Not een martelaar.
Zaterdag' over verscheen voor de rechtbank
van Beauue (Cöte d'or) de genaamde Auguste
Faure, broeder der'congregatie van Citeaux De
heilige man werd vervolgd voor menigvuldige
amslagen op de zeden, gepleegd op leerlingen
der kolonie. De feiten hadden plaats in juni
1891.
Faure is 50 jaren oud en herkomstig van
B.'iamjon. Hij had gausch het vertouwen van
Donav, zijn u overste.
Zes kinderen kwamen getuigen in de zaak.
Het broertje was gelast de haren der leerlin
gen te knippen.
Een dezer heeft de vlucht moeten nemen toen
d j h ll't van zijn haar pas afgesneden was, om
zich aan de dierlijke pogingen van den vuilaard
te ouIr ivkeu
Het prop r broederken is tot 8 maanden
gevangen 16 franken boet veroordeeld.
Allons, Denderbocle, deel dat nieuws eens
mede aan uwe lezers.
Niet geldzuchtig.
Dat onze zwartjes niet voor't geld, maar in
't geheel niet voor den wwrs ziju, hebben wij
reeds honderd maal bewezen.
Een nieuw voorbe ld, een treffend bewijs
komt zich nogmaals voor te doen. Onze lezers
herinneren zich waarschijnlijk nog dat over
eenige weken het grauwvuur in de koolmijn
van Forchies 16 slachtoffers maakte.
Door die schrikkelijke ramp werden een
dozijn tami iëu m de diepste ellende gedompeld.
De past -or las over eenige dagen eene zielmis
voor de afgestorvenen. Weet ge wat hij als
betaling eischt
600 franken Ziedaar wat Vooruit verze
kert.
Zulk schandelijk spel verdient gebraudmerkt
te worden.
Ellendige fiasco.
Wij mochten wel schrijven dat de
Bokkenpartij of de kliek van den kon
kelfoes en den kozijntjeswinkel in Aalst
erg aan de tering lijdt en haar levens-
lampje gelijk een lichtmaadje uitvonkt.
Ja, wij hadden gelijk van te voorspel
ler dat hun zegelied van zondag wel als
eene doodmarche zou kunnen klinken.
Thans, mogen wij gerust zeggen, zon
der vrees van wedersproken te worden,
dat die partij geleefd heeftzooals papa
M.dou zaliger zegde.
Men heeft dagen en weken rondge-
loopen om iets bijzonders op touw te
zetten, met iuteekeningslijsten overal
geld bijeengelclopt, aan het. feest de
grootste ruchtbaarheid gegeven, van de
verschillige plechtigheden wonderen
verteld, grooten en kleinen verzocht of
gepraamd om toch ook tot de opluiste
ring mede te helpen, en dat alles is uit
gedraaid op den ellendigsten fiascowel
ken men ooit bij een politiek feest heeft
vastgi steld.
Zeg eens, Bokkenrijders, hoe beteu
terd trokt ge den steen tusschen de
beenen, toen ge uwe betooging zoo
deerlijk zaagt mislukken en vooral bij
honderden katholieken zelf de grootste
onverschilligheid ontmoetet
Uwe horens wierden zoo klein als die
eener slek, en hadt gij gekunnen zoo
als deze, gij waart van schaamte in uwe
schelp gekropen.
Welke erbarmelijke misbak! Het was
zoodanig iu de armen en beenen van den
beiaardspeler geslagen dat hij noch
goeste noch spierkracht genoeg vond
om triomf te klingelen.
De stad zelve had niet het minste
feestelijk uitzicht, want de vlaggen
wapperd n zoo raar, dat men in de
grootste straten er maar drie en hoogs
tens zes aantrok Eenige heethoofden en
wat ongelukkige dompelaars alleen had
den hun vaantje uitg stoken de over-
groote meerderheid der katholieke
zelf had zich onthouden om protest te
gen die belachelijke en ongepaste mani
festatie aan te teekenen ze zijn wel
kathuli k, maar willen met de Bokken
rijders ni ts gemeens hebben.
Ziedaar de beteekenis hunner onthou
ding. Dat misnoegde sterk aau sommige
klerikale bazen en daarom ook kreeg
zeker stadhuisbedienue om 1 ure namid
dag nog de complimenten van een zijner
overheden met verzoek van de nationale
kleuren uit te hangen.
Nu verzekert men er ns bij, dat een
drietal gemeentebedienden, die niet wil
len mêe feesten hebben, hierover open
lijk zullen gestraft woiden. Wij ge-
looven eventwel niet dat men het zoo
verre zal durven drijven.
Geene beweging in de straten, alles
koud, allen onverschillig. Het stoetje
van den morgen vooral was het alge
meen medelijden waard Men had ka
tholieke maatschappijen met vaandels,
standaarden en kartels opgeroepen en
hoeveel waren er te zien Diep in de
twee, alles medegerekend.
Hoogstens 30 manifestanten achter
't muziek en allen met zulk een treurig
gezicht, alsof ze azijn gedronken had
den. De twee voornaamste persoonaad-
jes waren M. de Maalder en M. de
Brouwer, een passend koppel voorwaar
voor deze feest.
Een paar muziekstukjes tegen
goeste na de mis, en de eene droop
schoorvoetend links af en de andere
sloop heimelijk rechts weg, zoodat de
markt weldra stil was lijk een begijnhof.
Maar 's avonds zou het wat anders
ziju, bij den grooten lichtstoet van 6
ure. Weeral waren de katholieke maat
schappijen opgeroepen en weeral blon
ken zij door hunne afwezigheid. Men
heeft lang in beraad gestaan of men met
den Bok wel zou uitgaan, ja of niet,
zoo slecht was de opkomst. Nadat men
een onbeduidend hoopje bijeen had ge
trommeld, dorst men het toch eindelijk
wagen den neus buiten te steken.
Wij zullen dieu uittocht niet beschrij
ven, eene ware begrafenis van den arme
een handvol muziekanten, een groepje
heeren, den bok, wat straatjongens met
fakkels, eenige klerikale voorvechters
en haantjes-vooruit, die altijd op post
ziju wanneer er moet gebuisd wor
den, en dat was al, ja al
Uitgezonderd dat men hier of daar
eeneu hoop verzamelde werklieden ont
moette, die socialistische liederen zon
gen of zeker gekend straatrefrein van
Aalst herhaalden.
Om der waarheid getrouw te blijven
moeten wij zeggen dat het vuurwerk
niet slecht was (wie zal het betalen) ??en
de markt des avonds van volk krioelde.
Miar van geestdrift, niets Allen
koud en onverschillig meu zou gezegd
hebbeu dat meu een dooden feest vierde.
Do muziekanten zelf stondeh Jaar ge
lijk verloren schapen, ondanks al de
aanwakkeringen vau zekeren Schepene;
en wanneer de laatste vuurpijl vervlo
gen was en elkeen stillekens huiswaarts
trok hoorde men van niets anders dan
van erbarmelijk feust en ellendig fiasco
spreken.
Arme Bokkenrijders, zoo moeten val
len waarlijk, gij hebt dat niet ver
diend.
l_>e Vri jlieidsliefde.
Terwijl de godvreezende bokkenrijders ne
vens hunnen met reuk besmeerden patroon
liepen en bem veelal voortsleurden terwijl de
welriekende bok wanhopig zijnen baard schud
de en zijn kwispeltje omhoog hief terwijl hij
dus aan den algrijselijken grrrooten stoet,
die hem volgde eene nieuwsoortige steertster
toonde, of eenige galpillen aanbood om de
geestdrift te bedaren door de bokkendeun-
tjes verwekt, bad in de zaal van denWerkmans-
ki'ing Vooruitgang door 't Werk een luis
terrijk avondfeest plaats, gegeven door de
Zang-en Tooneelafdeeling der Laurent's Ver-
eemging De Vrijheidsliefde van Gent,
met de medewerking van de Fanfarenmaat-
schappij Onder Ons.
Om 2 1/2 ure komen een vijftigtal onzer
Geutsche vrienden hier aan, en worden ter
statie door bet Hoofdbestuur van den Werk-
m uiskring welkom gekeeten. Er wordt een
gb asje gedronken en gezamentlijk trekken
wij naar het lokaal 11 Concordia.
Onze Gentenaars vernemen alras dat het de
25° verjaardag is van de Bokkenrijders en kijken
verbluft naar de drie vlaggen en half welke in
de Statiestraat wapperen. Op de Esplanade
gekomen meenen zij, dat de menigte daar rond
een strijdperk staat geschaard waarin de Bok
kenrijders een middeleeuwsch steekspel gaan
uitvoeren maar als ze de ballen van de kaat
sers boven de hoofden der toeschouwers zien
been vliegen, vrag. n ze ons Is dat bet eerste
nummer van 't bokkenfeest Och neeu
Het bokkenspel dat zal andere peper ziju
Wij begeven ons vlug naar ons lokaal, om
het tooueel en de toebekoorten voor het avond
feest eens in oogenschouw te nemen, en na alles
in orde te hebben gebracht, spoeden wij ons
naar de Markt. Oei, oei, oei wimpels aan hop
staken, ten minste wel een half dozijn vlag
gen en opschriften in karamellen verzen en
bokkentaa.1. Wij zijn eenigzins verwonderd de
marionetten barak der laatste kermis,teven Dirk
Martens opgetimmerd te vinden en mij spijt
het een weinig, de Jan Klaasjes 't avond niet
te kunnen aan 't werk zien. Is dat het eerste
nummer van 't bokkenfeest, vragen onze Gent-
scke vrienden Och neeu Het bokkenspel dat
zal andere peper zijn.
Als we terug in Concordia komen is het
vijf ure en de zaal bijna vol volk, hoewel het
avondfeest slechts om 5 1/2 ure is aangekon
digd.
Om 5 1/2 ure is het lokaal stampvol en de
Fanfaren maatschappij Onder Ons speelt
het openingstuk. Meesterlijk werd de ouver
ture onder de leiding van den heer H. Rogghe
uitgevoerd en ook door de andere stukken heb
ben wij kunnen vaststellen dat de bestuurder
van Onder Ons talent, en de leden kennis
bezitten ook worden de toejuichingen hen
niet gespaard.
De heer Voorzitter neemt daarna het woord
hij herinnert in eene gepaste rede de verplich
tingen van onzen Werkmanskling jegens de
Vrijheidsliefde van Gent, op welker leest onze
Maatschappij is geschoeid en waar wij immer
ondersteuning en hartelijkheid hebbeu gevon
den. Hij bedankt de heeren der Vrijheidsliefde
voor het feest dat ze ons heden aanbieden en
drukt de hoop uit dat wij nog meermaals ver
broederen en samen werken zullen om ons volk
nut en vermaak te verschaffen. Herhaalde toe
juichingen.)
Ook de vrijzinnige mannen van Onder Ons
stuurt hij bedaukiugen toe voor hunne kostbare
medewerking en zijne laatste woorden worden
door daverend handgeklap verdoofd, wanneer
hij de namen der wakkere Voorzitters en op
leiders noemtde heeren J. Wauters en R. Van
der Schueren.
Thans is het de beurt der zangers van de
Vrijheidsliefde. Den grootsten bijval verwierf
de heer Lieven De Volder met het lied Clau-
waart en Geus, dat een wezenlijk volkslied is,
met gloed en overtuiging gezongen door een
volksjongen. Muziek en woorden dringen tot
het hart en bravogeroep en handgeklap be
groeten den koenen zanger.
De stukken gekozen door de heeren Willem
Drappier Jerusalem en Jan De Mi lelt Traviata
waren van hoogere vlucht en moeielijker. Het
heeft mij vei baasd hen met zooveel gemak en
juistheid te hooren zingen om bijval te genie
ten, om het publiek te behagen, om de aan
dacht te vestigen moet dergelijk muziek mees
terlijk worden terug gegeven welnu de heele
zaal heeft de beide heeren beurteliugs met
warm applaus bejegend, een bewijs dat zij als
kunstenaars hebben gezongen. Met het duo La
Sérénade Aragonaise behaalden zij den zelfden
bijval.
De held van het feest was echter de jonge
heer Frans De Maertelaere. Lucie de Lammer -
moor, f'antazie voor viool, uitgevoerd met zoo
veel gevoel en juistheid heett de heele zaal in
verrukking gebracht. Hein, die kleine Gente
naar, hoe kalm, hoe rustig en me' wat zeker
heid speelt hij Bravo bravo
Vergeten wij vooral den heer Nesthore niet,
die met zijn droevig kluchtlied Ik denk aan
Ude gansche zaal iu een schaterlach deed
losbarsteu en teruggeroepen werd. Ik herinner
mij nog:
Zie ik twee bokken op de straat
Die naar eikaars gezondheid vragen enz.
en dat zie ik hier dikwijls te Aalst, welnu zoo
dikwijls zal ik ook aan en uwe vrienden den
ken.
De heer Leopold Van den Bergh genoot even
veel bij va' met zijne Melodie voor grosse eaisse.
Wij zullen nimmer dit koddig stuk vergeten en
gelooven dat speler het gewicht eener Aalster-
sche trommel ook zai onthouden.
Na oeno tusschenpoos van 20 minuten wordt
de vertooning voortgezet. Onder Ons vereert
ons met een meeslepende Wals, waarna de
tooneelafdeeling der Vrijheidsliefde de blij
spelen De Doopgetuigen en de Klopgeest op
voert. Voortdurend worden de Gentsche too-
neelliefhebbers toegejuicht, want ze weten elk
karakter en elke iiandeling natuurlijk voor te
stellen, ze weten van eiken toestand, van eiken
zin, van elk woord zou ik zeggen, partij te
trekken om den gewenschten indruk te beko
men, en na den afloop van elk stuk weergalmt
de zaal vau eiudelooze toejuichingen.
Om 9 ure loopt het feest tc midden der groot
ste geestdrif ten einde. Algemeen hoort men
het spijt uitdrukken dat de zaal niet veel groo-
ter is, want vele leden hebben het feest niet
kunnen bijwonen er v as letterlijk geen duim
plaats meer over.
Na het feest nemen de tooneelliefhebbers
het avondmaal. De heer Voorzitter bedankt
nogmaals onze Gentsche vrienden en drukt de
hoop uit, dat de Werkmauskring dezen zomer
eene reis naar Gent zal doen om met onze
strijdmakkers te verbroederen en de talrijke
wonderen te beschouwen der stad van Clauwaert
en Geus. De heer Wiemer bedankt den heer
Voorzitter, het Hoofdbestuur en al de leden
van den Werkmanskring voor het gul onthaal
dat deu leden der Vrijheidsliefde te beurt viel,
hij wenscht niets vuriger dan de nauwe betrek-
kingeu voort te zetten, die sinds zoolang tus-
scüen de twee Maatschappijen werden aange
knoopt, en zoo wij eens Gent bezoeken zullen
zij hun best doen ons eene ontvangst te berei
den waardig van het onthaal dat zij hier ge
noten. Daverende toejuichingen).
De heer P. Anne neemt het woord en belooft
dat de Tooneelafdeeling van den Werkmaus
kring nietten achteren zal bli,veu en haar best
zal doen om in 't kort de leden van tie Lau
rent's vereeniging De Vrijheidsliefde een
feest aan te bieden, zoo schoon en zoo aange
naam als het avondfeest dat heden de naijver
der Aalstrrsche tooneellisten heeft opgewekt.
Toejuichingen
Nog eenige liederen worden gezongen, nog
eenige grapjes verteld en weder trekken wij
marktwaarts om het grrrroot vuurwerk en den
grrroot stoet te zien van het BOKKENFEEST.
Op de markt is het onmogelijk door het volk
te dringen, er is geen de poesjiuellen barak
stond daar somber en verlaten 't monsterwerk
had 'nen bokkensprong geduurd, het groot
mu/iek speelde ergens zatagio voor eeneu geu-
rigen bok vergezeld van een twintigtal zijner
kornuiten en gevolgd van eenen stoet vau mins
tens zestig schreeuwers. Al deze godvruchtige
mannen, vrouwen en kinderen, aangespoord
door de dichterlijke opschriften, huilden bok-
kendeuntjes en karamellenliedjes om de gene
zing te bekomen van hunnen deken.
Onze vrienden van Gent waren er werkeliijk
het hart van in, ze hadden nog nooit een bok
kenfeest gezien, dat is immers andere peper
dan al wat een geus zich inbeelden kan. Om
onze teleurstelling te verdrijven zongen wij
menig lied van Clauwaert en Geus tot wij
arm aan arm statie vaarts trokken. Daar
werden de laatste handdrukken gewiss ld, de
Gentenaars lieten het koor Broeder groet
tot afscheid weergalmen en half nachttrein
stoomde naar Gent, terwijl een kreet luide
werd aangeheven Tot wederzieus.
Een werkend lid.
Op Zondag 8 November aanstaande, groot
avondfeestte geven door de leden der Too
neelafdeeling en verscheidene liefhebbers.
Tot dit feest zuileu geene Damen vreemd aan
de Maatschappij toegt laten worden.
De maatregelen doir het Bestuur genomen
en waarvan men de ieden zal onderrichten,
zuilen streng toegepast worden.
Eene bemerking.
M. Van der Ilaeghen, die in den gemeente
raad zoo dwaas ons mi Idelbaar onderwijs aan
valt is zoo wij ons niet bedriegen Voor
zitter van het Kornite t der katholieke scholen,
en verder, lid van den Bestuurraad der mid
delbare scholen.
Begrijpt gij dat wel, beste lezer Dat is zoo
iets gelijk schouwvager en bakker, iets dat
tegen elkander aandruischt en vloekt zooals
vuur en water.
Hoe die brave man, ondanks al ziju kennis
sen, die twee postjes gewetensvol kan vervul
len, weten wij met, want ons komt het onver
staanbaar voor, dat men terzelfder lijd én het
vrij katholiek onderwijs én de officieele scholen
kan voorstaan. Niemand kan twee heeren die
nen, heeft de Zaligmaker gezegd, en wij geloo
ven dat woord. Moesten wij ons in dit geval
bevinden, wij zouden weten hetgeen ons te doen
staaat van 'teen of 't ander oogenblikkelijk
ons ontslag geven dat zou maar pliclit wezen
en waardig zijn. M. Van der Haegheu blijft
liever elk zijn goeste. In alle geval raden wij
hem aan wat m er over de katholieke scholen
bekommerd te zijn, dan met onze ofhcieele ge
stichten. Wie weet of hij daar geen beter werk
zal te verrichten hebben V
Knoop dat aaneen.
Volgens Denderbode werd in 1869 de loge
hier iu Aalst den kop verpletterd.
Volgens Het Land werden wij uit de klauwen
van den duivel gered.
En echter schrijft dit zelfde blad In
godsdienst en zedelijkheid zijn wij achteruit
gegaan welk verlies welk verlies
Het katholiek bestuur is een voorbeeld van
eerlijkheid en rechtvaardigheid.
W erden de beschuldigingen van konkelfoes
en kozijntjeswinkel door ons het eerst ge
schreven of door Het Land
Zij hebben vele groote werken verricht
zonder de belastingen te vermeerderen.
M. Eenian hekent m zijne toespraak op het
feest dat ze schier 'i't't geene nieuwe lasten
hebben moeten invoeren.
M. Eeman verklaart dat de liberalen 26 jaren
zorgvuldig de kiezerslijsten bewerkt heb
ben.
Wat kaakslag voor Denderbode die zoo dik
wijls geschreven heeft dat onze vrienden van
dit nazicut niets kenden.
Zoo men dit jaar het kieswerk niet gedaan
heeft, dat ueeft voor oorzaak onze overtuiging
dat het cijnssteisel geleefd heeft.
M. Van Wambeke heeft zich als vriend van
den wernman uitgegeven. Hij moedigt elkeen
aau om Let lot van den workman te verbeteren,
en belooft, namens het steuelijk bestuur alles
te üoeu wat den werkmau zal kunnen voor-
deelig zijn.
Men verzekert ons dat de stads werklieden 25
centiemen per dag opgeslagen ziju eu dat al
de raadsleden uunua aanwezigheidspenningen
zullen besteden om weraeloozeu arbeid en brood
te verscuafl'eu. Allons, zoo veel te beter.
In al de redevoeringen van het Bokkenrijders
banket, waar sommige dischgenoten zoo slecht
bedeeld zijn geworden, vinden wij geen enkel
woord van lof aan ous Heer, of dank aan zijne
gekiuiude dienaren aau wien zij nogtans alles
te danken hebben.
Dat is niet schoon voor Kristenen en vooral
niet erkentelijk.
Denderbodiana.
Wat zouden onze pastoorsbladen de werklie
den en libeialen toen gaarne willen zien ruiten
uitwerpen te Brussel in het ministerie of bij M.
V\ oeste, om kort eu goed de herzieumg te kun
nen begraven. Maar het zal niet lukken, men
zal ze niet de minste rede tot de verdaging van
die kwestie geven.
Ge lachtet reeds te vroeg, Basile de socia
listen en vooruitstrevers zullen, na al hun ge
duld, nogpatientie hebben, maar blijven Beer-
naert, De8met eu Woeste met het volkje lang
den aap houden, dan zou de kat wel eens op de
koorde kunnen dansen.
Denderbode schrijft dat men van het minis
terie Let oiimiddelijk algemeen stemrecht
eischt dat is eene kolossale leugen. Men vraagt
de onmiddelijke herziening, dat is de waarheid,
en anders niet. Aan het kiezerskorps dan te
zeggen, welk systeem het verkiest.
De klerikale partij wil de kwestie op de lange
baan schuiven eu van richting doen verande
ren, maar wij hopen wel dat hunne jezuieten-
streken deze maal zullen verijdeld worden.
Wij hebben eene reeks artikelen over de
kloosters medegedeeld.
Denderbode heeft die harde waarheden niet
kunnen slikken en antwoordt gelijk een i-nnoo-
zel kind dat op heeter daad betrapt wordt.
Niets weet hij te antwoorden tegen onze be-
weering dat de kl osters de wet verkrachten
met te bezitten, de kloosterlingen hunn n eed
vau gewillige armoede verbreken met te erven
en de Paus zit b boven den Staat stelt met te
leeren hoe men in kwestie van nalatenschap
de burgerlijke wetten moet verschalken, alles
ter meerdere eeren glorie van God en onze
moeder de H. kerk.
Daar hangt het spek, Slimmerik
Voor ons is het eene dwaasheid op welk
lid ook der linkerzijde te rekenen om tot de
herziening meê te werken. Overigens de rech-
terzijde heeft geene hulp noodig, zij is talrijk
genoeg om de herziening tot een goed einde
te brengen.
Dat staat letterlijk in Denderbode van verle
den zondag. Maar is die jongen dan ziju zinnen
kwijt om te vergeteu dat Beernaert van geene
herziening wil dan na een voorloopig akkoord n
tusschen de twee partijen, eu volgens Le Bien
Public met de toestemming van al de liberalen?
Welk grrroot Bokken vei stand vertelt toch al
dien onzin
Tweede staaltje van redeneerkunst De
Brusselsche kiezers mogen üet recht niet be-
zitten van voor 16 vertegenwoordigers te
kiezen, terwijl de andere kiezers er maar
1, 2, 3, 4 enz mogen benoemen, want anders
is de gelijkheid der Belgen voor de wet door
onze Grondwet bekrachtigd, eene leugen.
Zoo schrijft Denderbode.
Maar is de Grondwet dan ook geene leugen
als 133000 algemeene cynskiezers aau een mil-
lioen en 600 duizend (1.600.000) meerderjarige
Belgen de wet voorschrijven
Antwoord, wijsneus
Denderbode houdt staan dat pater Peereboom
de vrijheid van geweten niet gekrenkt heeft
met door de postmeesters aan hunne facteurs
te doen vragen waar ze mis hooren
Vooreerst bestatigen wij dat ons wijwater-
blad niet durft afstrijden dat onze beweeringen
juist zijn.
Hij gebiedt toch niet de mis bij te wonen,
verschoont onze Bokken konfrater! Dat ontbrak
er nog aan, dit gebod. Maar paterken Boum
moest immers niet weten waar ze gaan mis
hooren-, was het niet'genoeg voor hem verzekerd
te zijn dat zij den tijd hadden den dienst bij te
wonen Ju, niet waar, maar dan was bet in-
kwisitiespel niet kompleet, en voor iemand die
tusschen de regelen leest en weet wat zulke
vraag in 't lang en breed bij de klerikalen be-
teekent, weet genoeg dat zij met een stellig ge
bod gelijk staat.
En dat is strijdig met de grondwet.
Eerste 'vraagsken Worden in Zwitserland
de ouzedige schriften buiten gedaan door het
gerecht of wei door den minister, die zich in
de plaats vau 't gerecht stelt
Tweede vraagsken Moest, volgens de wet en
de woorden van Jacobs, de Staat aan de op
wachtgeld gestelde ouderwijzers, eene plaats
bezorgen of moesten zij zelf er eene zoeken
Derde vraagsken In Duitschland vraagt
men op de politie bureelen de geloofsbelijdenis
van den inschrijver, zegt Slinimelcen.
Welnu, wat kwaad bestaat daarin. Men
vraagt het hier wel in onze soldaatjesschool en
nog al meer. Heelt men dat ooit besproken
Nog een.
M. Schiets Odilon, leerling der Staats
middelbare School van Aalst, komt met
goed gevolg zijn exaam als klerk in het
Bestuur der Telegrafen te ondergaan en
niet als hulpklerk zooals wij verleden
week meldden.
Overlij den.
De Vrijzinnige partij van ons arron
dissement komt een harer oudste en ge-
trouwste leden te verliezen in het af
sterven van den heer Baron Josef-Antoon
van der Noot de Moorsel, Eerelid (van
het Middenbestuur en Eere-Ondervoor-
zitter van het kantonaal liberaal Bestuur
van Aalst.
De overledene behoorde tot die groep
van Vaderlanders welke in 1830 de
geboorte van het onafhankelijk België
hebben bijgewoond.
Onder het Voorloopig Bewind was hij
toegevoegd aan het bestuur van Buiten-
landsche Zaken en bij de troonbeklim
ming van onzen eersten Koning, Leo
pold I, als Ceremoniemeester aangesteld.
Als politiek man heett hij deel ge
maakt van den Provincialen Raad van
Brabant en als Burgemeester den ge
meenteraad van Moorsel voorgezeten.
Meermaals is hij in het arrondissement
Aalst, bij algemeene verkiezingen, als
kandidaat der liberale partij opgetreden
en tot aan zijnen laatsten stond is hij
die beginsels immer getrouw gebleven.
Zulke voorbeelden verdienen navolging.
Zijne begrafenis heeft dijnsdag mor
gen om 10 ure plaats.
fe-sêaasasBiH mr wiiiii mhmmmbejm—
Landbouw.
Gezondheidsleer der huisdieren.
Verluchting der stallen.
Ondanks de menigvuldige uitleggingen en op
helderingen der akkerlieden door raad, in
voordrachten landbouwlessen over de noodza
kelijkheid eener behoorlijke stalverluchting
gegeveu, laten in sommige streken van ons land
vele dierenworiingen onder dit oogpunt nog
merkelijk te wenschen.
Men schijnt niet genoeg overtuigd te wezen
dat gezonde lucht zoowel als goed voeder tot
het levensonderhoud der huisdieren onmisbaar
is.
Men weet nochtans dat het voornamelijk door
de ademhaling is dat het bloed aan de lucht,
ouder den vorm van zuurstof, de nieuwe krach
ten ontieent die al de lichaamsdeelen bij den
bloedumloop in goeden staat en werking hou
den. In geslotene plaatsen, waar zich levende
wezens ophouden, heeft de ademhaling weldra
di« stof grootendeels weggenomen. Nog meer,
die opgesloten lucht wordt aanhoudend bedor
ven door de schadelijke stoffen (koolzuur en
waterdamp) waarvan de uitademing hetlichaam
ontlast.
In- en uitademing geschieden nog, alhoewel
op minder gevoelige wijze, door de menigvul
dige poriën of luchtgaatjes der huid. Deze po
riën slorpen insgelijks veel levenslucht op en
deelen ook vuile gassen aan de lucht mede. Om
deze tweevoudige en uiterst heilzame werking
der huid te bevoordeeligen, is het noodig het
vel der dieren altoos rein te houden.
Eene derde belangrijke oorzaak van luchtbe-
derf der stallen is toe te wijten aan de slechte
dampen, welke met de mest uit het lichaam ge
dreven worden, en aan de onreine uitwasemin
gen die van de uitwerpselen onophoudelijk
opstijgen.
Daar de drie voornoemde oorzaken gedurig
samenwerken, is het wel zeker dat de lucht der
stallen ras ongeschikt moet wezen om nog be
hoorlijk het levensonderhoud van het vee te
bewerkstelligen.
Van daar de dringende noodzakelijkheid de
dierenwouingeu derwijze in te richten en te
verzorgen, Jat de vereischte lucht nooit er
binnen ontbreekt. Jammerlijk bezitten vele de
gewenschte voorwaarden niet om er de lucht
gemakkelijk te vernie ïwen of worden de lucht
gaten, indien zij bestaan, niet tijdig of wel
ongenoegzaam benuttigd. Menige stal heeft ook
de noodige ruimte niet om de hoeveelheid lucht
te kunnen bevatten, welke de dieren vooreen
zekeren tijd beboeven. Men treft stallen aan
waarvan de zoldering zoodanig laag is dat zij
als op den rug der koeien scbijnt te rusten. Een
persoon van middelmatige lengte kan er zich
nauwelijks ongebukt in wenden of keeren.
Zulke stallen zijn daarenboven zeer dikwerf
met een te groot getal beesten bezet, zoodanig
dat zij all n gezamentlijk niet liggen kunnen.
De ru3t en de slaap worden dan ook, tot nadeel
der gezondheid, te veel onderbroken.
Poogde men dan nog door eene veelvuldige
verluchting die kleine stallen eenigszins be
woonbaar te maken Maar dit juist wordt ver
waarloosd. De verblijfplaats der koeien, bij
den geriDgen landbouwer, is veeltijds vast aan
zijne huiaing,met dewelke zij maar een gebouw
uitmaakt. In zulken stal zijn gemeenlijk maar
twae openinge eene binnendeur, die op een
deel der menschenwoning uitgeeft (keuken,
slaapkamer of waschhuis), langs waar weinig