vangen in veel grooter getal hebben toegeno men dan de bevolking gestegen is Hoe komt het dat zelfs met dit gelukkig stelsel M. I>e Smet in zijn verslag bekennen moet dat de rijken zoodanig voor bunnen eigen persoon zorgen, dat die overdreven ikzucht een gevaar voor de maatschappij geworden is en dat de wetgeving verplicht is Jaar tegen maatregelen te nemen. Volgens den verslaggever hebben de ontwik kelde en verstandige werklieden het volle ree it van kiezer te zijn. En wie sluit men buiten Juist zij, die het meest voor dit stemrecht gewerkt, gestreden hebben, ondit zij van de rechtveerdigheid burner zaak het beste overtuigd zijn, dank aan hunne verstandelijke ontwikkeling. M. De Smet verwerpt al die werklieden-kie zers omdat zij geene voldoende waarborgen van orde opleveren. Eu die werklieden worden politie-agent, en die boerenjongens worden gendarm, en die volksjongens worden soldaat. Zij allen worden geroepen om de orde te handtiaven aan ben wordt de plicht opgelegd om de voorrechten, de belangen van troon, autiar en kapitial te beschermen. Zij, aan wien men het kiesrecht weigert, omdat zij niet ordelievend zijn, moeten voor de openbare or Ie zorgen en de voorrechten van ben verde digen, die hun alle rechten-weigeren. Zeg eens, Slimmeken is dat niet wat grof De misnoegdheid groeit aan omdat de toe stand der arm ui onverdraaglijker wordt. Deze armen eisehen kiesrecht als een middel om de moeielijke werkerskwestie te helpen oplossen. Welnu het is juist aau die ontevredenen dat men dit fecht weigert. Dat heet men met vuur spelen. TViet tevreden. Denderbode schrijft dat de liberalen over het verslag van M. De Sraedt-De Naeyer niet tevreden zijn. Wij gelooven het we) 't zou er nog aan ontbreken zoo wij jubelden over een stelsel da4 de be kwaamste werklieden als onwaardige niet-kiezers veroordeelt, het kiesbedrog vertienvoudigt en de grootste partijdig heid invoert. Doch, het zijn wij alleen niet, die ontevreden zijn, want de ka tholieke Antwerpsche Escaut, het blad van M. Jacobs, zegt dat met het sys teem der bewoning het kiesbedrog met volle armen sal kunnen werken. Begrijpt ge nu, benderboaewaarom wij tegen het knoeiwerk van M. De Smedt zijn? Volgens dit stelsel zoudeti er op den buiten 400,000 boeren kiezer zijn, ter wijl de groote st den er slechts 150,000 en de kleine maar 170,000 zouden geven. Volgens dit stelsel zouden er in de mijnen- en nijverheidsstreken met dui zenden werklieden van dit recht versto ken blijven. Volgens dit stelsel zouden de onge luk kigsten, de armsten, buiten gesloten blijven. Volgens dit stelsel zou het bedrog in het opstellen der kiezerslijsten kolos saal worden. Welnu dat vraagt het volk niet en daarom zeggen wij Weg met dat knoei werk en leve 't algemeen stemrecht. Ander tijden. In ons wijwaterblad van 5 November laatst staat de volgende kristelijke proza De rentenierende schoolmeesters hebben al lang genoeg den luifrak uit- gehangen om aan hun lekker leventje vaarwel te zeggen. Verders klinkt het nog van schijn heiligen, comedianten, opeters van het land en 'k weet niet wat. De jongen die zich voor een braaf kristene uitgeeft heeft veel leute om dat minister Broekmans, door de wacht gelden te verminderen of totaal af te schaffen, het akelig woord van M. Ja cobs tot waarheid heeft gemaakt er zal geween en tandengeknars zijn. Broodrooven is voor die godvreezende lieden een waar genoegen. Waar is de tijd (21 november 1884) dat minister Thonissen in de Kamers uitriep Ik wil dat het onderwijs waardig zij van u het land en op de hoogte der tegen- u woordige wetenschap. Er is door de wet geenen tijd bepaald om dewacht- gelden af te schaffen en dat is ook nooit mijne bedoeling geweest. Ik zal mijwei wachten van aan de onderwij- zers te zeggen Welhoe, gij sijt nog niet geplaatst en ik ga u daarom uw wachtgeld ontnemen. Het ware bar- baarschheid een onderwijzer te dwin- gen eene bediening te aanvaarden die hem niet zou gaan of niet gelijken. Nooit zal men in België die afschaffing brutaal zien gebeuren. Geen enkel mi- nisterie sou zulke groote onrechtvaardig- heid durven bedrijven. NOOIT zou dat gebeuren, en het is gebeurd wat beter is, men zingt vreug deliederen over het gepleegde onrecht. Het blad van den Naamèchen|bisschop, l'Ami de l'ürdre, klapt met beide han den voor de broodrooverij van minister Pantalon en brengt de volgende zeer deftige en zeer katholieke verschooning in Wanneer men zijnen knecht afdankt betaalt men hem geen wachtgeld. Waarom het doen voor de onderwij- zers L'Ami de VOrdreals slaaf van den bisschop van Namen, moest natuurlijk die vergelijking vinden en aldus de spreuk waar maken onbeschoft als een lakei van grooten huize. 't Is waar, men geeft geen wachtgeld aan eenen dienstbode, maar zoo hij trouw en eerlijk gediend heeft en dat men hem zijnen dienst opzegt zonder eenige vergelding, dan handelt men wreed en onrechtvaardig. De meeste klerikale bladen zoeken in hun kristelijlc woordenboek de walge lijkste beleedigingen uit om ze naar het hoofd der ongelukkige op wachtgeld gestelde onderwijzers te werpen. Wij hebben hierboven doen zien dat Denderbode in dit onmenschelijk werk onwaardig voor lien die zich de vol gelingen van Kristus heeten niet ten achter staat. Geen scheldnaam is te gemeen voor die godvreezende lieden, geene bespot ting te bitter. Wanneer men dergelijke eerlooshe den leest, clan krimpt het hert van af keer en denkt men onwillekeurig aan eene schrikkelijke wederwrake.... Gij zult ze niet gestolen hebben, H. H. kle- rikalen. De beschermelingen van M. DeSmet. De verslaggever der Midden-Sectie, de wijd vermaarde M. De Smet, is van gevoelen dat een werkman, die de middelen heeft om een huis te bewonen, veel eerlijker en werkzamer is dan een ander, die op eene kamer woont. Dat is op onrechtstreekscbe manier beweren dat de steedsche arbeiders, die zich over bet algemeen met een paar kamers moeten tevre den stellen, van twijfelachtige zedelijkheid zijn, terwijl de buitenbewoner, die, boe arm bij ook weze, toch zijn eigen woon beeft, uit blinkt door zijne deugden, zijnen werklust en zijne schitterende verstandelijke gaven. Wij hebben de beschermelingen van M" De Smet aan het werk gezien te Zonnebeke en elders. Er gebeuren, ieder oogenblik feiten, welke alles behalve een gunstig daglicht wer pen op de zoo geroemde zedelijkheid der huis bewoners. In eene gemeente vau bet arrondissement Gent zijn al de leden van bet gemeentebestuur oud-veroordeelden eenigejaren geleden kon den de budjetten zelfs niet gestemd worden, omdat de meerderheid van den gemeenteraad te Gent in de gevangenis zat Wij vragen niet dat men zulke huisbewoners van de stembus outhoude, neen Wanneer zij bet stemrecht bezitten, zal de regeering begrijpen dat het hare plicht is ben te onderwijzen en te beschaven. Maar de deugden en de zedelijkheid dier lieden aanhalen, tegenover de brutale neigin gen der werklieden uit de groote steden, en daarop steunen om aan de laatsten bet stem recht te weigeren.... dat is nog al kras, niet waar Hoe slim Als Denderbode wil doen zien wat het gedacht van de liberale partij is dan geeft hij uittreksels van Le Journal de Liege of van La Meusetwee doctrinaire dag bladen van Luik. Maar het zwijgt zich dood over het gevoelen van de gansche liberale pers van Brussel, van bijna al de vrijzinnige bladen der Waalsche provinciën, van La Flandre libérale van Gent, VOpinion en le Précurseur van Antwerpen, enz., enz., welke allen het algemeen stem recht den voorkeur geven. Het zwijgt stil over de verklaringen zondag laatst door de liberale leiders van Antwerpen op het groot banket van den Liberalen Vlaamschen Bond gedaan. Het zwijgt stil over de honderden meetingen overal in steden en dorpen ten voordeele van het algemeen stem recht gegeven. Het zwijgt stil over de duizenden, welke dit stelsel aankleven en over de honderden welke het dagelijks bij wint. Wat zou Denderbode zeggen van hem die, om de menschelijke levenskracht te bepalen, den pols zou gaan voelen van eenen uitgeleefden grijsaard van negen tig jaar Denderbode zou hem een dwaas hee ten; welnu Slimmeken handelt niet veel wijzer. En zij dan Ons pastoorsblad kan bet maar niet verge ven dat wij met de werkliedenpartij samen spannen en liberale lokalen aan socialisten en vooruitstrevers leenen om er meetingen ten voordeele van de herziening en van bet alge meen stemrecht te geven. Alhoewel dit verwijt ons totaal onverschillig laat, zeggen wij zoo haastig niet, kameraad, want ge zoudt wel van hetzelfde sop kunnen overgoten zijn. Ja, wij achten bet onzen plicht met de pro gressisten en socialisten samen te spannen om aan de oplossing mede te werken van al die maatschappelijke kwestiën, waarvan men in 't Kongres van Mechelen gezegd heeft dat zij lofwaardig en rechtvaardig zijn. En in die taak staan wij niet alleen. Maar gij dan, die u zoo verontwaardigd schijnt te toonen o\er die samenwerking, ver geet gij dan dat de katholieke partij zeer dik wijls met de socialisten samen heeft geheuld Vergeet gij dan den oproep der Antwerpsche klerikale bladen &tot de Joden en Protestanten tijdens de laatste gemeentekiezinp, om toch maar voor de Japlij st te stemmmen En zelf in uw nummer van 5 dezer, wat vin nen wij De eerste de beste samenwerking van de radicalen met de rechterzijde werpt het mi- nisterie Constance om verre. Wat belieft er u, Slimmeken Gij wenscht die samenwerking uit gansch uw hartgij snakt naar die eerste, beste gelegenheid, tus- schenradikalen, die totaal met den Paus en de Kerk willen aibreken, en fanatieke klerikalen. En gij durft het ons ten kwade duiden dat wij, liberalen, met vooruitstrevers en socialis ten naar hetzelfde doel streven als gij met uwe onverbiddelijkste vijanden er hei voorbeeld van aanpreekt Kom, jongen, ge zijt t» onnoozel Voorzichtig, manneken. Wie zou ooit durven zeggen, zelfs durven vermoeden hebben, dat majoor ken Bébé het in de burgerwacht zoo verre zou gebracht hebben Meent die jongen dan toch waarlijk, omdat hij fils a papa is of te baron Be- thune voor vader heeft, dat hij die on feilbare en machtige heet voor wien alles moet zwijgen en allen moeten buigen De ware verdienste is zedig, zegt de spreuk die lieden vooral willen dikwijls het meeste schijnen, welke aan wezent- lijke waarde het minste bezitten. Aan zulk gevaarlijk spel verbranden deze verwaande vogels de weinige plui men die hun nog bedekten en dan ver- toonen zij zich in al hunne ellendige naaktheid. Het wapenonderzoek van zondag heeft maar al te wel bewezen, waartoe iemand in staat is, die meer wil zijn dan hij is en meer wil kennen dan hij weet. Verwaandheid en onkunde eindigen altoos met op dergelijke wijze zich be lachelijk en onnoozel te maken. Op een peerdeken Bébéken spelen is goed. Fier als een pauw over de pluimen zijn, is verstaanbaar. U uoen gehoorza men en eerbiedigen is plicht. Maar den Aalsterschen Czar uithan gen, deftige burgers als kleine kinders behandelen, den onfeilbaren en alweten- den spelen, neen, mijnheer de Baron, dat staat beneden uwe waardigheid en boven uwe kennis. Wij hadden altijd gedacht dat lieden van adelijk bloed bij die médioentés niet behoorden wij zien ongelukkiglijk dat ge bezig zijt met nulleteit te worden. Het Aelstersch karakter verdraagt geenen dwang, of houdt van geene groote lantarens met klein licht. Wees voorzichtig, mannetje, en peinst op de fabel van De kikvorsch en de os. Wie zich te veel opblaast zal bersten. O verlij tien. Een onvoorzien geval heeft ons verleden week belet eenige bij zonderheden mede te deelen over de begraving van M. Baron van der Noot. ,Men mag gerust zeggen dat gansch Moorsel op de droeve plechtigheid tegenwoordig was als blijk van achting voor hem die er wel poli tieke tegenstrevers had, maar er toch niets dan vrienden telde. Uit Aalst en omstreken waren er pai'tijge- genoten opgekomen en de liberale Associatie was er door ou.ie en huidige Bestuurleden ver tegenwoordigd. De eerste lijkrede werd gehouden door M. Van Wambeke Wij laten hier degene volgen van M. Jos. De Windt, een oude vriend en strijdmakker van den overledene, en welke eenen diepen indruk op al de aanwezigen maakte Reeren Werkmanskring VOORUITGANG DOOR 'T WERK. Het avondfeest verleden zondag door den Werkmanskring Vooruitgang door 't Werk in het lokaal Concobdia zijnen leden aange boden is opperbest gelukt. De medewerking van de Maatschappij Onder Ons kan niet genoeg naar waarde geschat worden, immers zonder muziek kan geen feestje waarlijk aangenaam gemaakt wor den en de stukjes van Onder Ons zijn zoo keurig gespeeld dat ze de algemeene vroolijk- heid gaande hielden en de tusschenpoozen on opgemerkt deden voorbijgaan. De heer Frans Schollaert heeft het lied De Werkman zonder Werk, op eene voortreffe lijke wijze gezongen het strekt hem ter eere het als arbeider zoover op 't gebied der kunst te hebben gebracht. Hij wierd toegejuicht en teruggeroepen. In zijne voordracht heeft de heer Voorzitter, het nut, de voordeelen, de noodzakelijkheid der stichting van eenen Onderlingen Bijstand bewezen. Zijne woorden hebben indruk ge maakt op al de aanwezigen en het is te hopen dat zijne "'langdurige pogingen thans met goe den uitslag zullen bekroond worden dat de weiklieden eindelijk begrijpen zullen wat al goeds, die inrichting hun zou verschaffen. Ik zal niet behoeven te zeggen, dat de heer Ladeuze werd toegejuicht en teruggeroepen met zijne romancen Les Gueux, Le Core n andere. Wie hem hoort, laat zich medeslepen door zijne machtige, zuivere stem en voelt in zijn hart de trillingen, die de dichters bij het componeeren en schrijven van hun lied hebben gevoeld. Gaarne wou ik hier omstandig verhalen, wat genoegen, wat genot de Too leelafdeeling mij heeft doen smaken. Ret Schrikbewind en Napoleon en Bismarck twee blijspelen die ongemeen veel bijval verwierven, heböeu bij al de aanwezigen den indruk der wezenlijkheid te weeg gebracht. Onze tooneelliefhebbers toonden, dat zij de hoofdhoedanigheid van een goed tooneelkunstenaar bezitten, hetgeen een hunner mij na het feest aldus uitdrukte W ij hebben natuurlijk gespeeld. Hij zegde dit een voudig weg, zonder wellicht te denken dat het juist die natuurlijkheid is, welke gansch het geheim hunner meesterlijke opvoering bevat. Wie het feest van zondag 1.1. bijwoonde zal met mij bekennen dat onze afdeeling voor geene tooneelkringen moet wijken. Het eerste optreden van Mej. Van Vaeren- bergh is een ware triumf geweest. Hare wellui dende stem, hare zuivere taal, hare houding en spel waren verrukkelijk, ook werd zij toe gejuicht en gevierd gelijk zij het wezendjk verdiende. Mej. L. Van Vaerenbergh die zich zoo ineen3 ter hoogte verheft van verdienste lijke tooneelisten is eene kostbare aanwinst voor den Werkmauskring. Zij zal door hare medewerking het opvoeren van stukken moge lijk maken, die zonder vroowenrol veel van hunne waarde zouden verliezen of zelfs onmo gelijk worden. Een werkend lid. Tooneelnieuws. Heden avond geeft onze werkzame tooneel maatschappij Voor Taal en Vrijheid hare tweede winterfeest. De opvoering der drie welgekozen stukken belooft buitengewoon puik te zijn. Vooreerst heeft men de bevallige comedie De Grolpot van den zoo gunstig gekenden schrijver N. De Tière, en waarin de Heer Battaille, wiens faam als tooneelspeler genoeg gekend is, den hoofdrol vervullen zal. Verder komt het schoone drama De vrouw van Egmont dat vroeger reeds door de liefhebbers van Taal en Vrij heid zoowel werdt vertolkt en daardoor eenen ongehoorden bijval bekwam. Om te sluiten een pareltje van den meesterlijken Van Peene Een man te trouwenblijspel met zang, in hetwelk Mevr. Battaille, in vijf ver schillende vrouwenrollen optreedt. Wie het talent dezer tooneelspcelster kent, weet dat zij voor die moeielijke taak is opgewassen en dat zij met haar natuurlijk spel zal zorgen dat er eens smakelijk gelachen worde. Een kundig orkester, onder het be stuur van M. Tulkens zal het feest met prachtige muziek opluisteren. Alles verzekert dus dat er op Taal en Vrijheid een genoeglijke avond zal te slijten zijn. Wij doen eenen dringenden oproep tot onze vrienden om deze vertooning bij te wonen de kunst, de spelers, de maat schappij verdienen ten volle deze aan moediging en ondersteuning. Novcnibor. Victorien Van de Weghe. Landbouw. Land-en Hovingbouwmaatschappij van Aalst. De toekomende vergadering zal plaats heb ben den Zondag 15 November 1891, om 3 ure nanoen, in het lokaal De Vier Winden. DAGORDE 1. Maatregelen te nemen voor den prijskamp van inkuiling van loof, rapen, beetafval, maïs, enz. 2. Inschrijving voor de zaden welke de leden begeeren te bekomen. 3. Kweek en voeding der rnnddieren om voordeelig, verbeterend en winstgevend te wezen. Med VOORDRACHT over, den keus der fruitboomen met het oog op den uitvoer, het bewaren van het fruit en het be reiden van fruitdrank, gegeven op de maande- lijksche vergadering van het Landbouwcomice Aalst-Noord op Zondag, 18 October 1891 door Is. BEECKMAN, hoofdonderwijzer, landbouw- lceraar en boomteekkundige te Herdersem Geachte Medeleden, Sedert tiental jaren is de fruitkweek in ons land met rasse schreden vooruitgegaan, dank aan den onveraoeibaren iever der voordracht gevers, het verspreiden van schriften over fruitteelt, het houden van fruittentoonstellin- gen en vooral, de schoone prijzen waarvoor de goed fruiten verkocht werden, prijzen die, in vergelijking met de andere landbouwproducten zeer hoog waren en den fruitkweeker ruim schoots voor zijne moeiten vergoeden. Ons land is door ligging en klimaat aangewezen om de fruitteelt op groote schaal toe te passen. Gele gen aan de poorten der groote wereldstad is er geen stipje op het Europeesche vasteland zoo wel geschikt om Engelands hoofdstad te be voorraden. De truitteeler houde zulks in 't oog en schikke zich naar den eisch der vermoede lijke verbruikers. Het groot getal gemeene truitsoorten, thans nog in den lande verspreid, de onkunde der kooplieden die sommige frui ten ontijdig aan den man brengen alsmede de overvloed m zekere tijden zijn soms oorzaken ■mn lage prijzen. Daarom bepale men zich tot een klein getal variëteiten en men eische, groote regelmatige vruchtbaarheid, vruchten van uit- gelezeue hoedaningheid die op de markt gekend en gretig gekocht worden. Zulke zijn Voor de peeren Beurré Giffart. Bon Chretien William. Désiré Cornelis. Clapp's favorite. Double Philippe. Poire de Tongre. Louise Bonne d" Avranche. Calebasse Bosc. Voor de appels Astracan rouge. Borovitsky. Zomer Rambour. Jacques Lebel. Rambour Papeleu. n Mortier. Grijze Reinette van Veurne. Voor de pruimen Bevers ivefavourit. Jun. Monsieur Jaune J. Aug. Victoria. A eg. Bryanston gage Aug. Reine Claude d'Althan. Voor de gewolde persiken. Amsden. d'Oignies. Baron Duf our. Mme Bynaert. Bonne de Mylbeke. Voor de kale of gladde persiken of brugnons de Fellignies. Michel Hellinckx. Voor de kerzen Guigne de Lamaurie. d' Anonnay. Belle d'Orléuns of précoce de Strasson. Gouverneur Wood. Bigarreau Jabonlay. d'Esperen. L Dat het mij, ala oud-vriend van den afgestorvene toegelaten zij een laatste vaarwel te zeggen aan hem, wiens verlies wij heden betrenren. Eensgezind van gedachten,bezield door gemeenschappelijke gevoelens, strijdende naast hem voor dezelfde zaak heb ik al de groote geest- en harthoedanigheden van Hem lee- ren kennen, die in zijn leven baron Jozei van der Noot was. Geboren uit eene edele en oude familie, wier naam in onze nationale geschiedenis beroemd is, zag hij het levenslicht te Brussel den 7e Februari 1807, en bracht verder met zijne ouders zijne kinderjaren in het kasteel van Moorsel door. Nog jong toonde hij moed, wilskracht en vastberadenheid, deugden die den grond van zijn karakter uitmaakten hij nam ijverig deel aan de gebeurtenissen, die de uitroeping onzer onaf hankelijkheid tot uitslag hadden op drie- en-twiutigjarïgen leeftijd, den 26 Oogst 1830, maakte hij deel van de Burgerwacht te paard onder oevel van kapitein Hotton en bewees met zijne wapenbroeders uitnemende diensten gedurende de onlusten, die de Belgische omwenteling vooraf- en medegingen. Als geheimschrijver vergezelde hij Van de Weyer, die gelast was geworden met het aanbieden der kroon aan koning Leopold Ials sekretaris was hij geatta cheerd bij het ministerie van buitenlandsche zaken onder het voorloopig bewind, en werd hij ceremonie meester benoemd bij de inhuldiging vau onzen eersten Koning. Na hel einde der omwenteling, na de inrich ting van het bestuur en de uitroeping van den Vorst, werd van der Noot, te Moorsel teruggekeerd, in 183 i burgemeester dier gemeente en in 1836 provinciaal raadslid genoemd hij bekleedde dit ambt met eene diepe bestuurlijke kennis tot 1848. Dan verwijderde hij zich uit zijn land, en na een lang verblijf in Ame rika, vestigde hij zich weder in het dorp Moorsel, dat hij niet meer moest verlaten, van der Noot hield zeer van de vrijheid, en wilde haar wijze uitbreiding. De vrijzinnige en edelmoedige denkbeelden die hij bezat, hadden zich ontwikkeld en versterkt in de vrije streken der nieuwe wereld, en tot 't einde zijner loop baan, bleef hij hun zeer gehecht. Van de eerste jaren, werd hij lid der Liberale Associatie van Aalst, langen tijd ondervoorzitter van het Kantonaal en van liet Arrondissementskomiteit afgevaardigde bij de Fede ratie, werd hem de titel van Eerelid, toegekend, als zijne gezond ieid hem verplichttzich terug te trekken. Hij werkte ijv rig en streelde met moed tot den zege der grondstellingen, die hij aankleefde, en tot welker verdediging hij zich gansch wijdde. Ver- scbilleude malen, werd hij als caudidaat voorgedra gen 't zij voor de gemeente, 't zij voor den gouwraad, 't zij voor de kamer op voorhand kende hij den te verwachten uitslag, maar hij was overtuigd dat eene partij slechts door den strijd blijft voort bestaan. Na de nederlaag was hij nooit ontmoedigd, en nooit werd zijnen ijver door tegenspoed verflauwd. In een tijd in welken er zoovele zijn die hunne partij verla ten, die tegen hun geweten handelen, om het toppunt der waardigheden te bereiken, bleef hij standvastig en onwankelbaar in zijne denkbeelden, hij offerde zijne belangen op ten voordeele der beginselen die hem duurbaar waren zijn naam, zijne betrekking, zijn verstand, zijne werkzaamheden lieten hem toe naar de hoogste eereposten te staan Hij sterft, groo ter in zijne eenvoud, dan indien hij door een gunstig bestuur met weldaden was overladen geworden. Hij was uiterst verdraagzaam, en deze vrijheid indacht- zaam, liet hij anderen toe met de zijne niet overeen stemmende denkbeelden te hebben hij telde talrijke vrienden, en zijn persoon boezemde symphatie in; had hij tegenstrevers, hij had geene vijanden. Hij was een door en door brave man hij was niet alleen mede lijdend maar ook welwillend. Hoe zal hij betreurd worden, in deze gemeente waar hij zooveel goeds stichtte, waar de nederigste dorpbewoner bij hem toe- fang vond Dagelijks met het volk in verkeer, aan etwelk hij verknocht was, hielp hij het op alle wijzen vooruit in de moeilijkheden van het leven. Zijn ver lies zal vooral gevoelig wezen voor zijn gezin dat trouw en liefderijk hem verzorgde, en aan hetwelke hij de deugden ingeboezemd heeft, die hem kenmerk ten. Dat men hem als burger, als vriend, als vader beschouwe, men vindt hem overal en altijd denzelfden: eenvoudig en rechtvaardig, steeds den rechten weg volgende, zonder er nooit van af ta wijken, door allen, ja door hen die zijne meening niet deelden geëerd, wegens zijne oprechtheid en gedienstigheid. Op zijne laatste stonden, wanneer de dood hem reeds een in druk op het gelaat geprent had, wachtte hij dezelve met kalmte af, te midden van al de zijnen, door droef heid ter neer gedrukt door weenende vrienden en verkleefde dienaars omgeven; te midden zijner die naars hij heeft ze allen voorde laatste maal omhelsd, om in een gevoel de liefde des gezins, den eerbied voor de vriendschap en zijne volksgezinde neigingtn samen te smelten. l)at was gansch de man 1 Hij heeft ons voor altijd verlaten 1 hij is in vrede gestorven, zooals hij, die na zijne volbrachte taak, des avonds gerust insluimertHij zal bij ons eene groote leemte maken, maar zijn aandenken zal ons niet ver laten; en, indien er eenige mogelijke verzachting aan het leed zijns gezins en zijner vrienden te brengen is, dat het die betuigingen van sympathie, van smart en van achting wezen, dat vrienden allerwegen toege sneld, hem eene laatste maal brengenvaarwel, van der Noot, vaarwel 1 Muziek van Frans Abt. I. Uit der hoornen kruin de blaan Vallend dwarlend op de baan ituisschend door de grijze lucht Kreuut het windje zucht op zucht Want voor lang Blijft 't lentgezang ln de weide en dreven stom Zoete rust over 't aarderijk alom II. Uit den gaarde is bloem en plant; Kaal de weide, bloot het land Kort de dag en lang de nacht 't Zonnelicht verliest zijn kracht Ja, nog lang Eer vogelzang In de dreven, in de wei Weelde en lust brengen zal met den Mei III. Samen rond den stillen haard, Zit het huisgezin vergaard, Koutend over werk en plicht, Over 't geen weer moet verricht Als eerlang Weer zon en zang 't Al langs weide en dreven om Wakker lcuBt juichend lente, ja, kom

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1891 | | pagina 2