langs alle kanten doen ontstaan had, werd aangenomen. Het geva r, aan hetwelk 't ministerie blootgesteld was, is dus verdwenen. 3. Victorien Van de Weghe. O, mijn arme Frits, hij was vroeger een engel van goedheid en gehoorzaamheid, en wat hebt gij er nu van gemaaktweende de vrouw, zich de handen wringend van droefheid. En wat heeft hij van mij gemaakt, riep Lina met heftigheid. lk ben thans, zoo als men zegt een schaamtelooze geworden het zij zoo wat ik ben, heb ik gewild, maar vroeger was ik ook goed en gehoorzaam grootvader noemde mij zija engel Ik was een engel, ja. den dag dat ik in de bittere koude stond te weeneu, en ik en grootvader honger leden. Hij was blind en ik was klein, en wij waren van God en van de wereld verlaten 1 Wij waren nochtans geene gewone bedelaars, maar het overlijden van eene laatste bloedverwante bracht gebrek en nood, en de nood alleen dwong ons. Ga dit alles eens aan de menschen vertellen, .demand gelooft u. Dien dag, me vrouw, had de Louis welken uw zoon u voor mij vroeg, ons kunnen redden, dewijl ik zou aan werk en broodwinning gekomen zijn. Ik zou moed en zelfvertrouwen hervat hebben, ik zou aan de rechtvaardigheid der menschen, der rijken kunnen gelooven hebben, en ik zou eene eerlijke hn werkzame vrouw geworden zijn. Dien Louis, dat goudstuk, mevrouw, hebt gij mij geweigerd Gij zoudt de vraag van uwen zoon moeten inwilligen hebben, dat zou ons allen geluk Een blik in den toestand. Het is ecu onloochenbaar feit dat aan de betoogingen van le Mei, in België alleen, meer dan 100000 werklieden hebben deel genomen. Men kan evenmin loochenen dat de werkliedenpartij sinds eenige jaren in getalsterkte merkelijk heelt toegeno men en dat zij thans eene macht vormt die in evenredigheid zoo zwaar weegt als de socialistische partij van Duitsch land. Met die werkliedenpartij zullen de staatkundigen vroeger dan men denkt af te rekenen hebben. Algemeen stem recht, persoonlijke dienstplicht en rechtveerdiger verdeeling der belastin gen zijn vraagpunten die weldra hunne oplossing zullen moeten hebben. Nie mand kan dien gedachtenstroom tegen houden het volk eischt meer rechten en zeker zal het deze bekomen. medegebracht hebben. Sedert hebben al de Louis, die Frits aan mijne voeten werpt, tegen dat enkel goudstuk niet kunnen opwegen. Ha gij meent misschien dat het goud ec de liefd'e- Jweeperij van uwen zoon mij «elukkig maken. Gij bedriegt u, mevrouw; ik ben te wel mijns hachelijken toestands bewust, en het geld de verkwisting, die uitgelaten féesten, die pracht praal welke gij hier aanschouwt, dit alles dient derhalve mij als voldoening en wraak, als een haat zonder vergiffenis en daar de wereld mij geen recht meer kan vergelden, zullen die haat en wiaak bestaan tot dat ik mij mij zeiven recht gedaan hel be.... n De moeder vertrok door de vrees en de ver ontwaardiging aangejaagd en teenemaal ont moedigd. Zij begreep dat er niets aan te doen viel, dat haar zoon, die den doorluchtigen naam des voorgeslachts moest voortzetten een verlo ren man was. Dat soort van vrouwen kennen geen mededoogen zeide zij in zichzelven toen zij buitenden huize der «eutretenue» was, zonder te denken dat de kleine bedelares van over zeven jaren, wanneer de hoovaardige dame haar met minachting voorbij trad, ook zoude kunnen antwoorden hebben O die onmeedoogende vrouwenhadden zij maar een hart gehad 1 IV. Het was verleden winter. Het sneeuwt. Op den steenweg van Brussel naar Evere rolt een stadslijkwagen stil voort. Do overledene die naar zijne laatste rust plaats gevoerd wordt moet stellig een mensch uit de laagste volksklas wezen twee lijkbid- De klerikale partij blijft voor die eischen blind en doofheeft zij wel overwogen aan welk gevaarlijk spel zij zich aldus waagt MHj gelooven van neen, zoo niet moeten wij zeggen dat hare stoutheid aan het vermetele grenst en zij niet bang is van volksorkanen te zien uit bersten. Het is gekend dat op 100 militianen van het Walenland er 50 tot de werk lieden partij behooren. Voor de Vlaam- sche gewesten is de verhouding zoo groot niet, maar laat de huidige toestand nog eenige jaren voortduren, wat zult gij zien gebeuren Het leger, voor de meerderheid uit socialisten samengesteld, zal weigeren aan zijne officieren te gehoorzamen, in dien het land moet verdedigd of den oproer gedempt worden. Maar ook wat moeten die jongens zich over een land bekreunen, waar zij geene eigendommen te beschermen hebben, maar vooral, waar zij geene rechten bezitten? Zullen zij gaan schie ten op hunne vaders, broeders en vrien den die opstaan voor lotsverbetering, dus ook voor welzijn in hun toekomend bestaan Het is reeds zoo verre gekomen dat men de soldaten nmt in aanraking met de burgers, met de werklieden durft laten komen. Op 1 Mei waren zij in zeker kasernen opgesloten uit vrees dat zij met de be- toogende werklieden zouden verbroe derd hebban. Dit zal nogthans niet beletten dat die toestand van dag tot dag verslechten en onrustwekkender worden zal, zoolang de klerikalen aan het tegenwoordig kies-en soldatenstelsel houden. Had elke burger, vooral de werkman, wat meer politieke rechten, was ieder een gelijk voor de krijgswet, diende het eêlmanskind nevens den garentwijnders- zoon, er zou een andere geest in ons leger heerschen en er zou onder den kiel van den werker eene meer vaderlands lievende borst kloppen. Hij zou beseffen dat hij telt in zijn land, hij zou fier wezen over zijne eigen waarde, hij zou begrijpen dat hij daar iets te verdedigen heeft dat het zijne is en hem met andere burgers op gelijken voet stelt. Nu aanziet hij zich als een vreemdeling in zijn eigen Vaderland, een man met plichten maar zonder rechten. Aan de liberale partij de vereerende taak van den slagboom, welke dit on derop stadskosten betaald, volgen dep lijk wagen; laatste aalmoes an vernedering des behoeftigen vooraleer de onverdeelde rust, de volkomen bevrijding te genieten. Zij, die Frits gekend hadden,hem gedurende zijn woelig leven vrienden waren, maar nu af wezig bleven, hadden gezeid een passend einde voor zulken levensloop. De gevallen rijke telt geene vrienden. Dik wijls streKt de genegenheid maar zoover als de inhoud der beurs. Een enkele persoon nog, eene immer in het zwartgekleede vrouw, met zilvergrijs haar, maar met eene kleed ij welke de verarmoeding', den uitersten nood aanduidde, volgt insgelijks te voet haren zoon tot het eeuwig vaarwel. Op het kerkhof is de begraving van den arme een kleurloos schouwspelzij duurt slechts eenige minuten. Nergens meer dan bij die laatste uitvaart toont onze onrechtvaardige samenleving het verschil der standen. Geen afscheidsgroet, geene lijkrede werden op den voorheen zoo fikschen man uitgespro ken. Men hoorde alleen het smartgejammer der vrouwe. Wat het ook moge gewezen of geworden zijn, het kind behoudt immer de onuitputte lijke lieidebron zijner moeder, en het is ver schrikkelijk voor haar een kind te verliezen. Wat Frits in zijnen trots ook bedreven had", de moeder had aan hem meer dan haar leven gehecht al hare teederheid, al haren wil en geduld, al haren hoogmoed voor haar heden en hare toekomst was haar thans ontrukt als een stuk van haar hart. Alle moeders begrijpen zulks, en de smart van mevrouw van Veerle, die maar een kind bezat, was ondoorgrondelijk. recht opslaat, weg te rukken. Geen schooner werk kan haar ten deele val len Landbouwers, opgepast. roeger hebben de liberale Kamerleden Lippens, de Kerckhove en vooral Henricot wetsontwerpen voorgestMd, welke voor doel haddeD het lot der landbouwers merkelijk te verbeteren. Minister Beernaert wilde er niet van weten omdat die nieuwe regeling eeno vermindering van ontvangsten in de Staatskas zou veroorzaakt hebben en meester Woeste weigerde ze in aanmerking te nemen omdat zij aan een deel der buitenkiezers hun kies recht ontnam. Zoo nauwgezet was hij over eenige maanden niet toen men met de afschaffing der personee- le belastingen op de werkmanswoningen in eénen trok 20000 werklieden van hun kiesrecht beroofde maar ook, 't waren toen meest libe rale kiezers. Nu hebben 5 liberale representanten weer een nieuw wetsvoorstel neergelegd, dat geheel en al ten voordeele van den landbouwer is. In dit wetsvoorstel vragen zij êene nieuwe ka dastrale verdeeling en eene voorloopige ver mindering van 33 ten honderd op de hoofdsom van de grondbelasting voor bebouwbaar land en weide, dus een derde belasting minder. Ziet ge nu, landbouwers, wie uw ongelukkig lot ter harte neemt De liberalen zoeken door allerlei middelen uwen toestand te ver beteren, uwe lasten te verminderen, doch de klerikale ministers en hoofdmannen schijnen langs dien kant doof te zijn. Beernaert en W oeste steken stokken in 't wiel en zenden de iberaien met hunne wetsvoorstellen wande len zij willen niet dat d landbouwers van liberalen geholpen en gered worden. Waren wij in de plaats der landbouwers, we zouden al die klerikale hansworsten een lesje spellen, dar, hun lang aan de ribbenkast zou plakken wij zouden in de aanstaande kiezingen van Mei en Juni maar alleenlijk stemmen voor hen die het waarlijk met de belangen van den landbouw wel meenen. Aan de belastingschuldigen. Denderhode heeft in een zijner vorige nummers moeten bekennen dat de recht- streeksche belastingen van geen enkel centiem verminderd zijn, alhoewel de katholieken in 1884 tegen dezelve zoo luide geschreeuwd hebben. Daar de rechtstreeksche belastingen het zwaarste op de kas der burgers druk ken, zoo mag men gerust zeggen dat het ministerie niets gedaan heeft om het lot der schatplichtigen eenigszins te ver zachten. Evenwel hoort men de pastoorsbladen boffen over de ontlastingen welke door Beernaert-Pourbaix-Nieter op de on- rechtstreeksche belastingen zouden ge daan zijn. In zijn nummor van 23 Maart 1890 geeft Denderhode een totaal van fr. 8,324,000 ontlastingen. Waarom ver geet Slimmeken er bij te voegen dat ons Die vrouw behield nu niets meer op de wereld; noch hoed, noch have noch steuu. Zij was tot de uiterste ellende gedompeld zij die eens in weelde en overvloed eenen alomgeach- ten naam droeg, stond daar alleen van iedereen verlaten. De laatste buitensporigheden van haar kind, zijne langdurige ziekte, binnenst dewelke zij tegen de hoe langs hoe meer aan grijpende armoede had moeten worstelen, hebben hare uiterste hulpbronnen genomen. Zij bezit zelfs 'het noodige tweefrankstuk niet meer om zich meteen huurrijtuig naar de stad terug te doen voeren. Zij moet te voet, zwak als zij is naar haar eng kamerken ondanks hare uitgeputheid en hare smart. Zou zij dan ook van ellende gaan moeten bezwijken? Wie gaat haar tegen den honger behoeden Zij gaat immer voort, zich met moeite ondersteunendtot zij eindelijk vóór een prachtig hotel in eene der boven wij ken der stad stil bleef staan, alsof daar een onverwacht verschijnsel haar ter plaats genageld hield. Men gaf dezen avond in dit hotel een groot feest. Talrijke rijtuigen hielden stil voor de groote koetspoort, en menige heeren en damen in feestgewaad verdwenen in den wijden in gang. De vrouwe stond stommelings die drokto te bekijken. Het was omtrent 9 ure. Het feest nam aan vang. Men hoorde door de ramen der ver lichte bovenzalen het gedreun der akkoorden tot de inleidiug eener luchtige wals. Het was Lina, de rijke lichtevrouw, die aan hare bewonderaars en nieuwe aanbidders een bal gaf! pastoors-ministerie voor meer dan 4mil- lioennieuwebelastingen heeft doen stem men? I usschen die zoo gezegde verminde ringen van verbruikingsbelastingen wil len wij er wel een paar onderzoeken. Voor de rechten op den alcool en het bier vinden wij in Denderhode eene ver mindering van 2,647,000 franken. Aelnu, in schijn is er vermindering, maa,i wezentlijkheid is het geheel wat anders. Men heeft het cijfer der contributie ingekort, maar men heeft den grond slag der belasting uitgebreid. Het is waar dat men nu maar 64 fr. voor den hectoliter alcool betaalt in plaats van 75 Ir, zoo als in 1884, doch waar men vroeger maar 10 maal 75 fr. betaalde, moet men nu 11,70 maal 61 fr. betalen, zoo dat er geen centiem minder in de schatkist komt. Tot bewijs dat die be weerde lastenvermindering maar woor denbedrog is, is de steeds aangroeiende opbrengst dezer belasting, welke in 1884 maar 18 millioen en thans reeds 24 millioen beloopt. Met den tabak zit het al op denzelf den voet men pocht er op dat men de verbruiksbelasting op den inlandschen tabak verminderd heeft, maar men zegt er niet bij dat men de inkomende rech ten op den vreemden tabak vermeerder de, zoo dat het artikel tabak welke in 1884 maar 270 duizend franks opbracht er thans 850,000 fr. afwerpt, niettegen staande de ontlasting van 300,000 frs. Wie mag die lastenverhooging beta len i Niet de vreemde kooplieden maar wel wij. De Staat heeft de opbrengst van de koffiebelasting aan het gemeentefonds afgestaan, maar dat is geene ontlasting voor de burgerij. Of wij aan M. Beernaert of aan het Gemeentefonds moeten betalen dat brengt ons geen centiem verschil in den zak leggen moeten wij toch. De vervoerrechten op den ijzeren weg zijn met een millioen en half vermin derd de verhooging van 12.50 fr. per wagon kolen voor de Vlaanderen zal die som ruimschoots afwerpen. Daarbij in 1883 heerschte er hevige krisis, de opbrengst der belastingen wierp bittere teleurstellingen af, terwijl nu de Staats inkomsten hunnen klimmenden loop ïernomeu hebben en de ijzerenwegen alleen millioenen overschotten opbren gen. De personeele belasting en de patenten van hunnentwege geven eene vermeer dering van 3 millioen. Des anderendaags morgens was gansch het hotel in rep en roer, en wel om het volgende voorval De knechten en meiden vertelden onder el kander dat omtrent vijf ure des morgens, wan neer het bal eindigde en de genoodigden de eene na de andere vertrokken waren, men in deu gang der koetspoort eene bejaarde vrouw in bez ïjming had vinden liggen, geheel in het zwart, maar uitermaten armoedig gekleed,eene soort van bedelaresse welke men den ganschan nacht van voor de poort had kunnen afwenden. Men vertelde ook dat jufvrouw Lina, nog met haar balkleed getooidop het vernemen van het voorval ook beneden gekomea was, en dat bij het ontwaren der berooide vrouw zoo machtig het gevoel was dat haar overmeester de, dat men hare stappen moest ondersteunen, en zij eenen verschrikkelijken gil gegeven had en als verplet had uitgeroepen Hemel 1 zij I Men vertelde verder dat men in der haa9t om den doktor geloopen was, die na de kranke onderzocht te hebben verklaard had dat dia vrouw volstrekt niet wel was en in levensgevaar verkeerde door ontbering en een lang gebrek aan voedsel, en dat het hoogst noodig was na hare krachten een weinig hersteld te hebben, haar naar bet hospitaal te doen overbrengen. En eindelijk pochten knechten en meideu dat jufvrouw Lina toch zulk een goed hart ge toond had, en met zulke edelmoedige gevoelens bezield was, dewijl zij naden doktor enden koetsier die haar naar het gasthuis moest voe.en betaald te hebben, zij nog eenen Louis in de tesch van het kleed der ziekelijke bede laarster gestoken had. Laeken, 1889. rJ i lts NOVELLE DOOR

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1890 | | pagina 1