Not een martelaar. Zaterdag' over verscheen voor de rechtbank van Beauue (Cöte d'or) de genaamde Auguste Faure, broeder der'congregatie van Citeaux De heilige man werd vervolgd voor menigvuldige amslagen op de zeden, gepleegd op leerlingen der kolonie. De feiten hadden plaats in juni 1891. Faure is 50 jaren oud en herkomstig van B.'iamjon. Hij had gausch het vertouwen van Donav, zijn u overste. Zes kinderen kwamen getuigen in de zaak. Het broertje was gelast de haren der leerlin gen te knippen. Een dezer heeft de vlucht moeten nemen toen d j h ll't van zijn haar pas afgesneden was, om zich aan de dierlijke pogingen van den vuilaard te ouIr ivkeu Het prop r broederken is tot 8 maanden gevangen 16 franken boet veroordeeld. Allons, Denderbocle, deel dat nieuws eens mede aan uwe lezers. Niet geldzuchtig. Dat onze zwartjes niet voor't geld, maar in 't geheel niet voor den wwrs ziju, hebben wij reeds honderd maal bewezen. Een nieuw voorbe ld, een treffend bewijs komt zich nogmaals voor te doen. Onze lezers herinneren zich waarschijnlijk nog dat over eenige weken het grauwvuur in de koolmijn van Forchies 16 slachtoffers maakte. Door die schrikkelijke ramp werden een dozijn tami iëu m de diepste ellende gedompeld. De past -or las over eenige dagen eene zielmis voor de afgestorvenen. Weet ge wat hij als betaling eischt 600 franken Ziedaar wat Vooruit verze kert. Zulk schandelijk spel verdient gebraudmerkt te worden. Ellendige fiasco. Wij mochten wel schrijven dat de Bokkenpartij of de kliek van den kon kelfoes en den kozijntjeswinkel in Aalst erg aan de tering lijdt en haar levens- lampje gelijk een lichtmaadje uitvonkt. Ja, wij hadden gelijk van te voorspel ler dat hun zegelied van zondag wel als eene doodmarche zou kunnen klinken. Thans, mogen wij gerust zeggen, zon der vrees van wedersproken te worden, dat die partij geleefd heeftzooals papa M.dou zaliger zegde. Men heeft dagen en weken rondge- loopen om iets bijzonders op touw te zetten, met iuteekeningslijsten overal geld bijeengelclopt, aan het. feest de grootste ruchtbaarheid gegeven, van de verschillige plechtigheden wonderen verteld, grooten en kleinen verzocht of gepraamd om toch ook tot de opluiste ring mede te helpen, en dat alles is uit gedraaid op den ellendigsten fiascowel ken men ooit bij een politiek feest heeft vastgi steld. Zeg eens, Bokkenrijders, hoe beteu terd trokt ge den steen tusschen de beenen, toen ge uwe betooging zoo deerlijk zaagt mislukken en vooral bij honderden katholieken zelf de grootste onverschilligheid ontmoetet Uwe horens wierden zoo klein als die eener slek, en hadt gij gekunnen zoo als deze, gij waart van schaamte in uwe schelp gekropen. Welke erbarmelijke misbak! Het was zoodanig iu de armen en beenen van den beiaardspeler geslagen dat hij noch goeste noch spierkracht genoeg vond om triomf te klingelen. De stad zelve had niet het minste feestelijk uitzicht, want de vlaggen wapperd n zoo raar, dat men in de grootste straten er maar drie en hoogs tens zes aantrok Eenige heethoofden en wat ongelukkige dompelaars alleen had den hun vaantje uitg stoken de over- groote meerderheid der katholieke zelf had zich onthouden om protest te gen die belachelijke en ongepaste mani festatie aan te teekenen ze zijn wel kathuli k, maar willen met de Bokken rijders ni ts gemeens hebben. Ziedaar de beteekenis hunner onthou ding. Dat misnoegde sterk aau sommige klerikale bazen en daarom ook kreeg zeker stadhuisbedienue om 1 ure namid dag nog de complimenten van een zijner overheden met verzoek van de nationale kleuren uit te hangen. Nu verzekert men er ns bij, dat een drietal gemeentebedienden, die niet wil len mêe feesten hebben, hierover open lijk zullen gestraft woiden. Wij ge- looven eventwel niet dat men het zoo verre zal durven drijven. Geene beweging in de straten, alles koud, allen onverschillig. Het stoetje van den morgen vooral was het alge meen medelijden waard Men had ka tholieke maatschappijen met vaandels, standaarden en kartels opgeroepen en hoeveel waren er te zien Diep in de twee, alles medegerekend. Hoogstens 30 manifestanten achter 't muziek en allen met zulk een treurig gezicht, alsof ze azijn gedronken had den. De twee voornaamste persoonaad- jes waren M. de Maalder en M. de Brouwer, een passend koppel voorwaar voor deze feest. Een paar muziekstukjes tegen goeste na de mis, en de eene droop schoorvoetend links af en de andere sloop heimelijk rechts weg, zoodat de markt weldra stil was lijk een begijnhof. Maar 's avonds zou het wat anders ziju, bij den grooten lichtstoet van 6 ure. Weeral waren de katholieke maat schappijen opgeroepen en weeral blon ken zij door hunne afwezigheid. Men heeft lang in beraad gestaan of men met den Bok wel zou uitgaan, ja of niet, zoo slecht was de opkomst. Nadat men een onbeduidend hoopje bijeen had ge trommeld, dorst men het toch eindelijk wagen den neus buiten te steken. Wij zullen dieu uittocht niet beschrij ven, eene ware begrafenis van den arme een handvol muziekanten, een groepje heeren, den bok, wat straatjongens met fakkels, eenige klerikale voorvechters en haantjes-vooruit, die altijd op post ziju wanneer er moet gebuisd wor den, en dat was al, ja al Uitgezonderd dat men hier of daar eeneu hoop verzamelde werklieden ont moette, die socialistische liederen zon gen of zeker gekend straatrefrein van Aalst herhaalden. Om der waarheid getrouw te blijven moeten wij zeggen dat het vuurwerk niet slecht was (wie zal het betalen) ??en de markt des avonds van volk krioelde. Miar van geestdrift, niets Allen koud en onverschillig meu zou gezegd hebbeu dat meu een dooden feest vierde. Do muziekanten zelf stondeh Jaar ge lijk verloren schapen, ondanks al de aanwakkeringen vau zekeren Schepene; en wanneer de laatste vuurpijl vervlo gen was en elkeen stillekens huiswaarts trok hoorde men van niets anders dan van erbarmelijk feust en ellendig fiasco spreken. Arme Bokkenrijders, zoo moeten val len waarlijk, gij hebt dat niet ver diend. l_>e Vri jlieidsliefde. Terwijl de godvreezende bokkenrijders ne vens hunnen met reuk besmeerden patroon liepen en bem veelal voortsleurden terwijl de welriekende bok wanhopig zijnen baard schud de en zijn kwispeltje omhoog hief terwijl hij dus aan den algrijselijken grrrooten stoet, die hem volgde eene nieuwsoortige steertster toonde, of eenige galpillen aanbood om de geestdrift te bedaren door de bokkendeun- tjes verwekt, bad in de zaal van denWerkmans- ki'ing Vooruitgang door 't Werk een luis terrijk avondfeest plaats, gegeven door de Zang-en Tooneelafdeeling der Laurent's Ver- eemging De Vrijheidsliefde van Gent, met de medewerking van de Fanfarenmaat- schappij Onder Ons. Om 2 1/2 ure komen een vijftigtal onzer Geutsche vrienden hier aan, en worden ter statie door bet Hoofdbestuur van den Werk- m uiskring welkom gekeeten. Er wordt een gb asje gedronken en gezamentlijk trekken wij naar het lokaal 11 Concordia. Onze Gentenaars vernemen alras dat het de 25° verjaardag is van de Bokkenrijders en kijken verbluft naar de drie vlaggen en half welke in de Statiestraat wapperen. Op de Esplanade gekomen meenen zij, dat de menigte daar rond een strijdperk staat geschaard waarin de Bok kenrijders een middeleeuwsch steekspel gaan uitvoeren maar als ze de ballen van de kaat sers boven de hoofden der toeschouwers zien been vliegen, vrag. n ze ons Is dat bet eerste nummer van 't bokkenfeest Och neeu Het bokkenspel dat zal andere peper ziju Wij begeven ons vlug naar ons lokaal, om het tooueel en de toebekoorten voor het avond feest eens in oogenschouw te nemen, en na alles in orde te hebben gebracht, spoeden wij ons naar de Markt. Oei, oei, oei wimpels aan hop staken, ten minste wel een half dozijn vlag gen en opschriften in karamellen verzen en bokkentaa.1. Wij zijn eenigzins verwonderd de marionetten barak der laatste kermis,teven Dirk Martens opgetimmerd te vinden en mij spijt het een weinig, de Jan Klaasjes 't avond niet te kunnen aan 't werk zien. Is dat het eerste nummer van 't bokkenfeest, vragen onze Gent- scke vrienden Och neeu Het bokkenspel dat zal andere peper zijn. Als we terug in Concordia komen is het vijf ure en de zaal bijna vol volk, hoewel het avondfeest slechts om 5 1/2 ure is aangekon digd. Om 5 1/2 ure is het lokaal stampvol en de Fanfaren maatschappij Onder Ons speelt het openingstuk. Meesterlijk werd de ouver ture onder de leiding van den heer H. Rogghe uitgevoerd en ook door de andere stukken heb ben wij kunnen vaststellen dat de bestuurder van Onder Ons talent, en de leden kennis bezitten ook worden de toejuichingen hen niet gespaard. De heer Voorzitter neemt daarna het woord hij herinnert in eene gepaste rede de verplich tingen van onzen Werkmanskling jegens de Vrijheidsliefde van Gent, op welker leest onze Maatschappij is geschoeid en waar wij immer ondersteuning en hartelijkheid hebbeu gevon den. Hij bedankt de heeren der Vrijheidsliefde voor het feest dat ze ons heden aanbieden en drukt de hoop uit dat wij nog meermaals ver broederen en samen werken zullen om ons volk nut en vermaak te verschaffen. Herhaalde toe juichingen.) Ook de vrijzinnige mannen van Onder Ons stuurt hij bedaukiugen toe voor hunne kostbare medewerking en zijne laatste woorden worden door daverend handgeklap verdoofd, wanneer hij de namen der wakkere Voorzitters en op leiders noemtde heeren J. Wauters en R. Van der Schueren. Thans is het de beurt der zangers van de Vrijheidsliefde. Den grootsten bijval verwierf de heer Lieven De Volder met het lied Clau- waart en Geus, dat een wezenlijk volkslied is, met gloed en overtuiging gezongen door een volksjongen. Muziek en woorden dringen tot het hart en bravogeroep en handgeklap be groeten den koenen zanger. De stukken gekozen door de heeren Willem Drappier Jerusalem en Jan De Mi lelt Traviata waren van hoogere vlucht en moeielijker. Het heeft mij vei baasd hen met zooveel gemak en juistheid te hooren zingen om bijval te genie ten, om het publiek te behagen, om de aan dacht te vestigen moet dergelijk muziek mees terlijk worden terug gegeven welnu de heele zaal heeft de beide heeren beurteliugs met warm applaus bejegend, een bewijs dat zij als kunstenaars hebben gezongen. Met het duo La Sérénade Aragonaise behaalden zij den zelfden bijval. De held van het feest was echter de jonge heer Frans De Maertelaere. Lucie de Lammer - moor, f'antazie voor viool, uitgevoerd met zoo veel gevoel en juistheid heett de heele zaal in verrukking gebracht. Hein, die kleine Gente naar, hoe kalm, hoe rustig en me' wat zeker heid speelt hij Bravo bravo Vergeten wij vooral den heer Nesthore niet, die met zijn droevig kluchtlied Ik denk aan Ude gansche zaal iu een schaterlach deed losbarsteu en teruggeroepen werd. Ik herinner mij nog: Zie ik twee bokken op de straat Die naar eikaars gezondheid vragen enz. en dat zie ik hier dikwijls te Aalst, welnu zoo dikwijls zal ik ook aan en uwe vrienden den ken. De heer Leopold Van den Bergh genoot even veel bij va' met zijne Melodie voor grosse eaisse. Wij zullen nimmer dit koddig stuk vergeten en gelooven dat speler het gewicht eener Aalster- sche trommel ook zai onthouden. Na oeno tusschenpoos van 20 minuten wordt de vertooning voortgezet. Onder Ons vereert ons met een meeslepende Wals, waarna de tooneelafdeeling der Vrijheidsliefde de blij spelen De Doopgetuigen en de Klopgeest op voert. Voortdurend worden de Gentsche too- neelliefhebbers toegejuicht, want ze weten elk karakter en elke iiandeling natuurlijk voor te stellen, ze weten van eiken toestand, van eiken zin, van elk woord zou ik zeggen, partij te trekken om den gewenschten indruk te beko men, en na den afloop van elk stuk weergalmt de zaal vau eiudelooze toejuichingen. Om 9 ure loopt het feest tc midden der groot ste geestdrif ten einde. Algemeen hoort men het spijt uitdrukken dat de zaal niet veel groo- ter is, want vele leden hebben het feest niet kunnen bijwonen er v as letterlijk geen duim plaats meer over. Na het feest nemen de tooneelliefhebbers het avondmaal. De heer Voorzitter bedankt nogmaals onze Gentsche vrienden en drukt de hoop uit, dat de Werkmauskring dezen zomer eene reis naar Gent zal doen om met onze strijdmakkers te verbroederen en de talrijke wonderen te beschouwen der stad van Clauwaert en Geus. De heer Wiemer bedankt den heer Voorzitter, het Hoofdbestuur en al de leden van den Werkmanskring voor het gul onthaal dat deu leden der Vrijheidsliefde te beurt viel, hij wenscht niets vuriger dan de nauwe betrek- kingeu voort te zetten, die sinds zoolang tus- scüen de twee Maatschappijen werden aange knoopt, en zoo wij eens Gent bezoeken zullen zij hun best doen ons eene ontvangst te berei den waardig van het onthaal dat zij hier ge noten. Daverende toejuichingen). De heer P. Anne neemt het woord en belooft dat de Tooneelafdeeling van den Werkmaus kring nietten achteren zal bli,veu en haar best zal doen om in 't kort de leden van tie Lau rent's vereeniging De Vrijheidsliefde een feest aan te bieden, zoo schoon en zoo aange naam als het avondfeest dat heden de naijver der Aalstrrsche tooneellisten heeft opgewekt. Toejuichingen Nog eenige liederen worden gezongen, nog eenige grapjes verteld en weder trekken wij marktwaarts om het grrrroot vuurwerk en den grrroot stoet te zien van het BOKKENFEEST. Op de markt is het onmogelijk door het volk te dringen, er is geen de poesjiuellen barak stond daar somber en verlaten 't monsterwerk had 'nen bokkensprong geduurd, het groot mu/iek speelde ergens zatagio voor eeneu geu- rigen bok vergezeld van een twintigtal zijner kornuiten en gevolgd van eenen stoet vau mins tens zestig schreeuwers. Al deze godvruchtige mannen, vrouwen en kinderen, aangespoord door de dichterlijke opschriften, huilden bok- kendeuntjes en karamellenliedjes om de gene zing te bekomen van hunnen deken. Onze vrienden van Gent waren er werkeliijk het hart van in, ze hadden nog nooit een bok kenfeest gezien, dat is immers andere peper dan al wat een geus zich inbeelden kan. Om onze teleurstelling te verdrijven zongen wij menig lied van Clauwaert en Geus tot wij arm aan arm statie vaarts trokken. Daar werden de laatste handdrukken gewiss ld, de Gentenaars lieten het koor Broeder groet tot afscheid weergalmen en half nachttrein stoomde naar Gent, terwijl een kreet luide werd aangeheven Tot wederzieus. Een werkend lid. Op Zondag 8 November aanstaande, groot avondfeestte geven door de leden der Too neelafdeeling en verscheidene liefhebbers. Tot dit feest zuileu geene Damen vreemd aan de Maatschappij toegt laten worden. De maatregelen doir het Bestuur genomen en waarvan men de ieden zal onderrichten, zuilen streng toegepast worden. Eene bemerking. M. Van der Ilaeghen, die in den gemeente raad zoo dwaas ons mi Idelbaar onderwijs aan valt is zoo wij ons niet bedriegen Voor zitter van het Kornite t der katholieke scholen, en verder, lid van den Bestuurraad der mid delbare scholen. Begrijpt gij dat wel, beste lezer Dat is zoo iets gelijk schouwvager en bakker, iets dat tegen elkander aandruischt en vloekt zooals vuur en water. Hoe die brave man, ondanks al ziju kennis sen, die twee postjes gewetensvol kan vervul len, weten wij met, want ons komt het onver staanbaar voor, dat men terzelfder lijd én het vrij katholiek onderwijs én de officieele scholen kan voorstaan. Niemand kan twee heeren die nen, heeft de Zaligmaker gezegd, en wij geloo ven dat woord. Moesten wij ons in dit geval bevinden, wij zouden weten hetgeen ons te doen staaat van 'teen of 't ander oogenblikkelijk ons ontslag geven dat zou maar pliclit wezen en waardig zijn. M. Van der Haegheu blijft liever elk zijn goeste. In alle geval raden wij hem aan wat m er over de katholieke scholen bekommerd te zijn, dan met onze ofhcieele ge stichten. Wie weet of hij daar geen beter werk zal te verrichten hebben V Knoop dat aaneen. Volgens Denderbode werd in 1869 de loge hier iu Aalst den kop verpletterd. Volgens Het Land werden wij uit de klauwen van den duivel gered. En echter schrijft dit zelfde blad In godsdienst en zedelijkheid zijn wij achteruit gegaan welk verlies welk verlies Het katholiek bestuur is een voorbeeld van eerlijkheid en rechtvaardigheid. W erden de beschuldigingen van konkelfoes en kozijntjeswinkel door ons het eerst ge schreven of door Het Land Zij hebben vele groote werken verricht zonder de belastingen te vermeerderen. M. Eenian hekent m zijne toespraak op het feest dat ze schier 'i't't geene nieuwe lasten hebben moeten invoeren. M. Eeman verklaart dat de liberalen 26 jaren zorgvuldig de kiezerslijsten bewerkt heb ben. Wat kaakslag voor Denderbode die zoo dik wijls geschreven heeft dat onze vrienden van dit nazicut niets kenden. Zoo men dit jaar het kieswerk niet gedaan heeft, dat ueeft voor oorzaak onze overtuiging dat het cijnssteisel geleefd heeft. M. Van Wambeke heeft zich als vriend van den wernman uitgegeven. Hij moedigt elkeen aau om Let lot van den workman te verbeteren, en belooft, namens het steuelijk bestuur alles te üoeu wat den werkmau zal kunnen voor- deelig zijn. Men verzekert ons dat de stads werklieden 25 centiemen per dag opgeslagen ziju eu dat al de raadsleden uunua aanwezigheidspenningen zullen besteden om weraeloozeu arbeid en brood te verscuafl'eu. Allons, zoo veel te beter. In al de redevoeringen van het Bokkenrijders banket, waar sommige dischgenoten zoo slecht bedeeld zijn geworden, vinden wij geen enkel woord van lof aan ous Heer, of dank aan zijne gekiuiude dienaren aau wien zij nogtans alles te danken hebben. Dat is niet schoon voor Kristenen en vooral niet erkentelijk. Denderbodiana. Wat zouden onze pastoorsbladen de werklie den en libeialen toen gaarne willen zien ruiten uitwerpen te Brussel in het ministerie of bij M. V\ oeste, om kort eu goed de herzieumg te kun nen begraven. Maar het zal niet lukken, men zal ze niet de minste rede tot de verdaging van die kwestie geven. Ge lachtet reeds te vroeg, Basile de socia listen en vooruitstrevers zullen, na al hun ge duld, nogpatientie hebben, maar blijven Beer- naert, De8met eu Woeste met het volkje lang den aap houden, dan zou de kat wel eens op de koorde kunnen dansen. Denderbode schrijft dat men van het minis terie Let oiimiddelijk algemeen stemrecht eischt dat is eene kolossale leugen. Men vraagt de onmiddelijke herziening, dat is de waarheid, en anders niet. Aan het kiezerskorps dan te zeggen, welk systeem het verkiest. De klerikale partij wil de kwestie op de lange baan schuiven eu van richting doen verande ren, maar wij hopen wel dat hunne jezuieten- streken deze maal zullen verijdeld worden. Wij hebben eene reeks artikelen over de kloosters medegedeeld. Denderbode heeft die harde waarheden niet kunnen slikken en antwoordt gelijk een i-nnoo- zel kind dat op heeter daad betrapt wordt. Niets weet hij te antwoorden tegen onze be- weering dat de kl osters de wet verkrachten met te bezitten, de kloosterlingen hunn n eed vau gewillige armoede verbreken met te erven en de Paus zit b boven den Staat stelt met te leeren hoe men in kwestie van nalatenschap de burgerlijke wetten moet verschalken, alles ter meerdere eeren glorie van God en onze moeder de H. kerk. Daar hangt het spek, Slimmerik Voor ons is het eene dwaasheid op welk lid ook der linkerzijde te rekenen om tot de herziening meê te werken. Overigens de rech- terzijde heeft geene hulp noodig, zij is talrijk genoeg om de herziening tot een goed einde te brengen. Dat staat letterlijk in Denderbode van verle den zondag. Maar is die jongen dan ziju zinnen kwijt om te vergeteu dat Beernaert van geene herziening wil dan na een voorloopig akkoord n tusschen de twee partijen, eu volgens Le Bien Public met de toestemming van al de liberalen? Welk grrroot Bokken vei stand vertelt toch al dien onzin Tweede staaltje van redeneerkunst De Brusselsche kiezers mogen üet recht niet be- zitten van voor 16 vertegenwoordigers te kiezen, terwijl de andere kiezers er maar 1, 2, 3, 4 enz mogen benoemen, want anders is de gelijkheid der Belgen voor de wet door onze Grondwet bekrachtigd, eene leugen. Zoo schrijft Denderbode. Maar is de Grondwet dan ook geene leugen als 133000 algemeene cynskiezers aau een mil- lioen en 600 duizend (1.600.000) meerderjarige Belgen de wet voorschrijven Antwoord, wijsneus Denderbode houdt staan dat pater Peereboom de vrijheid van geweten niet gekrenkt heeft met door de postmeesters aan hunne facteurs te doen vragen waar ze mis hooren Vooreerst bestatigen wij dat ons wijwater- blad niet durft afstrijden dat onze beweeringen juist zijn. Hij gebiedt toch niet de mis bij te wonen, verschoont onze Bokken konfrater! Dat ontbrak er nog aan, dit gebod. Maar paterken Boum moest immers niet weten waar ze gaan mis hooren-, was het niet'genoeg voor hem verzekerd te zijn dat zij den tijd hadden den dienst bij te wonen Ju, niet waar, maar dan was bet in- kwisitiespel niet kompleet, en voor iemand die tusschen de regelen leest en weet wat zulke vraag in 't lang en breed bij de klerikalen be- teekent, weet genoeg dat zij met een stellig ge bod gelijk staat. En dat is strijdig met de grondwet. Eerste 'vraagsken Worden in Zwitserland de ouzedige schriften buiten gedaan door het gerecht of wei door den minister, die zich in de plaats vau 't gerecht stelt Tweede vraagsken Moest, volgens de wet en de woorden van Jacobs, de Staat aan de op wachtgeld gestelde ouderwijzers, eene plaats bezorgen of moesten zij zelf er eene zoeken Derde vraagsken In Duitschland vraagt men op de politie bureelen de geloofsbelijdenis van den inschrijver, zegt Slinimelcen. Welnu, wat kwaad bestaat daarin. Men vraagt het hier wel in onze soldaatjesschool en nog al meer. Heelt men dat ooit besproken Nog een. M. Schiets Odilon, leerling der Staats middelbare School van Aalst, komt met goed gevolg zijn exaam als klerk in het Bestuur der Telegrafen te ondergaan en niet als hulpklerk zooals wij verleden week meldden. Overlij den. De Vrijzinnige partij van ons arron dissement komt een harer oudste en ge- trouwste leden te verliezen in het af sterven van den heer Baron Josef-Antoon van der Noot de Moorsel, Eerelid (van het Middenbestuur en Eere-Ondervoor- zitter van het kantonaal liberaal Bestuur van Aalst. De overledene behoorde tot die groep van Vaderlanders welke in 1830 de geboorte van het onafhankelijk België hebben bijgewoond. Onder het Voorloopig Bewind was hij toegevoegd aan het bestuur van Buiten- landsche Zaken en bij de troonbeklim ming van onzen eersten Koning, Leo pold I, als Ceremoniemeester aangesteld. Als politiek man heett hij deel ge maakt van den Provincialen Raad van Brabant en als Burgemeester den ge meenteraad van Moorsel voorgezeten. Meermaals is hij in het arrondissement Aalst, bij algemeene verkiezingen, als kandidaat der liberale partij opgetreden en tot aan zijnen laatsten stond is hij die beginsels immer getrouw gebleven. Zulke voorbeelden verdienen navolging. Zijne begrafenis heeft dijnsdag mor gen om 10 ure plaats. fe-sêaasasBiH mr wiiiii mhmmmbejm— Landbouw. Gezondheidsleer der huisdieren. Verluchting der stallen. Ondanks de menigvuldige uitleggingen en op helderingen der akkerlieden door raad, in voordrachten landbouwlessen over de noodza kelijkheid eener behoorlijke stalverluchting gegeveu, laten in sommige streken van ons land vele dierenworiingen onder dit oogpunt nog merkelijk te wenschen. Men schijnt niet genoeg overtuigd te wezen dat gezonde lucht zoowel als goed voeder tot het levensonderhoud der huisdieren onmisbaar is. Men weet nochtans dat het voornamelijk door de ademhaling is dat het bloed aan de lucht, ouder den vorm van zuurstof, de nieuwe krach ten ontieent die al de lichaamsdeelen bij den bloedumloop in goeden staat en werking hou den. In geslotene plaatsen, waar zich levende wezens ophouden, heeft de ademhaling weldra di« stof grootendeels weggenomen. Nog meer, die opgesloten lucht wordt aanhoudend bedor ven door de schadelijke stoffen (koolzuur en waterdamp) waarvan de uitademing hetlichaam ontlast. In- en uitademing geschieden nog, alhoewel op minder gevoelige wijze, door de menigvul dige poriën of luchtgaatjes der huid. Deze po riën slorpen insgelijks veel levenslucht op en deelen ook vuile gassen aan de lucht mede. Om deze tweevoudige en uiterst heilzame werking der huid te bevoordeeligen, is het noodig het vel der dieren altoos rein te houden. Eene derde belangrijke oorzaak van luchtbe- derf der stallen is toe te wijten aan de slechte dampen, welke met de mest uit het lichaam ge dreven worden, en aan de onreine uitwasemin gen die van de uitwerpselen onophoudelijk opstijgen. Daar de drie voornoemde oorzaken gedurig samenwerken, is het wel zeker dat de lucht der stallen ras ongeschikt moet wezen om nog be hoorlijk het levensonderhoud van het vee te bewerkstelligen. Van daar de dringende noodzakelijkheid de dierenwouingeu derwijze in te richten en te verzorgen, Jat de vereischte lucht nooit er binnen ontbreekt. Jammerlijk bezitten vele de gewenschte voorwaarden niet om er de lucht gemakkelijk te vernie ïwen of worden de lucht gaten, indien zij bestaan, niet tijdig of wel ongenoegzaam benuttigd. Menige stal heeft ook de noodige ruimte niet om de hoeveelheid lucht te kunnen bevatten, welke de dieren vooreen zekeren tijd beboeven. Men treft stallen aan waarvan de zoldering zoodanig laag is dat zij als op den rug der koeien scbijnt te rusten. Een persoon van middelmatige lengte kan er zich nauwelijks ongebukt in wenden of keeren. Zulke stallen zijn daarenboven zeer dikwerf met een te groot getal beesten bezet, zoodanig dat zij all n gezamentlijk niet liggen kunnen. De ru3t en de slaap worden dan ook, tot nadeel der gezondheid, te veel onderbroken. Poogde men dan nog door eene veelvuldige verluchting die kleine stallen eenigszins be woonbaar te maken Maar dit juist wordt ver waarloosd. De verblijfplaats der koeien, bij den geriDgen landbouwer, is veeltijds vast aan zijne huiaing,met dewelke zij maar een gebouw uitmaakt. In zulken stal zijn gemeenlijk maar twae openinge eene binnendeur, die op een deel der menschenwoning uitgeeft (keuken, slaapkamer of waschhuis), langs waar weinig

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1891 | | pagina 2