6<ie Jaar
Nummer 52 (516)
Zondag 27 December 1891,
Lieve Jonkvrouw Trotschhart
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs f f*' Kn°°r de Stad' l
6 fr 50 voor den buiten,
PRIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN.
voorop betaalbaar.
en abonneert zichop alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangsbaat 10, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Prijs der Annoncen Gewone'15 kernen
Reklamen, 75 centiemen j drukregel.
Vonnissen op de iet de bladzijde, j frank.
Nee spe nee metu.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 26 DECEMBER.
26 jaren geleden.
In 1865, den 17 December, legde de
Hertog van Brabant voor de vereenigde
Kamers den grondwettelijken eed af,
en werd hij als Koning der Belgen uit
geroepen
De nieuwe vorst besloot zijne inhul-
digingsredevoering op de volgende
wijze
En montant sur le trónemon pere
disait aux Beiges Mon cceur ne con-
nait d'autre ambition que celle DE
VOUS VOIR HEÜREUX.
Ces paroles, que son règne entier a
justifies, JE NE CRAINS PAS DE
LES RÉPÉTER EN MON NOM.
Op den Hoon klimmende zegde mijn
Vader (Leopold I in 1831) tot de Bel
gen Mijn hart kent geen ander stre
ven, dan u allen gelukkig te zien.
Deze woorden, welke gansch zijne
regeering heeft verrechtvaardigd, vrees
ik niet in MIJNEN naam te herhalen.
Iedereen las met aandoening deze
vorstelijke beloften in zulke plechtige
omstandigheden uitgesproken, waren
zij van eene bijzonder groote betee-
kenis.
Het gold hier geene gewone redevoe
ring, welke door de ministers opge
maakt, bij de opening der Kamers, den
Koningin de hand gegeven en door hem
afgelezen wordt. Het was hier eigen
werk, door Leopold II zdven geschre
ven het was de nieuwe vorst, die als
het ware, in eene warme uitboezeming,
de vurigste wenscheu zijner ziel aan de
natie te kennen gaf.
Daarom ook maakten die krachtige,
hartelijke woorden van den Koning zul-
ken diepen indruk op de gemoedereu.
Negentien jaren later, in 1884, staan
wij voor eene andere bladzijde in de
geschiedenis van België.
De schandewetop het onderwijs, door
den Koning onderteekend, deed, na 20
eeuwen, in ons landeken de romeinsche
Tabellen van Proscriptie herleven
1 1047 onderwijzers werden afg'dankt
en op wachtgeld gesteld
1500 onderwijzers aan de deur gezet
zonder wachtgeld
3316 zagen hunne jaarwedde vermin
derd door de gedwongene aanneming
eener andere bediening.
Dus 6000 Belgendie trouw aan de
wet en den gezworen eed gestand geble
ven zijn, uit partijhaat onmeedoogend
33.
Vrij naar 't Engelsch.
Niemand kan zeggendacht hij «wat meer
aantrekking heeft voor eene vrouw zegepraal
of neerlaag de man die boven- of de man die
onderligt... Neen hij mag niet vertrekken
aldus besloot hij wij kunnen iets beters vin
den dan dat.
Hij keek op zijn uurwerk, 't was vier en half.
Ronald Vidal moest om vijf uui komen. Hij
verliet de bibliotheek en begaf zich naar de
kamer van zijne dochter.
Marie zat aan hare schrijftafel toen haar
vader binnenkwam. Zij was bezig met oude
brieven en schetsen te overzien. Sir John dacht
dat zij er bleek uit zag. Zij ontving hem echter
met een warmen glimlach en legde hare papie
ren ter zijde.
Ik overla^ oude versjes, lieve zegde zij
die ik te Durewoods dichtte, toen ik zeer
jong was.
De dichtkunde, dat doet mij denken op de
muziek zegde sir John en de muziek op
Ronald Vidal. Komt hij heden om vijf ure
Marie bloosde een weinigje, doch zij zegde
onverschillig
Ik denk ja.
Ik heb daar 't bezoek gehad van een ande
ren jongen minnaar Christiaan Pembroke,
Marie.
Waarlijk
Hij kwam om mij zijn vertrouweling te
maktm. Herinn ri gij u wa' ik u laatst zegde,
dat hij voor mij niets geheim kon nouden
Ja papa.
afgesteld, en door verradeis, eedverbre-
kers, ja zelfs door VREEMDELINGEN
vervangen
Wat was dan toch het schelmstuk,
door die 6000 Belgen begaan, om zoo
behandeld te worden
't Is reeds dikwijls gezegd, doch wij
moeten het op dezen dag herhalen
Ze waren trouw gebleven aan hunnen
eed.
Ze hadden de wet van 1879 uitge
voerd, w.et die door Leopold II ondertee-
was, en aan welken zij, krachtens hun
nen eed, moesten gehoorzamen.
En wat hebben wij sedert 1884 in
België zien gebeuren
Degene, die hunnen eed verbroken
hadden en in vollen opstand tegen de
bestaande wetten gekomen waren, wer
den bij koninklijk handteeken met
gunsten overladen.
Hij, die in volle Parlement, van de
trouvvgebleven onderwijzers zegde
Qu'ilss'en aillentwerd bij koninklijk
handteeken alweer, tot Staatsminister
benoemd.
En thans, na zooveel brave beambten
gebroodroofd en vervolgd te hebben, is
er in de Kamer op bevel des Koriings,
een nieuw wetsontwerp neergelegd,
waarbij de wachtgelden nog merkelijk
zullen ingekrimpt, ja, zelfs afgeschaft
worden.
Er is in 1884 een koop gesloten, waar
bij het officieel onderwijs werd ten offer
gebracht.
En zoo hebben de clericale Ministers
de Koninklijke beloften, in 1865 plech-
tig gedaan, leugenachtig gemaakt.
Mijn hart kent geen ander streven
dan u allen gelukkig te zien
Wel, die 6000 onderwijze! s, die trou
we bedienden, waren gelukkig voor
1884 zij vroegen niets ander dan te mo
gen werken en gerust met vrouw en kin
deren te kunnen voortleven.
Maar neen, er moest geween en ge-
tan dek nars n zijn, en de tabellen van
Proscriptie, van hatelijker gedachtenis,
werden opgemaakt....
Er bestaat, zooals men ziet, eene
schandige bladzijde' in de geschiedenis
on zes lands er liggen daar tranen op
van verkleefde beambten, van weerlooze
vrouwen en onschuldige kinderen, op
welke slachtoffers declericale haat haren
teugel botvierde er kleeft eene bloedi
ge vlek op de Annalen van Belgie, en die
vlek wordt nooit weer uitgewischt....
Dat hebben wij heden, 27 December,
willen herinneren.
Nu, ik had gelijk. Hij heeft mij vandaag
alles verteld.
Eu was het gelijk gij dacht?
Deze vraag, op bedaarden toon gedaan, was
voor sir John gelijk het zicht van d pijnbank
op een gevangene, die weet dat, indffu hij te
veel in 't nauw wordt gebracht, hij alle schaam
te zal ter zijde stellen en zich zal redden. Hij
was niet zeer nawgezet, maar toch, zijne doch
ter bedriegen door iets meer dan eene dubbel
zinnigheid scheen hem eene snoo le daad.
Aan deze vraag had hij zich niet verwacht h'j
aarzelde een oogenblik eir gedurende dit enkel
oogenblik had hij een zeldzaam pijnelijk ge
voel, dat, indien hij een edelman was gelijk
Ronald Vidal, hij nimmer ou geaarzeld heb
ben. Doch üij antwoordde
Ja, Marie, natuurlijk.
Dan is het zoo zegde jonkvrouw
Trotschhart ik had het niet gedacht. Zij
schijnt mij zoo scherpen driftig te zijn maar
indien hij gelukkig is, zal ik zeer blijde
wezen.
Er zijn nog eenige moeielijkheden zegde
sir John op onverschilligen toon. Tot aller-
stond denkt hij nog aan geen trouwen. En
Marie, lief kind, dit was slechts aan mij alleen
toevertrouwd Ik had beter gedaan er u niet
van te spreken. Aanzie dit a! les als of ik u niets
gezegd hadde en, natuurlijk, aan niemand
inlogt gij er één woord van verklikken.
Gij hoefilet mij dat met te zeggen, papa
zei Marie opstaande ik zal mij toch niet
bemoeien met de liefdegeheimen van mijnheer
Pembroke.
«Gij weet» zegde sir John vertrouwelijk
jonge gasten, gelijk hij, weten niet altijd wat
zij willen en eer het lang aanloopt, zou hij
van edacht kunnen veranderen.
Zoo sprekende, sloeg sir John (wee vliegen
met ééneu slag. De eerste was om ijne dochter
voor te bereiden tot het waarschijnlijk geval
De gepensioneerde Staatsbedienden.
Men weet dat de werklieden van den Staat,
wanneer zi; zich, door ouderdom, in de onmo
gelijkheid bevinden nog laDger te werken, een
klein pensioen wordt toegekend.
Gezegd pensioen is geenszins een cadeau,
dien het gouvernement hun doet, vermits de
werklieden zelveu bij middel van wekelijksche
of maandelijksche stortingen de pensioenkas
aanvullen.
Welnu, sedert jaren vragen de oude werk
lieden en bedienden eene kleine verhooging,
maar het Staatsbestuur blijft stom als een
visch voor hunne billijke vraag. Het is nogtans
niet dal er gebrek aan geld is, wel integendeel.
Zoo heeft het Staatsblad van 15 december
laatsledeu een verslag medegedeeld over de
werkzaamheden der Hulpkas voor weduwen
en weezen van het departement van ijzeren
wegen, posten en telegrafen, over net jaar
1890, waaruit blijkt, dat de winsten, door deze
kas gemaakt, beloopen voor dit jaar tot de
som van 613,798 fr., op eene gezamenlijke
ontvangst van 2,015,457 fr.
De boni is thans geklommen tot de kolossale
som van vijftien millioen, welke ongebruikt in
de koffers berusten
Die cijfers zijn welsprekend en getuigeu
maar al te zeer, welke vaderlijke genegenheid
ons land voor zijue oude bedienden koestert.
Het pensioen der staatsbedienden wordt als
volgt vastgesteldt
Voor de 10 eerste dienstjaren op 20 ten hon
derd van het gemiddeld dagloon gedurende de
drij laatste ja^en genoten, met eene verhooging
van 1 1/2 p. c. voo. elk bijgevoegd dienstjaar,
zonder dat de som, in welk geval ook, meer
dan de helft van het dagloon mag bedragen.
Op de 34,000 werklieden, welke door den
Staat gebezigd worden, zijn er bijna geen
wier pensioen meer dan fr. 1,60 daags be
draagt, er zijn er zelfs met honderden die niet
meer dan 85 centiemen per dag trekken.
En dit na 45 of 50 jaren dienst
Ziedaar dus ongelukkigen, aan wie meester
Vandepeereboom eene aalmoes toewerpt en die
door hunne effen zuur gewonnen penningen
oen kapitaal van verscheidene millioenen heb
ben bijeeugefcr cht, waarvan de intrest alleen
zou voldoeude zijn om hun allen eenen geluk
kigen ouderdom te verzekeren.
Al wie een hart in zijnen boezem voelt klop
pen, al wie het welzijn der minderen beoogt,
al wie weet aan welken slafelijken arbeid de
kl. ine Staatsbediende onderworpen is en aan
hoeveel gevaren hij is blootgesteld, zal met
ons zulke handelwijze laken.
Wij vragen hier, waarom men aan de werk
lieden het recht niet geeft in het bestuur dier
pensioenkas te zetelen, vermits het hun spaar
geld is, dat daarin berust Zij immers hebben
hei meeste belang bij het goed beheer hunner
hulpkas, en laat ons üet zeggen, ook wel de
noodige bevoegheid om alles naar wensch te
regelen.
Of zijn het misschien de ronds-de-cuir uit de
ministerieele bureelen, die weten wat een
ouden, trouwen bedienden toekomt?
Indien de kleine staatsbedienden ook van het
beheer hunner pensioenkas deel maakten, zou
er door hunne afgesloofde makkers geene ar
moede geleden worden, terwijl er 15 millioen
in de koffers liggen te beschimmelen.
Het Liberalism en de Godsdienst.
Wij verstaan door godsdienst niet de
Katholieke geloofsbelijdenis alleen,maar
ook andere geloofsbelijdenissen, die der
Joden zoowel als die der Protestanten.
Spreken onze katholieken van gods
dienst, dan bedoelen zij alleen de Room-
sclie Kerk. Buiten die is alles bedorven-
beid, dwaling, goddeloosheid. Wij be
weren, dat alle godsdienstgedachte vrij
moet zijn en hare vrije uitdrukking en
uitoefening moet hebben. Elke gods
dienstige gedachte verdient den eerbied
van iedereen van het oogenblik dat zij
oprecht is. Wij voelen zooveel eerbied
voor den Jood als voor den Roomsch
katholieke, voor den Protestant zoowel
als voor den Calvenist.
Sprekende van oprechtheid in zake
van godsdienst, waar vindt men er het
meest Bij de klerikalen gewis niet.
Onder opzicht van oprechtheid in zake
van godsdienst geven de Protestanten en
Joden dagelijks strenge lessen aan de
klerikalen. Treed eens de tempels dier
drij gezindheden binnen en men zal ver
baasd staan over den indruk in elk te
weeg gebracht. In den eenen eene god
delijke eenvoudigheid eu in den anderen
eene buitenuewom pracht en weelde, die
alles behalve godsdienstig is.
dat Christiaan nooit met Sibylla Jansen zou
trouwen, de tweede was om zijn geweten gerust
te stellen, dewijl hij de gansche zaak behandel
de als een voorbijgaande droom vau eenen jon
gen knaap.
Ik geloof, mijnheer Pembroke weet zeer
wel wat hij doet zei Marie. Zij is een lief
tallig en verstandig meisje. Ik denk, wij moe
ten haar niet te veel kleinachten als zij wat
klaagt over het gewone lot van de vrouwen en
als zij het gedrag van een groot getal vrouwen
afkeurt. Wij spelen eene arme rol in de wereld,
me dunkt.
lk hoop dat gij eene schitterende rol zult
spelen, mijne lieve.
Ik hoop het ook.
Dat hangt af van u, Marie.
Ik denk, als zij gelukkig zal zijn, zal zij
ophouden te deklameeren tegen de wetten van
de wereld zegde Marie zonder op zijne aan
merking te antwoorden.
Een dienstbode kwam binnen met eene adres
kaart.
Vidal is beneen zegde sir John wilt gij
hem zien Marie Ik moet eenen brief schrij
ven. n
Er heerschte een oogenblik stilte. Hij bezag
zijne dochter.
0, ja zegde zij eindelijk ik wil hem
zien.
KAPITTEL XVIII
O VATER, LASS UNS ZIEHN
Zeek wel wist Marie Challoner waarvoor
mijnheer Vidal dien dag kwam, en haar vader
wist dat zij het wist. Sedert eenigen tijd was
mijnheer Vidal dikwijls in M rie'sgezelschap,
zeer blijkbaar naarvolgens het verlangen van
haren vader, en Marie begon zijne oplettendhe
den als een natuurlijk iets te aanvaarden. Op
De vrijheid van geweten, de vrijheic
eenen godsdienst uit te oelenen staa
schier in de grondwet van elk beschaaft
land op de eerste plaats. Onze Grondwe
ook waarborgt ons de kostelijke vrijheic
zich naar zijn geweten te gedragen. Maar
ten koste van welken strijd. Hoevee
bloed werd er niet gestort om niet langer
gedwongen te zijn te gelooven en te
belijden wat paus en bisschop goed ach
ten. De geheele zestiende eeuw is eene
droeve bloedige ooi log geweest tegen
de verdrukkers dier groote vrijheid.
De moderne stand heeft thans die
duurbare vrijheid gewaarborgd, maar
dat willen de katholieken niet verstaan,
en daarom zijn ze onverdraagzaam.
De verdraagzaamheid in zake van
godsdienst heeft het liberalism integen
deel op zijn vaandel geschreven in voile
letters. Moest dit er afgeschrabd wor
den, het had nog weinige reden vau be
staan. Ja, 't liberalism richt zich tot alle
gezindheden, tot alle geloofsbelijdenis
sen het sluit alleen die uit welke niet
aannemen dat er andersdenkenden zijn.
Dit princiep komt overeen met de natuur
van den mensch en met onze moderne
beschaving. En zoowel dat men vroeger
aan hen de vrijheid van geweten heeft
atgewrongen, zal men ook van de kleri
kalen de verdraagzaamheid afpersen
Afpersen, ja, want het klerikalism is
zeer taai, maar ook niets schikt zich
beter naar de tijdsomstandigheden dan
t klerikalism, want profijt en voordeel
blijft altijd het hoofddoel er van. Eene
reden waarom het jodendom in verval
is geraakt, is juist omdat het zich niet
heeft weten te veranderen met den tijd.
In het kamp van 't klerikalism is men
behendiger. Wel veranderen met tegen
zin, wel willen achteruit gaan, maar toch
altijd rekening houden van den tijd, ja
van het land zeiven waarin het zich
openbaart.
In het Walenland zijn onze klerikalen,
onze priesters heel anders dan in de
Vlaamsche streken. Bij ons hoogmoedig
hardnekkig, bij onze Vaalsche broeders
nederig, gedwee zij steunen er zich
niet op ontzag, maar op vertrouwen.
een bezoek bij twee van mijnheer Vidal's tan-
teu had Marie duidelijke zinspelingen gehoerd
op haar aanstand huwelijk. Nochtans scheen
zij terug te schrikken voor de mogelijke verwe
zenlijking van dit alles, en zelfs durfde zij er
niet aan denken wat antwoord zij zou moeien
geven indien hij haar ten huwelijke vroeg. Het
oogenblik was gekomen dat dit antwoord moest
gegeven worden.
8ir John keek haar achterna als zij in het
salon trad en ging naar de bibliotheek. Hij was
een weinigje zenuwachtig hij scheen al zijnen
moed verloren te hebben, en hij kon niet be
grijpen waarom hij zoo neerslachtig was omdat
hij zijne dochter een beetje had moeten bedrie
gen want niemand kon het beweren, dat hij
niet gehandeld had in haar belang en voor haar
welzijn. Waartoe kon het dienen hare teerge
voeligheid te kwetsen met haar te laten weten
dat de arme jongen op haar verliefd was? En
ten andere, hij sir John, had plechlig belooft
het geheim van Pembroke nooit te verraden.
Hij had, dat is waar, laten verstaan dat Pem
broke een geheim had van eenen anderen aard,
en dat was wat verre gaan doch dit was slechts
eene voorzichtige voorzorg, eu niet vrouwen
moet men altijd min of meer list gebruiken.
Want wie denkt er aan de vrouwen- de volle
waarheid te zeggen Eventwel, de volle waar
heid zeggen is iets en iets zeggen dat uier
waar is, is iets anders. En zijne dochter bedrie
gen, zij die geloofde dat haar vader geenen
mensch bedriegen kon...
Sir John gevoelde dat het beter was hierover
niet te veel te dubben en na te denken, en hij
wierp 't gedacht van zich af.
Hij wist dat Vidal bij hem zou komen nadat
hij Marie zou gesproken hebben.
De avond was grijs eu de lichten waren nog
niet ontsteken. Sir John werd ongeduldig.
Zenuwachtig wandelde hij de bibliotheek op
en af. Hij schelde voor licht, eu bijna tegelijk
Woorden en daden.
Betrekkelijk de vlaamsche gezindheid der
hooge geestelijkheid en die der geestelijke ge
stichten vinden wij in het katholiek Recht van
Antwerpen het volgende
«Praten zijn geen oorden B en Het geloof
zonder de werken is een dood geloof Want
wat baten al dia holklinkende woorden, die
schoone beletten en Vlaamsche belijdenissen,
als zij door geene daden bevestigd worden En
wie noemt o is eene enkele ernstige verbetering
in het vrije middelbaar onderwijs
Men zegt, dat het eerder verslecht is, inder
daad ondanks al de schoone woorden van de
geestelijke overheid zijn de Vlaamsohgezinde
studenten meer dan ooit bevreesd als dusdanig
gebojkt te staan.... op het zwarte boekskeu
De Vlaamscbgezinde priesters wij bedoe
len de werkers en geenszins de grootsprekers
trekken zich meer eu meer terug uit da
Vlaamsche katholieke volksbeweging. Zij voe
den al te wel, dat te Mecbelen de wind uit het
Zuiden blaast. Daarbij nog sommffe volksver
tegen woordffeis aebten het niet beneden hunne
weerdigheid Vlaamsehgezinde pastoors bij de
geestelijke overheid te beklappen. Als die aan
klagers nog eens herbeginnen, zullen wij hun
nen naam aan den schandpaal spijkeren
Tot ons groote spijt dus, maar zonder de
minste vrees "an tegenspraak, kunnen wij
zeggen, dat er tot nu too nog niet voorgoed
een ernstig begiu gemaakt is met de vervlaam-
schmg der katholieke instellingen van allen
aard.
Leve het Ministerie
Wie op het zwart boeksken bij onze
volksgezinde regeering aangeteekend
staan, dat zijn vast de herbergiers.
Die lieden worden door Beernaert en
Cie uitgetrokken lijk eene melkko9.
Tal van zware belastingen wegen op
de bazen en moeten de gapende koffers
van ons gouvernement yullen. Zij moe
ten patent betalen, voor verkoop van
met den dienstbode trad Ronald Vidal binnen.
Hij kwam haastig naar sir John doch als hij
den dienstbode met de lampen zag, bleef hij
staan, nam een boek en deed ala of hij er iets in
zocht. Challoner bemerkte dat Vidals handen
beefden, en dat verontrustte hem. Zou Marie
hem wel afgewezen hebben...
De dienstbode verliet de zaal.
Welnu?» vroeg Challoner driftig.
Ha 1 antwoordde Vidal naar de schouw
komende eii stilstaande juist waar Pembroke
had gestaan ik geloof, üet is goed... doch dat
weet ik uog niet wel...
Hebt gij haar gevraagd a
Zeker.
En wat zegde zij
Wel, ze zegde niet neen.
«Wat een knappe minnaar riep sir John
die zich gerustgesteld gevoélde Dat gaat eene
jonkvrouw ten huwelijke vragen en komt terug
zonder te weten of zij ja of neen heeft ge
zegd 1!
Dat is het juistuwe dochter wilde niets
zekers zeggen... Binnen een paar dagen zal ze
mij nader bescheid geven.
Midderwijl mag men hopen?» zegde sir
John glimlachenden hij zichzelven denkende
wat domkoppen zelfs de verstandigste jong»
wereldmaunen zijn als ze 't met vrouwen te
doen hebben.
Ik veronderstel het zegde VidalZij
was zeer openhartig en kalm, veel meer dan
ik, Challoner. Ze zegde dat zij niets had tegen
mij, dat ik haar zelfs beviel en dat ze geene
redens had om mijne hand te weigeren doch
zij moest erover nadenken. Ik geloof dus dat
alles goed is...
Natuurlijk is afies goed ze-de sir John
ik weet zelfs uietwatgij meer kunt vragen.»
(Wordt 90ortgcztt).
r
V
5