DE ZILVERMIJN.
5de Jaar.
Nummer 29 (241)
Zondag 20 Juli 1890.
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad.
voorop betaalbaar.
5 fr 50 voor den buiten,
PBIJSPER NUMMER: 10 CENTIEMEN.
Men abonneeit zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van bet blad,
10, Vooruitgangstraat 10, Aalst.
HET
Prijs der Annoncen
ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 centiemen
Reklamen, 75 centiemen
Vonnissen op de dei de bladzijde, 1 frank.
per drukregel.
Nee spe nee metu.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan bet blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 19 JULI.
Herziening der kiezerslijsten.
Op dit oogenblik houdt het Gemeen
tebestuur zich bezig met het opstellen
der kiezerslijsten, die op 15 Augusti
aanstaande zullen aangeplakt worden.
Wij sporen dringend alle liberalen
aan, die denken recht te hebben op die
lijsten te worden ingeschreven, zich te
wenden tot het bureel der liberale As
sociatie Au Comte d'Egmonter zullen
hun daar de noodige inlichtingen wor
den verstrekt en men zal er zich ge
lasten met het doen der noodige stap
pen bij het bevoegd bestuur, om hunne
inschrijving op de kiezerslijsten te be
komen.
Ziehier in het belang onzer politieke
vrienden, beknoptelijk de voorwaarden
die noodig zijn om kiesrecht te verkrij
gen en de titels van bekwaamheid die
er aanspraak op geven
Cijnskiezers.
Hebben recht ingeschreven te worden op de
lijsten, die thans door het gemeentebestuur
worden opgemaakt
De Belgen wonende in het arrondissement
Aalst op 1 Augusti 1890, die ten minste 21
jaar oud zullen zijn op 1 Mei 1890 indien zij in
1888 en 1889 aan den Staat betaald hebben in
rechtstreeksche belastingen, patenten inbegre
pen
Voor de Wetgevende kiezingen fr. 42,32
n Provinciale 20,00
Gemeente 10,00
en in 1890 ten minste belast zijn tot het beloop
van bovengemelde sommen.
De contribuabelen zullen zich gemakkelijk
kunnen verzekeren of zij den vereisckten cijns
betalen, met op hunne lastenbrieven na te zien
of het cijfer, voorkomende in de tweede kolom
voor de andere belastingenonder het op
schrift belastingen ten voordeele van den
Staat, hoofdsom en opcentiemen, te minste ge
lijk staat met de hooger vermelde sommen.
4° De ambtenaren die eene vaste jaarwedde
hebben van ten minste 1500 fr.
5° De onder-officiersdie gepensionneerd of
als dusdanig in onbepaald of definitief verlof
gezonden zijn, na ten minste 2 jaren graad
6° De officiers of gewezen officiers van het
leger en der burgerwacht
7° De administrateurs van maatschappijen
van ouderlingen bijstands, wier statuten sedert
ten minste drij jaren zijn goedgekeurd als zij
ten minste 3 jaar hun ambt vervullen.
't Is daarenboven noodwendig, dat de perso
nen, die verkeeren in de voorwaarden bepaald
door de wet van 1883, zich laten inschrijven
op de lijst als bekwaamheidskiezers, dan zelfs
ivanncer zij er op ingeschreven zijn als Cijns-
betalers.
Bekwaamlieiclskiezer s.
De wet van 24 juni 1883 verleent het stem
recht voor provincie en gemeente, zonder voor
waarde van cijns, aan eene jiansche reeks bur
gers, om reden van hun ambt, hunnen graad of
hun diploma
Een verhaal uit Mexikm
De uitkomst bewees dat hij zich hierin niet
bedrogen had de oude edelman had zijn aan
zoek met een zeker misnoegen aangehoord.
Toen hij echter had geëindigd had de graaf
zich met eene statigheid en ernst opgericht, die
reeds, eer hij een woord gesproken had; den
jongen don Vincente het mislukken zijner hoop
verkondigden.
De graaf gaf zij ne verwondering en leedwezen
te kennen dat een jongeling, dien hij steeds als
een vriend had beschouwd, hem den onaange-
namen plicht had opgelegd dit aanzoek afte-
slaan. Bij alle achting voor don Vincente, zoo
welom zijnen wil, als omzijn overleden vader,
zou toch het verschil van stand om niet van het
vermogen te spreken, zulk eene verbindtenis
van zijne dochter met don Vincente onmogelijk
temaken. Bovendien, voegde de oude graaf er
met nadruk en zelfbehagen bij, was donna
Catalina's hand reeds aan den jongen markies
de San Gregoria toegezegd, die alles bezat wat
de graaf in zijnen schoonzoon verlangde. Het
zou hem derhalve altijd een groot genoegen
zijn, zoowel in de stad als op zijn landgoed met
don Vincente als een ouden bekenden onbe
gaan maar hij moest zijnen jongen vriend zelf
in bsdenking geven of hij niet, als hij in zijne
plaats was, zulle eene verbintenis voor even on
mogelijk als ongepast zou achten.
Óp zulk een bescheid kon don Vincente na
tuurlijk weinig antwoorden, want hij kon noch
liet onderscheid van stand, noch zijne betrek
kelijke armoede ontkennen, ook niet weêrspre-
1° Re dragers van diploma's
2° De meestergasten der fabrieken of werk
huizen die ten minste 25 werklieden in dienst
hebben
3° De leden der goêmanneraden in mandaat
zijnde of die een mandaat van ten minste 3
jaren gedaan hebben
Is de contribuabele aangeslagen in verschei
dene gemeenten, dan zal hij de som optellen
betaald aan den Staat, in elk dezer gemeenten.
Elke persoon, die eigenaar is geworden van
een onroerend goed in 1889 en die er den eigen
dom van behouden heeft in 1890 zal kiezer
kunnen zijn, dan zelfs wanneer de belasting
zou gesteld zijn ten laste van den huurder of
van den gewezen eigenaar.
Elke hoofdbewoner van een huis gedurende
1888, 1889 en 1890 zal kiezer kunnen zijn, dan
zelfs als de personeele belasting ten laste van
den eigenaar zou wezen.
De vader zal, om algemeene-, provincie- of
gemeenteniezer te zijn, zich de belastingen
kunnen aanrekenen die betaald worden door
zijne minderjarige kinderen
De man de belastingen betaald door zijne
vrouw zelfs voor het huwelijk
De erfgenamen de belastingen betaald door
den persoon van wien zij geerfd bebben, zelfs
als er onverdeelheid bestaat
De zoon of de schoonzoon zal zich, voor het
bekomen van kiesrecht voor de provincie en de
gemeente, de belastingen kunnen aanrekenen
betaald door zijne mosder of stiefmoeder-we
duwe.
Buitenlandscli politiële
overzicht.
Frankrijk. De nationale feest van
14 Juli is te Parijs en in gansch Frank
rijk vroolijk en plechtig gevierd gewor
den.
Een pistoolschot ie door eenen onge
lukkige op den doortocht van den Voor
zitter der Republiek gelost geworden;
de plichtige heeft verklaard geen ander
doel gehad te hebben dan de aandacht
op zich te trekken.
Er is eene poging van manifestatie in
de piovincie geweest.
De Orleanisten hebben te Bordeaux
het portret van den prins van Orleans
doen uitdeelen. De policie heeft de uit-
deelers dier oproerwekkende beelden
aangehouden. Terwijl men deze arme
lieden in de gevangenis smeet, ver
maakte zich de jonge prins in eene gar
den-partij bij den prins van Wallis.
Bulgarië. De Bulgaarsche kwestie
blijlt aan het dagorde in Europa. Terwijl
de nieuwstijdingen die uit Weenen of
uit Engeland komen den prins van
Coburg voorstellen als vast besloten
zijnde te Sofia weder te keeren, schijnt
het ten andere bewezen dat Rusland,
door Frankrijk ondersteund, weigert
hem te erkennen als wettelijke Vorst
ken dat de jonge markies de San Gregorio dien
bij overigens als een gek, een loslol en een
speler kende, hem, wat rang en vermogen
aanging overtrof, Hij kon ook den ouden graaf
niet wel voorhouden dat zijn eigen adel zoo
bijzonder oud niet was, daar zijn grootvader
een arme zwijnenhoeder en kouttakker geweest
was, wion het geluk te beurt was gevallen, eene
rijke zilvermijn te ontdekken, voor welker op
brengst hij zich titel eu goederen had gekocht.
Derhalve bleef don Vincente niets anders
over dan deze weigering met een treurig
schouderophalen aantenemen, met eene koele
en statige buiging afscheid te nemen, en met
bittere spijt in 't hart naar huis terug te keeren.
Het verblijf in Mexiko werd hem thans on
uitstaanbaar vooral daar hij vreesde dat zijn
mislukt aanzoek om de hand van donna Cat'a-
lina ruchtbaar zou worden en hem velerlei
spottende en boosaardige toespelingen op den
hals haleu zou. Hij pakte derhalve zijne koffers
en begaf zich naar zijn landgoed, tot dat dit
nieuws zou uitgestorven zijn.
Hij was ongeveer eene week op zijn landgoed
geweest, toen hij, op eenen morgen van een
uitstapje terugkeerende, tot zijue verrassing
den Indiaan Paquo Tormes, vergezeld van een
ander, onder de gaanderij voor zijn huis op
hem zag staan wachten. Puquo's medegezel was
een grijsaard van zeer hooge hooge jaren, gelijk
zijn zilverwit hair en zijn gerimpeld gelaat
uitwezen. Zelfs in zijne tegenwoordige neêr-
slachtige stemming veroorzaakte het don Vin
cente een zeker genoegen degene te zien dien
hij, tot dankbaarheid verplicht, en aan wiens
redding donna Cataliria zoo veel deel gonomen
had.
En dit genoegen was de eenigste belooning
die hij voor al zijne moeite gewacht en ge-
wenscht had.
Wel,Paquo zegde hij, het Yerheugdtmij
dar
1 uigaren.
M. Stambouloff komt de nota die hij
den 16 Juni laatst aan Turkije gezonden
had, in te trekken.
Men blijft melden dat den 2/14 Au
gustus, verjaardag van den prinsFer-
dinand, do onaf hankelijkheid van Bul
garië en van Oostelijk Roumelië zal uit
geroepen worden en Bulgarië aan
Constantinopel terzelfder tijd zal laten
weten, dat het voortaan weigert den
den cijns van 150 duizend Turksche
ponden te betalen, die het tot heden aan
de opperleenmacht betaald heeft.
Serbië. De toestand blijft in Serbië
nog immer ingespannen. De terugkomst
van den ouden koning Milan in zijne
hoofdstad is eene kuiperij van Oosten-
rijk-Hongarië, om zijnen vroegeren in
vloed weder te krijgen.
Italië. Het Italiaansch Senaat komt
het wetsontwerp over de godvruchtige
werken te stemmen, zoo als het reeds
door de kamer van afgevaardigden was
aangenomen geworden alsook het
wetsontwerp aangaande de inrichting
van een grondskrediet.
Duitschland. Het duitsch bestuur
bereidt eene nieuwe wet aangaande het
werk in de mijnen, en die aan den
Landtag, onder vorm van aanhangsel
bij de wet over de bescherming der
werklieden, zal voorgesteld worden.
De keizer van Duitschland heeft be
sloten binnen weinigen tijd een bezoek
te brengen aan den keizer van Rusland.
Men zegt dat Willem II thans het Rus
sisch aanleert om zich met zijnen gast
in deze taal te kunnen onderhouden.
Int jsschen wordt de Duitsche taal
waarlijk vervolgd de minister van bin-
nenlandsche zaken van Rusland heeft
juist den gouverneur der provinciën
waar duitsche volksplantingen gevestigd
zijn, bevolen, al de Duitsche namen der
volksplantingen en eigendommen door
Russische namen te vervangen. Het is de
voortzetting van den gedragsregel,reeds
sedert twee jaar in de Baltische provin-
tiën ingevoerdom deze aan den Duit-
schen invloed te onttrekken. De Rus-
sischmaking gaat zich insgelijks in het
groot Hertogdom Finland uitbreiden,
dat vroeger deel maakte van het konink
rijk Zweden en sedert 1807 aan Rusland
behoort.
De goede oude tijd.
Het beginsel tot het opzoeken van
t vaderschap, welke M. Laurent in zijn
Voorloopig Ontwerp had ingeschreven en
thans door de Kommissie, belast met de
u te zien, en uw vader,met wien gij waarschijn
lijk gekomen zijt om mij uwe dankbaarheid te
betuigen. Maar laat dit, goede man, want gij
moet niet vergeten dat gij aan donna Catalina
meer dau aan mijne pogingen uwe vrijheid te
danken hebt.
Deze oude man, antwoordde de Indiaan
eenigzins vederen, is mijn vader niet; hij is
mijn itchim gambaramatagui.
Wat is dat vroeg don Vincente lachende,
gij vergeet dat ik geen taraskaansch versta.
Dit is, antwoordde Paquo, en wreef zich
het voorhoofd, dit is Tialguiti de schoonbroeder
van mijn vrouws grootvader. Hij woont te
Trinandu, bij Esparza, in de bergen van Sierra
Madre.
Wel Paquo gij moet een zeer aanzienlijk
man zijn, als uwe bloedverwanten van zulk een
verren afstand komen, om u hunne deelneming
te betuigen.
O ja, antwoordde Paquo onbevangen,
mijn bloedverwant is een zeer aanzienlijk en
braaf man. Maar hij speekt geen CastilliaaDseh.
Hij heeft iets medegebracht dat hij u wil laten
zien, senor.
En wat is dat
Paquo sprak eenige woorden met den ouden
Indiaan in het Tarascaansch, waarop deze
vooruit trad en don Vincente een pakje, dat
zorgvuldig in blauw gewikkeld was, voor de
voeten legde. Toen deze het opende, vond hij
het met stukken van eene grijze delfstof of erts
gevuld. Hij nam een der stukken in de hand,
onderzocht het nauwkeurig en riep toen verrast
uit
Waarlijk, man dat is zilvererts van de
beste soort. V aar hebt gij dat gevonden Is
uw oom een mijnwerker, Paquo
Neen, senor, antwoordde de Indiaan.
Maar dat is eene geheele geschiedenis. Voor
vele jaren, toen deze grijsaard nog jong was,
herziening van het Burgerlijk Wetboek,
wordt voorgesteld, is niet nieuw in de
Belgische rechtsleer.
In voorgaande eeuwen werd dit prin
ciep door vele onzer Costumen uitgeroe
pen en voor sommige was de enkele
verklaring der moeder voldoende om
het vaderschap te bewijzen.
Defacqz leert ons in zijne Oude Belgi
sche rechtsleer, dat de Costumen van Bra
bant de ongehuwde vrouw machtigden
aan haar kind zulcken vader als 't haar
belieft te geven.
De Costumen van Mechelen en Deurne
gingen nog verder en kenden hetzelfde
recht aan de getrouwde vrouw toe.
Bewijst zulks niet dat de menschen
van dien goeden onden tijd minder voor-
oordeelen hadden dan nu? Wat zou men
thans niet zeggen van eenen volksgeko-
zene, die een wetsvoorstel zou neerleg
gen, de getrouwde vrouw macht geven
de om te verklaren dat haar kind van
haren wettigen man niet is
Nu zou men dit schandalig vinden
eertijds vond men dat heel natuurlijk.
Wat goede oude tijd en wat heilige een
voudigheid
Het recht van den vader aan te wijzen
was eventwel van zekere voorwaarden
afhankelijk.
Men eischte dat de verklaring onder
eed ge laan werde en dat wel in den
oogenblik der baring verder moest zij
bewijzen met den betichte betrekkingen
gehad te hebben omtrent het tijdstip
der ontvangenis.
De als vader aangeduide persoon was
er geenszins van af met de kosten der
bevalling te betalen en in de noodwen
digheden des nieuwgeborenen te voor
zien, maar hij kon verplicht worden, op
aanklacht der kraamvrouw, haar te
trouwen of haar zulke som te betalen,
dat ze gemakkelijk eenen anderen man
zou kunnen vinden.
W as de betichte door de fortuin niet
begunstigd dan viel er niet te deelen of
te kiezen, maar alleenlijk te trouwen.
Ge ziet dus, dat onze grootvaders op
dit hoofdstuk niet gemakkelijk vielen.
Defacqz haalt eenige plakkaten van
dien tijd aan, welke genoegzaam toonen
dat de zeden toen niet zuiverder waren
dan nu.
De plakkaten van 1682 en 1687 ge
bieden aan de raden van Brabant en
V iaanderen den aartsbisschop van Meche
len te ondersteunen om de zonden en
schandelijke wanorders te beletten,
welke er op vergaderingen, in taveer-
nen en bij het huiswaarts keeren tus-
reisde hij eens door Sierra Madre. Daar het een
koude nacht was, legde men een groot vuur aan
en omringde dit met steenen, om op deze, als
zij warm waren, te slapen, en den volgenden
niorgend toen hij wakker werd, zag hij iets in
de asch glinsteren. Hij haalde het er uit en
bevond dat het zilver was. Daarop onderzocht
hij de plaats waar hij ze van daan gehaald had,
en ontdekte daar eene groote zilverader. Spoe
dig dekte hij die met steenen en aarde weder
toe, en verhaald het bij zijne terugkomst aan
zijn gezin, maar het bevel dat deze er zich geen
woord van lieten ontvallenwant als het de
overheid ter oore was gekomen, dan had hij
het moeten aangeven, de plaats moeten aanwij
zen en ware misschien met al zijne kinderen
veroordeeld geworden, de mijn te bewerken.
Derhalve heelt hij het geheim tot op dezen dag
bewaard. Nu hebben wij het u eerst gebracht,
senor ten bewijze dat, hetgeen wij u gezegd
hebben, tie waarheid is, en als gij met mij en
mijnen bloedverwant wilt mede gaan, zullen
wij u de plaats wijzen.
Hier hield Paquo op, en wachte, naar het
scheen, welken indruk zijn verhaal op den jon
gen man zou maken.
Gij wilt dus dat ik de mijn zal laten be
werken en de winst met u deelen, mannen
vroeg don Vincente.
De Indiaan begreep hem echter niet en don
incente moest hem zijne meening duidelijker
uiteenzetten. Toen echter schudde hij grim
lachende het hoofd, en zeide weemoedig
Wat zouden wij, arme Indianen, met eeue
zilvermijn toen? De blanken zouden ons alles
ontnemen maar als gij ons eenige kleediug-
stukken en wat tabak wilt geven, zullen wij u
zeer dankbaar zijn.
O, wat zou ik u niet willen geven, als het
waar is wat gij zegt, mijn goede Paquo riep
don Vincente, aangedaai, uit. Ik zal met u
schen meisjes en jongelingen gebeu-
ren.
Een ander plakkaat van 1684 beveelt
flat in Henegouwen de voorschreven
maatregelen van den aartsbisschop van
Karaerijk zouden uitgevoerd werden,
welke, in eenen bevelbrief afkondigt
dat liet in de gewijde plaatsen voorna-
melijk is dat men de meest wereldlijke
zaken regelt, de schandelijkste bijeen-
komsten houdt en cle ontuchtigste partijen
samenstelt.
Wat zegt ge daarvan Ontucht in de
kerk
Zoe verre gaat het nu wel niet. Wel
gaat men naar de half twaalfmis of de
prachtmis om den rijkdom van zijn toilet
te toonen, wel worden er in de kerken
honderden rendez-vous gegeven en wordt
er meer gekeken dan gelezen, wel trekt
men profijt uit novenen en meiloven om
niet ons Heer maar wel godin Venus te
dienen, maar verder gaat het toch niet
De groot baljuw van Henegouwen
moest zelfs de winter-avondstonden ver
bieden, op den buiten veel in voege, en
waarop de bloedverwanten en geburen
zich na de afgedane taak vereenigden,
om rond den haard te kouten, onder het
rooken eener lekkere pijp en terwijl de
vrouwen zich met spinnen onledig hiel
den.
V ij gelooven dat de Eva's kinderen
daar nog wat anders sponnen dan vlas
en dat de groot-baljuw het fijn van die
vergaderingen kende.
Dat is eventwel die goede oude tijd,
waarin de kerk oppermachtig was en
overal en in alles het eerste en laatste
woord te zeggen had. Toen waren er
geene vrijmetselaars, geene liberalen,
geene slechte dagbladen of scholen om
haar in haar werk van verzedelijking
tegen te werken.
ermits we stilaan tot dien goeden
ouden tijd terug keeren hebben wij het
nuttig gevonden te doen zien hoe het
toen zoo al geschapen stond.
Nieuwe wet op de liefdadigheid.
Den 27 maart 1838 werd door net huidig Minis
terie eeue nieuwe wet op de openbare liefdadig
heid neergelegd, eene wet waarbij degene op
den bijstandwoonst geheel het onderste boven
werd geworpen.
Wij hebben toen gezegd, dat deze nieuwe
wet voor gevolg moest hebben de steden en
groote gemeenten te benadeelen en op de ge
voeligste manier in hunne geldelijke belangen
te treffen, terwijl zij langs den anderen kant
de kloosters een nieuw middel aan de hand
deed om met volle handen in de Staatskas te
plonsen tot, over de ellebogen.
De Indépendance noemde haar eene wet
van ouderstand aan buitengemeenten ten laste
gaan, en, als gij mij de plaats aanwijst, zult
gij zoo rijk zijn als de koning.
iuconte weende bijkans van vreugde. Voor
zijne verbeeldjng verhief zich het beeld van
donna Cataliqa, met uitzicht en op geluk,
rijkdom en pr ieht, die hem bijna deden duize
len. Hij onthaalde de beide indianen, schreef
haastig eenige regels aan de jonge gravin de
Aoyzaga. en smeekte iiaar de verloving met
den markies de San-Gregorio zoo lang mogelijk
te verschuiven, dat hij het gegrondste vooruit
zicht had binnen eeue maand de bedenkingen
baars vaders tegen hunne verbindtenis uit den
weg te kunnen ruimen, en zond dezen brief
door een vertrouwden dienaar aan haar. Hierop
nam hij eenige gewapende bedienden mede,
want de groote wegen in Mexika waren ten dien
tijde niet veiliger dan tegenwoordig, zoowel als
de ervaren mijnwerker, en reed met zijne
indiaansche medegezellen naar de Sierra
Madre, die ongeveer veertig mijlen van zijn
landgoed verwijderd lag.
Een mexikaansche Indiaan rijdt zelden, en
Paquo en bloedverwanten stapten derhalve te
voet vooruit en wel met den ongewonen pas der
indianen. De grijsaard hield, ondanks zijne
hooge jaren, gelijken tred met Paquo en de
paarden,en schenen niet in het minst vermoeid,
toen zij het doel van hunnen tocht bereikt
hadden.
Men vond dat de erts zoo rijk aan zilver en
zoo goed van gehalte was als Paquo beweerd
iiad, en dat er reeds een groote zilverader lag.
De bergwerker beweerde dat men een groef
van zeldzamen rijkdom zou kunnen bewerken,
en don Vincente haastte zich zijne rechten op
deze groef door de overheid te laten bevestigen,
of, gelijk men in Mexiko zegt, haar aan te
geven, dit is dat men, alvorens de groef te laten
bewerken, door de bevoegde overheid een
proces-verbaal van de plaats en den persoon
ni ilMIIHIIIIH— I lining I
f
£30
iwH mg