vangen in veel grooter getal hebben toegeno
men dan de bevolking gestegen is
Hoe komt het dat zelfs met dit gelukkig
stelsel M. I>e Smet in zijn verslag bekennen
moet dat de rijken zoodanig voor bunnen eigen
persoon zorgen, dat die overdreven ikzucht
een gevaar voor de maatschappij geworden is
en dat de wetgeving verplicht is Jaar tegen
maatregelen te nemen.
Volgens den verslaggever hebben de ontwik
kelde en verstandige werklieden het volle
ree it van kiezer te zijn.
En wie sluit men buiten Juist zij, die het
meest voor dit stemrecht gewerkt, gestreden
hebben, ondit zij van de rechtveerdigheid
burner zaak het beste overtuigd zijn, dank
aan hunne verstandelijke ontwikkeling.
M. De Smet verwerpt al die werklieden-kie
zers omdat zij geene voldoende waarborgen
van orde opleveren.
Eu die werklieden worden politie-agent, en
die boerenjongens worden gendarm, en die
volksjongens worden soldaat.
Zij allen worden geroepen om de orde te
handtiaven aan ben wordt de plicht opgelegd
om de voorrechten, de belangen van troon,
autiar en kapitial te beschermen. Zij, aan
wien men het kiesrecht weigert, omdat zij niet
ordelievend zijn, moeten voor de openbare
or Ie zorgen en de voorrechten van ben verde
digen, die hun alle rechten-weigeren.
Zeg eens, Slimmeken is dat niet wat grof
De misnoegdheid groeit aan omdat de toe
stand der arm ui onverdraaglijker wordt. Deze
armen eisehen kiesrecht als een middel om de
moeielijke werkerskwestie te helpen oplossen.
Welnu het is juist aau die ontevredenen dat
men dit fecht weigert.
Dat heet men met vuur spelen.
TViet tevreden.
Denderbode schrijft dat de liberalen
over het verslag van M. De Sraedt-De
Naeyer niet tevreden zijn. Wij gelooven
het we) 't zou er nog aan ontbreken zoo
wij jubelden over een stelsel da4 de be
kwaamste werklieden als onwaardige
niet-kiezers veroordeelt, het kiesbedrog
vertienvoudigt en de grootste partijdig
heid invoert. Doch, het zijn wij alleen
niet, die ontevreden zijn, want de ka
tholieke Antwerpsche Escaut, het blad
van M. Jacobs, zegt dat met het sys
teem der bewoning het kiesbedrog met
volle armen sal kunnen werken.
Begrijpt ge nu, benderboaewaarom
wij tegen het knoeiwerk van M. De
Smedt zijn?
Volgens dit stelsel zoudeti er op den
buiten 400,000 boeren kiezer zijn, ter
wijl de groote st den er slechts 150,000
en de kleine maar 170,000 zouden geven.
Volgens dit stelsel zouden er in de
mijnen- en nijverheidsstreken met dui
zenden werklieden van dit recht versto
ken blijven.
Volgens dit stelsel zouden de onge
luk kigsten, de armsten, buiten gesloten
blijven.
Volgens dit stelsel zou het bedrog in
het opstellen der kiezerslijsten kolos
saal worden.
Welnu dat vraagt het volk niet en
daarom zeggen wij Weg met dat knoei
werk en leve 't algemeen stemrecht.
Ander tijden.
In ons wijwaterblad van 5 November
laatst staat de volgende kristelijke
proza
De rentenierende schoolmeesters
hebben al lang genoeg den luifrak uit-
gehangen om aan hun lekker leventje
vaarwel te zeggen.
Verders klinkt het nog van schijn
heiligen, comedianten, opeters van het
land en 'k weet niet wat.
De jongen die zich voor een braaf
kristene uitgeeft heeft veel leute om
dat minister Broekmans, door de wacht
gelden te verminderen of totaal af te
schaffen, het akelig woord van M. Ja
cobs tot waarheid heeft gemaakt er zal
geween en tandengeknars zijn.
Broodrooven is voor die godvreezende
lieden een waar genoegen. Waar is de
tijd (21 november 1884) dat minister
Thonissen in de Kamers uitriep Ik
wil dat het onderwijs waardig zij van
u het land en op de hoogte der tegen-
u woordige wetenschap. Er is door de
wet geenen tijd bepaald om dewacht-
gelden af te schaffen en dat is ook
nooit mijne bedoeling geweest. Ik zal
mijwei wachten van aan de onderwij-
zers te zeggen Welhoe, gij sijt nog
niet geplaatst en ik ga u daarom uw
wachtgeld ontnemen. Het ware bar-
baarschheid een onderwijzer te dwin-
gen eene bediening te aanvaarden die
hem niet zou gaan of niet gelijken.
Nooit zal men in België die afschaffing
brutaal zien gebeuren. Geen enkel mi-
nisterie sou zulke groote onrechtvaardig-
heid durven bedrijven.
NOOIT zou dat gebeuren, en het is
gebeurd wat beter is, men zingt vreug
deliederen over het gepleegde onrecht.
Het blad van den Naamèchen|bisschop,
l'Ami de l'ürdre, klapt met beide han
den voor de broodrooverij van minister
Pantalon en brengt de volgende zeer
deftige en zeer katholieke verschooning
in
Wanneer men zijnen knecht afdankt
betaalt men hem geen wachtgeld.
Waarom het doen voor de onderwij-
zers
L'Ami de VOrdreals slaaf van den
bisschop van Namen, moest natuurlijk
die vergelijking vinden en aldus de
spreuk waar maken onbeschoft als een
lakei van grooten huize.
't Is waar, men geeft geen wachtgeld
aan eenen dienstbode, maar zoo hij
trouw en eerlijk gediend heeft en dat
men hem zijnen dienst opzegt zonder
eenige vergelding, dan handelt men
wreed en onrechtvaardig.
De meeste klerikale bladen zoeken in
hun kristelijlc woordenboek de walge
lijkste beleedigingen uit om ze naar het
hoofd der ongelukkige op wachtgeld
gestelde onderwijzers te werpen.
Wij hebben hierboven doen zien dat
Denderbode in dit onmenschelijk werk
onwaardig voor lien die zich de vol
gelingen van Kristus heeten niet ten
achter staat.
Geen scheldnaam is te gemeen voor
die godvreezende lieden, geene bespot
ting te bitter.
Wanneer men dergelijke eerlooshe
den leest, clan krimpt het hert van af
keer en denkt men onwillekeurig aan
eene schrikkelijke wederwrake.... Gij
zult ze niet gestolen hebben, H. H. kle-
rikalen.
De beschermelingen van M. DeSmet.
De verslaggever der Midden-Sectie, de wijd
vermaarde M. De Smet, is van gevoelen dat
een werkman, die de middelen heeft om een
huis te bewonen, veel eerlijker en werkzamer
is dan een ander, die op eene kamer woont.
Dat is op onrechtstreekscbe manier beweren
dat de steedsche arbeiders, die zich over bet
algemeen met een paar kamers moeten tevre
den stellen, van twijfelachtige zedelijkheid
zijn, terwijl de buitenbewoner, die, boe arm
bij ook weze, toch zijn eigen woon beeft, uit
blinkt door zijne deugden, zijnen werklust en
zijne schitterende verstandelijke gaven.
Wij hebben de beschermelingen van M" De
Smet aan het werk gezien te Zonnebeke en
elders. Er gebeuren, ieder oogenblik feiten,
welke alles behalve een gunstig daglicht wer
pen op de zoo geroemde zedelijkheid der huis
bewoners.
In eene gemeente vau bet arrondissement
Gent zijn al de leden van bet gemeentebestuur
oud-veroordeelden eenigejaren geleden kon
den de budjetten zelfs niet gestemd worden,
omdat de meerderheid van den gemeenteraad
te Gent in de gevangenis zat
Wij vragen niet dat men zulke huisbewoners
van de stembus outhoude, neen
Wanneer zij bet stemrecht bezitten, zal de
regeering begrijpen dat het hare plicht is ben
te onderwijzen en te beschaven.
Maar de deugden en de zedelijkheid dier
lieden aanhalen, tegenover de brutale neigin
gen der werklieden uit de groote steden, en
daarop steunen om aan de laatsten bet stem
recht te weigeren.... dat is nog al kras, niet
waar
Hoe slim
Als Denderbode wil doen zien wat het
gedacht van de liberale partij is dan geeft
hij uittreksels van Le Journal de Liege
of van La Meusetwee doctrinaire dag
bladen van Luik.
Maar het zwijgt zich dood over het
gevoelen van de gansche liberale pers
van Brussel, van bijna al de vrijzinnige
bladen der Waalsche provinciën, van
La Flandre libérale van Gent, VOpinion
en le Précurseur van Antwerpen, enz.,
enz., welke allen het algemeen stem
recht den voorkeur geven.
Het zwijgt stil over de verklaringen
zondag laatst door de liberale leiders van
Antwerpen op het groot banket van den
Liberalen Vlaamschen Bond gedaan.
Het zwijgt stil over de honderden
meetingen overal in steden en dorpen
ten voordeele van het algemeen stem
recht gegeven.
Het zwijgt stil over de duizenden,
welke dit stelsel aankleven en over de
honderden welke het dagelijks bij wint.
Wat zou Denderbode zeggen van hem
die, om de menschelijke levenskracht te
bepalen, den pols zou gaan voelen van
eenen uitgeleefden grijsaard van negen
tig jaar
Denderbode zou hem een dwaas hee
ten; welnu Slimmeken handelt niet veel
wijzer.
En zij dan
Ons pastoorsblad kan bet maar niet verge
ven dat wij met de werkliedenpartij samen
spannen en liberale lokalen aan socialisten en
vooruitstrevers leenen om er meetingen ten
voordeele van de herziening en van bet alge
meen stemrecht te geven. Alhoewel dit verwijt
ons totaal onverschillig laat, zeggen wij zoo
haastig niet, kameraad, want ge zoudt wel van
hetzelfde sop kunnen overgoten zijn.
Ja, wij achten bet onzen plicht met de pro
gressisten en socialisten samen te spannen om
aan de oplossing mede te werken van al die
maatschappelijke kwestiën, waarvan men in
't Kongres van Mechelen gezegd heeft dat zij
lofwaardig en rechtvaardig zijn. En in die taak
staan wij niet alleen.
Maar gij dan, die u zoo verontwaardigd
schijnt te toonen o\er die samenwerking, ver
geet gij dan dat de katholieke partij zeer dik
wijls met de socialisten samen heeft geheuld
Vergeet gij dan den oproep der Antwerpsche
klerikale bladen &tot de Joden en Protestanten
tijdens de laatste gemeentekiezinp, om toch
maar voor de Japlij st te stemmmen
En zelf in uw nummer van 5 dezer, wat vin
nen wij
De eerste de beste samenwerking van de
radicalen met de rechterzijde werpt het mi-
nisterie Constance om verre.
Wat belieft er u, Slimmeken Gij wenscht
die samenwerking uit gansch uw hartgij
snakt naar die eerste, beste gelegenheid, tus-
schenradikalen, die totaal met den Paus en de
Kerk willen aibreken, en fanatieke klerikalen.
En gij durft het ons ten kwade duiden dat
wij, liberalen, met vooruitstrevers en socialis
ten naar hetzelfde doel streven als gij met uwe
onverbiddelijkste vijanden er hei voorbeeld
van aanpreekt
Kom, jongen, ge zijt t» onnoozel
Voorzichtig, manneken.
Wie zou ooit durven zeggen, zelfs
durven vermoeden hebben, dat majoor
ken Bébé het in de burgerwacht zoo
verre zou gebracht hebben
Meent die jongen dan toch waarlijk,
omdat hij fils a papa is of te baron Be-
thune voor vader heeft, dat hij die on
feilbare en machtige heet voor wien alles
moet zwijgen en allen moeten buigen
De ware verdienste is zedig, zegt de
spreuk die lieden vooral willen dikwijls
het meeste schijnen, welke aan wezent-
lijke waarde het minste bezitten.
Aan zulk gevaarlijk spel verbranden
deze verwaande vogels de weinige plui
men die hun nog bedekten en dan ver-
toonen zij zich in al hunne ellendige
naaktheid.
Het wapenonderzoek van zondag heeft
maar al te wel bewezen, waartoe iemand
in staat is, die meer wil zijn dan hij is
en meer wil kennen dan hij weet.
Verwaandheid en onkunde eindigen
altoos met op dergelijke wijze zich be
lachelijk en onnoozel te maken.
Op een peerdeken Bébéken spelen is
goed.
Fier als een pauw over de pluimen
zijn, is verstaanbaar. U uoen gehoorza
men en eerbiedigen is plicht.
Maar den Aalsterschen Czar uithan
gen, deftige burgers als kleine kinders
behandelen, den onfeilbaren en alweten-
den spelen, neen, mijnheer de Baron,
dat staat beneden uwe waardigheid en
boven uwe kennis.
Wij hadden altijd gedacht dat lieden
van adelijk bloed bij die médioentés
niet behoorden wij zien ongelukkiglijk
dat ge bezig zijt met nulleteit te worden.
Het Aelstersch karakter verdraagt
geenen dwang, of houdt van geene
groote lantarens met klein licht.
Wees voorzichtig, mannetje, en peinst
op de fabel van De kikvorsch en de os.
Wie zich te veel opblaast zal bersten.
O verlij tien.
Een onvoorzien geval heeft ons verleden
week belet eenige bij zonderheden mede te
deelen over de begraving van M. Baron van
der Noot.
,Men mag gerust zeggen dat gansch Moorsel
op de droeve plechtigheid tegenwoordig was
als blijk van achting voor hem die er wel poli
tieke tegenstrevers had, maar er toch niets dan
vrienden telde.
Uit Aalst en omstreken waren er pai'tijge-
genoten opgekomen en de liberale Associatie
was er door ou.ie en huidige Bestuurleden ver
tegenwoordigd.
De eerste lijkrede werd gehouden door M.
Van Wambeke
Wij laten hier degene volgen van M. Jos.
De Windt, een oude vriend en strijdmakker van
den overledene, en welke eenen diepen indruk
op al de aanwezigen maakte
Reeren
Werkmanskring
VOORUITGANG DOOR 'T WERK.
Het avondfeest verleden zondag door den
Werkmanskring Vooruitgang door 't Werk
in het lokaal Concobdia zijnen leden aange
boden is opperbest gelukt.
De medewerking van de Maatschappij
Onder Ons kan niet genoeg naar waarde
geschat worden, immers zonder muziek kan
geen feestje waarlijk aangenaam gemaakt wor
den en de stukjes van Onder Ons zijn zoo
keurig gespeeld dat ze de algemeene vroolijk-
heid gaande hielden en de tusschenpoozen on
opgemerkt deden voorbijgaan.
De heer Frans Schollaert heeft het lied De
Werkman zonder Werk, op eene voortreffe
lijke wijze gezongen het strekt hem ter eere
het als arbeider zoover op 't gebied der kunst
te hebben gebracht. Hij wierd toegejuicht en
teruggeroepen.
In zijne voordracht heeft de heer Voorzitter,
het nut, de voordeelen, de noodzakelijkheid
der stichting van eenen Onderlingen Bijstand
bewezen. Zijne woorden hebben indruk ge
maakt op al de aanwezigen en het is te hopen
dat zijne "'langdurige pogingen thans met goe
den uitslag zullen bekroond worden dat de
weiklieden eindelijk begrijpen zullen wat al
goeds, die inrichting hun zou verschaffen.
Ik zal niet behoeven te zeggen, dat de heer
Ladeuze werd toegejuicht en teruggeroepen
met zijne romancen Les Gueux, Le Core n
andere. Wie hem hoort, laat zich medeslepen
door zijne machtige, zuivere stem en voelt in
zijn hart de trillingen, die de dichters bij het
componeeren en schrijven van hun lied hebben
gevoeld.
Gaarne wou ik hier omstandig verhalen, wat
genoegen, wat genot de Too leelafdeeling mij
heeft doen smaken. Ret Schrikbewind en
Napoleon en Bismarck twee blijspelen die
ongemeen veel bijval verwierven, heböeu bij
al de aanwezigen den indruk der wezenlijkheid
te weeg gebracht. Onze tooneelliefhebbers
toonden, dat zij de hoofdhoedanigheid van een
goed tooneelkunstenaar bezitten, hetgeen een
hunner mij na het feest aldus uitdrukte W ij
hebben natuurlijk gespeeld. Hij zegde dit een
voudig weg, zonder wellicht te denken dat het
juist die natuurlijkheid is, welke gansch het
geheim hunner meesterlijke opvoering bevat.
Wie het feest van zondag 1.1. bijwoonde zal
met mij bekennen dat onze afdeeling voor geene
tooneelkringen moet wijken.
Het eerste optreden van Mej. Van Vaeren-
bergh is een ware triumf geweest. Hare wellui
dende stem, hare zuivere taal, hare houding
en spel waren verrukkelijk, ook werd zij toe
gejuicht en gevierd gelijk zij het wezendjk
verdiende. Mej. L. Van Vaerenbergh die zich
zoo ineen3 ter hoogte verheft van verdienste
lijke tooneelisten is eene kostbare aanwinst
voor den Werkmauskring. Zij zal door hare
medewerking het opvoeren van stukken moge
lijk maken, die zonder vroowenrol veel van
hunne waarde zouden verliezen of zelfs onmo
gelijk worden. Een werkend lid.
Tooneelnieuws.
Heden avond geeft onze werkzame
tooneel maatschappij Voor Taal en
Vrijheid hare tweede winterfeest.
De opvoering der drie welgekozen
stukken belooft buitengewoon puik te
zijn. Vooreerst heeft men de bevallige
comedie De Grolpot van den zoo gunstig
gekenden schrijver N. De Tière, en
waarin de Heer Battaille, wiens faam als
tooneelspeler genoeg gekend is, den
hoofdrol vervullen zal.
Verder komt het schoone drama De
vrouw van Egmont dat vroeger reeds
door de liefhebbers van Taal en Vrij
heid zoowel werdt vertolkt en daardoor
eenen ongehoorden bijval bekwam.
Om te sluiten een pareltje van den
meesterlijken Van Peene
Een man te trouwenblijspel met zang,
in hetwelk Mevr. Battaille, in vijf ver
schillende vrouwenrollen optreedt.
Wie het talent dezer tooneelspcelster
kent, weet dat zij voor die moeielijke
taak is opgewassen en dat zij met haar
natuurlijk spel zal zorgen dat er eens
smakelijk gelachen worde.
Een kundig orkester, onder het be
stuur van M. Tulkens zal het feest met
prachtige muziek opluisteren.
Alles verzekert dus dat er op Taal en
Vrijheid een genoeglijke avond zal te
slijten zijn.
Wij doen eenen dringenden oproep tot
onze vrienden om deze vertooning bij te
wonen de kunst, de spelers, de maat
schappij verdienen ten volle deze aan
moediging en ondersteuning.
Novcnibor.
Victorien Van de Weghe.
Landbouw.
Land-en Hovingbouwmaatschappij
van Aalst.
De toekomende vergadering zal plaats heb
ben den Zondag 15 November 1891, om 3 ure
nanoen, in het lokaal De Vier Winden.
DAGORDE
1. Maatregelen te nemen voor den prijskamp
van inkuiling van loof, rapen, beetafval, maïs,
enz.
2. Inschrijving voor de zaden welke de leden
begeeren te bekomen.
3. Kweek en voeding der rnnddieren om
voordeelig, verbeterend en winstgevend te
wezen. Med
VOORDRACHT
over,
den keus der fruitboomen met het oog op den
uitvoer, het bewaren van het fruit en het be
reiden van fruitdrank, gegeven op de maande-
lijksche vergadering van het Landbouwcomice
Aalst-Noord op Zondag, 18 October 1891 door
Is. BEECKMAN, hoofdonderwijzer, landbouw-
lceraar en boomteekkundige te Herdersem
Geachte Medeleden,
Sedert tiental jaren is de fruitkweek in ons
land met rasse schreden vooruitgegaan, dank
aan den onveraoeibaren iever der voordracht
gevers, het verspreiden van schriften over
fruitteelt, het houden van fruittentoonstellin-
gen en vooral, de schoone prijzen waarvoor de
goed fruiten verkocht werden, prijzen die, in
vergelijking met de andere landbouwproducten
zeer hoog waren en den fruitkweeker ruim
schoots voor zijne moeiten vergoeden. Ons land
is door ligging en klimaat aangewezen om de
fruitteelt op groote schaal toe te passen. Gele
gen aan de poorten der groote wereldstad is er
geen stipje op het Europeesche vasteland zoo
wel geschikt om Engelands hoofdstad te be
voorraden. De truitteeler houde zulks in 't oog
en schikke zich naar den eisch der vermoede
lijke verbruikers. Het groot getal gemeene
truitsoorten, thans nog in den lande verspreid,
de onkunde der kooplieden die sommige frui
ten ontijdig aan den man brengen alsmede de
overvloed m zekere tijden zijn soms oorzaken
■mn lage prijzen. Daarom bepale men zich tot
een klein getal variëteiten en men eische, groote
regelmatige vruchtbaarheid, vruchten van uit-
gelezeue hoedaningheid die op de markt gekend
en gretig gekocht worden.
Zulke zijn
Voor de peeren
Beurré Giffart.
Bon Chretien William.
Désiré Cornelis.
Clapp's favorite.
Double Philippe.
Poire de Tongre.
Louise Bonne d" Avranche.
Calebasse Bosc.
Voor de appels
Astracan rouge.
Borovitsky.
Zomer Rambour.
Jacques Lebel.
Rambour Papeleu.
n Mortier.
Grijze Reinette van Veurne.
Voor de pruimen
Bevers ivefavourit. Jun.
Monsieur Jaune J. Aug.
Victoria. A eg.
Bryanston gage Aug.
Reine Claude d'Althan.
Voor de gewolde persiken.
Amsden.
d'Oignies.
Baron Duf our.
Mme Bynaert.
Bonne de Mylbeke.
Voor de kale of gladde persiken of
brugnons
de Fellignies.
Michel Hellinckx.
Voor de kerzen
Guigne de Lamaurie.
d' Anonnay.
Belle d'Orléuns of précoce de Strasson.
Gouverneur Wood.
Bigarreau Jabonlay.
d'Esperen.
L
Dat het mij, ala oud-vriend van den afgestorvene
toegelaten zij een laatste vaarwel te zeggen aan hem,
wiens verlies wij heden betrenren. Eensgezind van
gedachten,bezield door gemeenschappelijke gevoelens,
strijdende naast hem voor dezelfde zaak heb ik al
de groote geest- en harthoedanigheden van Hem lee-
ren kennen, die in zijn leven baron Jozei van der
Noot was.
Geboren uit eene edele en oude familie, wier naam
in onze nationale geschiedenis beroemd is, zag hij
het levenslicht te Brussel den 7e Februari 1807, en
bracht verder met zijne ouders zijne kinderjaren in
het kasteel van Moorsel door. Nog jong toonde hij
moed, wilskracht en vastberadenheid, deugden die
den grond van zijn karakter uitmaakten hij nam
ijverig deel aan de gebeurtenissen, die de uitroeping
onzer onaf hankelijkheid tot uitslag hadden op drie-
en-twiutigjarïgen leeftijd, den 26 Oogst 1830, maakte
hij deel van de Burgerwacht te paard onder oevel van
kapitein Hotton en bewees met zijne wapenbroeders
uitnemende diensten gedurende de onlusten, die de
Belgische omwenteling vooraf- en medegingen.
Als geheimschrijver vergezelde hij Van de Weyer,
die gelast was geworden met het aanbieden der kroon
aan koning Leopold Ials sekretaris was hij geatta
cheerd bij het ministerie van buitenlandsche zaken
onder het voorloopig bewind, en werd hij ceremonie
meester benoemd bij de inhuldiging vau onzen eersten
Koning. Na hel einde der omwenteling, na de inrich
ting van het bestuur en de uitroeping van den Vorst,
werd van der Noot, te Moorsel teruggekeerd, in 183 i
burgemeester dier gemeente en in 1836 provinciaal
raadslid genoemd hij bekleedde dit ambt met eene
diepe bestuurlijke kennis tot 1848. Dan verwijderde
hij zich uit zijn land, en na een lang verblijf in Ame
rika, vestigde hij zich weder in het dorp Moorsel,
dat hij niet meer moest verlaten, van der Noot hield
zeer van de vrijheid, en wilde haar wijze uitbreiding.
De vrijzinnige en edelmoedige denkbeelden die hij
bezat, hadden zich ontwikkeld en versterkt in de vrije
streken der nieuwe wereld, en tot 't einde zijner loop
baan, bleef hij hun zeer gehecht. Van de eerste jaren,
werd hij lid der Liberale Associatie van Aalst, langen
tijd ondervoorzitter van het Kantonaal en van liet
Arrondissementskomiteit afgevaardigde bij de Fede
ratie, werd hem de titel van Eerelid, toegekend,
als zijne gezond ieid hem verplichttzich terug te
trekken. Hij werkte ijv rig en streelde met moed tot
den zege der grondstellingen, die hij aankleefde, en
tot welker verdediging hij zich gansch wijdde. Ver-
scbilleude malen, werd hij als caudidaat voorgedra
gen 't zij voor de gemeente, 't zij voor den gouwraad,
't zij voor de kamer op voorhand kende hij den te
verwachten uitslag, maar hij was overtuigd dat eene
partij slechts door den strijd blijft voort bestaan.
Na de nederlaag was hij nooit ontmoedigd, en nooit
werd zijnen ijver door tegenspoed verflauwd. In een
tijd in welken er zoovele zijn die hunne partij verla
ten, die tegen hun geweten handelen, om het toppunt
der waardigheden te bereiken, bleef hij standvastig
en onwankelbaar in zijne denkbeelden, hij offerde
zijne belangen op ten voordeele der beginselen die
hem duurbaar waren zijn naam, zijne betrekking,
zijn verstand, zijne werkzaamheden lieten hem toe
naar de hoogste eereposten te staan Hij sterft, groo
ter in zijne eenvoud, dan indien hij door een gunstig
bestuur met weldaden was overladen geworden. Hij
was uiterst verdraagzaam, en deze vrijheid indacht-
zaam, liet hij anderen toe met de zijne niet overeen
stemmende denkbeelden te hebben hij telde talrijke
vrienden, en zijn persoon boezemde symphatie in; had
hij tegenstrevers, hij had geene vijanden. Hij was
een door en door brave man hij was niet alleen mede
lijdend maar ook welwillend. Hoe zal hij betreurd
worden, in deze gemeente waar hij zooveel goeds
stichtte, waar de nederigste dorpbewoner bij hem toe-
fang vond Dagelijks met het volk in verkeer, aan
etwelk hij verknocht was, hielp hij het op alle wijzen
vooruit in de moeilijkheden van het leven. Zijn ver
lies zal vooral gevoelig wezen voor zijn gezin dat
trouw en liefderijk hem verzorgde, en aan hetwelke
hij de deugden ingeboezemd heeft, die hem kenmerk
ten. Dat men hem als burger, als vriend, als vader
beschouwe, men vindt hem overal en altijd denzelfden:
eenvoudig en rechtvaardig, steeds den rechten weg
volgende, zonder er nooit van af ta wijken, door allen,
ja door hen die zijne meening niet deelden geëerd,
wegens zijne oprechtheid en gedienstigheid. Op zijne
laatste stonden, wanneer de dood hem reeds een in
druk op het gelaat geprent had, wachtte hij dezelve
met kalmte af, te midden van al de zijnen, door droef
heid ter neer gedrukt door weenende vrienden en
verkleefde dienaars omgeven; te midden zijner die
naars hij heeft ze allen voorde laatste maal omhelsd,
om in een gevoel de liefde des gezins, den eerbied
voor de vriendschap en zijne volksgezinde neigingtn
samen te smelten. l)at was gansch de man 1
Hij heeft ons voor altijd verlaten 1 hij is in vrede
gestorven, zooals hij, die na zijne volbrachte taak, des
avonds gerust insluimertHij zal bij ons eene groote
leemte maken, maar zijn aandenken zal ons niet ver
laten; en, indien er eenige mogelijke verzachting aan
het leed zijns gezins en zijner vrienden te brengen is,
dat het die betuigingen van sympathie, van smart en
van achting wezen, dat vrienden allerwegen toege
sneld, hem eene laatste maal brengenvaarwel, van
der Noot, vaarwel 1
Muziek van Frans Abt.
I.
Uit der hoornen kruin de blaan
Vallend dwarlend op de baan
ituisschend door de grijze lucht
Kreuut het windje zucht op zucht
Want voor lang
Blijft 't lentgezang
ln de weide en dreven stom
Zoete rust over 't aarderijk alom
II.
Uit den gaarde is bloem en plant;
Kaal de weide, bloot het land
Kort de dag en lang de nacht
't Zonnelicht verliest zijn kracht
Ja, nog lang
Eer vogelzang
In de dreven, in de wei
Weelde en lust brengen zal met den Mei
III.
Samen rond den stillen haard,
Zit het huisgezin vergaard,
Koutend over werk en plicht,
Over 't geen weer moet verricht
Als eerlang
Weer zon en zang
't Al langs weide en dreven om
Wakker lcuBt juichend lente, ja, kom