v|
m
m
1
DE OUDE FRITS.
Nummer 00 (252)
Zondag 5 October 1890.
- m
Sde Jaar.
G:
Y-S
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad.
5 fr 50 voor den buiten,
PRIJS PER NUMMER10 CENTIEMEN.
voorop betaalbaar.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangstraat 10, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Prijs der Annonce»°Tne' 16
Reklamen, 75 centiemen
Vonnissen op de dei de bladzijde,
j per drukregel.
1 frank.
Nee spe nee metu.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 4 OCTOBER.
Buitenlaiidscli politiële
overzicht.
Vereenig de Staten. De tweede der
bills Mai-Kinley is beslissend door de
Amerikaansche wetgevers aangenomen.
Men weet welke economische omwente
ling die beschermgezinde wetgeving-
moet teweeg brengen en welken oorlog
van belangen zij zou kunnen doen los
barsten tusschen de Nieuwe-wereld en
Europa. Hetschijnt dat de Amerikaansche
beschermgezinden haastig zijn de vijan
delijkheden te beginnen; want, ofschoon
er een geldelijke krisis in hun eigen
land zoude kunnen uit voortspruiten,
hebben zij den 6en October aangenomen
als de datum op welken het nieuwe tol
recht zal toegepast worden, hetgeen al
de koopwaren t/ans in de Amerikaan
sche haven bewaard, zonder die mede te
rekenen die op weg zijn naar de Veree-
nigde-Staten, zal beslaan. Het is sinds
heden zeker dat de wetgeving die begon
nen wordt den economischen toestand
van de geheele wereld kan veranderen,
en zelfs in zekere gevallen, eenen ernsti-
gen invloed uitoefenen op de betrekkin
gen van Europa met de nieuwe wereld.
De voorzitter der Vereenigde-Statenheeft
de bills Mai-Kinley nog niet ondertee
kend, maar de bedoelde maatregel ver-
eischt slechts die laatste formaliteit, om
als wet te worden aangenomen, gelijk
de eerste der beschermsmaatregelen uit
dezelfde bron voortkomende en beter
onder den naam van administrative-
bill gekend. Men weet dat deze de druk
kende formaliteiten vermenigvult aan
den invoer der koopwaren vereischt de
administrative-bill vraagt van den
invoerder dat hij de zuiverheid zijner in
zichten betoone, eene moeilijke, om niet
te zeggen onmogelijke zaak, die aan
den Europeaanschen verzender eenen
onuitstaanbaren toestand maakt, daar
zij hem blootstelt aan de tol- en rechts-
overheden.
Portugaal. De miuistereele krisis
door het Engelsch-portugeesch verdrag
te weeg gebracht, is nog niet geëindigd.
Inderdaad de onderhandelingen tot het
samenstellen van een nieuw kabinet
schijnen eenige dagen opgehouden te
hebben, daar M. de Carvalho Martens
vertegenwoordiger van Portugal bij den
Paus, en door Dom Carlos aangeduid om
het nieuw ministerie samen te stellen,
slechts zondag teLisabon is aangekomen.
De verlenging der krisis en de staat van
opwekking in welken zij de openbare
meening geworpen heeft vermeerderen
nog de Republikaansche agitatie of
schoon de dienstwillige telegrammen de
7.
naar het Hoogduitsch.
Welaan dan, uwe majesteit, ik ben bereid,
de waarheid te zeggen, riep de jonge man met
geestkracht uit. Ja, ik kom in iets te kort, ik
ben arm, daarin bestaat mijne schuld, daarom
ben ik tefkeus voorbij gegaan. Ik beu arm, en
de generaal weet, dat ik de uitrusting niet be
talen kan, zelfs al werd ik tot officier bevor
derd. Ik ben arm, dat is mijn ongeluk en mijne
overtreding.
Nu, dat is eene overtreding, welke u ver
geven wordt, en een ongeluk dat te herstellen
is. aarom hebt gij u niet tot mij gewend, en
mij met uw zoogenaamd ongeluk bekend ge
maakt
Sire, omdat
,7"u omdat herhaalde Frederik toen
Wilhelm aarzelde en zweeg. Nu, omdat?Spreek
vrijmoedig Ik veroorloof het u, en ik vorder
het zelfs van u. Gij zijtop dit oogenblik niet de
vlaggejonker, die voor zijnen generaal staat,
maar een jong man, die voor zijnen koning
staat, en die aan zijnen koning de waarheid
schuldig is, gelijk hij die aan God schuldig is.
Spreek dus, waarom hebt gij u niet tot' mij
gewend .-"Gij weet toch, dat ik de vader mijner
soldaten ben. Betoon u dus een gehoorzamen
zoon en spreek Waarom hebt gij mij niet met
uwe armoede bekend gemaakt
Sire, beveelt gij, dat ik de waarheid spre
ken zal
I tooneeleu van wanorde die sedert 14
dagen te Lissabon en in de provinciën
plaats grepen tot onbeduidende verhou
dingen zoeken te verminderen.
De hoofden dier beweging ontvangen
van het buitenland aanmoedigingen, die
ze schijnen te verstooten,niettegenstaan
de de kleine minderheid der antidynas-
tische partij in de Kamer.
Duitscliland. Den eersten october heeft
de rechtgeldigheid der wet van 1876
die aan het bewind buitengewone macht
tegen de socialisten verleende einde ge
nomen. De socialistische nieuwsbladen
verboden, het recht van vereeniging aan
machtigingen onderworpen die er het
uitwei'ksel bedrieglijk van maakten, het
recht van uitbanning aan de politie toe
gestaan tegen verdacht vei klaarde bur
gers zoo was in korte woorden de re-
geeringsvorm die M. von Bismarck
opdrong en welk komt te verdwijnen
dank aan de troonbeklimming van Wil
lem Hen de nieuwe gedachten door den
jongen vorst ingevoerd, om een einde te
doen nemen aan eene ongelukswet, die
meer voor de uitbreiding van het socia
lisme gedaan heeft dan de hevigste rede
voeringen en de aanlokkendste leerstel
sels.
Holland. Volgens bijzondere in
lichtingen zou de gezondhei Istoestand
van den koning van Holland zeer slecht
zijn. Men kan hem slechts met kunst
matige spijzen voeden.
Sociale kwestie.
Te oordeelen naar de moeite welke
Denderbode zich geeft om op ons artikel
van over veertien dagen, betrekkelijk
de sociale kwestie, te kunnen antwoor
den, mogen wij veronderstellen dat ons
schrijven raak is geweest. Daarom ook
willen wij op het antwoord van Dender
bode wel eenige bemerkingen maken.
Wij hebben gezegd De pastoorsbla
den ziet men moord en brand schreeu
wen alleen om de kiezers met schrik
aanjaging langs hunnen kant te krijgen
wanneer zij de liberale partij met de
werklieden partij zien samenspannen
om voldoening te bekomen over zekere
punten van het socialistisch programma.
Dat moet eventwel zulke gruwelijke
misdaad niet zijn vermits men voorname
prinsen der Kerk, zoo als kardinaal
Manning, in het Ivongres van Luik,
dezelfde punten hoort verdedigen.
De schrijver van Denderbode loochent
de socialistische neigingen van den en
gelse hen prelaat niet, maar hij voegt er
bij dat is maar goed voor Engeland.
Zoo, zoo; 't is misschien daarom dat
des kardinaals voorstellen zoo wel in
den smaak van Doutreloux, Woeste en
Ja, ik beveel het u
Sire, ik heb mij niet tot uwe majesteit
gewend; ik heb mijnen koning, hoezeer ik hem
vereer, ofschoon hij voor mij het schitterendste
gestarnte van deze geheele eeuw is, heb ik hem
toch met willen mededeelen, in welke armoe
dige omstandigheden ik verkeerde, ik heb hem
niet om zijnen bijstand mogen vragen, omdat
ik, nu ja, omdat ik de zoon mijns vaders ben
De zoon uws vaders Gij zegt dat op zoo
tragischen toon, dat men zou gaan denken, dat
uw vader een misdadiger geweest is. Is dat zoo?
?\een, uwe majesteit, mijn vader was een
man van eer, een dapper officieruwe majesteit
vervveerdigde zich, met eigen handen hem de
ridderorde voor verdiensten, tot loon zijner
dapperheid te geven.
Maar ik begrijp nog volstrekt niet, hoe
het u zou kunnen benadeelen, de zoon uws
vaders te zijn. Hoe heet hij Noem mij uwen
naam
Sire, mijn vader was de officier von Bellna,
zegde W ilhelm op luiden en plechtigen toon.
Von Bellna, herhaalde de koning, Von
Bellna. acht eens even! Ik moet mij eens
bedenken, wat ik van hem weet
En de koning vouwde de handen op den
rug, en stapte langzaam eenige malen het ver-
Lek op en neder. Daarop bleef hij vlak voor
6011 vlaggejonker staau, die weêr als te voren
zijne militaire houding aangenomen had.
Stond uw vader bij de huzaren van het
regiment Ziethem vroeg hij haastig.
Ja, uwe majesteit.
Dan hebt gij er goed aan gedaan, u niet
tot mij te wenden, want er kleeft eene smet op
den naam uws vaders.
j Neen, uwe majesteit.
aiuLre heethoofden vielen, dat ze met
afkeurend gemompel wierden begroet.
Het dagwerk van 8 uren, het verbod
van vrouwen-en kinderarbeid, de rege
ling tusschen kapitaal en arbeid vindt
Denderbode wenschelijk voor de engel-
sche loonslaven, maar niet voor die van
ons gezegend landeken, en wel om
reden, dat de toestand van den arbeider
daar ginder nog slechter is dan hier,
vermits de meester er meer van zijne
werklieden eisclit dan bij ons.
Waar heeft Denderbode dat gehaald
Wij hebben altijd gedacht dat de belgi-
sche loonslaven de ongelukkigste van
gansch Europa waren, aan alle plichten
onderworpen, van alle rechten versto
ken
Welnu, wij moeten ons bedrogen heb
ben, want Denderbode beweert het an
ders. Wat moeten onze fabriekgasten en
boerenknechten, welke zich noch erger
dan negerslaven afzwoegen, knarsetan
den, wanneer zij dien gewijwaterden
zeever van Denderbode voor oogen krij
gen?
Gelukkige werklieden van België,
welke dank aan den katholieken geest
die onze meesters bezielt, hier in de
rijstpap zwemt, hoe hoog moet gij die
edele weldoeners in uw hart niet dragen?
Wij meenden nogthans dat men in
Engeland die toegevingen aan de arbei
derspartij deed, omdat daar een bree-
dere geest van verdraagzaamheid onder
de maatschappelijke klassen heerscht,
de werkman er meer als mensch gewaar
deerd wordt, de bedienaars der verschil
lende geloofsbelijdenissen voor de ver
standelijke en zedelijke ontwikkeling-
des volks en voor dezes stoffelijke wel
vaart ernstiger bekommerd zijn dan
hier. In België integendeel, wil men het
in domheid, bijgeloof en gebrek houden.
Denderbode zegtde kerk heeft altijd
n gepredikt van den arbeider niet te
verlagen tot den staat van slavernij en
zedelijk verval.
Preeken is schoon, zeer schoon,
maar doendat is wat anders De kerk
predikt zooveel de zedigheid, de ver
draagzaamheid, de verachting der we-
reldsche goederenmaar, duizendmaal
maar, wat zien wij niet
De geschiedenis leert ons dat van aan
de regeering van Bodewijk XIII tot
onder die van Bodewijk XVI, toen de
kerk oppermachtig was, het volk een
tijdperk heeft beleefd dat met tranen
en bloed staat aangeteekend.
De kerk preekte toen niet alleen on
derwerping maar ook dwang, geweld,
verkrachtin gevangenis en moord....
en wat erger was, zij gaf er het voor
beeld van.
Ja, zeg ik u! Uw vader was een dappere
vechtersbaas, maar hij had geen eergevoel, en
daarom kon ik hem niet gebruiken.
Sire, mijn vader was een man van eer
en
Hoe riep de koning dreigend en met vlam
mend oog uit. Waagt gij het mij tegen te spre
ken
Sire, het betreft mijn vader
Daaraan hebt gij gelijk,. Het betaamt een
zoon de eer zijns vaders te verdedigen. Het spijt
mij echter, u te moeten zeggen, dat het ver
geefsch is Luister, ik heb er bewijzen voor
Ik had de dappere daad uws vaders gezien en
mij daarover verheugd. Ik wilde hem voor die
daad beloonen en zond hem de ridderorde.
Maar het spijt mij, dat ik het u moet zeggen,
uw vader was een hebzuchtige, een gierigaard,
en een gierigaard heeft geen eergevoel. Ik liet
uwen vader de ridderorde bestellen, en, ik
schaam mij het te zeggen, toen men hem zegde
dat hij volgens het reglement tien dukaten
moest betalen aan den adjudant-sekretaris be
dankte hij de ridderorde, om het geld niet te
moeten betalen. Was u dat wel bekend,
mijnheer de vlaggejonker von Bellna?
Sire, het was mij bekeae, en niettemin zeg
en verhaal ik: mijn vader was een man van eer.
Luister verder Het voorgevallene werd
mij terstond meegedeeld, en ik liet uwen vader
in mijne tent bij mij komen. Op mijne tafel lag
het ridderkruis en daarnaast een rolletje van
honderd dukaten. Ik toouke beide aan uwen
vader en zegde tot hem kies zelf het loon van
uwe dapperheid En weet gij wat uw vader
deed Ilij koos de honderd dukaten. Was ook
dat u bekend, mijnheer de vlaggejonker von
Bellna
Sire, ook dat was mij bekend, en toch
Zouden misschien de Heeren van het
Luiksch kongres ons tot dien goeden
ouden tijd willen terugbrengen
Het riekt er wel naar.... welnu, merci
er voor.
Denderbode gaat voort De kerk
heeft altijd, naar het voorbeeld van
n haren goddelijken stichter, aan rijken
n en kapitalisten geleerd dot zij hunne
goederen moeten besteden tot een edel
n doel. n
Zekermaar Kristus heeft zooveel
geleerd Kristus werd geboren in eenen
stal en stierf aan een kruis.... en kijk
maar rond, Denderbode. Werden en wor
den al de millioenen van Langrand,
die der bisschoppelijke kassen, van
St. Pieterspenning en der nieuwjaarsgif
ten, niet allen besteed aan edele werken
en tot lotsverbetering van den arbeider?
De geldkassen der geestelijken, de rijk
dommen der kloosters, de schatten der
kerkfabrieken, dient dat alles niet om
hongerigen te spijzen, dorstigen te laven
en naakten te kleeden
Zie, wij zetten ons op de knieën voor
die groote weldoeners van het mensch-
dom, want zonder hen was er hier geen
bestaan mogelijk.
Zoo de kerk de sociale kwestie op
lossen moet, dan vliegt al de lotsverbe
tering der werklieden den ketel in.
Mevrouw Courtmans.
De \laamsche letterkunde heeft een onher
stelbaar verlies ondergaan in den persoon der
zoo gehelde schrijfster, Mev. Courtmans ge
boren Berchmans.
De gevierde romanschrijfster woonde sedert
ettelijke jaren te Maldeghem, in een eenvou-
1 g' ,oc, vriendelijk huisje, verloren tusschen
landelijke woningen, die zich langs wederkan
ten van de kronkelende dorpsbaan verheffen.
Mevrouw Courtmans verbleef er met hare doch-
werd Wie ZG met bemind' maar aanbeden
Zij werd geboren te Audeghem bij Dender-
monde, in Oost-Vlaanderen, ten jare 1811.
ioen ze negen jaar oud was, zond haar vader
zijne dochter, volgens den toen heerschenden
smaak naar eene Fransche kostschool in Hene
gouwen en, hoe zonderling het ook luiden mo
ge, die fransche opvoeding was niet in staat
den laamscheu, dichterlijken geest te smach
ten, die in het jonge meisje huisde. Op vnf-en-
twintigjarigen ouderdom trad zij in het huwe
lijk met J. Courtmans, onderwijzer te Gent.
Deze was een hoogst ontwikkeld eu beschaafd
man bij leerde zijne jonge vrouw de Vlaam-
sche taal schrijven en waardeeren. Courtmans
was een der levengste leden van de pas ge
stichte maatschappij De Taal is gansch het
Van DuySeWaS nend met SüeI1aert, Eens,
Het eerste gedicht van Vrouw Courtmans
verscheen in 1839, later werd zij verscheidene
malen bekroond te Veurne, te Antwerpen, enz.
In 1844 vestigde de familie Courtmans zich te
ïer, doch weinig geluk stond er den echtelin
gen te wachten. In 1856 overleed de heer
ourtmans, aan eene langdurige kwijnziekte,
eene diepbedroefde weduwe met acht kinderen
herhaal ik het, mijn vader was een man van
eer.
Hoe durft gij dat nog volhouden Gelooft
gij dan ook, dat het ellendige geld beter eerloon
is, dan de ridderorde, met welke de komn°-
ten aanzien van de geheele wereld, de borst
van den dappere versiert Denkt gij dus, even
als uw vader, dat honderd dukaten in de beurs
meer weerd zijn dan een lintje in het kuoopgat?
Als gij er zoo over denkt dan hadt gij gelijk
toen gij zegdet, dat het een ongeluk is, de zoon
uws vaders te zijn, en zeg ik tot u hetzelfde
wat ik destijds tot uw vader zegde gij hebt
geen eergevoel in 't lijf.
En uwe majesteit zou mij daardoor een
even gruwelijk onrecht aandoen, als zij destijds
mijnen vader aangedaan heeft.
Mensch, wat durit gij zeggen
Sire, ik waag het, de eer van een man te
verdedigen die zich niet verdedigen kan, daar
hij reeds voor Gods troon zich bevindt. Die man
was mijn vader, sire! Mijn vader, die ik steeds
als een heilige heb geëerbiedigd, mijn vader
die een martelaar der eer is geweest.
Gij zult ten langen leste nog willen be
wijzen dat het eene groote heldendaad, eene
eervolle handeling uws vaders geweest is, het
geld te kiezen boven de ridderorde, niet waar
Dat zal ik uwe majesteit bewijzen.
"Mat i Zijt gij krankzinnig Weet gij wel,
dat ik u om uwe koppigheid naar de vesting
zenden zal
Dat weet ik, uwe majesteit, en ik zal als
soldaat, dat vonnis ootmoedig van mijnen
generaal aannemen, en hem danken voor de
genadige straf. Maar eerst zal ik met vrijmoe
digheidtot mijnen koning spreken, die mij
gezegd heeft, dat hij een vader voor zijne sol-
nalatende. Voor menige vrouw ware die slag
doodend geweest, doch Vrouwe Courtmans
was al te moedig om den strijd op te geven. Ze
oei de zich tot het onderwijs aangetrokken
en besloot eene kostschool voor meisjes op te
richten te Maldeghem doch alhoewel de zoo
rijk begaafde vrouw voorzien was van de beste
aanbevelingsbrieven, alhoewel ze wilskracht,
waardigheid en uitgebreide kennis bezat, lukte
zij niet in het Vlaamsche dorp, want, als zoo-
vele anderen stootte zij op den harden rotssteen
die we de Kerk noemen en daar, waar de
moedige vrouw hulp en bijstand hoopte te vin
den, stond haar hardnekkige tegenstand
te wachten. De pastoor voorspelde haar, dat
hare school Diet duren zou, en dat wel om de
eenvoudige reden dat Mev. Courtmans van zin
was niet enkel betaleude pensionnairen, maar
tevens geheel en al kosteloos arme volks
kinderen te aanvaarden.
We hebben geene geleerde vrouwen noo-
dig sprak de heer pastoor, ge zoudt beter
heengaan doch de moedige vrouw antwoord
de ik blijf en ze is gebleven ze heeft aan
de wereld bewezen dat, wat men ook doen mo
ge, de Vlaamsche geest nooit buigen zal dat,
wat men ook aanvange, het zwarte fanatisme
nooit den scepter voeren zal over de afstamme
lingen yan de Middeleeuwsche Vlamingen.
Mev. Courtmans had kloeke wapenen om haren
vijand te bestrijden. Ze had haren moed, hare
werkzaamheid en haar talent. In 1862 schreef
ze De Gemeenteonderwijzer en het Staatsbe
stuur stond haar eene premie toe van 300 fr.
Een harer weldoeners was M. Vorsterman
V an Oyen, van Aardenburg, die haar aan de
uitgevers van verschillige Noord-Nederland-
sche tijdschriften aanbevool, waarin dan ook
de meeste werken van Mev. Courtmans ver
schenen. Hierbij komt het wel eenigzins dat de
begaafde schrijfster in Noord-Nederland meer
gekend en gelezen wordt dan hier de eerste
volle lige uitgave harer werken verscheen in
1883 bij De Seyn-Verbougstraeten te Roese-
lare. Het zou moeielijk zijn zich een hand
schrift van eenig werk der schrijfster aan te
schaffen zij zelve bewaarde die in de meeste
gevallen niet en die bijzonderheid verraadt
het karakter der kunstenares. Zij was te nede
rig om hare werken naar waarde te schatten
zij zond ze de wijde wereld in, zonder er zich
om te bekreunen hoe ze door het publiek ont
haald zouden worden. Hoe rusteloos werkzaam
Mevrouw Courtmans was, blijkt uit het getal
harer schriften. Hare dichtbundels beloopen
tot 14 en nare romans en novellen tot 66, het
geen eene volledige lijst uitmaakt van 80 wer-
ken geschreven door ééne enkele vlaamsche
dichteres De begaafde vrouw arbeidde niet
enkel uit liefde tot de kunst, maar zij beoogde
een ander edel doelZij wilde het Vlaamsche
volk wijzer, verstandiger, beter maken. Cons
cience leerde zijn volk lezen, heeft men gezegd,
vrouw Courtmans leerde haar volk denken,
handelen, vooruitgaan. Orde, spaarzaamheid,
arbeid, zelf help, dit zijn de deugden, die zij
aanprijst, vooral in het nooit overtroffen
Geschenk van den Jager.
Welke hooge kunstwaarde dit werk bezit,
blijkt hieruit, dat het vertaald is in 't Duitsch
eu in het Fransch en dat het in 1865 bekroond
werd met den vijfjaarlijkschen prijs van Ne-
derlandsche letterkunde. Een der eigenaar
digste werken van Vrouw Courtmans is voorze-
"He hut van i ante Clara waarinde
scurijister zoo heftig uitvalt tegen de kantwerk-
scholen, uitbuitersvereenigingen in 't groot, die
inons arm, verkwezeld Vlaanderen met dui
zenden en duizenden jeugdige meisjes ten grave
sleepten.
daten is. Hij zal het mij dus wel veroorloven
de eer van een zijner soldaten te verdedigen!
Uwe majesteit moge mij dan daarna als een
rebel naar de vesting zenden, als ik dan maar
den troost met mij medeneem, dat mijn vader
niet alleen een dapper soldaat, maar ook een
man van eer geweest is.
Hoor! Wanneer gij mij dat bewijzen
kunt, zal ik u uw verzet tegen de subordinatie
vergeven. Blijft gij mij het bewijs schuldig, dan
marcheert gij naar de vesting, en blijft gij uw
leven lang vaandrig. Spreek thans! Rechtveer-
dig het gedrag uws vaders, zoo gij kunt 1
Sire, acht dagen geleden had ik dat nog
niet kunnen doenheden kan ik het, en met
mijne geheele ziel dank ik God daarvoor
Weet gij dus zelf ook eerst sedert acht
dagen, dat uw vader een man van eer is geweest
Npen, Sire, dat heb ik geweten, zoolang
ik leef. Men behoefde mijn vader slechts aan te
zien om te kunnen weten, dat hij een edel
mensch was, en het geloof daaraan was reeds
ïu mij, toen ik nog een 'kind was, het groeide
met mij op, toen ik een knaap was, eu het werd
tot eene mnige overtuiging in mij, toen mijn
vader mij het geluk van zijn verleden open-
baarde, toen ik hein plechtig zweeren moest,
dat ik zijn geheim zou bewaren, tot dat een
ander man, die mede in het geheim betrokken
was, gestorven zou zijn.
En die andere man
Sire, die is acht dagen geleden gestorven
eergisteren heb ik hem naar de laatste rust
plaats geleid, en met de handvol aarde, welke
ik op zijn lijkgesteente strooide, heb ik hem de
vergiftenis mijns vaders in het graf toegezegd
en heb ik, de oude vlaggejonker, hem ook ver
giffenis geschonken.
(.Wordt voortgezet.)
U
i
3
Q>)