DE OUDE FRITS.
5de Jaar.
Nummer 59 (251)
Zondag 28 September 1890.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad. j
Abonnementsprijse fc 60 voor den j voorop betaalbaar.
PRIJS PEE NUMMER: 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buitenvoor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangstraat 10, Aalst.
•m:
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncenper drukregel,
1 Reklamen, 75 centiemen r 3
Vonnissen op de dei de bladzijde, frank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 27 SEPTEMBER.
Buitenlandsch politiek:
overziclit.
DuitscJiland. —De democraten richten
zich bestendig in tot het maken eener
krachtigere propaganda uit aanmerking
van de groote vrijheden die zij gaa t
genieten. Nu houden zij zich bezig met
het samenstellen der lijst der afgezanten
van de partij bij het democraat-socialis
tisch kongres,dat de toekomende maand
te Halle a/Sale moet plaats grijpen.
Engeland.Onderhandelingen, gelijk
aan deze die Engeland achtereenvolgens
gedaan heeft metDuitschland, Frankrijk
en Portugal aangaande de werkingssferen
dier verschillende staten in Afrika, zijn
op het punt begonnen te worden door
het Britsch kabinet bij dat van Romen.
Sir Evelyn Barning, de financieele en
politieke vertegenwoordiger van Groot-
Brittanje inEgypte en generaal Grentell,
bevelhebber van het Engelsch leger in
de vallei van den Nijl, zullen zich tot
dat doel naar Italië begeven. Die onder
handelingen kunnen zich op eene onver
wachte wijze eindigen, en zooals het
Duitsch-Engelsch verdrag, aardige be
palingen bevatten. Maar wat nu zeker
is, is dat men zich in de Consulta groo-
telijks bedriegt indien men verhoopt dat
Italië de sleutels van Kassala en van
Khartoum zal verkrijgen.
Zwitserland. De Zwitsersche bonds-
kamers hebben maandag te Bern eene
gewone zitting gehouden. Men ver
wachtte zich op eene zeer hevige bespre
king aangaande de gebeurtenissen in den
Tessin en de maatregelen door den
Bondsraad genomen. De behoudsgezin-
den zijn inderdaad zeer vertoornd op de
uitvoerende macht, die zij beschuldigen
de radikalen in den Tessin te ondersteu
nen met te talmen en met te weigeren
het bestuur aan welks hoofd M. Respini
staat te herstellen. Voor die partij be
staat er slechts ééne mogelijke oplossing
van den Staatsslag van 11 September:
en die oplossing is de eenvoudige we
derherstelling van het gouvernement
door eenen opstand omvergeworpen.
Men is het bijna eens te Bern dat de
wederroeping der Bondslegers den bur
geroorlog voor gevolg zou hebben.
Italië. Het Italiaanscli ministerie
komt eene verandering te ondergaan
door het vertrek van den minister van
finautiën Seisnut-Doda. Deze is niet meer
minister, niet omdat hij zijn ontslag
heeft gegeven, maar wei ten gevolge der
toepassing van het besluit van den 14
September 1889, dat aan den voorzitter
van den raad M. Crispi de macht geeft
zich van eenen minister te ontmaken
zooals hij het goedvindt, en zelfs van
een geheel departement af te schaffen.
Japan. Een opstand waarvan men
noch de uitgebreidheid noch de bijzon
derheden kent zou uitgebarsten zijn in
Japan, ten gevolge der voorrechten die
de vreemdelingen er bezitten, die door
traktaten onttrokken zijn aan het rechts
gebied der inlandsche tribunalen en
onder de consulaire macht van hun land
geplaatst zijn.
Brazilië. De laatste verkiezingen
in Brazilië hebben schitterend het nieuw
bestuur, opgekomen ten gevolge van den
val van het keizerrijk, bevestigd. Het
keizerlijk bestuur moest sedert lang
reeds diep ondermijnd wezen, en door
de openbare meening veroordeeld opdat
het. gemeenebest zoo gemakkelijk zijn
beslaan heeft kunnen doen bekrachtigen.
Het nieuw bestuur is thans onherroepe
lijk ingericht. De meel derheid der Con
stituante is genegen tot de wetsontwer
pen door het voorloopig gouvernement
voorgesteld, en de verkiezing van M. Da
Ionseia als voorzitter der republiek is
schier verzekerd.
ar. Iers rug te leggen. De liberalen zijn
altijd voor de vrijheid geweest. Integen
deel van over eeuwen was het de zwarte
partij die de inkwisitie invoerde, de
pijnbank en de brandstapel toepaste,
met galg en rad, tegen de andersden
kenden,
En hedendaags is het nog zoo. Zien
wij vooral in den buiten de vrije mannen
niet vervolgd en last aangedaan, wan
neer zij liberaal willen stemmen of eene
liberale kandidatuur aanvaarden. Dan
worden zij uitgemaakt als ongeloovigen
en lieden die een handje met den duivel
medewerken om den godsdienst af te
breken en te vernietigen.
O einde van de negentiende eeuw en
men boft met uwe verlichting en gezond
verstand. Spotternij.
De waarheid is dat er meer dan ooit
gewerkt wordt om de menschen te ver
slaven en in de onwetendheid te houden.
Liberalen, waakt er op, verlaat uw
bed en wandelt, een dringend werk wacht
u de aanstaande dagen het liberale
Vlaanderen moet herleven. Nu meer ge
slapen
niën wel in cle kelders der zwartjes gerold
Waarom staan misdiender en onderkoster
met de schaal onder uwen neus, als't kindje
gedoopt wordt moeder hare kerkgang houdt
zoon of dochter de eerste communie doet en
bij honderd andere gevallen
Waarom worden de kerkeroepen, trouwen in
eene vreemde parochie, in verbintenis treden
met zijn nichtje, ja, waarom wordt alles te
gen klinkende species afgekocht
Voor één cent een klein stoeltje, voor tivee
'nen heeten grooten, voor drij een achterstoel
erbij de arme duts kan zijne kniebollen op de
kille steenen verslijten waarom die twee
maten en twee gewichten
Voor eene berechting met muziek, lantaarns,
roodgekleede koorknapen en klinkklank,
schiet in uwen porte-monnaie en ge zult het
altemaal bekomen kunt ge niet afdokken dan
zal men u zoo simpel mogelijk en gestolen-weg
de sacramenten der stervenden brengen.
Nog eens, waarom die schreeuwende onrecht
vaardigheid
Oh Godsdienstvervolging
Als er kiezingen aanstaande zijn, dan
zou de klerikale partij den duivel en
zijne moer te rade gaan om de liberalen
voor ongodsdienstig en zedeloos uit te
maken
In de steden verwekt dat weinig of
geen indruk, maar den buiten maakt
de geestelijkheid er een vogelenschrik
van.
Wij zijn nu in de dagen dat er gedu
rende zes lange weken gepredikt wordt
dat de religie moet gered worden en het
een God behagelijk werk zou zijn,
mochten al de liberale gemeenteraden
aan de deur vliegen. Maar wat vreugde
zou in den hemel losbarsten konden
Antwerpen, Brussel, Gent, Oostende,
enz. in de'handen der tjeefkens vallen.
Opgepast en niet gelachen, liberalen,
gij moet eendrachtig zijn en kloekmoe
dig te werk gaan tegen den algemeenen
aanval dien den vijand zal wagen om de
liberale partij van Vlaanderens bodem
geheel te verjagen en te verbannen.
Dat mag niet, dat zal niet zijn.
In de klerikale gazetten wordt hevig
gedonderd opdat de boeren ten kruis-
vaarde zouden gaan tegen de liberalen
die dan ook gestadig afgeschilderd wor
den als goddeloozen, welke niet minder
verlangen dan de kerken af te breken,
de priesters op te hangen en de nonnen
te verjagen.
Inderdaad de geestelijke partij kent
goed de kunst hare eigene daden op een
Alles is bij' de klerikalen, winkel.
Wij, liberalen zeggen van Jade klerika
len schreeuwen van Neen 1
Wie heeft er gelijk
Dat onze lezers beslissen, na aandachtig de
volgende vragen bestudeerd te hebben.
Waarom moeten arme menschen vasten, en
kunnen geldzakken de toelating Jcoopen van al
te eten wat hun lust
Waarom pronken er in iedere kerk, in de
minste kapel, een half dozijn Jbedelblokken
Waarom raden de priesters hunne biechte
lingen aan, buiten de hun opgelegde peniten
tie nog eene kleinigheid voor 'f zuivel te offe
ren
Mogen we weten waarom de zwartrokken
voor arme duivels maar een paar vaderonzen
prevelen, en waarom ze zich te bersten schreeu
wen als er kwestie is van een bemiddeld man
onder de aarde te stoppen
De brave, kostelijke daglooner wordt als een
hond, vóór dag en dauw begraven de rijke
zelfmoordenaar wordt in alle pracht, bezongen,
bewierookt en beorgeld ter ruste gebracht
waarom dat schromelijk onderscheid
De waskaarsen worden soms vier a vijf maal
op nieuw verkocht waarom die dieverij
Wat doet men met het geld voor de kleine
Chineeskens
Hoeveel blijft er van den St-Pieterspenning
aan de vingers plakken
Hoe is het met de kwestie der zielmissen zoo
al gesteld Rechtuit gesproken, heeren geeste
lijken, vraagt ge voor een miske nooit meer dan
het gestelde tarief?
In de meeste kloosters wordt dapper weg
negocie gedreven in paternosters, schapulieren,
rozekransen, palmtakjes enz. loopt de winst
op die armzalige bullen nog al hoog
Hoeveel patervaatjes worden er op de ko-
menschap van lijkdiensten en andere ceremo-
Komaan gekruinde papen, het geld is uw af
god. Voor goud doet ge alles, en schrikt de
grootste laagheid u niet af. Uwe geldkoffers
zijn nooit verzadigd nacht en dag beloert gij
het kostelijk metaal.
Van de geboorte van het hulpelooze kind tot
den laatsten snik van den strammen grijsaard
perst gij aan dgjiehtgeloovigen hunne zuur
gewonnen penningen af.
Voor klinkende species bluscht gij de hel,
verhuurt ge het vagevuur en verkoopt ge den
hemel
Geene zonde, geen misdrijf of ze kunnen
voor geld, door eene klad latijn met wij
water uitgewischt worden.
En Christus-werd tusschen os en ezel in een
stalletje geboren 1 en die geldduivels durven
zich zijne volgelingen noemen 1
Andere tijden, andere zeden 1
De Vleeschbelasting.
Er gebeurt op dit oogenblik iets, dat
te voorzien en te verwachten was, maar
waartegen onze klerikale baaskens lee-
lijk den neus zullen optrekken.
Zeker is 't in alle geval, dat ze er niet
zullen tegen lachen.
Over geheel Duitschland rijzen klach
ten en protestaties op, tegen de duurte
van het vleesch, dure prijs die het gevolg
is van de beschermende rechten, welke
men in dit land op deze eetwaar heeft
gesteld, zoogezegd in het belang van den
landbouw en van den handel, maar ei
genlijk om de groote landeigenaren te
bevoordeelen.
Juist gelijk men in België gedaan
heeft.
Te Dresden, bij voorbeeld, heeft de
Gilde der Beenhouwers, dezer dagen,
eene petitie gezonden naar den Minister
van Binnenlaudsche zaken, om hem te
verzoeken het verbod in te trekken van
den invoer van vreemd vleesch uit den
vreemde.
Zij verklaren rondweg, in hunne peti
tie, dat dit verbod de oorzaak is der
duurte van het vleesch, om deze reden
dat het verbod aan de groote kweekers
van het land voordeelen verschaft,
waaruit zij het grootste profijt moge-
u lijk trekken.
Even als de hh. Dumont, Cartuyvels
en anderen in de Belgische Kamer, had
den de hhn. Lindebeck, een oud magis
traat die bankier was geworden, en
Simons in de Duitsche Kamer de verze
kering afgelegd, dat het belasten van
vreemd vee en vleesch hoegenaamd den
prijs van het vleesch niet duurder zou
maken.
Men ondervindt nu overal dat het te
gendeel waar en het vleesch alom veel
duurder is geworden.
In België hebben wijniettegenstaan
de verklaringen en verzekeringen van
de hhn. Dumont en C18, dezelfde onder
vinding gedaan het vleesch kost thans
merkelijk duurder dan twee jaren gele'
den.
Om weer afslag te bekomen, had men
het gedacht opgevat levend vee uit
Amerika te doen komendoch ons Mi
nisterie, zeker daartoe gedwongen en
gedrongen door de klerikale landeige
naren en groote veekweekers, heeft wel
dra zulke kwellende maatregelen ge-
eischt en bevolen, dat de invoer van
Amerikaansch vee weeral bijna onmoge
lijk is geworden en de prijs van het
vleesch duur en ongenaakbaar blijft voor
den werkman.
Bah een werkman, die moet immers,
volgens sle klerikalen, geen vleesch
eten afval en beenen dat is goed genoeg
voor hem zooals een Mechelsch blad in
1887 schreef.
Maar de burgerij eet ook vleesch, zoo
wel als de rijke liê,en zoowel de burgers
en rijken als werklieden zijn dus de
slachtoffers van die inkomende rechten,
die het vreemd vee buiten ons land hou
den en het vleesch duur doen worden.
En wie zijn er meê de slachtoffers
van
De beenhouwers, die hun vee aan
hoogeren prijs moeten inkoopen en hun
vleesch dus duurder aan den man bren
gen, hetgeen altoos veel moeilijker en
nadeelig voor hen is.
Onlangs hebben wij de officieele cij
fers bekend gemaakt, waaruit blijkt dat
de prijzen van vee en vleesch verschrik
kelijk gestegen zijn, iets wat eerder nog
zal verhoogen dan verminderen.
Ziedaar wat wij winnen met door kle
rikale Ministers geregeerd te worden
schade, langs den eenen kant, schande
langs den anderen, gelijk in de zaken
Pourbaix en de Mondion.
Arm België
naar het Hoogduitsch.
Achttien jaar, uwe majesteit.
En de oudste
De oudste, uwe majesteit, is eilaas reeds
zes-en-twiutig jaar oud.
Wat? Een vlaggejonker van zes-en-twintig
jaar riep de koning uit. Hoe is is dat moge
lijk? Welke oorzaak kan daarvoor bestaan?
Die kuaap moet zich zeker slecht gedragen
hebben, anders moest hij immers sedert lang
luitenaut zijn. Wat heeft hij gedaan Zeg mij
de waarheid, generaal 1
Uwe majesteit, de waarheid is, dat de
vlaggejonker te arm is om officier te worden.
Hij kan de kosten der uitrusting niet bestrij
den.
En is dat zijn eenige fout Heeft hij zich
aan geenerlei overtreding in den dienstschuldig
gemaakt
Neen, uwe majesteithij is integendeel
een zeer bekwaam en beschaafd jong mensch,
die als een goed voorbeeld voor al zijne kame
raden kan genoemd worden.
Maar hij is zeker van burgerlijke afkomst,
niet waar
Met verlof uwer majesteit, hij is van den
zuiversten, oudsten adel.
Eu zoo iemand laat gij zijn leven lang
vlaggejonker blijven, enkel omdat hij het on
geluk heeft van arm te zijn Waarom hebt gij
u niet tot mij gewend Daar ik maar een
mensch ben, kan ik karakterfouten niet verbe
teren, maar zulke feilen van de beurs te ver
helpen, dat heb ik in mijne macht, daarvoor
ben ik koning 1 Gij verzekert mij dus op uw
woord dat de oude vlaggejonker verdient, een
jonge luitenant te wort en
Ja, uwe majesteit, dat verzeker ik u op
mijn woord.
Goed, zend dan den vlaggejonker over een
kwartier bij mij. Ik wil zelf met hem spreken
zeg hem echter van te voren mets van hetgeen
wij gesproken hebben. Hoort gij
Om uwe majesteit te dienen 1
Nu, laat thans uwe troepen inrukken.
Heden middag verwacht ik u bij mij aan tafel 1
Den generaal vriendelijk toeknikkende,
wendde Frederik zijn paard om, en gaf daar
door aan zijn glansrijk gevolg, dat eerbiedig op
eenigen afstand was blijven staan, het sein om
hem te volgen. Maar hij was nog maar een
eindje voortgereden, toen hij zijn paard deed
stilstaan, en zich weder omkeerde.
Generaal von Herbig, kom nog eens even
bij mij
De generaal galoppeerde naar de koning toe,
en wachtte in eene eerbiedige houding zijner
majesteits verdere bevelen af.
Een ding heb ik nog vergeten, generaal,
zegde Frederik.Hoe heet de oude vlaggejonker?
Gij hebt mij zijnen naam nog niet genoemd.
De generaal werd blijkbaar verlegen.
Sire, zegde hij, ik zou geerne uwe majes
teit eene gunst afstneeken. Uwe majesteit be
tuigde mij zoooven hare tevredenheid over de
wijze, waarop in bevel over de troepen voer, ik
bezweer uwe majesteit, mij daarvoor te willen
beloonen door mij te vergunnen, dat ik den
naam van den oudeu vlaggejonker verzwijg, tot
zoolang uwe majesteit hem zei ven gezien en
gesproken heeft
Ah, draagt dus de man een naam, welken
ik niet geeme hoor? vroeg Frederik, terwijl
hij zijne groote blauwe oogen als twee vonke
lende dolkspitsen op het gelaat des generaals
vestigde.
Deze gaf geen antwoord, maar sloeg ontsteld
en schroomvallig de oogen neder.
Ik begrijp, dat dit het geval is, zegde de
koning. Maar gij zegdet toch, dat die man van
zuiveren, ouden adel is, niet waar
Ja, uwe majesteit, dat is ook de waarheid
Zijn vader heeft echter het ongeluk gehad, de
genade uwer majesteit te verliezen.
Was die vader officier?
Om uwe majesteit te dienen.
Is hijlgestraït, infaam gekasseerd, daar
hij naar uw zeggen mijne genade verloren had?
Neen, uwe majesteit, hij nam zijn ontslag,
dat was alles.
Nu, daü heeft hij in allen gevalle geene
misdaad begaan, waarvan de smet op de naam
der familie blijft kleven, hernam de koning, op
ietwat luchtigen toon, alsof hem een steen van
't hart was genomen. Ik kan dus voor den zoon
belang hebben al heeft ook de vader zich mijne
ongenade op den hals gehaald. Is dat ook uwe
meening
Ja, uwe majesteit, dat is ook mijne mee
ning. Ik zou al lang zoo vrijmoedig geweest
zijn van den ouden vlaggejonker aan de genade
en vaderlijke goedheid uwer majesteit aan te
bevelen, zoo ik niet gevreesd had.
Het is in tegendeel mijn plicht, te verge
ten eu te vergeven, en den zoon niet te straffen
voor-de overtredingen zijns vaders. Stuur dus
nm
uw ouden vlaggejonker bij mij 1
En de koning deed zijn paard weder wen
den, reed langzaam en peinzend naar het slot,
waar hij zich terstond naar zijne kamer begaf,
zonder verder een woord tot de heeren van zijn
gevolg te richten.
Ik ben zeer nieuwsgierig naar dien oude
vlaggejonker, sprak de koning glimlachend
bij zich zelve. Zonderling is het, hoe het vel
leden altijd zijne schaduwen op het tegenwoor
dige werpt, en ons herinnert aan dingen, welke
wij sedeit lang voor aigedaan hielden, en
waaraan wij niet meer dachten. Dat is nu van
daag de tweede maal, dat er sprake is van een
in ongenade vervallen officier en van zijne kin
dereu. Voor de dochter van Hohendorf heb ik
veel goed te maken. Zou dat met den ouden
vlaggejonker ook het geval zijn? Zou de koning
ook bij hem een misstap van het verleden te
herstellen hebben Welnu het zou mij lief zijn,
een misstap te herstellen uit eigen beweging
dwalingen weder goed te maken en geestelijke
schulden te betalen met even groote nauwge-
zetheid, als waarmede men anders stoffelijke
schulden betaalt, dat voegt een koing wel,
zulke nederigheid past wel bij zijne hoogheid.
Op dit oogenblik werd de deur geopend, en
trad de kamerhuzaar binnen.
Sire, meldde hij aan, sire, met verlof uwer
mafesteit, laat de oude vlaggejonker zich ter
audiëntie aandienen 1
Laat hem binnenkomen, gelastte Frede
rik, en uit zijnen armstoel opstaande, liep hij
met eenige rasse schreden naar de deur toe,
op welker drempel thans de slanke gestalte van
Louise von Hohendorfs minnaar verscheen.
De koning ging vlak voor hem staan, en
terwijl de vlaggejonker onbewegelijk, met om
hoog geheven hoofd en in eene stijve militaire
hwding, bij do deur bleef staan, liet de koning
zijne vonkelende oogen onderzoekend over de
geheele gestalte gaan, monsterde eerst de
uniform van den jongen man, en staarde dezen
vervolgens in het bleeke, krachtige en edele
gelaat, welks groote, donkere oogen met eene
uitdrukking van fierheid en vastberadenheid
rechtuit bleven zieu, en niet nedergeslagen wer
den voor de adelaarsblikken van den koning.
Hoe oud zijt gij vroeg de koning een
oogenblik daarna.
Uwe majesteit, ik ben zes-en-twintig jaar,
antwoordde Wilhelm von Bellnamet kalmte.
Zes-en-twintig jaar, herhaalde de koning.
Weet gij wel dat het niet zeer eervol is, als men
op zulk een leeftijd nog niet bevorderd is
Om uwe majesteit te dienen, dat weet ik.
Zoo, weet gij datmaar hoe komt het
dan, dat gij het nog niet verder gebracht hebt
In mijn geheel leger heb ik geen vlaggejonker,
zoo oud als gij. Hoe komt het, dat men u zoo
is voorbijgegaan
Een doukere blos bedekte nu het gelaat van
den jongen man, en zijne oogen vertoonden een
vurigen gloed.
Uwe majesteit, riep hij hartstochtelijk uit,
ik heb mij aan niets schuldig gemaakt. Ik kan
mijne oogen met vrijmoedigheid tot God en
uwe majesteit opheffen, want ik ben mij aan
geene schuld bewust.
Gij spreekt met veel zelfvertrouwen, zegde
Frederik ernstig; en toch kan ik u niet gelooven.
Daar gij toch van ouden adel zijt, hadt gij in
allen gevalle reeds bevorderd moeten zijn Ik
blijf er dus l ijgij moet u aan het een of ander
hebben schuldig gemaakt,anders zoudt gij geen
vlaggejonker meer zijn. Keer eens tot u zelve
in, raadpleeg uw geweten eens, en zeg mij dan,
wat het is, en waaraan gij u hebt schuldig ge
maakt. Ik eisch, dat gij mij de waarheid zegt
(Wordt voortgezet.)
DE DENDERGALM