Lieve Jonkvrouw Trotschhart
6de Jaar.
Nummer 51 (515)
Zondag 20 December 1891.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad. 1
Abonnementsprijs6 fr 60 TOOr den tuiten, j voorop betaalbaar.
PRIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangsbaat 10, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen i nep drukrenel
Reklamen, 75 centiemen p uiumegei.
Vonnissen op de iet de bladzijdefrank.
Nee spe nee metu.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 19 DECEMBER.
De personen die een
abonnement nemen aan
De Dender galm voor het jaar 1892 zul
len de tot nieuwjaar verschijnende num
mers gratis ontvangen.
Gazetten en nog gazetten.
De liberale propaganda gebeurt door
't woord en met de pen.
Meetingen beleggen, voordrachten
geven, de buitenlieden over hunne rech
ten en plichten spreken, concertosin-
richten met eene kleine aanspraak over
een of ander punt van het liberale pro
gramma... allemaal goed, heel goed
zelfs om het politiek levena an te vuren,
onze tegenstrevers in hunne verschan
singen aan te randen en de vrijzinnige
princiepen met kracht te verspreiden.
Daarover zijn wij het allen eens.
Ongelukkiglijk zijn onze voordracht
gevers en wakkere propagandisten niet
talrijk genoeg, om, met hoop van wei-
gelukken, den strijd vol te houden en
voort te zetten, welken zij met zooveel
vuur hebben aangevat. Men gelieve niet
te vergeten, dat er in ons landeken alle
zondagen rond de drie duizend meetin
gen gegeven worden door even zooveel
vetbetaalde papen in item zooveel loka
len, waarvan het gebruik hun gratis
wordt toegestaan. En waar blijven de
sermonen der blootvoeters, de huisbe
zoeken van pastoor en onderpastoor, de
samenspraken in den biechtstoel en
buiten dat alles de bedreigingen der
kasteelheeren
Om tegen die bende opstoopentrek-
kers te worstelen, om het volkaan dat
verstompingswerk te onttrekken om
burgers en werklieden voorde vrijzin
nige zaak te winnen moet het tweede
middel gebruikt worden de propaganda
met de pen
Gazettennog gazetten, altijd en gedurig
gazetten Ziedaar het machtigste en om
zoo te zeggen het eenigste wapen tot
bevechting van het klerikalism.
Sinds de laatste drij, vier jaar heeft
de pers eene buitengewone vlucht geno
men. Duizendenen duizenden nummers
worden dagelijks over heel het land ver
verzonden in de steden ziet men ze met
heelder pakken uitventen en verkoopen
en in vele, vele dorpen worden ze door
speciale dragers aan den man gebracht.
Wat is het gevolg geweest van dien
gazet tenregen
32.
Vrij naar 't Engélsch.
Gij moet Engeland verlaten En waarom,
in 's hemels naam, zoudt gij Engeland moeten
verlaten
Ik denke naar Japan terug te keeren...
Maar waarom, Pembroke Ik meende dat
gij gekomen waart om mij te zeggen, dat gij
hier geankerd waart voor goed.
O, neen, sir John... ik moet Engeland
verlaten. Ik kan hier niet langer blijven. Ik wil
u alles zeggen, de volle waarheid, indien gij
ze niet reeds kent.
Inderdaad, Pembroke, ik weet niets. Ik
dacht dat gij gelukkig waart. We zouden u zoo
geerne gelukkig zien, en Marie zal..
Een klagelijk gekerm ontsnapte aan 1sjon-
gelings lippen, en zijn gelaat werd vuurrood.
Hij stond nu dicht! ij de schouw, en sir John
draaide zijnen stoel om hem te bezien.
Pembroke zegde sir John ernstig gij
zoudt best doen mij in eens te zeggen wat het
is. Het is klaar, ik bedroeg mij in mijne gis
sing. O
Welnu zei Christiaan, met eene soort
van wanhoop ik hoef er mij niet over te be
schamen... en het is mijne schuld niet... het is
enkel dit sir John ik bemin uwe dochter
Sir John stond recht, met eene wolk van
misnoegen op het gelaat.
- Gij moogt mij berispeD, mij laken indien
gij wilt ging Pembroke voort, nu dat het ijs
gebroken was ik verdien het i ietmaar zoo
deukt gij misschien niet. Ik heb geborsteld, ik
h«b al gedaan wat mogelijk is, te vergeefs. En
Bulderende sermoenen, weigering van
absolutie, schandalige broodrooverij,
dreigende huisbezoeken, verbod van uit-
venting door fanatieke burgemeesters,
afranseling der uitverkoopers, spionnee-
ring en verklikking op groote schaal...
kortom eene uitbarsting van razernij,
vervolging en geweld, waarvan nog
nooit een voorgaande is geweest.
En wat bewijst zulks
Dat de vrijzinnige bladen hijzonder-
lijk geschikt zijn om het klerikale spook
den oorlog aan te doen en het domme
fanatism den kop in te drukken.
Vooruit dan, immer vooruit met de
verspreiding der liberale bladen Koopt
en herkoopt ze werpt ze niet in de
scheurmand, maar leent of zendt ze
voort beveelt ze aan uwe vrienden en
hemelt ze op aan uwe kennissen sticht
comiteiten om liberale bladen in 'tgroot
aan te koopen en ze naar de inwoners
der dorpen te zenden. Vormt vrienden
kringen, geeft kleine bijdragen en
neemt vijf, tien abonnementen, om ten
minste in iedere gemeente eenige libe
rale bladen dag aan dag te doen bestel
len.
In plaatsen waar er maar eenigzins
kans bestaat om 50 a 100 nummers
kwijt te geraken is het de plicht van
alle liberalen eene geringe som te storten
om 't daggeld van eenen uitventer te
volmaken. Waar heden maar 20 num
mers verkocht worden brengt men ar na
een paar maanden 200 aan den man
Honderden middelen zijn er nog om
de uitbreiding der liberale pers te be
spoedigen.
Maar, om der wille van de vrijzinnige
princiepen,welke ons allen zoo duurbaar
zijn, moet de strijdkreet van het libera
lism zijn en blijven Gazetten nog ga-
ketten altijd en gedurig gazetten
Zweepingskens.
M. M. Bara, Gar lier en Janson hebben den
kazakkeerder Woeste, en in hem, heel het kle
rikaal ministerie tot bloedens toe al'gezweept
in eene der kamerzittingen van verleden week.
Eerste zweepslagGij maakt van het vraag:
stuk der nationale verdediging eene kies- en
eene geldkwestie.
Tweede zweepslag Gij zult nieuwe kredie
ten moeten stemmen voor de forten van Ant
werpen of wel ze afbreken.
Derde zwe pslag 't Is eene politieke en
eene maatschappelijke fout het vraagstuk van
den persoonlijken dienstplicht niet "op te los
sen.
Vierde zweepslag Het clericaal gouverne
ment zelf heeft de noodzakelijkheid van den
persoonlijken dienstplicht afgekondigd.
Vijfde zweepslag Tracht uw ministerie uit
den slag te trekken, want het bevindt zich in
de grootste verlegenheid.
nu is mijn besluit genomen ik zal vertrekken
ik wil niemand onrust veroorzaken... Gij
moogt mij bekijven, berispen indien gij wilt...
ik ik kan het niet gebeteren.
Mijn goede jongen sprak sir John beda
rend wie spreekt er van u te berispen? Maar,
natuurlijk, ik ben verrrast en ik ben triestig...
Gij weet boe noodeloos dit is
Indien ik dit niet wist, hoe zou ik er kun
nen toe besluiten hier weg te gaan... Ik wist
van het eerste oogeublik dat het noodeloos was.
En wanneer vroeg sir John met een hal
ven glimlach die weer op zijne lippen kwam
wanneer Pembroke was dat?
De eerstemaal dat ik haar zag ant
woordde Christiaan. Neen, 't was de twee
demaal. De eerstemaal hing haar sluier voor
haar pelaat, het was des anderdaags.
Gij wist het dan
Ja, ik wist het dan doch ik dacht dat ik
dit gevoel zou overmeesterd hebben. En ik heb
gestreden en geworsteld maar het kon al niet
baten.
Een woord, Pembroke, eer wij verder
gana. In veronderstel, mijne dochter weet niets
van dit alles
O, neen, hoe zou zij van iets weten
Natuurlijk,ik weet dat gij haar niets zoudt
zeggen zonder mij eerst te spreken. Dat meen
de ik niet. Maar was er niets in bare handel
wijze die u kon doen vermoeden
Neen zegde Christiaan, zijn hoofd
schuddeude en sprekende op den toon der diep
ste overtuiging. Zij heelt niet het minste
verdacht.
'k Wil bet gelooven. Maar hoe zijt gij daar
zoo zeker van
Omdat zij altijd zoo vriendelijk was jegens
mij zei de jongeling.
Ge kunt gelijk hebben. Dat is iets.
Indien zij dit vermoed had zei Chris
tiaan droevig 't zou haar spijten om mij aent-
s le zweepslag In het uur van het gevaar
zal de vermaledijding van gansch een volk de
gene treffen die aan hunnen plicht te kort ge
bleven zij door het miskennen der noodwendig
heden van de nationale verdediging.
Zevende [zweepslag Het Gouvernement
verklaart den persoonlijken dienstplicht eene
politieke en maatschappelijke noodzakelijkheid
en de meerderheid wil er niet van. Spreek
rechtzinnig tot het land voert de taal van een
vrij volk. 1
Na deze en zoovele bloedige zweepslagen is
het ministerie dat van do bisschopp.-m afhangt
toc.i nog op zijnen postjgebleveu, maar alweer
verzwakt, in de oogen van heel België en
overdekt met blauwe plekken.
Verzekering tegen Hellevaart.
In de provincie Luik wordt thans een
omzendbrief rondgestuurd, die bijzon
der sappig is en eene nieuwe clericale af
zetterij aan den dag brengt. Ziehier het
ding
Belangrijk bericht.
Alle rijke menschen moeten, om gelukkig te
leven en den Hemel te verdienen, zich doen
aannemen als gezel der heilige familie van
Egypte.
Een bijzonder gebed, 's morgens en :s avonds
gezegd, en dat de eigenschap heeft de zonden
uit te wisschen, verzekert hun den Hemel in
het andere leven. Dit gebed werd gemaakt
door de H. Maagd en is tot haren zoon Jezus
gericht.
Het diploma en het gebed der Heilige Fa
milie worden niet verkocht, zij worden gege
ven maar men moet eene offerande storten
die, voor elke familie niet beneden de vijf dui
zend franks mag wezen voor één persoon, is
de minimum prijs twee duizend franks. De
stukken worden toegezonden binnen de drie
dagen na het ontvangen der gelden.
(We veronderstellen dat men, voor
5,000 franks, een logie eersten rang, en
voor 2,000 franks slechts een orkestze-
tel krijgt in den hemelschen schouw
burg).
De gezellen der Heilige Familie, welke van
bloedziekten, rhumatisme of lamheid lijden,
worden gratis genezen, eu met Nieuwjaar krij
gen zij nog eene riesch, welke hen van alle
ziekten vrijwaart.
Zich te bevragen bij J... eigenaar, gezel der
H. Familie van Egypte, te X, provincie Luik.
N. B. Mijne vrouw, Maria Catharina,
wist drie dagen voor haren dood, dat zij in
den Hemel zou komen. Zij heeft mij getroost
eu mij gezegd wat ik doen moest.
Die Maria Catharina was, dunkt ons,
bijzonder ervaren in afzetterij. Jammer,
dat het mensch dood is wellicht had
den wij haar nog ontmoet, zooniet op
de banken des Hemels, dan stellig op
die van 't gerechtshof.
Krot in de Kas.
Het tastbaarste bewijs dat de muizen in de
ministermele kas beginnen te nestelen en de
bonis van meester Beernaert in te koet gaan
veranderen leveit ons het volgende
Door heel de drukpers wordt de afschaffing
wil, en zij zou zoo vriendelijk niet zijn. En nu,
sir John, dat gij alles weet, dat ik u alles heb
gezegd, gevoel ik mij meer man en min lafaard.
Wees gezeten zei Challoner en laat ons
daar eens over spreken 1
Beide gingen zitten. Christiaan begroef zijne
handen in zijne broekzakken en keek op den
grond, zijn hoofd op de borst gebogen.
Natuurlijk is dit erg genoeg zoo begon
sir John maar het zou kunuen erger zijn.
gij zijt zeer jong.., dat zal verslijten. Ik weet,
zulke troost stemt juist niet overeen met uwe
tegenwoordige gewaarwordingen maar, wees
zeker, met tijd eD stond zult gij dat vergeten.
Christiaan schudde het noold.
Ik zal het nooit vergeten, sir John,
nooit...
Wel zegde sir John veronderstellen wij,
dat Marie deze zaak kende, en dat zij gevoelde
gehjk gij
0 1 onderbrak Christiaan weer met een
klagendeu zucht terwijl het bloed weer in zijn
gekat steeg. Het bloote gedacht aan dergelijke
mogelijkheid deed hem sidderen van top tot
teen.
Ik zegde, veronderstellen wij dat het zoo
geweest was. Wat zou er van gekomen zijn
Nu. ik denk dat gij het karakter van mijue
dochter bestudeerd hebtmaar zoo goed als ik
kunt gij baar niet kennen. Hebt ge gezien dat
zij eerzuchtig is Meest alle vrouwen zijn
eerzuchtig, doch. zij bijzonderlijk. Zij wil
schitteren in de wereld en er gelukkig zijn. Ik
zeg u, Pembroke, ik bemin mijne dochter meer
dan vaders gewonelijk hunne dochters bemin
nen eu toch zeg ik u, dat een jongeling gelijk
gij niet wel zou doen indien hij met haar
trouwde. Dit klinkt misschien hard in uwe
onren, en toch, mijn jongen, bet is de waar
heid. Er zijn vrouwen vooi wie liefde alleen
niet voldoende is, en Marie is eene van zulke
vrouwen.
gevraag 1 van eenen posttaks, die zij ten on
rechte moet betalen en in 't geheel slechts 54
duizend frank opbrengt.
Welnu, M. Beernaert verklaart, dat i ij die
belasting niet kan afschaffen, in't belang van
bet evenwicht van zijn budjet. Meer nog, hij
vindt zelfs, dat het noodig zou zijn eene belas
ting te stellen op de aankondigingen die in de
dagbladen worden geplaatst 11!
Eene belasting op de aankondigingen
W ie zou er het slachtoffer van wezen
Het publiek, want het is stellig dat de dag-
blaoen deze belasting zouden doen betalen door-
degene die aankondigingen plaatsen, zooals de
verzekeringsmaatschappijen het zegelrecht, op
de/ polissen deden betalen door de verzeker
den.
M. Beernaert zal, wij zijn er van overtuigd,
dit niet durven doen, maar zijne verklaring zegt
meer dan genoeg, dat de toestand der sc&atkist
niet zoo schitterend is als bij wel wil doen ge
looven en dat zijne bonis enkel bestaan op het
papier en in zijne verwaande inbeelding.
Iels wat M. Graux hem onder den neus heeft
gewreven en waar onze grrrroote minister niets
durven of kunnen op antwoorden heeft.
Politieke geestelijkheid.
M. Emiel de Laveley, aan wiens
schrijven de klerikale bladen zoo dik
wijls volzinn n outleenen, heeft in Jm
Gazette een artikel laten verschijnen het
welk handelt over de houding der gees
telijkheid op politiek terrein, en dat
vast tot nuttige les aan de meerderheid
onzer gezalfden kan dienen.
Hij laakt eerst en vooral de handel
wijze der frausche bisschoppen, welke
met de hoop van de Fransche bevol
king tegen de Italiaansche natie in 't
harnas te jagen en alzoo de mogelijke
herstelling van 't wereldlijk gezag des
Pauzen te kunnen bewerken zich niet
geschaamd hebben een beroep te doen
op de prikkelbaarheid van de vader
landsliefde hunner diocesanen.
Met alzoo den haat tusschen twee
zuster natiën aan te stoken hebben zij
eene verfoeielijke daad bedreven, bij
zonder onwaardig voor hen die als
Christus opvolgers niets dan vrede en
verdraagzaamheid zouden moeten pre
diken.
Wat hebben zij met dien dwazen uit
val gewonuen Eeuige toejuichingen
van wege de Koningsgezinden en verder
de Verachting en de vijandschap van
hen, welke aan de instellingen der repu
bliek gehecht zijn, dus vin de over-
groote meerderheid des lands.
Dit fanatismus heeft ook aanleiding
gegeven tot hevige woordvoeringen iu
Kamer en Senaat en zal waarschijnlijk
den oogenblik vervroegd hebben dat de
gewichtige kwestie van scheiding tus
schen Kerk en Staat zal opgelost wor
den.
Hier iu België verwondert de tusschen-
komst der geestelijkheid in de kieswor-
stelingen ons geenzins, maar in Italië,
Portugaal en Frankrijk baart zulke be
moeiing veel opzieus.
M. de Laveley haalt hierover het ge
voelen aan van Mgr Bonomelli, bisschop
van Cremone, een zeer godsdienstig
man maar ook een vurig Vaderlander.
De priester, schrijft Mgr Bonomelli
in een zijner werken, heeft in de poli
tieke worstelingen niets te winnen en
alles te verliezen. Overwint hij in den
strijd, dan keeren zich zijne tegenstre
vers toet al hunne vrienden en aanhan
gers tegen hem. Belust op wederwraak,
bezigen zij alle middelen om boven te
geraken, en om hun te wederstaan ia
dan die bedienaar van eenen God van
vrede genoodzaakt bondgenooten aan te
werven in al de rangen der samenleving,
zelfs tusschen hen die den priester niet
dan schande en oneer kunnen bijbren
gen.
Wordt de priester met zijne partij
overwonnen, dan roepen zijne tegen-
stievers triomfantelijk uit dat zij over
de kerk zegepralen. Zij vallen deze aan,
bespotten haar en sparen niets om in
t vervolg de nederlaag te vermijden.
Overwinnaar of verwonneling moet de
priester zich immer in eenen bedroeven-
den toestand bevinden.
I*?-* is aog het ergste niet. Meent
gij misschien, priesters, die u zoo zeer
met de kiezingen bemoeit, dat de ver
slagenen naar uwe missen, sermoonen
en godsdienstoefeningen nog zullen ko
men Denkt gij dat ze nog in uwe
biechtstoelen zullen nederknielen, uwe
raadgevingen inroepen, uwe wenken vol
gen Oin dat te gelooven, moet ge wel
blind zijn of weinig het menschelijk hart
kennen wat ik er van gezien heb,
heeft bij mij alle hoop weggenomen.
De parochianen zullen vermaningen
aanvaarden van hem die zich bij zijne
geestelijke zeuding bepaalt, maar niet
van dengene die heit op politiek gebied
bestreden heeft omdat zij zulks als eene
onrechtvaardige toeëigening van macht
beschouwen.
De priester moet de vriend zijner
parochianen, een bevrediger, een troos
ter voor allen zijn. Hoe wil hij dat we
zen, wanneer hij in kiesworstelingen
publiek degenen bestreden heeft van
wien hij de geestelijke herder is
Zeg eens, Denderbode, zou zulke taal
in den mond onzer geestelijkheid niet
voordeeling zijn voor de rust van 't land
en den invloed van den godsdienst Wij
gelooven wel van ja, maar onze priesters
zijn geene discipelen Christi meer, het
zijn politiekers en kiesdravers.
Wel mogelijk zegde Christiaan twijfel
achtig ik heb niet veel kennis van vrouwen
ik zou het niet gedacht hebben.
Zeker niet, mijn jongen. Eene vrouw is
nog altijd een engel voor u.
Christiaan schudde het hoofd.
Ik dacht nooit of uwe dochter een engel
was of niet zegde hij ik wed maar alleen
wat ik gevoel, en dat kan ik met geene woorden
uitspreken.
Mijn goede jongen zegde Challoner «ik
wil u enkel bewijzen hoe hopeloos dat alles
is.
Ik weet het, sir John... ik heb het altijd
geweten.
Wees zoogoed, laat mij mijn gedacht uit
zeggen zei sir John vriendelijk. «Ik veron
derstel een oogenblik dat alles zou zijn gelijk
gij zoudt wenschen, dat mijne dochter voor u
gevoelde wat gij voor haar gevoelt en dat ik
mijne toestemming zou geven. Ik zeg u recht
uit, Pembroke, dat gij eene domheid zoudt
begaan dat gij eene vrouw zoudt trouwen met
te veel eerzucht en te veel verstand on Ier zulke
voorwaarden en weldra zou zij het beklagen
en gij ook. Verwondert het u dat ik aldus-
van mijne dochter spreek?»
Neen zei Christiaan norsch want ik
veronderstel, 't is zoo dat gij haar zoudt wil
len.
«Juist gij hebt gelijk. Ik be.eer dat zij
het zij. Ik beu blijde dat zij het thans is (en
hij legde eenen nadruk op het woordje thans).
Doch dat hindert niet dat het mij spijt voor
u, mijn arme jongen.
Met goedheid legde hij zijne hand op Chris-
tiaans schouder. Misschien wel had hij eenig
medelijden met den ongelukkigen jongen.
Christiaan keerde zich naar de schouw eu ver
borg zoo zijn gelaat hij akon sir Johns mede-
lijdenden blik niet uitstaan.
Wel zegde Christiaan na eene poos.
Het ergste is over, gij berispt mij niet
Ik heb dikwijls goweuscht eenen zoon te
hebben naar uwe gelijkenis" antwoordde sir
John vurig. Indien ik eenen zoon had, Pem
broke, 't zou mij aangenaam zijn, hem, in een
gelijk geval, te zien handelen zooals gij deedt.»
Hij stak de hand uit, en Christiaan greep ze
vast en drukte ze, in zijne ontroering, gelijk in
eene schroef.
Wij zullen er nog over spreken zegde sir
John den handdruk verdragend zonder teekea
te geven van pijn, doch zijne hand zachtjes
terugtrekkend zoo gauw als hij kon. «Enik
weet niet of het wei noodig zij dat gij Engeland
verlaat... In alle geval kunt gij nog eenige
maanden wachten. II :ast en spoed, zelden
goed.
Een woord sir John zegde Christiaan.
- Zij mag niets weten.
Verlaat u op mij sprak ai-r John plechtig.
Indien gij mijn eigen zoon waart, het geheim,
dat gij mij hebt toevertrouwd, zou mij niet
heiliger kunnen zijn. Morgen of overmorgen
spreken wij daar nog eens van, en... vaarwef
En Christiaan vertrok.
Sir John beklaagde den armen Christiaan
zeer rechtzinnig. Maar op dit oogenblik wilde
hij het weggaan vermijden, de scheiding, het
vaarwel zeggen tusschen Christiaan en
Marie. Het scheen hem voorzichtig, alle betoo
ning en opheldering te voorkomen. Want niet
tegenstaande het vast vertrouwen dat. hij had
uitgedrukt in do eerzucht van zijne dochter,
toch vreesde hij dat zij wellicht dezen schoonen
ridderlijken jongeling als eenen martelaar zou
aanzien hebben, en God weet wat de gevolgen
daarvan konden zijn.
(Wordt voortgmêt).
DE DENDERGALM