KLUIZENHOF. Gemeentekiezing van 19 October 1890. Jaar. Nummer 63 (255) Zondas 26 October 1890. Aalst, 25 October. UITSLAG Abonnementsprijs LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor de stad. 5 fr 50 voor den buiten, PRIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN. voorop betaalbaar. Men abonneert zich: op alle postkantoren voor den buiten: voor de stad, ten kantore van het blad, 10Vooruitgangsiraat 10Aalst HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 centiemen Prijs der Annoncenper drukregel. J Reklamen, 75 centiemen r 3 Vonnissen op de dei de bladzijde, 1 frank Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. GETAL STEMMERS 2285. Totalen. Reeks uitgaande in 1896. 41 Ongeldige stembrieven en witte briefjes 14 16 11 Geldige stemmen 854 741 649 2244 Yolstrekte meerderheid 1123. Katholieken BETHUNE, 560 385 338 1283 BURNY, 529 372 322 1223 DE COCK, 526 336 320 1209 GHEERAERDTS, 520 377 324 1221 MOYERSOEN, 503 361 320 1184 YAN DER HAEGEN, 518 367 316 1201 VAN MOL, 506 357 320 1183 VAN WAMBEKE, 542 402 343 1287 VERBRUGOHEN, 535 388 325 1248 Liberalen CUMONT, 254 311 292 857 DE WINDT, 255 312 294 861 GALLE, 239 307 282 828 LECLERCQ, 244 307 285 836 LEFEBVRE, 241 314 284 839 LEVIONNOIS, 239 309 284 832 DE WOLF Maurits, 324 339 287 950 BEECKMAN, 147 189 167 503 DE CONINCK. 152 192 166 510 Reeks uitgaande in 1893. Ongeldige stembrieven en witte briefjes. 82 52 42 176 Geldige. 786 705 618 2109 Yolstrekte meerderheid 1055. Katholiek DE HERT, 503 367 319 1189 Liberaal DE MOOR, 282 334 301 917 villen bedrogen worden, in een woord, dat de peer nog niet rijp genoeg is. Mis schien zullen zij wachten tot ze van verrotting vallen zal. Nog eens, wij hebben de nederlaag, en meer dan wij berekend hadden, maar tevens verzekeren wij, dat onze uiterste verwachtingen niet verder dan tot eene mogelijke balloteering voor een paar onzer kandidaten gingen. Welnu de he eren Van Mol en Moyersoen hebben maar 60 stemmen boven de vereischte meerderheid onze hoop was dus niet overdreven, en, indien zoo wij al be proefd hadden, zouden wij zoo verre niet geraakt zijn Eenderbode vergelijkt den uitslag van 1884 met dien van Zondag en vindt dat de meerderheid van over 6 jaar met 153 stemmen vergroot is. Nemen wij eens 1887. Op 1831 gel dige stemmen hadden wij toen gemid deld 776 stemmen, de klerikalen 1008 of een verschil van 232 stemmen. In 1890, met 2244 geldige stemmen bekomen wij gemiddel 853 en onze te genstrevers 1223 stemmen of 370 stem men meerderheid. Is dat dan wel zoo kolossaal, als men bemerkt dat sinds 1887, met 413 geldige stemmen meer^onze tegenstrevers on danks al hunne^efekwaamheidskiezers en valsche cijnskiezers hunne meerderheid slechts met 138 stemmen zien aan groeien Volgens de katholieken bladen ge schreeuwd hadden ging het een andere donderslag zijn, dan het 't buskruitfabriek van nog erger Onze kieziug. Eenderbode roept driemaal hoezee voor den zegepraal van verleden Zon dag. Die vreugde, zoo gemeend en op» recht, met vaste overtuiging er oorver - doovend gerucht op alle daken uitgeba zuind, geeft een staaltje van de poepers waarmede onze tegenstrevers gezeten hebben. En aan welk zijden draadje heeft gansch hun kraam gehangen 60 stemmen minder voor de twee minst bevoordeeligde kandidaten van de ka tholieke lijst en wij hadden eene ballo teering.... springen van Wetteren. Eenderbodein zijn nummer van 9 October laatst schrijft u Ee strijd is voor de liberalen onmogelijk aangezien O de katholieken over eene meerderheid van 450 tot 480 stemmen beschikken. En kon men in 't Land van Aalst niet lezen Het liberaal heeft hier maar eenderde van de stemmers. Welnu al dat lawaai en gebof komt neer op eene gemiddelde meerdorheid 370 op 2244 geldige stemmen, [et 60 stemmen minder kwamen de Moyersoen en Van Mol in ballo- rQg- lke nederlaag moet ons vast geens- afschrikken, wel integendeel met |wen moed bezielen om ons beter :erker tegen toekomende stiijden in lichten. HET Op eene mijl afstannds van het dorp St. Gil lis in het Land van Waas, op den steenweg van Hulst, staat eene pachthoeve met kanteelen om kleed deze pachthoeve was voortijds het lust- hot eens kloosters en werd doorgaans door een twintig al monikken bewoond. De geschiedenis verhaalt ons dat Diederiak van Aalst, zoon van Iwan en van Lauretta van Vlaanderen, in 1160 op den feestdag van den heiligen Guduwald, honderd vijftig bunderen lands aan de monikken van het buis van Cluy- sen geschonken had. Deze goederen lagen tus- schen het Kalf, Wolfsput, Kluisgaver en den waterloop Koevoord, en het was in het midden dezer landen dat de kloosterlingen van Cluysen hun lusthof bouwden. Meer dan eene merkwaardige gedenkenis is aan het Kluizenhof gehecht, dus wij kunnen ons slechts tot eene enkele geschiedenis bepa len. Het tooneel dat wij trachten te schetsen, be hoort tot de dramatische tijdstippen onzer ge schiedenis, het is te zeggen tot de tijden der burger- en godsdienstoorlogen der zestiende eeuw. In 1581 had Jan de Roy, predikant van den nieuwen hervormden eeredienst, zich met der woon te Haesdonck nedergezet deze nieuwig heid» drijver had door zijns uitzinnige en dolle vooptelle dan wij aen uitslag zoo ver- wacht hadden. Wij aarzelen niet het te zeggen wij hadden beter gehoopt maar het blijkt dat de Aalstenaars nog van den kozijntjeswinkel en konkelfoes niet genoeg hebben, dat ze nog langer uitvallen tegen al de roomsgezinden, en name lijk door zijne razende scheldwoorden tegen Filips den tweeden, eene zekere vermaardheid verworven. Op het bericht dat er door de ver klikkers des hertogs van Parma van dezen persoon aan den veldoversten gemaakt was, werd hij vogelviij verklaard en zijn hoofd op prijs gesteld. Na het verraad des hoogbailluws Servaes Steelant, die op den 24 October 1583 het slot Rupelmonde de Spanjaards overleverde, wer den Jan de Roy en een andere protestantsche predikant met name Arend Timmerman, welke laatste Belcele bewoonde, gevangen genomen en in een kasteel opgesloten men onderwees in het geheim hun proces en zij werden beiden ter dood veroordeeld. Het algemeen gerucht liep dat, ua hevig gepijnigd te zijn, zij levend verbrandd werden. Jan de Rox had een eenigen zoon. Koenraed genaamd, die in het le er der staatsgezinJen, onder het bevel van Marnix, heere van St. Aldegonde, diende. Op het vernemen dezer moord werd de jonge de Roy als uitzinnig hij beloofde een eeuwigdurenden haat aan al de katholijken en zwoer van al degenen die het esnigste tot de veroordeeling zijns vaders had den toegebracht, met, de dood te zullen straffen. Aan het hoofd eener bende partijgangers door liep Koenraed het Land van Waas, langs den oever der Schelde, plunderde de hofsteden, verbrande geheele gehuchten en zijne faam, onder benaming van Koenraed den Viller, deed de inwoners der dorpen Calloo, Kiel- drecht, Doel, Verrebroeck en St. Gillis sidde ren. De monikken van Cluysen beefden in hunne voortijd» zoo stille muren, en zij rekenden niet Algemeene uitslag. De domperspartij wordt met buitengewone meerderheden in de vier grootste steden des lands verpletterd. Te Luik met 1700 stemmen. (In 1887 was er balloteering). meer op den bijstand der burgeroverheden. Ook durfden de vrome kluizenaars hunne woon slechts door noodzakelijheid gedwongen, ver laten. Op eenen morgen eer slagmaand van 1584, had de abt, vergezeld van vier landslieden, zich naar Kemseke begeven op hunne terugreize en aan den omkeer van den weg dien zij volg den, wierd de aandacht van den godvruchtigen priester eensklaps door een dof gejammer, dat uit een struikbosch kwam, opgewekt. Door angst bevangen, hield hij eeti oogenblik stil, doch de heilige tot welken hij kon geroepen zijn om te volbrengen, overmeesterde den schrik dien dit gekerm veroorzaakt had. Hoe meer de monik met zijne vier mannen naderde, hoe duidelijker de klagende stem werd het was als de reutel eens stervenden. De abt en deszelfs gezelschap hielde halt, oneen der boe ren ligtte met bet punt zijner pijk de takken en de bladeren van den doornstruik op. Allen werden op het zien eens armen reizigerdie stuiptrekkend op den grond lag en met eene verschrikkelijke smart scheen te worstelen, dooreen diep medelijden bewogen. De lijder kon vijf-en-twi itig jaren oud wezen, hij was met lompen bedekt hij vertoonde het voor komen eens bedelaars, schoon men na een nauwkeurig onderzoek gemakkelijk ontwaren kon dat hij dit ambt sedert korten tijd uitoe fende. De abt, door medelijden getroffen en heia half opligtende, vraagde hem Waaraan lijdt gij, mijn vriend De vreemdeling antwoordde door een dof gezucht. Mijne broeders, dezen man is in doods gevaar, hernam de abt zich tot„zijn gevolg kee- 1800 stem men. 2200 3800 dikke brokken Te Gent met Te Antwerpen met Te Brussel met Dat mag men gerust heeteu. In het grootste deel der arrondissements hoofdplaatsen, zijn de libera'en meester,schrijft Eenderbode, maar zonder er bij te voegen ze blijrnn er meester. Wij hebben de klerikale forteressen van Brugge, Veurne, Kortrijk, Aalst, Audenaarde, St. Nikolaas, Eecloo, Mechelen, Turnhout, Nijvel, Tongeren, enz., besprongen en in som mige merkelijke voordeelen behaald. Onverwachte meerderheden hebben wij in al de voorgeborchten van Brussel bekomen, Etterbeek alleen uitgezonderd wij versterken onze positie te Ledeberg, winnen Gentbrugge, ook Hoboken bij Antwerpen en komen tot bal loteering te Borgerliout. Wij werpen de klerikale besturen omverre van Heyst aan-zee, Deynze, Hal, Heverle, Bourg Leopold en andere volkrijke gemeenten. Nog nooit, vooral in deVlaamsche provinciën, werd er door de liberale partij beteren strijd gevoerd. Waar men sinds jaren niet meer had durven opkomen is men verleden zondag naar de stembus gegaan en talrijk zijn de dorpen en vlekken waar wij zetels gewonnen of schoone minderheden behaald hebben. Kortom, de dag van zondag was een heerlijke dag voor het liberahsmusende algemeene uitslag belooft eene schoone toekomst voor de vrijzinnige partij. Ook zijn de klerikale bla leu alles behalve tevreden en roepen zij triomf gelijk de kleine Patriot verleden dijnsdag deed met Eender- monde, geoote klebikale zegepbaal ZON DER STRIJD. Dat zegt genoeg. De triomf van Antwerpen Het is geene klopping, die de verstan dige en liberale bevolking van Antwer pen zon lag aan hare tegenstrevers en vijanden heeft toegediend, neen, 't is eene verplettering. Neen, 't is geene verplettering, 't is een echte doodslag. Te Antwerpen is hot clericalism dood en begraven 't is bezweken onder de schande en de algemeene maar gansch verdiende verachting. Het gedrag der clericalen, dit van hunne pers, het Handelsblad en vooral van den Escautheeft voor de partij- Coremans, die lakeien der geestelijk heid, die verdedigers van alles wat on eerlijk en verachterlijk is, een walg doen ontstaan, die hen voor eeuwig te Antwerpen onmogelijk maakt, De taal die zij gevoerd, de middelen en pogingen die zij hebben aangewend in dezen kiesstrijd, zijn geschandvlekt en gebrandmerkt geworden door al wie zelfs maar een greintje deftigheid bezit. Niets hebben zij onverlet gelaten, in deze worsteling, zeker wel de hevigste die zij sinds 25 jaren in Autwerpen's muren geleverd hebben. Het Stadsbestuur-de Wael, bet deftig ste, het achtbaarste en meest geachte rende. Dat God hem ter hulp kome en met die hulp zullen wij hem trachten te redden. Johan en Willem neemt den ellendige op, wij zullen hem naar het hof dragen, alwaar pater Vincent hem een heilzaam geneesmiddel zal bereiden. De landslieden namen den kranke in hunne armen, en de stoet begaf zich naar het Kluizen hof. De abt trad reeds de deur binnen wanneer eene onzichtbare hand hem hij het ruwe kleed vatte. Hij verschrikte en draaide zich deftiglijk om, roepende Wie is dat Verschoon mij,eerwaarde heer, antwoord de een oude dienaar, verschoon mij uwe stap pen gevolgd te hebben, maar ik heb een voor gevoel op het kart. Het aanschijn des grijsaards was gansch ont steld en de uitdrukking zijner gelaatstrekken vertoonde eeu heillooze tijding. Zoo meester Daniël, viel de geestelijke den oude in de rede, hebt gij alweer een onheil voorspellenden droom gehad? want hij gelijkt beter aan eenen doode die het kerkhof verlaten heeft, dan aan den dappersten en moedigste dienaar van Cluysen. Met uw verlof, zeer eerwaardefheer, her nam de grijsaard, ik zie me-t geen goed oog dat gij de herbergzaamheid verleent aan eenen on bekende, dien wij voor eenen verdachten per soon mogen aanschouwen. Indien mijne oogen mij niet bedriegen is hij iets meerder dan een landlooper, schoon hij het voorkomen eens be delaars, die zijn brood in den naam des Heeren vraagt, heeft. Mijn argwaan is zeer gegrond. Indien uwe eerwaardigheid het bevel van dezen 1 kerel in onze muren te laten vernachten, niet intrekt, dan zal deze argwaan ongetwijfeld in welk ooit aan het hoofd der Koophan del- en Kunststad heelt gestaan en haar ten eeuwigen dage tot eer en roem zal strekken, hebben zij zelfs durven uit maken voor eene bende Robert Ma- cair's,» dat is voor eene bende dieven. Zij, clericalen,welke in hunne rangen zoovele mannen tellen, die wegens on eerlijkheid n veroordeeld werden, zij durfden die taal voeren tegen personen wier handen en geweien zuiver, vlekke loos ziju Foei foei foei Schaamteloos tegen over onze vrien den van het Stadhuis, waren zij des te laffer eu lager tengenover het kiezers korps. Voor ieder hebben zij als slekkenenpadp den door modder en slijk gekropen, ge beden en gesmeekt, om stemmen te be komen zij hebben gekropen voor al wie zij immer en altijd gehoond, ge smaad en beleedigd hebbenvoor de be kwaamheidskiezers en onderwijzers, die zij willen afschaffen voor de ouders der leerlingen der puike gemeentescho len voor de officiers en onderofficiers, voor de Walen, ja, tot zelfs voor de pro testanten en de Israëlieten Men leze het bijblad van den Escaut van verleden zaterdag, die zoo nederig, in den naam van God, de protestanten en joden smeekt om toch te stem men voor Coremans en consoorten, in het belang van den godsdienst 't Was dan niet het belang van han del en scheepvaart, waarmeê de cleri calen zoo geschermd hadden, welk op het spel stond, neen, de Escaut heeft het zaterdag niet langer kunnen ver zwijgen 't was de godsdienst, het be lang der paperij Welnu, zondag heeft het deftig en verstandig volk die lage en crapuleuze handelingen der clericalen gebrandmerkt en er den genadeslag aan toegebracht, en met eene meerderheid van 2100 stem men, de grootste die ooit te Antwerpen werd behaald, onze liberale vrienden van het Stadhuis vereerd, verheerlijkt en dank betoond voor al hetgene zij sinds 18 jaren gedaan hebben voor Ant- werpen's roem, grootheid en welvaart. Meer nog de bevolking heeft onze vrienden schitterend gewroken over al den laster en den hoon, hun onverpoosd door hunne vijanden zoo schandalig toe gebracht. Wij zeggen dank aan allen, zonder uitzondering, die bijgedragen hebben tot de zegepraal van zondag, de schitte rendste die zij ooit behaalden en in ge heel het land met de geestdriltigste toe juichingen is bejegend igeworden, be halve in het Ministerie, dat zoo «laag de jappers de hand geleend heelt. vrees veranderen, en God weet dat, ik nooit dan voor de zonde en slechte daden bevreesd ben geweest. Mijn goede Daniël, hernam de abt, men zou baast zeggen dat gij mij ook den schrik op bet lijf wilt jagen. Uwe woorden zijn onbegrij pelijker eu geheimzinniger dan de taal der sterrenkijkers, weike, God weet het, onver staanbaar genoeg is. Doch verklaar u duide lijker, en houd mij niet langer met beuzelingen op, uit vrees dat de ongelukkige bedelaar of gevaarlijke landlooper bij gebrek aau hulp eu bijstand bezwijke. Uwe eerwaardigheid kan mij voor babbe laar en droomer uitmaken, antwoordde Daniël; bet is daarom niettemin mijne plicht van u te waarschuwen en u kennis van de waarheid te geven. De abt, de aanhoudendheid ziende, met welke de oude dienaar op bet wegzenden des vreem- delings aandrong, lachte zachtjes. Daniël was over de onverschilligheid, welk de abt voor zijne waarschuwingen toonde, bijna verbolgen. Heer, riep bij, gij kent de geschiedenis van Koenraed den Viller, zoon van den beruch- ten Jan de Roy?... Indien gij die vergeten hebt, onze verbrande dorpen, onze geplunderde buizen zijn daar om u dezen knaap in bet ge heugen te brengen. Geloof mij, die is misschien niemand anders dan Dan Koenraed den Viller zelf, niet waar hernam de kloosterling. Gij hebt rijnen naam uitgesproken, ant woordde Daniël met eene bolle stem. Wordt voortgezet.) J le BUREEL opnemende de Bureelen 2 en 6. 5e BUREEL opnemende de Bureelen 3 en 4. 6* BUREEL opnemende de Bureelen 1 en 5.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1890 | | pagina 1