Holleblok en Viool.
aten flfTn aJMi nnüÉBWl
5de Jaar.
Nummer 46 (258)
Zondag 16 November 1890.
■Hl
f
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad.
Abonnementsprijs 5 fr 50 voor den buiten,
PRIJS PER NUMMER10 CENTIEMEN.
voorcp betaalbaar.
Men abonneert zich: op alle postkantoren vooi uen buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangstraat 10, Aalst.
Nee
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen Reklamen> 75 centiemen Per drukregel.
Vonnissen op de deide bladzijde, frank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wc,dt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
metu.
AALST, 15 NOVEMBER.
Liberale Associatie van het kanion Aalst.
De leden worden vriendelijk verzocht
de algemeene vergadering bij te wonen
welke zal plaats hebben, op Zaterdag
22 November 1890, om 8 ure 's avonds,
in n den Graaf van Egmontv Groote
Markt.
DAGORDE
Vernieuwing van 't komiteit.
De poll zal open zijn van 8 1/2 tot
10 ure 's avonds.
B. Art. 18. De kantonale besturen
kiezen in hun midden hunnen V oorzitter. Zij
noemen eenen Sekretaris en eenen Schatbewaar
der die zij mogen kiezen onder of bui ten hunne
leden.
Buitenlandsch politiek
overzicht.
Duitschland. Eene tusschenkomst
heeft plaats gegrepen tusschen generaal
Caprivi en M. Crispi te Milaan. Volgens
den Journal des Débats zou er kwes
tie geweest zijn over de vorming van een
Europeaansch verbond om aan de er-
eenigde-Staten te wederstaan. Protec-
tionnism tegen protectio mism. Keizer
Willem verklaarde gereed te zijn eene
schikking voor te stellen tusschen de
groote mogendheden; Engeland en Oos
tenrijk zouden reeds hunne toestemming
gegeven hebben M. Grispi zeide dat
Italië er niets tegen had, maar hij heeft
gedrukt op de noodwendigheid de hulp
van Frankrijk en van Rusland te ver
krijgen die ongetwijfeld met moeilijk
heden, in een verbond door Duitsch
land voorgesteld, zullen treden.
Engeland. De gewoonlijke radevoe
ring maandag avond door den eersten
minister van Engeland aan het eetmaal
van Guildhall uitgesproken, ter gelegen
heid der aanstelling van den nieuwen
Lord-Meier, heeft niet; nieuws doen
kennen op zaken van politiek gebied.
Het voornaamste punt is de belangrijk
heid die hij toekent aan de reis van den
Czarewitch in Engelsch-Indië. Volgens
zijn oogpunt is het bezoek van den
prins aan den onderkoning van Indië
van aard aan de lange tegenkanting van
Engeland en Rusland in Midden-Azië
een einde te stellen. Wat de houding
der Nederlanden aangaat in het kongres
tegen de slavernij, ziehier de woorden
van lord Salisbury De eenige hinder
paal aan de verwezenlijking der verhe
vene besluiten door de vergadering ge
nomen spruit voort uit eene kleinig
heid. Het Nederlandsch bestuur ver-
(Uit Paganini's leven).
klaart eenige besluiten der overeenkomst
niet te kunhen aanvaarden. Op de
vraagstukken vanbinnenlandsch bestuur
is Lord Salisbury van dezelfde meening
als M. Gladstone wat de wet Mac-Kinley
aangaat. Hij verklaarde te midden der
:oejuichin ,en, dat Engeland door pro-
;ectionnism op het Amerikaansch pro-
jectionnism niet zou antwoorden, maar
getrouw zoude blijven aan den vrijhan
del.
Italië. De Italiaansche zaken schij
nen in Afrika in de war te geraken.
Eene zekere opschudding is ontstaan ten
gevolge van het onverwacht vertrek van
^raaf Antonelli'naar de Roode zee. Wat
de ongerustheid van het publiek ver
meerdert,is dat het bestuur zich niet be>
naait met te zwijgen over de oorzaken
die de overhaaste zending van eenen
diplomaat naar Massouah genoodzaakt
lebben,maar aan de dagbladen de groot
ste geheimhouding over die kwestie
wil opleggen.
Portugaal. Het Engelsch-Portu-
geesch verbond is thans officieel. Het
;erste verdrag dat zoo hevig de open
bare meening in Portugaal gekwetst had,
is verscheurd, met de toestemming der
beide Staten en de kabinetten van Lon
den en Lissabon verbinden zich binnen
de zes maanden een nieu w op te stel-
.en, en intusschentijd de statu quo te
lehoudeu.
Equator. De laatste berichten uit
Zuid-Amerika luiden, dat de repu-
iliek van den Evenaar zich gelukkig
acht over de zedelijke bescherming door
den paus aan dien kleinen Staat verleend,
en nogthans zit dit gemeenebest, dat
jaarlijks een millioen fr. aan Leo XIII
als toelage verzekert, zoo diep in de
schuld, dat het dicht bij het falliet staat.
I.
Toen op het einde van September 1832 Paga-
nini ziek werd, kwam de kunstwereld ran
Parijs daardoor geheel in opschudding. Eene
koorts had hem aangegrepen, bij het uitgaan
van een dier muziekfeesten, waar hij veel bijval
genoten had.
Zijne geneesheeren legden hem eenige maan
den rust op.
Maar hoe zou hij nu dien tijd van fare
nientc doorbrengen?
Op zekeren morgen stapte hij eene koets in
en verliet de hoofdstad, die vol van zijn roem
was.
Er bestond toen, dicht bij Parijs, een ge
neeshuis, slechts door de voornaamste zieken
bezocht en Villa-Lutetiana genoemd.
Een groote tuin omringde het gesticht en in
dien tuin waren eenzame boschjes en lommer
rijke wegen voor de droomers binnen het
gebouw groote zalen, waar liefhebbers van spe
hun vermaak wisten te vinden,en voor degenen
die liefst hun tijd met lezen doorbrachten,
kleine boekerijen. De zieken waren er vrij.
Paganini kwam er zijne kracht en gezonheid
terugvinden.
Den geheelen dag bracht hij door, met m den
tuin te wandelen en 's avonds op zijne kamer
een hoop oude stofferige brieven, waar van tijd
tot tijd eene nieuwe bijkwam, te herlezen. De
ongelukkige groote kunstenaar had dus nog een
trouwen vriend.
Maanden vervlogen op dezelfde wijze.
Onde$ de l$$oner« van Yilla-L^tetiaiia be-
Ontse p ieht.
Het domineerend feit der laatste ge-
ineentekiezingeu is wel, dat de liberale
goedachten op deu buiten, over 't alge
meen, en wel voornamelijk in ons tot
nu zoo diep verkwezeld Vlaanderen,
veel veld gewonnen hebben.
Inderdaad, wanneer men een aan
dachtig oog werpt op den gezamentlij-
ken uitslag van den kiesstrijd, is men
vooral getroffenen die indruk is de al
lereerste, over het buitengewoon groot
getal der liberale overwinningen in de
Vlaamsche buitengemeenten, op welke
men niet het minst rekende en die se
dert onheugelijke tijden onder den
priesterdwang smachtten.
Verheugend en aanmoedigend feit,
voorwaar.
Ja, zelfs daar waar een klerikale kies-
cgont, van den eersten tot den laatsten
dag des jaars ter plaatse aanhoudend
werkzaam is ten voordeele zijner partij,
veel meer dan ter verzedelijking der
aan zijne zorgen toevertrouwde be
volking waar iedereen hem vreest en
alleman moet dansen zoo als hij schui
felt in die gemeenten, waar de hemel-
dragonder niet wil, dat er een enkel
vrijzinnig dagblad gelezen worde, een
weinig licht birmendringe, daar begint
er eventwel politiek leven te komen en
worden er liberalen gekozen
Die toestand legt ons, liberalen, nieu
we plichten opaan welke wij niet te
kort mogen blijven. Wij moeten die be
volkingen, die sedert lange jaren onder
het klerikale juk gebukt gaan en die
thans het hoofd verheffen en van bevrij
ding droomen, de broederhand reiken
en krachtdadig ter hulpe staan. Wij
mogen haar niet langer aan den vijand
van alle persoonlijke waardigheid en
vrijheid en van allen vooruitgang, die in
haar midden huist, weerloos overgele
verd laten wij moeten ons n geregelde
en gedurige betrekking stellen met de
buitengemeenten en aldaar, door alle
mogelijke m ddelen en door onverpoosd
werken, de verspreiding der vrijzinnige
gedachten bevorderen.
Wij moeten het vertrouwen verove
ren van die bevolkingen, bij welke men
ons in zoo afschuwelijke kleuren heeft
afgeschilderd wij moeten aan onze
misleide landgenooten van den platten
lande doen zien, door onze vriendelijk
heid en dienstvaardigheid, door onzen
dagelijkschen handel en wandel, door
ons stichtend voorbeeld, door onze da
den kortom, dat wij die schrikkelijke
monsters niet zijn waarmede men hun
den schrik in het lijf heeft gejaagd, en
dat men niet alleen tegen o is logen- en
lastertaal heeft gebruikt maar de men-
schen, om ze de te gemakkelijker in
knechtschap te houden, voor den aap
gehouden heeft.
Wij moeten bewijzen dat wij, veel
beter dan de zwarte volksbedriegers, de
belangen behartigen van al onze land
genooten, belangen die overigens ook
de onze zijn, en dat volkswelzijn, volks
geluk in ons, rechtzinnige en verkleefde
voorstaanders zal vinden.
In een woordwij moeten op den bui
ten preek tegen prêek inrichten wij
moeten daar onze Vlaamsche vrijzinnige
dagbladen en schriften verspreiden, wij
moeten daar, door eene dagelijksche en
aanhoudende waakzaamheid op alle ge
bied en stap voor stap den doodenden
invloed der geestelijkheid te keer gaan,
en weldra zal dan over ons geliefd Vlaan
deren, dat de prooi scheen te moeten
blijven der zwarte bloedzuigers, de
weelderige zon schijnen van vrijheid en
vooruitgang.
De rijand.
Het liberalism wil de vrijheid voor allen en
in alles het is waarlijk de leer der onbeperkte
vrijheid.
Zoo waar is het dat vele liberalen denken
dat het liberalism te ver gaat ia de stomme
aanbidding der vrijheid zonder perk, en dat in
menig geval de voorzorgelijke en beschermen
de tusschenkomst van den 8taat in zekere maat
wenschelijk zijn zou.
Wat wij, vrijzinnigen, vooral weuschen en
vragen is dat alle denkwijzen op gelijken voet
staan tegenover den Staat die, naar den geest
der letter onzer Grondwet, noch denkwijze,
noch godsdienst heeft of hebben mag, en dat
ook alle denkwijzen, 't zij wijsgeerige, 't zij
godsdienstige, geérbiedigd en desnoods be
schermd en gewaarborgd worden tegen de min
achting, verdrukking of vervolging, kortom
tegen alle vrij heid wurgende poging of strek
king, van waar zij ook kome. Ziedaar, klaar
en duidelijk bepaald, het liberaal grondbegin
sel.
Slechts hij die verdrukken wil en die de
vrijheid van andersdenkenden zoekt te belem
meren kan dit orde- en vredelievende grondbe
ginsel niet bijtreden. En zulks is het geval
met de dompende Itoomschgezinden. Die roe
pen gedurig de vrijheid in voor hunne leer,
voor hun handelen, voor hunne instellingen,
maar, daar zij voor regel hebben dat slechts
de vrijheid van het goede, niet van het kwade
mag geduld worden en daar het kwaad in
hunne oogen, in onze vrijzinnige strekkingen
bestaat, nemen zij de vrijheid van andersden
kenden niet aan van daar hunne onverdraag
zaamheid en hunne dweepzucht, die in den
loop der eeuwen, stroomen bloeds hebben doen
vergieten en tot alle gruwelpleging en ijselijk
heden der heilige Inkwisitie aanleiding
gegeven hebben.
Indien de klerikalen eerstdaags meester
werden van alle gezag in ons land, zou de
Staat derwijze geregeld worden dat nog slechts
voor de geloovige rechten en voordeelen zouden
bestaan. Doopgetuigschrift en biechtbriefje
zouden vereischt worden om eene openbare be
trekking te bekleeden of een burgerrecht uit
te oefenen. En men spreke niet van overdrij
ving 1 Zekere katholieke bladen en tijdschrif
ten hebben meer dan eens in dien zin gespro
ken, en zulks werd ook dikwerf door predikers
en congresredenaars te verstaan gegeven. Het
somber verleden leert ons overigens op voldoen
de wijze wat ons onder de papenheerschappij
zou te wachten staan, zoo wij niet allen een
waakzaam oog hielden op de geheime werking
der kerkelijke kliek, en zoo de vrijzinnige
partij niet vastberaden en onverschrokken den
grooten strijd wist staande te houden voor
menschenrecbt en vrijheid.
Wat nu de heilzame invloed van den room-
schen godsdienst betreft, daar geven ons pas
toors en onderpastoors, broerkens en blootvoe-
ters, kwezels en kwezelaars dagelijks afdoende
bewijzen van. Rechtschapenheid, belangloos
heid, broederlijkheid en kiescheid zijn hunne
hoofddeugden... dat weten wij 1
Het klerikalism blijft voor ons de vijand
en met meer gloed dan ooit dien vijand bevoch
ten 1
Gebuisde slachtoffers.
Door de gemeentekiezingen van 19 en
26 October laatst, werden de volgende
volksvertegenwoordigers en senators,
wandelen gezonden in de plaatsen waar
zij als kandidaat optraden
MM. Carbon, volksvertegenwoordiger te
Oostende, aldaar gebuisd
Biebuyck en Struye, volksvertegen
woordigers te IJper, aldaar wandelen
gezonden
Baron Surmont de Volksberghe, sena
tor te IJper, geklopt in die stad.
Coremans en Vandenbemden, volks
vertegenwoordigers, te Antwerpen
Delafaille, senateur, id.:
Tiberghien, id. te Brussel, ge
klopt te Manage
Allard, senator, geklopt te Uccle
De Borchgrave, volksvertegenwoordi
ger e Brussel, gebuisd te Ixelles
Nerinckx, id. geklopt te Hal
De Smet-de Nayer, id. te Gent
Casier-De Hemptinne, senatrr,-id.
De Trooz en Sckollaert, volksverte
genwoordigers te Leuven, aldaar ge
buisd
Roberti, senator te Leuren, aldaar
geklopt
De Corswarem, volksvertegenwoordi
ger te Hasselt, aldaar gebuisd
De Biolley,senator te Verviers, aldaar
geklopt.
Slechts schoolvreter Melotis te
Namen gekozen, na geballoteerd te zijn
geweest.
Te Braine-l'Alleud, werd M. baron de
Snoy, volksvertegenwoordiger te Nijvel
tot in Juni 1892, en burgemeester al
daar, enkel herkozen met 4 stemmen
meerderheid.
Te Braine-le-Comte, werd de klerikale
lijst, gepatroneerd door papa Cornet,
senator te Soignies, naar de weerlicht
gezonden.
In andere plaatsen, gebeurde hetzelfde
politiek kiesspel en nog roepen de papen
victorie en zegepraal
Wij van onzen kant, wenschen die
Kiezers geluk en vragen in hunne plaats
het ontslag van al die gebuisde Kamer
leden.
Onwaardig verklaard worden van in
den gemeenteraad te zetelen en nog in
de Kamers blijven, komt immers niet
overeen met een gekwetst eergevoel en
een politiek verval.
vonden zich vier oude dames, die door hu lust
voor het kaartenspel altijd vereenigd zaten en
wien Paganini's levenswijze niet beviel.
Waarlijk, zegde er eene, zoo had ik mij
zeker een groot man niet ingebeeld, ik vind in
hem niets bijzonders, hij is een man als een
ander.
En ik die op hem rekende om onze avon
den lustig door te brengen.
Paganini, mijne dames, bemerkte eene
derde, is niets anders dan een gierigaardheeft
hij niet altijd zijne hulp aan muziekfeesten van
weldadigheid geweigerd
't Is zonderling, zegde de vierde, die
groote mannen zijn heel anders wanneer men ze
van dichten bij ziet. Maar kom, mijne dames,
ik stel voor hem eene aardige poets te bakken.
II.
De beroemde vioolspeler beterde van dag tot
dag, 't geen men moeilijk aan zijn gezicht kon
zien want hij was mager. Zijne geneesheeren
hadden hem alle inspanning van den geest ver
boden, niettegenstaande wist hij heel goed
zijnen tijd door te brengen,
Onder al die booze menschen die er in het
treurig gesticht waren, bevond zich nochtans
een goedhartig meisje dat hem zeer genegen
was. Die maagd was zijne dienstmeid Louisette
met vriendelijk oog en lachende mond, die den
beroemden zieke, eiken morgend groette, wan
neer zij met lichten tred zijne kamer binnen
kwam; terwijl de kunstenaar zijn ontbijt nam,
wist Louisette hem te vermaken met allerlei
vertelseltjes uit het gesticht te verhalen, en
wanneer zij de gebaren van de inwoners en
vooral van de vier voormelde vrouwen naaapt»,
kon zij hem dikwijls doen lachen.
Op zekeren morgend trad Louisette, als ge
woonlijk, de kamer van Paganini binnen, maar
al hare blijdschap was verdwenen. Hare oogen
waren rood au hara wangen bleek.
Wat scheelt u, arme Louisette vroeg
Paganini.
Achmijnheer, ik ben wel ongelukkig.
Vertel mij dan wat er gebeurd is, mis
schien zal ik middel vinden u te troosten.
Och! neen, mijnheer, niemand kan mij
helpen...
Bah heeft uw minnaar u misschien ver
laten, vroeg Paganini glimlachend.
Neen, nean! snikte Louisette, mijn
arme Hendrik bemiut mij maar te zeer...
Zij kon niet verder spreken en snikkend viel
zij op een stoel neêr. Paganini, die van het
venster kwam waar hij gegaan was, nam de
hand van Louisette en sprak op ernstigen toon:
Hebt gij in mij vertrouwen, Louisette?»
Oh, ja antwoordde zij.
Veeg dan uwe tranen maar af, lief kind,
en vertel mij wat er gebeurd is, wij zullen het
trachten te verhelpen, hoe erg het ook zij.
Hendrik heeft een slecht nummer ge
trokken, n zegde Louisette zeer snel, nu moet
hij soldaat... hij is reeds vertrokken...
Is er dan geen middel om hem een rem
I plagant te bezorgen
Een remplangant, waar zouden wij het
geld halen, mijnheer?.,
Kost die dan zoo duur
Men vraagt vijftien honderd frank omdat
er een oorlog te vreezen is.
Goed zoo, wees dan niet meer bedroefd,
lief kind, ik ga zien of ik u die som niet kan
bezorgen, misschien zal ik gelukkiger zijn dan
gij
Louisette bedankte den vioolspeler, veegde
hare oogen met den hoek van haren voorschoot
af en ging heen.
III.
Weldra werd het winter.
In de Villa-Lutetiana vierde men Kerstfeest.
Da vier oüwkena deden een kaartspel, terwijl
Paganini, die in een hoek der zaal zat, rustig
leesde en de arglistige blikken, welke die vrou
wen hem van tijd tot tijd toewierpen niet be
merkte.
Eensklaps werd de deur geopend en Louisette
verscheen
Mijnheer,zegde zij driftig, er is eene
groote kist voor u gekomen, de drager wacht
in den gang.
Eene kist...? zegde Paganini zeer ver
wonderd, dat zal eene vergissing zijn, ik ver
wacht niets.
Maar, mijnheer, vermits er uw naam
op staat i,
't Is waar, nochtans ik versta niet.
waar is de drager
Hier is hij, mijnheer, hij zegt dat hij
weinig tijd heeft.
u Yan waar komt deze kist vroeg
Paganini, den man wantrouwend aankijkende.
Van het kantoor, mijnheer, antwoord
de hijdat is alles wat ik er van weet.
Paganini betaalde den drager en zond hem
weg.
Nauwelijks was hij verdwenen of Louisette
vroeg, terwijl zij de kist nieuwsgierig bezag
Wil ik ze u helpen op uwe kamer dra
gen
Neen, Louisette, antwoordde Paganini,
en kon zich niet wederhouden met deze zonder
linge vraag te glimlachen; laat ze daar maar
in denhoek, morgen zal het tijd genoeg zijn.
u En... en gaat gij ze nu niet openen
vroeg Louisette teleurgesteld.
Ik wil wel, indien gij er aan houdt.
Zij haalden er eenen hoop hooi uit, dan
papier en na veel koorden te hebben gesneden,
vonden zij er eindelijk eenen holleblok in.
Ziedaar zegde Paganini, in 't geheel
niet verwonderd, het is zeer schoon, men
zendt mij dezen hollenblok om op mijne gierig
heid te zinspelen, maar zij die wij daardoor
hebben meenen boos te maken, bedriegen zich.
Ik zeg aan u allien die hier tegenwoordig zijt
Eer veertien dagen verloopeu zijn, zal dseen
holleblok goud waard zijn.
Daarop verdween Paganini met den klomp.
Iedereen was over deze woorden verwonderd
en vo ral de oude dames, want zij waren het,
en Paganini wist het zeer goed, die ham dez»
poets, welke hen niet veel plezier verschaft
had, hadden gespeeld.
IV.
Van dienjdag af, zag niemand Paganini meer,
uitgezonderd Louisette, die hem eiken worgend
haar bezoek ging afleggen en ofschoon men
haar allerlei vragen stelde, sprak zij over Paga
nini geen woord. Zeker Louisette wiet er iets
van, maar zij wist alles niet, zij wist niet dat
dezen klomp, in de handen van Paganini, in
eene viool zou veranderd worden.
Weldra werden er overal plakbrieven aan de
muren van de illa-Lutetiana eu in de voor
naamste straten van Parijs geplakt. Zij verkon
digden dat op nieuwjaardag, een groöt muziek
feest in de zaal van Villa-Lutetiana, waarNicolo
Paganini zou verschijnen, plaats zou grijpen.
Dit goed nieuws verspreidde zich in de gan-
sche stad en iedereen was blij den grooten
kunstenaar weêr te zullen mogen hooren.
Op het programma stond dat Paganiai 10
stukken zou uitvoeren, waarvan vijf op viool en
vijf op eenen klomp.
Op nieuwjaarsdag kwam het volk naar de
Villa-Lutetiana gestroomd maar Paganini had
gezorgd dat er niet meer kaarten verkocht
werden dan er plaatsen waren, zoodat er velen
terug keeren moesten.
Eindelijk verschijnt Paganini op de planken,
er heerscht eene groote stilte in de zaal, als
altijd, wanneer ei iets wonderlijks gebeuren
gaat. Weldra stijgt er een algemeene bravo uit
de menigte op.
•XX*