schade berokken. Welnu Dendermond-
schegrootspreker, gij zijteen leugenaar.
En gij, felle vertegenwoordigers van
Aalst, gij die de stoffelijke belangen
uwer kiezers gingt behartigen, gij die
den boerenstiel gingt opbeuren, wat
doet gij nu slapen. Gij zijt valsche be-
lovers uwe genegenheid voor de land
bouwnijverheid bestaat in woorden maai
niet iu daden.
Hoe die gasten de boeren toch gene
gen zijn
Men ziet nu wel hoe ze de redders van
den landbouw zijn.
Ginder en hier.
Elkeen weet met welke hardnekkigheid de
papen in ons gezegend landeken den persoon
lijken dienstplicht bestrijden of het is gelijk
wolk stelsel, waardoor ieder burger ter verdedi
ging van het land wordt opgeroepen.
Zij die de Seminaristen den ransel en ge-
weer willen doen dragen betrachten en bera-
men de vernietiug van den godsdienst zij
willen in het hart der toekomende priesters
,1 het geloof doodeu, en daarom willen zij hen
naar de kazerne, die school van ontucht en
van zedebederf, zenden.
Zoo scholden de pasto irsbladen op al dege
nen welke de seminaristen goed vonden voor
den dienst en Pier van 't Land schreeuwde
niet het minst.
Welnu, thans komt er een leelijke steen op
het hoofd der klerika'en gevallen.
Ziehier wat de bisschop van Saint Brieux, in
Frankrijk aan de seminaristen bij huune inlij
ving komt te schrijven
De tucht, zegt bijzal bun geheiligd we-
zen zij zullen hunnen overste den grootsten
eerbied, de grootste onderdanigheid betui-
gen. Zij zullen zich jegens hunne makkers
zeer goed, zeer gedienstig toouen.
En Monseigneur hoopt dat de jongelingen
welke zijne raadgevingen volgen, sterker en
deugdzamer zullen terug komen.
Welnu, Denderbode en Land wat zegt ge nu
daarvan
Ziedaar een prins der Kerk die niet bant oi
vervloekt, die niet mort tegen bet bestaande
feit, maar voor den wil der natie buigt en ge
hoorzaamheid en onderwerping predikt.
Aardige winkel, die klerikale boutiek
In Frankrijk onderwerpt de geestelijkheid
zich aan de school- en militiewet en houdt zich
buiten de kiezingeu.
In België breekt zij dezelfde schoolwet af,
wil van geene militie hooren en beriddert
al de kiezingen.
Nog eens, Slimmelcen en Pier, hoe rijmt
ge dat te saam
eea tot voorbeeld strekt, maar ze zijn te gering
in getal om al de lasten eener partij te dragen.
Denken sommigen dat de eenige franken
welke ze jaarlijks als hunne bijdrage storten
of het stemmen voor do liberale lijst hen van al
hunne plichten ontslaat dan nog mag de liberale
burgerij den moed niet opgeven. Staan wij de
eenige oudeen koene strijders moedig ter zijde
de toekomst zal ons een grond voorbereiden
waarop nieuwe maar kloeke zaden weelderig
zullen gedijen en trots alles tot volwassen
vruchten opgroeien.
Daarom geen moed verloren aan t werk
Van alles wat.
Het waro doel van den persoonlijken
dienst is van den seminarist tot slechtheid en
onzedelijkneid te brengen,
Zoo beweert Slimmelcen in De Denderbode.
Wij deelen juist in ons nummer van heden
een artikel mede, hetwelk klaar bewijst dat
den franschen bisschop van St-Brieux zooveel
gevaar in het militaire leven niet ziet.
Maar, wat wilt ge, Denderbode weet het
beter de kazerne verslechten maakt alle jon
gelingen zedeloos. Schoon komplimentje voor
onze volksjongens, welke geene 1800 fr. te veel
hebben om zich van den dienst vrij te koopen.
Zekerlijk moeten de officieren en gewezen on
derofficieren, welke voor de kandidaten van
Denderbode stemmen over dit schoon kompli
mentje gevleid zijn.
Nu verklaren wij ons ook hoe het komt dat
de fils dpapa welke te fier zijn van t soldaten
pak aan te trekken, als voorbeelden van deugd,
en zedelijkheid geroemd worden. Dat heb-
ben ze eventwel in de kazerne niet geleerd.
Heel het boulangism valt in 't water zie
daar het liedje van Denderbode en gansch de
klerikale pers. Droog weg zingen zij den
profundis voor den groot en, weergaloozen
Boulanger, dien zij over eenige maanden zoo
hoog ophemelden en als redder van I ranknj k
uitriepen. Dat was toen maar, ziet ge, dat de
wonder-generaal de republiek wilde om vei re
werpen,'die hatelijke republiek welke aan den
overmoed der roomsche geestelijkheid paal en
perk durft stellen. Gesteund door gansch de
zwarte kliek, verkocht aan de klerika.e paitij
van den graaf van Parijs mo st Loulanger de
hersteller van troon en autaar worden.
't Valt mis uitnu trekken de opstokers en
steunpilaren zich uit h«t spel terug en geba
ren alsof zij Boulanger nooit gekend hebben.
Altijd dezelfde, die klerikalen.
neen,
werkman
Aan t' werk.
Het valt niet te ontkennen, dat sedert eeui-
gen tijd eene zekere ontmoediging in de ran
gen der liberale partij beerseht. Voor sommi
gen heelt ze bare oorzaken in de achtereen
volgende nederlagen,die ods trollen. Alb >ewel
bedrog, omkooping en verraad er eene groote
rol in gespeeld hebben dient ze daar toch niet
gezocht, want velen, welke uit wraak of om
het goud dat de eer van hunuen naam moest
redden tegen nunne overtuiging gestemd
hebben, blozen thans over hunne lichtzinnige
handelwijze.
Doch andere oorzaken doen zich klaarder
voor het is onverschilligheid en te weinig
krachtdadigheid.
Jaren geleden was de liberale partij in
Vlaanderen almachtig en scheen haar bestaan
door niets bedreigd.
Maar, de vijand waakte; door onverpoosd
strijden, niet mee woorden alleen maar met
daden, en door do onverschillighei 1 somtniger
liberale opperhoofden is de priesterpartij er
toegekomen van onze vrijzinnige gouwen een
verkwezeld en arm V laanderen te maken.
Men was gewoon zonder moejLe te overwin
nen men bekommerde zich niet om de poli
tieke opvoeding van 't volk, omdat de leiders,
de i.ekozenen van dien tijd dachten, dat het
volk hen moest kiezen. Bitter w is de teleur
stelling toen ze de vesting onder hunne voeten
voelden wijkeD en door hunne tegenstrevers
met uitbundig gejuich zagen beklimmen. Maar
dan, helaas, was bette laatEr bleet nochtans
de hoop van uoor verdubbelde pogingen het
verlorene terug te winnendeze ook mocht men
niet lang koesleren, want de val werd al langer
hoe dieper. Moedeloosheid drong bij deeenen,
onverschilligueid bij de anderen binnen, en
jaarlijks zag men in dorp en stad, in den per
soon van eenen onaiü inkelijxen strijdei, het
politiek leven, dat enkel toch bij name bestond,
wegsterven, terwijl zijne afstammelingen, zon
der1politieke beginselen opgevoed, zich ge
makshalve terugtrekken.
Wordt er thans om g ud verraad gepleegd,
grooter toch is Jw verantwoordelijkheid dier
vermogenden, welke om vnendschaps-of fami-
liebetrekkingen met kleri alen hunne eerste
politieke plichten vergeten of ze zelis verloo
chenen.
Zij die niets te verliezen, niets te duchten
hebben der klerikale wraak en die door hunnen
stand aan de spits van het leger zouden dienen
te staan, waartoe zij zeggen te behooren, ziet
men nooit op vergaderingen van welken aard
ook. Het zou schijnen, dat ze zich zouden be
zoedelen door hunne vermenging met burger
en werkman doch dat de heeren, welke zich
zoo afzonderen eens een blik werpen op de
klerikale politiek. Daar ziet men nog verbroe
dering op hunne leesten ziet men nog gulle
handdrukken wisselen tusscheu hooge en lage
standen bij ben ziet men nog 'den laken trak
des rijken nevens den lijnwaden werkmanskiel
en juist daarin vinden zij bunnen steun en
redding op kiezingsdag. En wie denkt er ooit
aan hen te laken over die zoogenoemde verne
dering of wie kan het beu euvel duiden i
Waar vindt men ook meer krachtdadigheid
en ondersteuning dan bij de klerikalen
Alhoewel zij meest tot dwang hunnen toe
vlucht nemen,weten zij toch de bewezene diens
ten te verg lden en den penning te gunnen aan
ben, die voor de goede zaak steeds op de bres
zijn-
In onze rangen laat zulks alles te wenschen.
Wel z'jn er wier standvastigheid, wilskracht
en werkzaamheid boven alltn lof verheven zijn
en wier verkleefdheid aan de partij, aan ieder-
Denderbode vraagt of de katholieken al ooit
eenen socialist als zoogezegd 11 werkmans
kandidaat op hunne lijst gebracht hebben
Wij antwoorden neen, duizendmaal
vermits zij zelf nog nooit aan eenen
als kandidaat gedacht hebben.
Daarbij ze hebben voor geene kandidaten te
zorgen M. pastoor verricht dit werk.
Zoo er kozijntjes of vrienden zijn welke wat
slechte gronden aan de Brussolschepoort liggen
hebben zijn ze verzocht dit aan 't bchepen-
kollegie te laten weten. Men is van zin daar
een Stapelhuis te bouwen en men houdt er aan
van te doe i zoo als vroeger.
De Aalstenaars te Breda.
Slechts eenige weken geleden brachten drie
honderd mannen een bezoek aan Charleroi en
zongen er met onze aalsche medeburgers
„Flamands, Wall ons, ce ne sont la que des prénoms,»
Beiges est notre nora de Familie.
Heden gaan wij tot onze taal-en stamgenoten
van het Noorden om hen toe te zingen
Vergeet dau niet dat w'een maal broeders waren.
Eu 't Spaanseh juk geknot werd door den geus I
Konden alle volkeren aldus mot elkander
verbroederen en den ingebeel len of kunstma-
tigen afteer, die volgens sommigen, de ver
schillende rassen voor elkander zouden gevoe
len en waarvan ik eigenlijk nog geene blijken
heb gezien, ter zijde stellen, er zou nog slechts
vrede en eendracht op de wereld heerschen.
Aide reizigers zijn overtuigd dat het een
hemelsch weertje zal zijn, immers we staan
daarboven als boden des vrede in bet
gulden boek opgeschreven en de God der heir-
scharen is onze goede vriend. Dat vooruitzicht
maakt onze harten blijde en bet zal wel niet
noodig zijn te zeggeD, dat de kwinkslagen en
liedjes de vroolijkste stemming gaande houden,
gedurende de zes uren dat de reis per spoor
duurt.
Daar treedt onze achtbare Voorzitter, de
heer Hippoliet Leclercq, binnen de standplaats
en wordt luidruchtig begroet. Wie kent h m
niet den grijzen koloneln Eenige oogenblik-
ken nadien zet de trein zich in beweging.
Ik zal u den aanblik der versckillige streken,
welke wij door trekken niet trachten af te
schilderen, ons doel is Breda, waar ons de,le -
den van den Aalsterkring een prachtig onthaal
voorbereiden. Eire aan die wakkere mannen,
die het met ons eens zijn om te toonen dat
werkelijk Oude veeten zijn vergeten.Slechts
van Breda en van ons verblijf aldaar wil
lezers van De Dendergalm een
vertellen.
Nochtans kan ik niet nalaten hun mijne
overwegingen mede te deelen bij het over
schrijden der Belgisch-Ilollandsche grens.
Niemand heeft gevoeld dat hij over de lands
palen kwam, doch ik dacht bij mij zelve dat
die streep daar, met den naam van grens be
stempeld, toch een belachelijk ding is. Ik zou
gaarne eens eene redevoering hooren ovei het
ontstaan der grenzen waarom door wie en
hoe? ze daar werden getrokken, veranderd en
verbeterd.
Ik zou wel graag eene voordracht hooren
over het nut en de voordcelen der grenzen of
over het nut van dien toog waar men voorbij
moet en waarop vlugge bedienden uwen reis
zak werpen om hem van onder tot boven te
doorsnuffelen en er alles zoodanig in overhoop
te sleuren, dat het is alsof ze schatten zochten,
hetgeen men noemtde douanen passeeren.
Ik zou vooral eene voordracht willen hooren
over het vermaak dat de grensbewoners moeten
ik den
en ander
voelen, wanneer op zekeren dag de landsvoog
den hun kom zeggen Gij en uwe buren van de
overzijde zijt geene vrienden, geene gezellen,
geene bloedverwanten meer van heden af staat
gij als vijanden tegenover elkander, en gij zult
slechts over die lijn gaan om te moorden en te
brandenwanneer wij het u gebieden.
O, vooruitgang o, beschaving Waar is de
dichter, die het schoone, het edele en het ge
heiligde der grenzen in begeesterde woorden
wil bezingen
Wat mij betreft, ik zie geen verschil tusschen
den grond en de lieden van deze zijde en die
van de andere zijde der lijn. Doch genoeg, dat
ook zal eenmaal verdwijnen, wanneer men de
kanonnen en sabels tot ploegen en schaven zal
hersmeed hebben, waarover zich slechts groote
veefokkers, miliioenrijke eigenaars en ge-
wetenlooze uitbuiters zullen beklagen, ter wille
der van hen geliefkoosde douanenrechten.
Niet al mijne medereizigers hebben deze be
denkingen gemaakt, maar allen hebben met
mij geestdriftig medegezongen
Tot Rozendaal komen ons twee Onderofficie
ren, leden van den Aalsterkring ik meen
de heeren Koo en Springer ontvangen. (Die
heeren zullen het mij niet euvel duiden, hoop
ik, indien hunne namen wat bij het haar ge
trokken zijn. Men kan alles niet onthouden,
't Zijn oude kennissen en met vreugdegeroep
en gezang worden zij door allen begroet.
Zij overhandigen aan ieder een officieel pro
gramma der feesten te Breda gegeven ter gele
genheid van den tienden verjaarJag der ge
boorte van prinses Wilhelmiua.
Toen we eindelijk rond tien uren en half in
Breda aankomen, verdringt zich eene ontzag
lijke menigte in en om de statie. Buiten de
standplaats wacht onseenen langen stoet van
maatschappijen en het muziek der Schutterij
in grooten tenue speelt de Braban^onne.
De heeren inrichters der feesten,het Bestuur
en de leden van den Aalsterkring en de
overheden der stad heeten ons welkom in
Nederland, welkom in Breda. Na een kort
antwoord van der heer Lefebvre Ferdinand,
spelen onze muziekanten het Hollandsch volks
lied waarna de stoet zich in beweging stelt.
Onophoudend weerklinkt het leve Belgie,
leve Aalstwaarop wij antwoorden met de
kreten leve Nederland leve Breda Er wor
den bezondere programma's rondgedeeld van
ons bezoek.
Door een onbeschrijfelijk gewoel en gejoel
van menschen heen komen wij in het feest
lokaal Hof van Holland, waar de Harmonie
Vlijt en Volharding ons vergast met eenige
puike muziekstukken.
De heer adjudant Wouters spreekt eene tref
fende redevoering uit om ons te verwelko
men iedereen is diep ontroerd door de gevoel
volle woorden welke de spreker ons toestuurt
hij sluit zijne rede met deze woorden Neen,
wij kunnen noch willen ooit vergeten dat we
broeders waren, en voortaan ook zullen we
broeders blijven. ,Weerom weerklinken de
Leve Belgie, leve Nederland Men drukt ons
de band, men biedt ons den eerewijn aan en
lustig wordt er geklouken en gedronken op de
verbroedering van Noord-en Zuid-Nederlan
ders.
De heer J Coppens antwoordt dat wij, Aals
tenaren, ons gelukkig achten, te kunnen mede
werken tot de toenadering van twee volkeren,
welke door de dweepzucht van eenigen en de
verblindheid van andereu, van elkander wer
den gerukt, maar wier verleden, wier taal en
en zeden hen zoo nauw aan elkander strenge
len, dat niemand meer bij machte zal zijn de
broederbanden te verbreken. Nogmaals weer
galmen de kreten Leve Belgie leve Neder
land.
De geachte leden van den Aalsterkriug, ver
gezellen ons op de wandelingen, die wij in
groepjes door de stad doen. Van de stad en
hare bewoners spreek ik u in een volgend num
mer.
Om drie uren en half wierd ons door den
Aalsterkring waarvan wij meestal de leden
verleden jaar in onze stad hebben loeren ken
nen, maar wier namen het mij spijt niet te
kunnen schrijven, in de groote feestz tal van de
Sociëteit Concordia een lekker banket aan
geboden.
Daar waren aan de zelfd£ tafel vereenigd de
heeren kapitein Van de Wall, adjudant Wou
ters, kolonel Schimmel, joncker Backer, al de
de leden van voornoemden Aalsterkring, de
o ïde heer Koojgewezen wapenmakker van
onzen major Moerkerke en de heeren De Moor,
Leclerq Hippoliet, Declercq Ferdinand, Cop
pens Jaak, en 200 andere Nederlanders en Bel
gen, die zamen klonken en zich het voortreffe
lijk feestmaal goed lieten smaken.
Op het tooneel prijkten tifsschen loover en
bloemen de borstbeelden van Koning Wilhem
III, van Koningin Emma en van Prinses Wil-
helma, benevens hetborstbeeld van onzen koning
Leopold II.
Er wordt eenen heildronk gebracht aan
Koning Willem III en jde koninklijke familie
en hen wordt een telegram van gelukwensching
gezonden.
Het ware onmogelijk,de redevoeringen welke
er gedaan werden zelfs beknopt weer te geven
de heer Van de Wall, Lefèbvre, Wouters eu
Dubrulle namen beurtelings het woord de re
devoering van den heer Dubrulle geven wij hier
in haar geheel terug.
De geestdrift steeg ten top bij de liederen
Verbroederingslied en aan Nederland
door de heeren Ladeuze en Leclercq Ferd.
gezongen; de geheele zaal herneemt telkens in
koor bet refrein
Vervolg bij naaste
Gemeentekiezing
Briefwisselaars uit Aalst houden zich in de
Brusselsche dagbladen met onze gemeente
kiezing reeds bezig. Voor de opengevallen
plaats beveelt dePatriote warm do kandidatuur
van M. Felix De Hert aan. Het Land integen
deel breekt eene lans voor M. Maurits De Wolf,
die om zijnen naam, zijne bekwaamheid en
zijne beproefde verkleefdheid aan de katho-
lieke zaak door de openbare denkwijze aan-
geduid wordt als eenigen mogelijken kandi-
kaat in vervanging van M. DeWolf-Coevoet.
Wat dunkt er u van, lezers
Wat moet M. Maurits De Wolf gevleid zijn
over zooveel lof.
Den eenigen mogelijken kandidaat met
uitsluiting van M. De Ilert en al de andere.
Ouf
De kandidatuur van M. Maurits dringt zich op,
gaat het Land voortvoor bewezen diensten
aan de partij(reeds gezegd) in't voordeel
der stoffelijke belangen van Aalst, en bezon-
ii der voor de heropbeuring van den land-
En 't voegt er bij Bij gemeentekiezing
mag men maar letten op bet heil der gemeen-
te, op algemeen belang an geenen persoon-
I! lijken voorkeur geven aan nichtjes of kozijn-
ii ties. Daarbij men moet trouw blijven aan
de traditie de zoon moet den vader volgen.
Zoo niet verdeeldheid... scheuring, en dan
da liberale wolf in de klerikale kudde.
strijd terugkeert.
Al de eerlijke liedeu katholieken zoowel
als liberalen, dit vergete hij nietbekennen
dat zulks wel verdiend is want bij, die winden
zaait, moet stormen oogsten.
Zal hij nu geleerd zijn? Wij vreezen er voor.
Burgerwacht.
Tijdens de groote schieting te Brussel werd
er eene wapenoefening tot later verschoven om
ieder wacht in staat te stellen aan dien kamp
strijd te kunnen deel nemen.
Eene dergelijke schieting heeft heden Zondag
te Antwerpen plaats en weet ge wat men doet
Bij dagorde N° 28 wordt de wapeninspectie,
welke gewoonlijk in October gehouden wordt,
op 7 September vastgesteld.
Op dit soort van dwangbevel vinden wij
dat Het dragen van de uniform en het ge
bruik der wapenen bulten den verpliebten-
den dienst nooit toegelaten zijn, tenzij met
de bijzondere toelating van den bevelhebber
Kleingeestiger kan men vast niet zijn, want
geheel die ukase is maar opgesteld om liberale
wachten te beletten zich naar den Antwerp-
scben kampstrijd te begeven. Wij gelooven dat
zulke tijranieke middelen niet ,in den smaak
der Aalstenaars vallen.
Omdat de liberale schutters zich naar de
grillen van een verwaand heerschap niet willen
plooien hebben, meent hij met geweld te beko
men, wat men|bem beleefd geweigerd beeft?
't Zal niet waar zijn, kameraadje, en onthoud
maar wel
Een rijk van dwang
En duurt niet lang.
Die nichtjes en kozijntjes maken goed effekt
voor onze klerikale kliek. Verder vindt de
Aalaterscbe briefwisselaar niet, dat men zoo
moet juichen over de tijding dat al de uittre
dende leden zich op nieuw zouden vooratel
len. Hun been gaan, zegt hij, zou noch voor
de partij (eerst en vooral en dus 't kontrarie
van boven) noch voor Aalst onherstelbaar zijn.»
Hebt gij 't beet?Nog niet?
Luister dan maar Men verwacht zich aan
een paar ontslagen om plaats te maken voor
jonge eu verdienstelijke werkers.
Allons, vergrijsde mannen van den raad,
met ondervinding en kennis van gemeentezaken
bedeeld, maakt plaats voor eenige jonge baan
tjes vooruit.
Eer van de plaatskensjagers
Wij zullen zien wat M. de rector zeggen zal.
Magister dixit.
Officieele benoemingen.
Het Staatsblad van 3 September laatst bevat
een koninklijk besluit waardoor de heeren
Lefebvre, Banneville en Schuermans gemach
tigd worden als eere-titel de graden van majoor,
kapitein-adjudant-majoor en luitenant-vaan-
deldrager, welke zij in de burgerwacht vau
Aalst bekleed bebbeu, te behouden,
Wij weten niet heel juist boe die pil aan
zeker heerschap van Aalst mag gesmaakt heb
ben, alleenlijk hebben wij met zekerheid ver
nomen dat bij bij bet vernemen dier Jobstij
ding meer dan 24 uren gal beeft gewaterd.
Zekerlijk bad dit hoogmoedig kereltje, welke
overal als fils dpapa met zijnen titel en rang
iedereen meent te doen buigen en dansen, zich
aan zulken kaakslag niet verwacht. En men
beeft hem dien met de volle band gegeven, zoo
dat nog lang bet merkteeken er van iu zijn
jesuieteutronie zal bewaard blijven.
Wij kunnen bet maar niet begrijpen, boe
bij bet in zijnen hersenloozen bol kunnen steken
heeft van tegen die benoeming van drij onzer
achtbaarste burgers te werken van allerlei
moeielijkhedeii op te werpen, ja, van den
partijhaat zoo verre te drijven, wij mogen bet
bier gerust neerschrijven, van te bandelen, zoo
als een deftig man met deftige lieden niet ban
delen mag.
Wij zouden nog meer kunnen en moeten zeg
gen, maar wij stappen daar liever over been.
Met genoegen hebben wij bestatigd dat dit
nieuws van geheel de stad met zelfvoldoening
vernomen is geworden.
Mijnheer de autokraat beeft schrikkelijk
moeten tandenknarsen wanneer bij bestatigd
heeft dat al zijn geschrijf en zijne tegankauting
in de scheurmand geworpen zijn en dat bij erg
gehavend en tot op het vel gepluimd uit dien
Landbouw.
Landbouw/maatschappij van Aalst.
Het uitstapje voor doel hebbende het bezoek
van eenige merkwaardige land-en hovingbouw
gestichten, is vastgesteld op 8 dezer. De deel
nemers worden nogmaals verzocht, eenige
minuten voor zes ure 'smorgensjn de Statie van
Aalst te vergaderen.
Moeten de paarden hun voeder nat of droog
ontvangen
Naar der Landwirth en na haar de Land-
bouw-Courant mededeelt, wordt bet voeder
der paarden in België of slechts vochtig ge
maakt of ook wel in geheel vochtigen toestand
gegeven.Nat voederen is inzonderheid bij paar
denhandelaars veel in gebruik, welke eenige
weken vóór de groote markten de dieren van
de fokkers koopen en er zich op toeleggen ze
zoo spoedig mogelijk in goeden staat te bren
gen. Ook fokkers en in het bijzonder groote
landbouwers houden er veel van sterk bevoch
tigde haver aan de paarden te voederen, om ze
eenen goeden omvang te geven. Zoo is daar
ook een mestvoeder in gebruik, bestaande uit
in water opgezwollen maïs, aardnotenmeel eu
baksel, dat eveneens in vochtigen toestand
naast veel groenvoeder (luzerne) of booi aan
de paarden gegeven wordt, en dat inderdaad in
een ontzaglijk korten tijd een goeden staat en
glanzend baar geeft. De met dit krachtvoeder
gevoede paarden zweeten echter, als zij eenig
zwaar werk verrichten, sterk en bezitten een
gering volhardingsvermogen. Kleinere land
bouwers voederen hunne paarden met eepletto
haver en baksel, eveneens bevochtigd ook
knollen en wortels met aardnotenmeel en water
tot een brei gemaakt wordt niet zelden tot dit
doel gebruikt. In bet algemeen is de voedings
manier in België een extensieve en er op aange
legd om bet dier zoo mogelijk grooten omvang
te gevon.
Naar het Oestlandw. Wochenblattn mede
deelt, trekt de Nord Wirthsch. Freund
tegen dit voederen in natten toestand te velde.
Ilij zegtNiets schaadt de paardenhouderij
zoo zeer als de zeer verspreide slechte gewoonte
van bet nat-voederen. Opmerkelijk zijn de
gronden die daarvoor aangevoerd worden. De
eene meent dat het natte voeder den dieren
beter smaakt, eon ander voert besparing van
tijd als reden daarvoor aan, omdat een paard
met een nat maal veel eerder uereed is als met
een droog maal in de meeste gevallen wordt
er in bet geheel niet aan gedacht en voedert
men nat omdat men bet zou gewend is. Juist
is bet echter dat een dier om nat voeder op te
nemen minder tijd nooodig beeft dan in droo-'
gen toestand. Maar juist daarin is hetnadee-
lige van 't nat-voederen gelegen. Als het
voeder droog gegeven wordt, zoo moet het
langzaam geknauwd en in den mond gehouden
worden, ten einde het goed met speeksel te
bevochtigen. Is bet voeder op zich zelf reeds
vochtig, zoo vervalt zulks, wordt bet doorge
slikt en komt zonder met speeksel vermengd te
zijn in de maag. Deze kan echter met het voed
sel dat niet met speeksel vermengd is, niet veel
beginnen het is niet verteerbaar en gaat ook
voor bet grootste gedeelte onverteerd in den
mest over. Door veelvuldige proeven is het
aangetoond, dat paarden van droog voeder
zes-tot achtmaal meer verteeren dan van nat
voeder. Paarden, die nat voeder ontvangen,
zien er meestal wel goed gevoederd uit,maar zij
zijn door bet overtollige water slechts opgezet.
Zij zweeten licht, zijn spoedig vermoeid en
derhalve voor inspannenden arbeid niet te
gebruiken. Ook maagverzwakking en kolijk
komen als een gevolg van het nat-voederen zeer
dikwijls voor. Van veel gewicht is ook de voe
derverspilling die bij het nat-voederen plaats
heeft. Want bet is duidelijk dat al de haver
korrels, die onverteerd inden mest gevonden
wordenniet tot voeding van bet paard hebben
bijgedragen, dat zij volkomen nutteloos gege
ven zijn, terwijl zij den eigenaar toch geld
kosten. Derhalve kan er niet genoeg tegen het
nat-voederen gewaarschuwd worden. Wie zijne
paarden wil verplegen en sparen, geve bun
slechts droog voeder en daarbij zuiver helder
water te drinken. Wie slechts eenigen tijd de
proef met het droog-7oederen genomen heeft,
zal gewis niet verder tot bet nat-voederen over
gaan.
WERKMANSKRING
VOORUITGANG DOOR 'T WERK.
De leden worden verwittigd dat in de alge
meene vergadering van October 6 lede- van het
Bestuur moeten gekozen worden. Zondag aan
slaande zullen in het lokaal de art. betrekke
lijk het stellen van kandidaten en de wijze van
verkiezing aangeplakt worden.
sWien Neerlandsch bloed in de adren vloeit.
Dus galmde het verle 1 u Z mdag van vier
ureu en half 's morgens d >or de straten onzer
stad. Ken honderdtal Aalstenaars Officieren
en Onderofficieren der Burgerwacht en de wei-
kende leden der Maatschappij Les Anus
Constants gingen op reis naar Breda.
O werpt met mij een sluier op 't verleden
en nog geestdriftiger toegejuicht, wanneer onze
vriend Jules Du Brulle uitriep Ja, Neder
landers, wij zijn allen broeders, en ik zou den
dag willen zien aanbreken waarop die grenzen
door den wil, der volkeren getrokken, van den
aardbodem zullen verdwijnen.
Vergeet toch niet dat w' eenmaal broeders waren
De wijn en de vreugd heeft ons aller hart
verwarmd en als ware broeders trekken wij
Belgen en Hollanders, allen door elkander, ja
eenigen arm aan arm op naar het Hof van
Holland van waar we met muziex voorop een
uitstapken gaan doen naar Ginneken eene hal
ve uur zuidwaarts van Breda gelegen.
Broeders van Noord en Zuid,
Mijne Heeren,
Hedendaags heeft de Staatkunde bet noodig geoor
deeld Keizers en Koningen bijeenkomsten te^ doen
bouden, om over den vrede of den oorlog van Europa
to beslissen.
't Is mogelijk, dat die Vorstelijke bijeenkomsten de
algemeene welvaart bevoordeeligen, maar, uw dienaar
schat het toch veel doeltreffender, dat volkeren met
elkaar verbroederen en naburen bij drinkgeschal en
fcestgelack het Vredelied met eendrachtige^! emmen
aanheffen.
Vindt gij het ook niet, Mijne Heeren, dat men hier
■emakkelijk bij vork en glas vergeet, dat er ginds
jenedou Ltocsendaal eene lijn bestaat, waarvoor men
maar oppassen moet, als men sigaren wil smokkelen,
maar die verder van geentn hinder kan zijn, om tus
schen ons de ware verbroedering van Noord en Zuid
te bezegelen
Recht uit, ik voor mij ken geen beter politiek dan
hetgeen men al etende verrieht.
Doch de staatkunde ter zijde gelaten, laat mij tot
mijn stokpaardje terug te komen, namentlijk, tot
mijnen heildronk voor Nederland, dio mij zwaarder
op de maag ligt dan al het lekkers dat men ons hier
heeft opgediend. Ook moet hij er uit, kolt wat kost.
Ik driuk dan op het Nederland van voorheen, op
het Nederland van heden, op het Nederland van de
toekomst.
Ik drink op de barden der oude Bataven die hunne
krijgers met heldenmoed bezielden, en voor eene
roemrijke dood in den vaderlandschen strijd, hun de
eeuwige genachten van het hemelsch Walhalla be
loofden.
Ik drink op de grootsche figuren /au den 80jarigen
oorlog, toen Neerlands groud, voor de gewetensvrij
heid, van het kostelijk bloed zijner edelste kinderen
verweekte.
Ik drink op het huis van Oranje-Nassau, dat nooit
ontmoedigd, nimmer overwonnen,zijne doorluchtigste
telgen op het slagveld of onder het staal des moorde
naars vallen zag.
Ik drink op de heldenfeiten der roemrijke geuzen,
die alles op het altaar des Vaderlands ten offer brach
ten, trouw tot den bedelzak bleven en onverschrok
ken, martelingen en dood trotseerden, om vrij te
denken, vrij te leven en vrij te sterven.
Ik drink op at wat Nederland roemrijk, groot en
machtig maakt.
Op zijne schilders zoo als Rembrandt en Ruysdaal
p zijne dichters lijk Vondel, Bilderdyk en Tollens
op zijne geleerden zoo als Boerhave, Hooft, Erasmus
en Multatuliop zijne burgers, lijk Oldenbarnevelt,
gebroeders De Wit eu burgemeester Van de Werve
op helden zoo als een de Ruyter, een Heemskerk, een
prins van Oranje.
Ik drink op de rijke landouwen van Nederland, op
zijne schoone bezittingen van het Oosten, de schitte
rendste parels van den Indischen Oceaan; ik drink op
de bevolking met zijne onbesmette burgerdeugden ik
driuk op ziju eigen aard en zeden en wel voorname
lijk op die schoone, rijke eu krachtige taal, welke in
zulke verrukkende akkoorden van Noord tot Zuid,
vau Oost tot West weerklinkt om de vreugde der
familie, de welvaart van de natie, de liefde van het
volk, de trouw van den Vorst, den lof van 't onderwijs,
den roem der kunst, de Vrijheid, het Recht en de
plicht van eiken burger te verheerlijken en te loven.
Aan Nederland
b0UW. i)