6de Jaar. Abonnementsprijsvoorop betaalbaar. Prijs der AnnoncenEeklamen, 76 cenüemen j per drukregel. Lieve Jonkvrouw Trotschhart LIBERAAL WEEKBLAD VOOR «u 5 fr. voor de stad. I 5 tr 50 voor den buiten, PRIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN. Men abonneert zichop alle postkantoren voor den buitenvoor de stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. d„::« Gewone, 15 centiemen Vonnissen op de derde bladzijde, frank. Nee spe nee metu. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. AALST, 5 DECEMBER. De personen die een abonnement nemen aan Be Dendergalm voor het jaar 1892 zul len de tot nieuwjaar verschijnende num mers gratis ontvangen. Buitenlandsch politiek overzicht. Frankrijk. De werkstaking in de koolmijnen van het Noorden uitgebro ken is ten voorüeele der werklieden af- geloopen. De gevraagde loonsverhooging is toegestaan en de weggezonden mijn werkers werden weer terug aangeno men. Alles is er nu kalm en overal is men op nieuw aan 't werk gegaan. In de Kamer zal er aan het ministerie gevraagd worden welke maatregelen het zal nemen tegenover de bisschoppen welke de republiekeinsche instellingen niet eerbiedigen. Italië. Volgens de laatste berichten zou Leo XIII aan den veroordeelden bisschop Goutte-Soulard geschreven hebben, dat hij dezes handelwijze niet kan goedkeuren. Engeland. Men heeft ontdekt dat de hofmeester van den eersten minister een vermonden Jesuiet was, die zich in het geheim bij M. Salisbury had weten binnen te smokkelen ongetwijfeld met het doel van alzoo achter staatsgeheimen te geraken. Oostenrijk. De besprekingen nopens het handelstraktaat tusschen Duitsch- land, Oostenrijk en België zijn geëin digd. Het traktaa^ is door de gevol machtigden der 3 Staten geteekend. Octrooibedienden en Onderwijzers. Het groot argument, waar de klerika- len altijd meê voor den dag komen, als men hun al het schandalige,val het hate lijke en barbaarsche van hunne handel wijze tegenover de afgedankte onderwij zers onder 't oog brengt, is De liberalen hebben het octrooi afgeschaft en al de bedienden, welke er aangehecht waren, slechts DRIJ jaren wachtgeld gegeven Wij t even de onderwijzers nu reeds /.even jaren wacht geld en doen dus meer dan gij hebt ge daan Als zij dit hebben gezegd, denken zij 30. Vrij naar H Engelsch. Op dit oogenblik ontwaarden de beide meis jes, die nevens elkander zaten, de tegenwoor digheid van Christiaan Pembroke in het salon. Zij bemerkten ook dat, toen hij hen zag, een lichte blos en dan eene schaduwe over zijn gelaat vloog. Hij ziet haar... dacht Marie en haar hart was vol medelijden en treurigheid. Hij ziet haar... dacht Sibylla, en haar hart klopte geweldig van ij verzucht en gram schap. Christiaan had inderdaad naar de twee meis jes gezien. Hij was het zeker, Marie was vrien delijk met Sibylla uit loutere goedheid, en wel licht omdat zij arm was en er personen waren die met haarden spot dreven. Wat ziet zij er edel uit dacht hij dat koninklijk meisje, en hoe steken hare krachtige wezenstrekken af tegen het oleek gelaat van het meisje aan hare zijde. Ach Godzoo dacht hij als hij zijne blikken weer op haar sloeg zou het kunnen mogelijk zijn dat zij mij bemint? Hoe menig maal gedurende deze laatste dagen had eene zeldzaam zoete hoop zijnen geest bekoord Toen Christiaan binnenkwam was er juist iemand beginnen zingen om geene stoornis te verwekken, moest hij blijven staan en welvoe gelij kheidshalve toeluisteren. Dat verheugde hem, want zoo kon hij onaehinderd naar Marie zien, en het tooverspel der zeldzame hoop waar mede hij haar beschouwde kon eenige oogen- blikken langer duren. Indien zegde zijn hart -- zij mij eens heden, in deze zaal, dooreen alles gezegd en hunne tegenstrevers plat te hebben geslagen. Maar comparaison n'est pas toujours raison met vergelijking heeft men altijd geen gelijk en met deze minder dan met alle anderen. Er is zelfs geene vergelijking moge lijk de twee toestanden verschillen he melsbreed. Nu men in de Kamer weer met dit argument optreedt, willen wij eens doen zien dat de vergelij king aan niets gelijkt. De liberalen, het is waar, hebben het octrooi afgeschaft en de bedienden, wel ke zonder plaats waren, drij jaren wachtgeld verleend. Er was niets anders aan te doen vermits men dezen open baren dienst afschafte, was het natuur lijk dat de bedienden zonder plaats vie len. Doch men jaagde hen niet uit haat en wraak weg en daar het allen trou we beambten waren geweest, schonk men hun drij jaren wedde, om hun den tijd te geven eene andere plaats te zoe ken. Velen van hen vonden er alras eene, want nergens waren de gemeenten en bevolkingen tegen hen opgehitst en opgestookt nergens werden zij aan den haat en de verachting der burgers over geleverd. Het octrooi bestond enkel in de steden en eenige groote gemeenten. Vele der bedienden traden in den policiedienst, of in Stads- of Staatsdiensten, waarzij geacht en geteld werden en weldra eene goede, soms eene betere positie terug vonden. Hunne afdanking was dus niet het ge volg van dwinglandij of vervolging, maar het gevolg der afschaffing van hunnen dienst zelf. Is dat nu ook het geval met de offi- cieele onderwijzers Heeft men den dienst, waarin zij wa ren, het openbaar onderwijs, in het al gemeen belang afgeschaft, zooals met het octrooi was gebeurd Neen, het onderwijs is blijven bestaan en bestaat, na zeven jaren moorderij, nog. Bezield met haat en verachting, met wraaklust, met de hatelijkste onmen- schelijke gevoelens heeft men die onge- lukkigen welke trouw op hunnen post van eer wilden blijven, weggejaagd, weggeschopt als schurfte honden en hen op een karig wachtgeld gesteld en eens weggejaa d, heeft men hunne plaatsen aan anderen gegeven, aan dom koppen, ezels, vreemdelingen, verach- terlijke lieden, die creaturen der paperij waren. woord, door een teeken, of dooréenen hand druk zegde?... Hij streelde, hij liefkoosde dezen droom en duchtte het einde van den zang, vreezende dat er iets zou gebeuren dat hem zou wakker schudden. Nog eer de zang geëindigd was, zag Chris tiaan madame Zeegrave van hare plaats glij den om een nieuwen aankomende met bijzon dere vriendschap te verwelkomen. En, zeld zaam, met eene huivering ontwaakte Christiaan uit zijnen droom 't was Ronald Vidal... Sedert eenigen tijd had Christiaan Vidal weinig gezien, en zoo was hij beginnen denken, dat hij zich wellicht bedrogen had over Vidals inzichten jegens Marie. Vidals verschijning hier vvas voor Christiaan de grootste ougeiuks- bode dien hij zien kon. Welkom, welkom zegde madame Zee grave, die Ronalds hand in de hare gehouden had, tot dat de zang geëindigd was. Wat goedheid mij te komen bezoeken, en dit in vollen luister van uwen zegepraal... Iedereen spreekt van u Ik ben er fier op... Iedereen wil u kennen, doch iedereen kent u thans als een staatsman. Vidal dankte haar hartelijk en ontsnapte. Madame Zeegrave, rondziende, bevond zich nevens Christiaan. Gij kent mijnheer Vidal Is hij niet een zeer beminnelijk jongeling Gij kent hem na tuurlijk. Gij ziet dikwijls de Challoners. En is het waar wat er gezegd wordt Maar gij wilt er misschien niets van zeggen gij zijt zoo bescheiden en ik bemin de bescheidenheid, vooral bij jonge lieden o ja, vooral bij jonge lieden Het is geene bescheidenheid in dit geval madame zegde Christiaan bijna morsch maar ilt weet niet wat gij zeggen wilt. Nopens jonkvrouw Marie en Vidal zijn verloofd, zegt men.,.O, eene zeer verrukkelijke historie zegt men. En fluisterend voegde Ea als die ongelukkige slachtoffers van den klerikalen haat, van de wraak der papen, het beproeven ergens eene openstaande plaats te vragen, wordt ze hun boosaardig geweigerd en worden zij nog gebannen en geschuwd als of zij verpesten waren Meer nog die wraak is nog niet ge noeg. Ziende dat zij onmogelijk ergens eene plaats kunnen bekomen, wat moeite zij er ook voor doenhoe zij er voor smee- ken, beleedigt en vervloekt men hen nog en spot met hunne ellende. Zij lijden gebrek, zij ondergaan met vrouw en kinderen bijna den grootsten nood en toch vinden de papen, de klerikalen in hun hart geene snaar die trilt van medelijden, van menschelijk gevoel. Geene genade voor die schurken Hun mager wachtgeld, die armzalige korst brood moet hun nog uit den mond gesleurd en zij, met gade en kroost moe ten tot den hongerdood gedoemd wor den Qu'ils s'en aillent riep zekeren dag de lieftallige Woeste grijnslachend uit. Qu'ils crèventdenken nu papen en klerikalen. Ze durven het niet luidop zeggen, maar wat zij denken, stellen zij in het werk. De zoetsappige Thonissen weze hij in den hemel moest zelfs eens ver klaren dat hij tranen moest storten, als hij dacht aan het lot der ongelukkige onderwijzers. Of de tranen echt waren, laten wij God en den meulder scheiden. Maar wij vragen aan ieder rechtscha pen mensch, of het mogelijk is de han- lelwijze der liberalen, ten aanzien der octrooibedienden, te vergelijken met degene der cffiricalen over de onderwij zers Neen, de liberalen gingen te werk met alle mogelijke bezorgdheid en hoogachting de clericalen handelen met haat, wraak, en verachting en zet ten de vervolging voort tot den dood toe. Algemeene voorspoed. Sedert M. Beernaert de staatsfinancies be stuurt, en regelmatig de belastingen binuenrijft, die hij gezworen had af te schaffen, verkeert gansch het land in eenen staat van voorspoed dat het niet te gelooven is. Alle jaren heeft de Staat boni's van millioe- nen, manden vol, welke door den vernuftigen financier worden aangewend om allerlei nuttige zij er bij Men zegt dat zij slechts beloofd heeft toe te stemmen op voorwaarde dat hij lid zou worden van de kamer en er opgang zou maken en hij is nu van de kamer en hij heeft reeds opgang gemaakt; is het niet ver rukkelijk Zeer verrukkelijk... Niet waar, juist gelijk in eenen roman Net als een ridder die in de steekspelen gaat om het hart van zijne beminde "te veroveren... Doch zeg, hebt gij reeds gesproken met jonk vrouw Sibylla Middelerwijl had Ronald Vidal plaats geno men aan Marie's zijde en na eenige woorden met jonkvrouw Jansen gewisseld te hebben, wist hij het zoo te scnikken, dat iemand anders deze jonge dame onderhield, en hij kon dus voor het oogenblik met jonkvrouw Challoner spreken. Christiaan bezag hen eene wijl. Er lag eene uitdrukking van fiere ootmoedigheid op Vidals schoen gelaat als hij met Mane sprak en Christiaan moest bekennen, dat hij er mooi uitzag. En toch, hij dacht somwijlen dat Vidal te veel van de winderige manieren der stede lingen hadvoor de hoogere natuur van jonk vrouw Trotschhart. Maar, hij was mis, dat was klaar. En ten andere, Vidal had een politieken zegepraal behaald hij had alles op zijnen kant familie, schoonheid, en nu de vermaardheid van eenen staatsman...Geen wonder dat Marie naar hem luisterde met neergeslagen oogen en met een lichten blos op (de wangen. Inderdaad, nauwelijkin de Staatskamer ge komen, had Ronald Vidal eene groote redevoe ring uitgesproken waarmede hij eenen waren zegepraal had behaalt). Met veel zakenkennis had hij een vraagstuk behandeld van buiten- landsche staatkunde in dien man zat stol om er een minister van te maken. Het ware niet billijk te veronderstellen, dat Mane kon hooreu spreken over dien schielijken j werken te verrichten en vele gemeenten uit den nood te helpen. Men hoeft ons niet te gelooven. Leest de cle- ricale papieren, daar staat het zwart op wit. Nochtans, als de toestand toch zoo uitnemend goed is, en minister Beernaert zoo machtig veel doet ten gunste der gemeenten, hoe komt het dan, dat het Staatsblad een karrevracht, hesluiten aangekondigd heeft, krachtens welke een groot getal gemachtigd zijn nieuwe lasten te heffen om een beetje zaad in het gemeente lijk baksken te brengen, welk jammerlijk zijn heiligen bodem laat zieD In Oost-Vlaanderen alleen mogen vier-en veertig gemeenten nieuwe opcentiemen heffen De andere provinciën zullen in evenredigheid volgen. Wij raden dat de besteller der subsidies aan die gemeenten, dezelfde aan een verkeerd adres afgegeven heeft wellicht in de plaatselijke kloosters. Dit echter onder voorbehoud, ver mits in dit geval de gelden toch waren terecht gekomen want nooit heeft een klooster iets achtergehouden wat zijn ei endom niet was. Al wat te zwaar of te warm is kunnen ze niet gebruiken 1 Het werk in de gevangenhuizen. Hoe dikwijls heeft de drukper en met haar de openbare raeening, niet reeds bij de landsregeering geklaagd over het ongehoord feit, dat het werk, welk in da gevangenhuizen wordt ver richt, eene deloyale en doodende con currentie aan de nijverheid levert. Al wat daarover geschreven en ge wreven is, hoe gegrond en gewichtig ook, heeft al niet veel geholpen, want het schreeuwend misbruik is blijven be staan, erger nog, het schijnt zich uit te breiden. Zoo wordt er gemeld, dat men op dit oogenblik in het Bedelaaïsgesticht van Hoogstraten, eenen groep gevangenen bezig houdt met sigaren te maken. Zij ontvangen daarvoor 30 centiemen per dag, bovendien 6 centiemen voor elk honderdtal eigaren. En daar zij, dooreengerekend, eiken dag 200 eiga ren maken, bedraagt hun loon dus 42 cent. De bestiering van het Bedelaarsge sticht van Hoogstraten betaalt bijge volg voor 1000 eigaren 2 fr. 10 aan werkloon terwijl de fabriekanten 12, 15 tot 20 frankeu voor den zelfden ar beid moeten betalen. Men ziet van hier welke schade zoo iets moet berokkenen, niet alleen aan de bazen maar ook aan de werklieden eener nijverheid die alreeds niet bloeiend meer is, sedert de wet van 1883 den ta bak met zulke hooge inkomrechten sloeg. Eu wat het onzedelijkst, het wraak- roependst van heel de geschiedenis mag heeten, is dat veroordeelden gebruikt worden, door eene onmogelijke mede dinging, om de eerlijke, oppassende ar beiders het brood uit den mond te roo- ven. Het valt buiten kijf, dat men aan de gevangenen werk moet geven. Maar kan dit niet gebeuren zonder daarom de bijzondere belangen te treffen Ia Holland, bij voorbeeld, moet het werk in de gevangenissen in de eerste plaats strekken tot voorziening in eigen behoeften en tot het vervaardigen van voorwerpen voor andere takken van s Rijks dienst. Alleen ter aanvulling van den Rijksarbeid wanneer deze niet toereikend is om de gevangenen bezig te houden wordt arbeid voor rekening van particulieren toegelaten. Maar in dit laatste geval, overigens zeer zelden in Holland, moet er voor eerst rekening gehouden worden met de plaatselijke belangen en, tweedens, het loon aan de gevangenen betaald moet derwijze geregeld zijn, dat hun arbeid aan de particuliere nijverheid niet scha den kan. Bij de Noord-Nederlanders is het dus op dit punt merkelijk beter gesteld. Men heeft dar de belangen der privaatnij verheid niet uit het oog verloren. In België is de regeering zoo voorzich tig en onbaatzuchtig niet. Zij doet wetten stemmen, om den kleinhandel te beschermen tegen de coö peratieve inrichtingen, waar de arbei dershuisgezinnen hun brood en hunne winkelwaar eenige centjes goedkooper kunnen verkrijgen maar diezelfde re geering nijpt den kleinhandel de keel toe, met de in de tuchthuizen gefabri- keerde artikels aan veel goedkooperen prijs te leveren dan de bijzondere fabri kanten dit kunnen doen. Wanneer gaat Minister Lejeune die zaak eens bestudeeren Het nut der kloosters. M. Lammens heeft in den Senaat eene lans gebroken ten voordeele der kloosters. Volgens de baron, bestaat er geene doode hand der kloosters,iets wat de Bruggelingen en Ant werpenaren, welke sedert jaar en dag de eigen dommen der kloosters ojj onrustbarende wijze zagen vermeerderen, stellig zal verwonderen 1 Er zijn 1346 vrouwenkloosters in ons land. en die instellingen bewijzen, zegt baron Lam mens, oneindige diensten aan de onterfde klassen. Hij legde echter niet uit van welken aard deze diensten waren. Hizegde niet dat die vrou wenkloosters naaiwerk, breiwerk en anderen vrouwenarbeid verrichten wasscben en strij ken, stoppen, enz. Zoodoende stelen zij het brood uit den mond van vele vrouwen des volks welke met dien arbeid den kost verdienen. Want de kloosters werken aan eenen prijs be neden alle concur re mie. De nonnen hebben den onbezorgden kost. Zij doen werken door onge- zegepraal zonder zich een weinigje trotscb te gevoelen want Vidal was inderdaad een poli tiek man gewordeD om baar te behagen. Zij bad hem nog niet gezien sedert den opgang, dien bij behaald bad in de kamerzitting van den vrijdag-namiddag en waarover al de dagbladen van den zaterdag spraken. Zijne redevoering bad zij niet geboord, en thans verklaarde bij baar, dat bij nooit den moed zou gehad hebben eene eerste redevoering uit te spreken, indien bij badde geweten dat zij naar hem luisterde. Ziet gij zegde hij indien ik de eerste- maal hadde mislukt, een andere maal zou ik wellicht de kans kimnen hervatten hebben doch indien*gij tegenwoordig waart geweest bij mijne mislukking, dan zou ik nooit meel den moed gehad hebben om te herbeginnen. Geene vleierij kon aang mamer zijn aan een meisje gelijk Marie Challoner dan deze bekeu- tenis van haren invloed. Een gewoon kompli- ment had geen vat op jonkvrouw Trotschhart zij zou het ontvangen hebben met koele verach ting of zij had er mede gelachen; maar hier was een bevallige jonge man, die een grooten zege- pj-aal had behaald, en haar bekende, dat hadde zij moeten luisteren, zijne stem zou gebeefd en zijne tong zou gehaperd hebben... Was het te verwonderen dat zij bloosde en de oogen ne- dersloeg Om het even met wien Christiaan in gesprek kwam, nu en dan hield hij de oogen op Marie gevestigd. Eens verschrikte hij wezenlijk, want hij zag eene schielijke ontroering op haar ge laat, dat zij de oogen nedersloeg, hare lippen op elkander drukte, en dan zegde zij een paar woorden tnt Vidal, die opstond en haar verliet. En op Vidals gelaat - Zoo dacht Christiaan lag eene zegepralende uitdrukking. Wat er gebeurd was, bestond slechts hierin Vidal zegde aan Marie dat hij ni> t dan met er haast in madame Zeegrave's salon gekomen was om haar te zien, doch dat hij niet blijven kon, dewijl hij een bezoek had te doen en vroeg dan Mag ik u morgen komen bezoeken rond vijf uur namiddag Wat lag er in deze woorden dat Marie zoo had doen verbleeken en huiveren Het was dan dat Christiaan verschrikte toen hij haar bezag. Na een oogenblikje, had zij geantwoord Ja, ik zal te huis zijn. En Vidal was vertrokken zonder haar nog een woord toe te sturen. Tot morgen, om vijf uur zegde Vidal tot sir John als hij hem in 't voorbijgaan de hand drukte. Sir John glimlachte en knikte. Christiaan verkeerde in eenen toestand alsof hij getroffen ware geweest door eene zonne steek. Een zwaar gewicht scheen op zijne her sens te ru ten. Hij h-eft nooit geweten hoede volgende stonden voorbijgingen tot dat iemand zachtjes ijnen rm aanraakte en tot het be wustzijn komende, zag hij Marie Challoner. Zij leunde op den arm van haren vader zij waren op het punt weg te gaandoch iemand had met sir John een gesprek aangeknoopt en Marie Christiaan ziende, had zijnen arrn aangeraakt. Op haar gelaat lag eene zeldzaam vermoeide uitdrukking, welke Christiaan zich langen tijd daarna nog herinnerde. Gij kwamt niet eèns bij mij zegde zij en nu gaan wij weg. Gaat gij reeds weg zoo vroeg Chris tiaan met moeite. Ik hoop, gij zijt toch niet onpasselijk Ik ben een weinigje vermoeid. Het is hier te warm zegde Christiaan. 't Is waar. Ik heb met jonkvrouw Jansen gesproken, en ze staat mij zeer wel aan. Wilt gij haar dit zeggen Geerne. Hij had geen oordeel genoeg om verwonderd te zijn dat zij hem koos om deze boodschap aan jonkvrouw Jansrin te doen. VaarwelEn Marie bood hem de hand. (Wordt voortgezet). DE DENDEPGALM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1891 | | pagina 1