m
6de Jaar.
Lieve Jonkvrouw Trotschhart
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad.
5 fr 50 voor den buiten,
PBIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN
voorop betaalbaar.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangstraat 10, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
o Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen
Reklamen, 5 centiemen
Vonnissen op de iet de lladzijde, 1 frank.
per drukregel.
Nee spe nee metu.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan',het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 31 OCTOBER.
Buiteiilandsch politiek
overzicht.
Frankrijk. In het Fransch Senaat
wordt de wet op de nieuwe douanen-
rechten besproken. Tot hiertoe hebben
de beschermers aan de voorstaanders
van den vrijhandel in eenige voorname
punten moeten toegeven en men gelooft
dat de wet sterk gewijzigd naar de Ka
mer zal terug gezonden worden.
Engeland. De hevigheid van den
kiesstrijd tusschen de Parnellisten en
hunne tegenstrevers is tot zijn hoogste
toppunt geklommen. Het is niet met
woorden, maar met stokken, steenen,
vuisten en revolvers dat er gestreden
wordt.
Italië. De Paus heeft eenen brief
aan den franse hen kardinaal Langenex
geschreven, waarin hij bitter klaagt over
het slecht onthaal dat zijne eerste po
gingen bij het Fransch ministerie ge
vonden hebben. Hij hoopt evenwel dat
de godsdienstige vrede zal behouden
blijven.
Dat zal teenemaal afhangen van de
bevelen welke hij aan de bisschoppen
van Frankrijk geven zal.
Spanje. Eenige provinciën zijn
schrikkelijk door overstrooming geteis
terd geworden. Verscheidene plaatsen
in Frankrijk en Engeland werden ook
door dergelijke ramp getroffen.
China. In de provincie Hunonwor
den er oproerige druksels rondge
strooid en aangeplakt, welke de bevol
king oproepen om de vreemdelingen
met geweld buiten het Rijk te drijven.
De eskaders van Frankrijk en Amerika
worden alle dagen in de Chineesche
wateren verwacht. Men vreest voor de
ergste wanordelijkheden want de taal
der opstokers is zeer hevig.
Rusland. De tooneelen van vervol
ging en plundering tegen Joodsche fa-
miliën dreigen zich te vernieuwen.
In sommige distrikten is de ellende
zoo groot dat de landbouwers al hun
vee en akkergetuig verkoopen om hun
nen honger voor eenigen tijd te kunnen
stillen.
De goede oude tijd.
Wanneer de liberale gazetten de mid
delen aantoonen, die onze goede kleri-
kalen gebruiken om ons tot de middel
eeuwen te doen terugkeeren, zijn er
goede lieden die glimlachen en schok
schouderend zeggen In de negentien-
25.
Vrij naar H Engelsch.
Hij legt zich met al zijne kracht op zijn
werk toe. Als bij een ontwerp moet maken,
kan bij gansche nachten zitten schrijven...
Ja, hij zegde mij dat hij gansch den nacht
geschreven had.
Juist zoo. Ik heb nooit zoo een jongeling
gekend. Dan, gij weet, Marie, dat hij zijnen
weg te maken heeft. Hij moet geld winnen.
Zoo dan, deze poëtische jongeling verandert
reeds in eenen afschuwelijken geldschrafelaar?.
Dat spijt mij. Is geld dan zooveel waard
Mijn liet kind, als een man van verstand
een spel begint, dan speelt hij om het te win
nen.
c En zoo verre is hij reeds gekomen 1 Dat had
ik nooit verwacht, 't Was ik, papa, niet waar,
die u eerst gevraagd heeft om mijnheer Pem
broke voort te helpen in zijne loopbaan. Ik
wenschte, dat hadde ik niet gedaan. Wat is een
weinig geld in vergelijking met het vrij frisch
leven Ik zou liever leven van bijna niets en op
de wereld zien uit een balkon gelijk mejuffer
Lyle en zonneschijn en boomen en sterren be
minnen, en arm en gelukkig zijn.
Gij waart nooit arm, melieve zegde sir
John glimlachende om hare ernstigheid.
Dione Lyle spreekt zeer dichterlijk over het
leven, jamaar zij heeft een goed slot tij haren
bankier. En overigens, Marie, er zijn nog
andere dingen die een jongen man aansporen
om geld te winnen.
O, ja, ik weet, eerzucht...
Neen, dat niet,
de eeuw zijn zulke dingen niet meer
mogelijk
Hewel,wij keeren nochtans regelrecht
naar de middeleeuwen terug en wij gaan
er zelfs zeer rap naartoe, want wij ver
trokken den 10 Juni 1884 en zijn reeds
half weg. Neem liever deze kleine les
van geschiedenis in aandacht
Men vindt in de plakkaarten van Bra
bant een bevel van Philip II, van 19
Mei 1570, verbiedende van de pakken,
uit den vreemden komende,te openen,
n tenzij in tegenwoordigheid van com-
missarissen genaamd door den bisschop
of den inkwisiteur bijgestaan van
eenen drukker of boekhandelaar en
n bij gebrek aan deze, van andere per-
sonen die boeken kennen.
n Er is ook een bevel van Karei de zes
de, dagteekenenue uit Brussel 22 Fe
bruari 1737, verbiedende op straf van
gevang en berooving van goederen, van
in het land schandalige, godelooze of
onzedige boeken in te brengen.
Vergelijk deze bevelen met de tyran-
nische decreten van den eerw. Peere
boom en vraag u af waar gaan wij
naartoe? Wij zijn reeds aan de spaansche
inkwisitie... En indien men de vrijden
kers nog niet levend verbrandt, wees
verzekerd dat de begeerte bij onze
dweep^rs niet ontbreekt maar de vrij
denkers zouden zich tot dat punt niet
meer laten... zuiveren.
De inkwisiteurs hebben ten andersn
hunne handelwijze naar de mode ge
schikt,
DeTolteringen van den ouden tijd niet
meer kunnende gebruiken, zooals
schroeven, waterproef, gloeiende tan
gen, rad, wip, vierendeeling en andere
lieve uitvindingen van die discipels van
den God van vrede en goedheid zelfs
het zoet genot niet meer hebbende an
dersdenkenden naar het schavot te kun
nen zenden, hebben zij het zedelijk
schavot uitgevonden.
Het is zoo schandelijk en het moordt
even zeker, en gelijk de dood niet aan
stonds volgt, duurt het genot der beulen
te langer.
Zoo hebben zij gedureude maanden
genot gehad bij den doodstrijd van
Dethise, den gemeenteonderwijzer der
koninklijke verblijfplaats van Ciergnon.
En onder de menigvuldige slachtoffers
der inkwisitie van den huidigen tijd,
hoeveel onderwijzers, ambtenaars, be
dienden van den Staat, gemeenten of
bijzonderen zijn er op straat niet gezet
landbouwers hunne landen, waarvan zij
moesten leven, ontnomen, kooplieden
in den ban gesteld en tot ellende ge
bracht om hunne godsdienstige of poli
tieke gezindheden.
"Welk genot is het niet die ongelukki-
gen traagzaam hunne middelen van be
staan te zien verliezen, hunne meubels,
kleederen verkoopen, ja in de ellende
vallen tot op het oogenblik dat de ziekte
een einde komt stellen, niet aan hunne
zielen, maar aan hunne lichamen, afge
sloofd door alle slach van ontbeeringen.
Tiendubbel genot, veel grooter dan
onder de andere inkwisitie, terwijl men
alsdan niet altijd de vrouwen en kinde
ren veroordeelde om met den vader des
huis ezins te sterven.
De goede oude tijd
Zijt gij wel zeker dat hij heeft opge
houden
Ja?... Hewel, 't is dat hij herbegint..
Voorbeeldig België.
Wanneer in naburige landen eene wet wordt
gestemd, dan doet het ministerie die ook uit
voeren.
Het schijnt dat men hier bij ons geheel an
ders te werk gaat, 't is te zeggen dat men hiel
de gestemde wetten in toepassing verandert,
ontduikt of er eenvoudig zijn hielen aanvaagt.
Inderdaad dat zien wij in ons land, in het
gelukkig Belgie dat reeds een aantal sociale
wetten bezit van welke niemendalle komt, als
daar zijn
De wet op de openbare dronkenschap
De wet op het betalen der werklieden in de
herbergen
De wet op het louwen van werkmanswoon
sten
De wet op het met brood of winkelwaar be
talen van den loon der werklieden.
Deze vier wetten zijn zoo goed als bestonden
zij niet.
Ook hooren wij nooit een woord reppen over
de wet op de vervalsching der landbouwvetteu.
Met den 1 october jongstleden zijn een aan
tal nieuwe wetten in voege gekomen, namelijk:
De wet op den verkoop van fosfoorstekjes.
Deze op het gebruik van looden darmen
en bierpompen.
Deze op den verkoop van het brood.
Deze op de vervalsching van den koffij.
Deze op de vervalschingen van meel en
bloem.
Maar of die zullen toegepast en nageleefd
worden, dat is eene andere kwestie
Gelukkig België.
De liberale eendracht.
Verleden zondag hielden de liberale
Wachten des lands hunne jaarlijksche
algemeene vergadering te Nijvel. Aldaar
werden twee voorname redevoeringen
uitgespronken, de eene door M. Olin,
oud-lid van het laatste ministerie, en
de andere door M. Feron, de leider der
En wat is het dan
Een schoono, gevoelvolle jongpling van
drie-eu-twintig, en gij vraagt wat zijne drijf
veer zijn mag
Sir John bezag zijne dochter bedaard, maar
zeer oplettend. Zij bloosde een weiuiaje en
sloeg de oogen neder. Zij bief weldra den blik
op en antwoordde bijna op onverschilligen toon
O, is dat de oorzaak De mooie jongen is
verliefd Daaraan dacht ik nooit...
Ik geloof, er is iets in dien zin, Marie.
Madame Zeegrave sprak er mij van, en 'k ben
zeker dat zij er u ook za.1 van spreken.
O ja En wie is de jonge dame
Ik ken haar niet, doch wellicht zult gij
haar gezien hebben. Hebt gij ooit van jonk
vrouw Sibylla Jansen hooren spreken
Sibylla Jansen o, ja eene die meetings
houdt Maar dat kan niet zijn, dat is te be
lachelijk...
Men zegde mij dat ze zeer schoon is. En
zij heeft onzen jongen Japanees betooverd... Ik
hoef u wel niet te zeggen, Marie, dat dit dingen
zijn waarvan niet moet gesproken worden.
Papa al of ik zou...
O, meisjes weten niet altijd wat zó willen
of niet willen een waarschuwend woord komt
dus niet te onpas. Ik moet u ook nauwelijks
zeggen dat ik het niet geerne zie, dat hij met
zoo een meisje gaat. Hij heeft er mij nog geen
woord van gesproken doch, ik ben zeker, hij
zal er mij van spreken.
En wat zult gij hem zeggen
Ik zal hem juist denzelfden raad geven
alsof hij mijn zoon ware. Ik zal hem zeggen
dat hij te jong is om te trouwen, dat hij eerst
zijneposirie moet maken. Ik zal hem ook open
hartig bekennen, dat ik een huwelijk met een
meisje met zulke domme politieke gezindhe
den ten hoogste afkeur, want dat hij zulk eene
vrouw nooit in een goed gezelschap zoukuunen
voorstellen.
Maar indien hij... indien hij haar be
mint i> vraagde zij een weiüig aarzelend.
Zeer goed, indien hij de zaak aldus op
neemt doch de waarheid moet hem gezegd
worden.
En indien hij volhardt, gij zult toch niet
ophouden zijn vriend te zijn, papa
Neen, lieve Christiaan mag trouwen met
wie hij wil, mijue vriendschap zal hij altijd
hebben, enjde uwe ook, hoop ik, en zijne vrouw
zal door mij ontvangen worden.
En door mij ook, n zegde Marie. Ik zal
haar beminnen om zijnentwille 'k zal ten
minste pogen haar te beminnen.
De laatste woorden sprak zij wat stiller uit.
Marie ging zich aankleeden voor het diné
doch zij gevoelde zich zeer ontevreden met de
wereld en met zij wist niet wat. Een gerui-
men tijd zat zij beweegloos in hare kamer,
denkende op de eerzucht der menschen en wat
ellendig ding het leven was. Het speet haar
dat hij geen ander doel had dan geld te winnen,
dat hij ging worden gelijk al de anderen.
Ook hij gelijk alle anderen schrafelde om
geld te winnen en hij was verliefd op een
meisje, die redevoering n hield over de
rechten der vrouw...
Voor dit alles vond lieve Jonkvrouw Trotsch
hart niets anders dan verachting. Zij was op
goeden weg haren bijnaam te verdienen.
KAPITTEL XIV.
EEN GESCHIKT OOGENBLIK.
Was sir John Challoner mis als hij in zijne
dochters oogen den sluimerenden geest van
eerzucht meende te ontwaren Was Dione
Lyle mis? Was Ronald Vidal mis? Als een
jongere zoon, had Vidal besloten te trouwen
voor geld. Niettemiu steldé hij ook de goede
inborst en de schoone hoedanigheden van de
ra ükalen. Deze beide tolken, de "eerste
van de gematigden en de laatste van de
Vooruitstrevcrs, verklaren zich alle
twee volkomen 'takkoord over de kwes
tie der herziening-,
Beiden zijn aanhangers van het alge
meen stemrecht, maar beiden ook zijn
vijandig aan allen maatregel welke die
liberalen zou buiten sluiten, die zich
tot het algemeen stemrecht nog niet be
keerd hebben.
Het algemeen stemrecht moet er ko
men, zegt M. Olin zoo niet morgen,
dan vast binnen weinige dagen.
Het cijnsstelsel moet vallen, want zulke
wet lean onmogelijk blijven bestaan, die
toelaat dat er op het huidige oogenblik
12000 algemeene kiezers in het arron
dissement Brussel zicli bevinden, aan
wien men het kiesrecht betwist, en dus
op dit uur niet zeker zijn of ze bij de
aanstaande algemeene kiezing zullen
hun recht mogen uitoefenen, ja of neen.
Welnu, met het bewoningstelsel van
De Smet-De Naeyer zouden er geene
12000, maar misschien 50000 betwistin
gen voor hetzelfde hof zijn.
Dat is bijgevolg de kanker vererge
ren en liever geene herziening dai\
zulke.
Wij weten wel, roept M. Feron uit,
dat er nog liberalen zijn, welke van het
algemeen stemrecht niet willen hooren.
Geene excommunicatie tegen deze per
sonen, politieke vrienden en medestrij
ders voor andere puuten van ons pro
gramma. Indien wij onze propaganda
krachtdadig voortzetten, zoo wij hen al
het schandelijke en onrechtvaardige van
den cijns doen zien, hun wel voor oogen
leggen de honderden redenen, welke
ten voordeele van het algemeene stem
recht pleiten, dan staat het vast, dat
wij ze door onomstootbare bewijzen
van de rechtvaardigheid onzer zaak
zullen overtuigen en hen tot onze mee
ning zullen overhalen.
Hand in hand met vei-eenigde krach
ten dus gewerkt aan de onmiddelijke
herziening, al de vrijzinnigen met de
werklieden vooi-bereiil tot het algemeen
stemi-echt, en dan is de toekomst voor
de vrijheid en den vooruitgang- verze
kerd.
Deze beide verklaringen hebben in de
liberale partijgansch het land door,
den besten indruk gemaakt. Zij zijn de
vooi-boden van eene ernstige samenwer
king van al de liberale sti-ijdei-s en bij
gevolg ook van onzen aanstaanden ze
gepraal.
Dat de klerikale bladen over deze
beide i-edevoeringen niet tevreden zijn
behoeven wij hier niet neêr te schrijven.
joukvrouw op hoogen prijs.
Waren allen mis als zi meenden dat Marie
eerzuchtig was
Waarschijnelijk nietalleen maar sir John
had niet wijs gehandeld met te veel den lof
van de eerzucht uit te bazuinen. Iedereen weet
hoe eene verstandige moeder handelt om haren
zoon te vrijwaren tegen de verlokkingen van
eene schoone die hij zal ontmoeten langs zijnen
weg. Op voorhand zingt zij zoodanig den lof
van hare schoonheid, dat als de zoon haar
ontmoet hij teleurgesleld en onttooverd is. Op
het stuk van eerzucht had «ir John Challoner
al te veel Marie's nieuwsgierigheid aangeprik
keld. Als zij dat ding van dichtbij gezien had,
was zij teleurgesteld. Zulke eerzucht als hij
haar had kunnen toonen kwam haar klein en
onbeduidend voor. Ja, hadde haar vader ge
staan in eenen kring van uitstekende staats
mannen ofwel van beroemde kunstenaren, van
schilders, van schrijvers en dichters, misschi n
zou zij de eerzucht gevoeld hebben koningin te
worden van zulke pleiade maar (het paar le
den van de Lordskamer, die soms te zijnent
kwamen dineeren, dat waren slechts bankiers.
Die eerzucht was enkel baatzucht, 't Was hun
slechtste doen om geld te winnen, en die man
nen kwamen aan Marie dom voor en bekrom
pen van geest.
Sir John sprak zeer wel als hij haar zegde
Gij waart nooit arm, en ik was arm. Bloote
pracht alleen maakt geenen indruk op haar
gelijkop hem. Altijd rond haar had zij ongeteld
geld zien uitgeven en nooit had zij eraan ge
dacht hoe iemand aan geld komt. Het kleine
huis van Dione Lyle te Durewoods met zijne
schilderachtigheid en zijnen helderen kunst
smaak, dat bekoorde haar maar haar vaders
groot nieuw huis in Kensington, dat deed haar
huiveren.
Ouder het aankleeden voor het diné werd zij
gestadig beheerd door éen gedacht het ge-
Het is wonderlijk om lezen boe ze zich
keeren en draaien om toch weêr de
onvergetelijke liberale verdeeldheid van
1884 kunnen terug te krijgen. Maar
bet zal niet meer lukken, Tartuffen, de
ondervinding heeft ons geleerd, en een
klerikaal bestuur van 8 jaren heeft Bel
gië al te veel schande en vernedering
gekost; aan de vrijheid, bet onderwijs,
de welvaart en de beschaving te veel
kwaad berokkend, opdat wij het ver
leden zoo gemakkelijk zouden vergeten.
V ij zullen deze maal gedenken, Hee-
ren klerikalen, en dan is er geene twee
dracht in onze rangen meer mogelijk,
en bijoevcdg; de redding zeker.
Samenspraak.
Pastoor. Goeden dag, Sus.
Sus. Dag, mijnheer Pastoor.
Pastoor. Hoe is 't Niet slecht. Allo zoo
veelte beter... en hoe zit het met de pataten
Sus. Maar stillekens mijnheer Pastoor.
Slecht jaar voor den landbouwer, mijnheer
Pastoor. Het gaat van jaar tot jaar erger en
erger voor den landbouwer, mijnheer Pastoor.
Pastoor.-Wat wilt g'er aan doen, Sus!
ge moet patiëntie hebben
Sus. Ja, dat is gemakkelijk om zeggen,
mijnheer Pastoor, maar als de landhuur vervalt
en ge niet kunt betalen zal de eigenaar dan ook
patiëntie hebben? Denkt ge niet, mijnheer
Pastoor, dat het nu zou het oomnblik zijn van
de beloften te vervullen die men ons sinds zoo
lang en zoo dikwijls gedaan heeft
Pastoor. Welke beloften, Sus?
Sus. Wel de beloften die gij en mijnheer
de Graaf ons bij iedere kiezing hebt komen
doen. Gij en mijnheer de Graaf hebt ons be
loofd dat het katholiek gouvernementmaatrege
len ging nemen om den landbouwer ter hulp te
komen
Pastoor. -Dat is waar, Sus, maar ge moet
patieDtie hebben.
Sus.De katholieken, die beweren dat zij
alleen onze vrienden en voorstaanders zijn,
hebben nog niets voor ons gedaan, mijnheer
Pastoor.
Pastoor. Maar wat zouden zij dan moeten
doen, Sus
Sus. Zij hadden beloofd de contributiën
te verminderen en als ik mijne contributiebil-
letten overzie, bemerk ik dat in plaats van
vermindering zij nog verhoogerd zijn. De
groote katholieke grondeigenaars hadiien be
loofd de landhuur te verminderen en...
Pastoor. Jamaar, Sus, ge moet patiëntie
hebben.
Sus. Mijne patiëntie is ten einde, mijnheer
Pastoor.
Pastoor. Ge ziet er vandaag slecht gezind
uit, Sus... komaan ik moet voort... tot weder-
ziens Sus.
Stis. Dag, mijnheer Pastoor... (in zijn
eigen.) Dat hij nog eens afkomt, met de aan
staande keus, om voor de katholieken te stem
men dan zal ik hem ook zeggen van patiëntie te
hebben.
Pastoor (in zijn eigen). Ziedaar een kie
zer die ik moet in 't ooghouden voor den toeko
menden keus.Ik zal hemden Graaf aanbevelen.
dacht dat zij de vriendin zou willen worden van
het meisje die Christiaan Pembroke bemiude.
En er kwamen edelmoedige tranen in lieve
Jonkvrouw Trotschharts oog< n als zij besloot
alles te doen wat mogelijk was om dat paar
gelukkig te maken. Wat moet zij gelukkig zijn
en hoe moet zij heni beminnen dacht zij
en meer en meer verlangde Marie om Sibylla
Jansen te leeren kennen.
Dien dag had sir John eenige beeren aan tafel
die vroeg weggingen, en dan vergezelde hij zijne
dochter naar eene avond-partij. Daar ook was
mijnheer Vidal. Hij zag er zeer opgeruimd uit.
Welhaast vond h.j den weg tot Marie's zijde en
scheen zich te willen doen opmerken door zijne
beleefdheden jegens haar.
Marie sneed hem het woord af en vroeg eens
klaps
Mijnheer Vidal gij die iedereen kent
kent gij ook jonkvrouw Sibylla Jansen
Sibylla Jansen Zeker ik heb haar in
een of twee plaatsen ontmoet. Personen die
geeane iets zeldzaams zien, schenken haar
somwijlen eenige opmerkzaamheid.
Is zij schoon en wijs Zeg mij wat gij van
haar weet.
Zij is schoon in zekeren zin. Een bleek,
klein meisje, zeer jong maar in haar klein
hoofd is er iets verdraaid in haren eigenwaan
denkt zij belast te zijn met een sociale zending.
«Zij houdt voordrachten spreekt zij wel?
Ja, doch ik stel niet veel prijs op vrouwen
voordrachten. Zij raast gelijk een kleine wer-
velind gij zoudt hoofdpijn krijgen moest gij
haar lang hooren spreken.
Hebt gij haar ooit uw gedacht over hare
voordrachten gezegd
Bepaald niet. Den moed daartoe heb ik
niet zooals de oude dame Jervis... gij weet
wel.
Neen, ik weet nietwat deed zij n
Wordt voortgezet).
r
O