1
TWEE VRIENDEN.
5de Jaar.
Nummer 25 (257)
Zondag 22 Juni 1890.
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad.
5 fr 50 voor den buiten,
PRIJS PER NUMMER10 CENTIEMEN.
voorop betaalbaar.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangstraat 10, Aalst.
HET
Prijs der Annoncen
ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 centiemen
Reklamen, 75 centiemen drukregel.
Vonnissen op de dei de bladzijde1 frank.
Nee spe nee metu.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 21 JUNI.
Buiteiilaiidscli politiek
overzicht.
Engeland. Do voornaamste poli
tieke kwestie aan het dagorde ie de
overeenkomst tusschen Engeland en
Duitschland geslotende eerste mogend
heid staat aan de tweede het eiland
Heligoland af het zelve ligt in de
Noordzee aan de monding van de Elbe
en Wezer op 44 kilometers van de Duit-
sche kust en heeft eene bevolking van
omtrent 3000 inwoners. Sedert 1807
behoorde het aan Engeland. Duitsch
land erkent langs den anderen kant
Engelands rechten van gezag op een
groot gedeelte van Afrika's oostelijke
kusten.
In 't keizerrijk juichen al de officieele
bladen triomf in Brittanje heeft de
overeenkomst nog al groote misnoegd
heid verwekt. Zeker is dit verdrag eene
nieuwe waarborg van vrede.
Frankrijk. In de Zuiderprovintiën
neemt men de strengste zekerheidsmaat
regelen tegen de besmettelijke ziekte,
welke in Spanje komt uit te breken.
In de hooge kringen wordt er veel
over het Duitsch-Engelsch verdiag ge
sproken en koestert men de vrees dat
zulks aan de fransche bezittingen in
Afrika's binnenland zou kunnen nadeel
berokkenen.
Verscheidene nihilisten in de zaak
van hetkomplot betrokken,zijn op vrije
voeten gesteld.
Spanje. Eene choleraziekte heeft
in de provincie Valencia reeds talrijke
slachtoffers gemaakt. Alles wordt event-
wel in 't werk gesteld opdat de besmet
ting zich niet verder zou uitbreiden.
Men hoopt hierin te slagen.
Algiers. Gansch den oogst wordt
weer door de sprinkhanen verwoest. Op
eene lengte van 100 kilometers worden
er dagelijks meer dan 6000 kubiekme-
ters van die beesten vernield. Zij bedek
ken de velden tot op eene dikte van 15
centimeters en men vreest dat alles zal
verloren zijn.
Landbouwbelangen
In de Fransche Kamer komt M. Mé-
line, minister van landbouw, een wets
ontwerp neer te leggen, dat niet van
belang ontbloot is voor onze Belgische
boeren. Ondanks al de beschermrechten
doorworstelt de landbouw' daar zulken
grooteu krisis als hier en zoekt men
De fransche schrijver Guy de Maupasseut
verhaalt eeu zeer treffende geschiedenis uit den
tijd van het beleg van Parijs. Het W. v. n.
deelt ze volgenderwijze mede
't Was in den tijd van 't beleg. Parijs was
uitgehongerdde musschen op de daken waren
zeldzaam, de goten waren leeg. Men was niet
langer kieskeurig op 't punt van voedsel maar
at, wat er slechts te krijgen was.
Langs een der bolwerken wandelde op eeu
helderen Januarimorgend Monsieur Morissot,
horlogiemaker van beroep, nu door de omstan
digheden tot een vervelend nietsdoen veroor
deeld. Terwijl hij met zijn handen in de zak
en eene leege maag treurig voortslenterde, ont
moette hij toevallig een oude bekende. Het was
Monsieur Sauvage, met wien hij eens kennis
had gemaakt aan den waterkant.
Voor het uitbreken van den oorlog, placht
Morissot iederen Zondagmorgend bij het krie
ken van den dag op weg te gaan, met den
hengel in de hand en een blikken trommel op
den rug. Per spoor ging hij dan naar Argen-
teuil, of stapte te Colombes uit, van waar hij
zich te voet naar het eilandje Marante begaf.
Nauwelijks in dit land zijner droomen aange
komen, begon hij te visschen en hij vischte
daar tot het vallen van den avond.
lederen Zondag ontmoette hij er een klein,
dik, joviaal mannetje, Sauvage, winkelier uit
de straat Notre-Dame de Lorette en een even
hartstochtelijk visscher als hij. Dikwijls brach
ten zij een gedeelte van den dag door naast
elkander gezeten met de hengel in de hand, en
zoo hadden zij langzamerhand vriendschap ge
sloten. Soms spraken zij niet met elkander, dan
naar middelen uit om deuzelve te ver
zachten.
Wat er ginder zoowel als hier ont
breekt, dat is geld, dat is krediet en in
dit te kort tracht het nieuwe wetsont
werp te voorzien.
Het is waar dat er landbouwers zijn
die huizen, landen en weiden bezitten,
en hierop hypotheek naar belieften kun
nen krijgen, maar dat vraagt nog veel
onkosten, buitengewone interesten en
ongelukkig de boer welke hoef en erf
moet belasten, want die sukkelt naar
zijnen ondergang,
Doch hoevelen zijn er buiten deze
niet, welke geene onroerende goederen
bezitten, wiens rijkdom uitsluitelijk be
staat in hun vee, hunne meubels, hun
akkergerief, hunnen oogst
Dezulke zijn talrijk en het kapitaal
daarvoor beloopt in Frankrijk tot 8500
millioenen franken.
Welnu die 8 1/2 milliaards kunnen
niets opbrengen, ten zij dat men vee,
meubels of landbouwgerief in handen
van 3e personen als waarborg stelle, en
in dit geval is er geene bebouwing meer
mogelijk.
Een landbouwer bezit b.v. zes koeien,
twe waarzen, een paard, eenige zwijnen,
karen, eggen, wellen, tot zelfs een
dorschmachien, te zamen eene waarde
van 6000 franken. Voorts heeft hij niets,
maar ook geene schuld. Het jaar heeft
zoo slecht geweest dat bij met moeite
de twee eindjes heeft kunnen aaneen-
knoopen. Hij heeft goed mest, goede
zaden van doen, wil hij op eenen winst-
gevenden oogst rekenen. Hiervoor heeft
hij 1000 franken noodig en zijne beurs
is plat. Wat gedaan
Kan hij leenen op zijn mobilair, het
zelve als waarborg geven Goed, maar
waarmede zal hij dan landbouwen
Vee verkoopen, dat is zijns exploitatie
verminderen Zonder goed mest en
met slechte zaden voortdoen
Tot dit laatste besluit hij, met den
dood in 't hart, want hij weet dat de
grond hem niet voldoende zal opbrengen
en dat zijn oogst erbarmlijk zal zijn
zijne landen en weiden zouden hem nog-
thans in overvloed kunnen geven, hadde
hij maar geld of krediet.
Men schreeuwt dat de aarde niet
genoeg opbrengt, omdat men den ouden
slenter volgt.
Maar zulks kan niet anders, men is er
toe genoodzaakt bij gebrek aan de noo-
dige fonds om verbeternissen in te bren
gen, om den vooruitgang te volgen.
eens wel, maar ook zonder spreken begrepen
zij elkaar, want zij hadden denzelfden smaak
en dezelfde gevoelens.
Wanneer in de lente, de zon des morgends
omstreeks 10 uro haar stralen deed flikkeren
op het wateien de twee onvermoeide visschers
een behaaglijke warmte gewaar werden op den
rug, zeide Morissot soms tot zijn buurman
Lekker hé en Sauvage antwoordde Er
gaat toch niets boven visschen.
En dat was hen voldoende oir. elkaar weder-
keerig te leeren begrijpen en achten.
In den herfst, wanneer tegen het vallen van
den avond de lucht bloedrood gekleurd door
de ondergaande zou, zich weerkaatste in den
stroom en de twee vrienden hulde in een rossen
gloed, die de ook reeds bruin geworden blade
ren der boomen vergulde, keek Sauvage glim
lachend Morissot aan, en zeide bibberend van
kouWat een prachtig gezicht! En Morissot
zonder den blik van zijn dobber af te wenden,
antwoordde Dat is beter dan flaneeren langs
de boulevards.
Zoodra zij elkander herkend hadden drukten
zij elkaar ontroerd de hand, geheel onder den
indruk van de veranderingen, die er hadden
plaats gegrepen sedert hunne laatste ontmoe
ting. Sauvage slaakte een diepe zucht eu zeide
Er is heel wat gebeurd in dien tijd en
somber antwoordde Morissot Wat een weer
het is vandaag wel de eerste mooie dag van het
jaar. n
Werkelijk was de lucht helderblauw. Zwij
gend liepen zij een tijd lang naast elkander
voort toen hernam Morissot: En het visschen?
herinnert gij het u nog wel Helaas, n
antwoordde Sauvage, wanneer zullen wij het
kunnen hervatten
Zij traden een koffiehuis binnen en dronken
een glas absinth; daarna zette zij hun wande
ling voort.
Aan dien betreurenswaardigen toe
stand wil men in Frankrijk kost wat
kost een einde stellen bij middel van
landbouw-syndikateu. Deze syndikafen
zijn reeds lang ingericht zij koopen
in 't groot en in de voortreffelijkste
voorwaarden voor al de leden, die zulks
vragen, mest, vee en zaden. Deze aan-
koopen gebeuren mits dadelijke beta
ling, dus dat zij alleen, welke geld be
zitten, van die voordeelen kunnen ge
nieten.
Nu eventwel stelt het ontwerp van
M. Méline voor den werkkring dezer
sijndikaten uit te breiden, ze op eenen
breederen voet in te richten. Men wil
van de syndikaten eene soort van samen
werkende maatschappij, van onderlin-
gen bijstand maken. De leden zouden
elk voor eene zekere som inteekenen,
waarvan slechts een deel zou moeten
gestort worden, het overblijvende zou
tot reservefonds dienen. Allen zouden
voor elk verantwoordelijk zijn, doch
voor niet meer dan voor de gemeenzame
inschrijving. In geen enkel geval zal er
geld geleend worden. Men zal het noo-
dige alam aankoopen of tot den aankoop
medewerken of bijbrengen. Een land
bouwer b.v. heeft mest en zaden noodig.
Hij richt zich tot het bureel van het
Syndikaat deze doet een onderzoek
over zijnen toestand, hetgeen zeer ge
makkelijk op den buiten zal zijn, en zoo
de uitslag voldoende is levert het Sijn-
dikaat het noodige en doet den land
bouwer een schuldbriefje, naden oogst
betaalbaar, teekenen. Indien het Syn
dikaat dit briefje met zijn stempel
bekleedt is het bijna zeker dat het ver
der zal kunnen gedisconteerd worden.
Er kan zich een ander geval voor doen
De landbouwer oordeelt het profij
tiger rechtstreeks de benoodigdheden
te koopen maar de verkooper vindt het
handteeken van den boer alleen niet
voldoende.Hierop roept hij de tusschen-
komst van het Syndikaat in, en dit
weêr na onderzoek geeft hem zijne
hulp, waaruit volgt dat hij in 't bezit
der benoodigdheden geraakt.
In beide gevallen is het dank aan het
krediet van 't Syndikaat, van de samen
werking, dat alles vereffend wordt. De
stempel van het Syndikaat verzekert de
waarborg, want daar al de leden elkan
der ten beste kennen, zal die liandtee-
kening zeker niet dan bij goeden weet
gegeven worden.
De bewerking is dus eenvoudig en
gemakkelijkzij geeft nogthans waarde
aan dit groot kapitaal, vertegenwoor
digd doorpee, meubels, alam en oogst,
Plotseling bleef Morissot staan Willen
wij nog een glaasje nemen
Als gij lust hebt.
En zij traden een ander koffiehuis binnen.
Toen ze weer buiten kwamen, waren zij half
bedwelmd, zooals menschen gewoonlijk zijn,
die met eene leege maag veel alcohol drinken.
Hot weder was zacht en een vriendelijk koeltje
streek hun langs 't gelaat. Die zoete lucht
maakte den roes van Sauvage nog erger. Hij
bleef staan en riep uit«Als wij heen gingen
Waarheen
Wel, visschen.
Maar waar
Op ons eilandje. De Fransche voorposten
zijn dicht bij Colombes. Ik ken kolonel Dumou-
lin, men zal ons gemakkelijk doorlaten.
Morissot watertandde. Goed ik ga meê.
En zij gingen spoedig naar huis om even hun
hengels te halen. Een uur later waren zij samen
op weg. Spoedig hadden zij de vila bereikt,
waar de kolonel zijn intrek had genomen. Hij
glimlachte over hun verzoek en stond het
gaarne toe.
Zij begaven zich weder op weg, voorzien van
een vrijgeleide.
Spoedig kwamen zij buiten de voorposten,
trokken door het verlaten dorp Colombes en
bevonden fich toen in de nabijheid van de
kleiue wijngaarden, aan de oevers van de Seine.
Het was ongeveer elf uur.
Tegenover hen lag het dorpje Argenreuil,
doods en verlaten. De heuvels van Orgemont
en Sonoïs verhieven zich boven de witgrootte
vlakte, die zich uitstrekt tot Nanterre. Met den
vinger naar de heuvels wijzende, fluisterde
Sauvage Daar zijn de Pruisen En een
huivering overviel de beide vrienden.
De Pruisen zij hadden hen nooit gezien,
maar reeds maanden lang gevoelden zij hunne
nabijheid daar om Parijs heen. De Pruisen 1
waarop men tot hiertoe niefe kon krij
gen en dat tot niets diende.
De boer hierboven voornoemd, zal
kunnen goede mesten en zaden beko
men, 't zij bij het Syndikaat, 't zij door
dezes tusschenkomst bij den verkooper
zelf.
W at moet er uitvolgen De oogst is
rijk, van een vierde vermeerderd, de
pachter is in staat te betalen, wat hij
heeft aangekocht, en steekt nog wat
boven. Hij moet den ouden slenter niet
meer volgen en kan de verbeterde teelt
invoeren.
Waarom, vraagt men, met geene ma-
chienen gewerkt, voor te zaaien, te
maaien, te oogsten
Omdat vele bebouwingen die bekosti
gingen niet kunnen doen.
Maar zou het Syndikaat die machie-
nen niet kunnen aankoopen en ze goed
koop aan de leden verhuren Wel
zekerlijk.
Indien dit wetsvoorstel aangenomen
wordt en het lijdt bijna geen twijfel
zal er voor de leden-landbouwers
krediet zijn om zich goede zaden en
meststoffen, alem en beesten aan te
schaffen. Zij zullen over verbeterde
machienen en werktuigen kunnen be
schikken, en zeker zal dit. aan de bebou
wing vele voordeelen opleveren. Zelf
zou het Syndikaat zich met den verkoop
van landbouwvoortbrengselen kunnen
belasten.
Wij twijfelen niet of zulke inrichting
kan en moet nietdangoedevruchtenvoor
de algemeene welvaart afwerpen, voor-
deelig aan boer en burger, profijtig aan
't geheele land.
De razernij.
Ziehier eenige bijzonderheden over 't ver
slag van het gesticht Pasteur te Parijs, dat
dezer dagen verschenen is.
Hot gesticht Pasteur heeft voor de eerste
maal de volledige statistiek der in pratijk ge
stelde operatiën bekend gemaakt, en de er in
aangestipte uitslagen zijn van het hoogste be
lang.
Ziedaar omtrent vijf jaren dat deze werk
wijze voor de eerste maal op het menschelijk
geslacht is toegepast geworden. Het was den
9 Juli 1885 dat de kleine Jozef Meister, door
zijne moeder naar het laboratorium van den
heer Pasteur geleid werd.
Ze kwamen uit den Elzas het kind was een
paar dagen te voren zoo vreeselijk gebeten ge
worden, dat het met moeite kon voortstappen.
De moeder op raad harer geneesheeren, kwam
't aan de zorgen' van den beer Pasteur toever
trouwen, wiens ontdekkingen de wereld door
bekend waren. De heer Pasteur had nog de
proefneming op de menschen niet durven wa
gen, waarvoor hij sinds vijf jaren zijne opmer
kingen vermenigvuldigd», en die hem onop
houdelijk gelukt waren bij den hond.
Ten toppunt van den angst, wendde hij zich
totVuIpianen Grancher, die tot het besluit
kwamen tot de inenting over te gaan. De heer
Granctier paste de kleine operatie. Den 27
Juli keerde de kleine Meister naar den Elzas
terug ijf jaren zijn verloopen en tot hiertoe
laat zijne gezondheid niets te wenschen.
Sedert dit tijdstip is de inenting tegen de
azernij overal in gebruik. Het gesticht Pasteur
tot stand gebracht bij middel eener inschrij
ving, waarvan het cijfer twee millioenen fr.
vertroffen heeft, werd ingehuldigd den 13
November 1888 en twintig gelijksoortige ge
stichten zijn in Europa en in Amerika tot stand
gekomen. De doenwijze heeft ten huidigen
dage hare proeven doorstaan, die de beste
vruchten geven. Gedurende de vier afgeloopene
jaren, bet is te zeggen van den 1 Januari 1886
tot den 31 December 1889, zijn 7,893 personen
gebeten door razende honden, in het gesticht
Pasteur verzorgd geworden, en sPchts 53 zijn
er gestorven, hetgene eene evenredigheid van
,67 °/0 geeft. Welnu, het cijfer door eenieder
aangenomen, als het laagste getal voor de ge-
betene personen, die niet aan de inenting
onderworpen werden,beloopt tof 15,90 sterf
gevallen. Op da 7,893 menschen, die in het
gesticht Pasteur verpleegd werden, zouden or
dus 1,255 bezweken zijn. Ei zijn er dus meer
dan 1,200 personen die hun leven aan de doen
wijze van den wereldberoemden Pasteur te
danken hebben.'t Is een uitslag die waarlijk
meldenswaardig is en verdient geboekt te wor
den.
Het statistiek die de heer L. Perdrix in het
licht heeft gegeven,stipt nog andere belangrijke
feiten aan. Van al de fransche departementen
is het datgene der Seine waar de meeste geval
len van razernij werden waargenomen. Het is
op de kaart voorgesteld door een zwarte vlek
waar de anderen tinten dragen, die afwisselen
tusscheu wit en grijs, volgens het getal geval
len, die er zich voorgedaan hebben. Deze voor
ingenomenheid van de razernij voor Parijs is
een gevolg van het overgroot getal zwervende
honden, die men er ontmoet en in vrijheid ziet
rondloopen.
Het getal gevallen hangt af van de manier
waarop de policiereglementen uitgevoerd wor
den. Het is voldoende ze met nauwgezetheid
in acht te nemen om de razernij te verminde
ren, zulks heeft men meermaals ondervonden
maar de te nemen maatregelen moeten streng
zijn t is de slachting van al de gebetene hon
den, en ook van de zwervende honden die men
langs openbare wegen aantreft, en wier eige
naars ze niet terugeischen.
De statistieken van 't gesticht Pasteur hebben
een feit veropenbaard, dat insgelijks wetens
waardig is, namelijk, dat tegenstrijdig met de
algemee ie denkwijze, de zomer het seizoen
niet is, waarin zich de meeste gevallen van ra
zernij voordoen. De meeste gevallen geschieden
gedurende de lente, van de maand Februari
tot de maand Mei.
Zij hadden geheel Frankrijk ten onder ge
bracht, zij hadden geplunderd, gemoord, ver
woest zij waren onzichtbaar maar almach
tig. En eene soort van bijgeloovige vrees voegde
zich bij den haat, dien de beide vrienden
koesterden voor dit onbekende en zegevierende
volk.
Morissot stamelde Als wij ze eens tegen
kwamen n
Eu Sauvage antwoordde, met de onbedwing
bare Parijsche spotlust «Wel wij zullen hun
een vischje offreer en.
Maar toch bleven zij aarzelend stilstaan,
beangstigd door de diepe stilte,die er heerschte.
Eindelijk nam Sauvage een kloek besluit.
Kom laat ons gaan maar voorzichtig.
Zij namen hun weg door eeu wijngaard
hielden zich zoo veel mogelijk verscholen ach
ter de struiken, en met onrustige blikken en
angstig luisterend slopen zij voort. Eindelijk
hadden zij den steilen oever bereikt, en hurk
ten neder in het hooge riet. Morisssot boog
luisterend het hoofd ter aarde om zich te
overtuigen of geen voetstappen zich deden
hooren
Maar alles was stil. Zij waren alleen, geheel
alleen. En volkomen gerustgesteld begonnen
zij te visschen.
Het verlaten eilandje Marante tegenover hen,
beveiligde de beide visschers voor alle bespie^
ding van den tegenovergelegen oever. De kleine
restauratie was gesloten, scheen sedertjaren
verlaten.
De eerste visch werd gevangen door Sauvage
Morissot ving de tweede en zoo bij beurten
haalden zij den hengel op met een klein zilver
vischje, bengelend aan het snoer het was een
ware wondervangst.
Voorzichtig lieten zij de visschen glijden in
een net met fijne mazen, dat aan hun voeten
lag. En een heerlijk gevoel overmeesterde hen
Vrijheid van onderwijs.
Een persoon, die zich met het gene
zen van beesten bezig houdt, kan door
onwetendheid de grootste schade toe
brengen aan de landbouwers am wie het
de vreugde die ons bevangt wanneer wij
eindelijk weer een genot smaken waarvan wij
lang verstoken zijn geweest.
Een vriendelijk zonnetje verwarmde hun
rug en schouders; zij hoorden niets meer, dach
ten aan niets de wereld bestond niet meer
voor hen, zij vischten.
Maar plotseling liet zich een dof geluid hoo
ren dat vau onder den grond scheen te komen.
Het kanongebulder nam weder een aanvang.
Morissot keerde zich om, en bemerkte links den
Mout Valérien wiens top in witte rook gehuld
was. En onmiddelijk daarop weerklonk een
tweede schot, gevolgd door een derde, een
vierde.
Sauvage haalde de schouders op. Daar be
ginnen zij weer, n zeide hij. Morissot, die met
angstige blikken zijn dobber bespiedde, brom
de vol verontwaardiging, tegen die dwazen,
die daar zoo aan 't vechten waren. Wat een
onzin om elkander zoo goedsmoeds dood te
schieten
Het is erger dan wilde dieren, hernam
Sauvage.
En Morissot, die juist een bliek gevangen
had, verklaarde Het zal wel altijd zoo blij
ven, zoolang er gouvernementen zijn. Sau
vage sprak hem tegen. De Republiek zou den
oorlog niet verklaard hebben. Maar Moris
sot viel hem in de rede Als er een koni.ig i3
heeft men den oorlog met vreemde mogendhe
den de Republiek brengt alleen binnenland-
sche twisten met zich. Enzoo gingen zij rus
tig voort met redetwisten alleen op dit eene
punt waren zij het eens, dat men nooit geheel
vrij zou zijn.
En van den Mont Valérien dreunde nog
steeds zonder ophouden het gebulder der ka
nonnen, zij brachten verwoesting in de huizen
der hoofdstad, maakten een eind aan menig
hoopvol leven, vernietigden vele schoone ver-
s ~#2':-s 'v
m*-™,