J b: j J UMILTA 1 9de Jaar. Nummer 1 Zondag 7 Januari 1894. De toestand der kas. Het rookt er. i Daar is wel geld voor. LIBERAAL WEEKBLAD YOOR 5 fr. voor de stad. Abonnementsprijs 5 fr go voor den buiten, PRIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN. voorop betaalbaar. Mok mneert [zichop alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. het blad, HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 centiemen Prijs der AnnoncenP®1* drukregel, ■■jo uci miiiuiii/Gii Reklamen,75 centiemen r 3 Vonnissen op de Iet de bladzijde, I franJc. Voor d1 annoncen buiten de Vlaanderen, [zich te wenden tot Brussel. den AGENCE HAVAS, Madelenastraat, 32, Nee spe nee metu. AALST, 6 JANUARI. ver ver vei is Evenredige Vertegenwoor diging. ister Beernaert, heeft eindelijkin k der evenredige vertegenwoor- eene flinke houding aangenomen, c van eenen staatsman. t zijn goede vriend Woeste is nog ood. van beide zal zegepralen n m schoot der clerical® partij heeft listeriëele crisis eene algemeene idding verwekt. :al steken de voorstaanders der dige vertegenwoordiging de han- t de mouw. Gent, waar de katholieke volks- enwoordigers en senators zeer ld zijn op het vraagstuk van de enwoordiging der minderheden, igendeel de geheele clericale pers sons met al de liberale en socialis- bladen om die hervorming voor m. een belangrijk verschijnsel teeke- n.-,« Mnrien- hoiiekeü van ,oh teiijke vraag geaonieQ) gtrekken- om eene algomeene verga(jering der bijeen te roepen ten minister ,aert te steunen in zn - Q strij(l. Charleroi, te Nijvel Q e}(]org zijn an clericale zijde deryk^^^g betoo- m aangekondigd. -1 dit cleric'aal refereno m aan mi_ r Beernaert de macht jkeu om de tegenka'y^^g van \K est» en zijnen aanhang m gamer nd.erw.erpine' te dwingen r- at het ons hopen. een vraagstuk is belangrijker voor ockomst van België dan dat der redige vertegenwoordiging. ;ze hervorming alleen kan de invoe- van het algemeen, verplichtend en 'voudig stemrecht dragelijk maken, riten haar zullen p,lle minderheden duizenden van stemmen verplet- worden. Verbittering, politieke •ts, wanorde zullen er de onver mij- ,ke gevolgen van zijn. tiet majoritair stelsel zou leiden hier le onderwerping der steden aan den der boerenkiezers, daar tot de ver nietiging van den invloed der burgerij door de overmacht vau de werklieden in de industriëele districten, elders en op de meeste plaatsen tot de algeheele uitsluiting der socialistische werklieden, voor wie eigenlijk de Grondwet werd herzien, buiten elke vertegenwoordi ging. Niets dan misnoegdheid en wrok over het geheele grondgebied van België, zie daar wat ons zonder de evenredige ver tegenwoordiging zou te wachten staan. En wanneer men bedenkt, dat de stemming krachtens de nieuwe Grond wet verplichtendis geworden,terwijl hon derden duizenden kiezers op voorhand zouden weten, dat hunne partij met ver pletterende meerderheden, die wij met de cijnskiezers nooit gekend hebben, onvermijdelijk het onderspit moet del ven dan zal men begrijpen, hoe juist de' heer Beernaert de toekomstige toestan den inziet, als hij verklaart de verant woordelijkheid van de verwerping dezer noodzakelijke hervorming niet te willen dragen. Maar zal hij moedig genoeg zijn om eens in zijn leven bij een verheven grondbeginsel pal te staan. Wij zijn overtuigd, dat de- openbaro meening-hom teuaeu - d, indien hij on.- Maai moest hij op dat vi aagstuk vallen, dan zou zijne populariteit nooit grooter zijn geweest. Voor een enkel oogenblik zou hij zelfs boven de partijen staan, als een staats man en vaderlander voor wie ie tor aer- bied zbu gevoelen. Voor hem zeivenen voor België hr j pen wij, dat hij niet achteruit wijk r zal en geëae vervalschte nrdossing' 1 j moeilijkheid >zal bijtreder j nisteriëele portefeuille te 9. Tegen de MeriSv. Een Fransch dagblad deelt een leerrijken tevens zeer juist artikel uiede over Napoleon I, den man dien men zoo treffend den grootsten misdadiger onzer eeuw heeft genoemd. Wat van dezen keizer gezegd wordt, kan men toe- passsen op allen die zich het recht aanmatigen aan de volkeren te gebieden, en dn niet aarze len honderd duizenden naar het slagveld te zenden. Op het oogenblik dat de b houders, de ko- 'nings- en keizersgezinden, al de reactionnairen als éen man beteugelingswetten vragen omdat een misdadiger, een zinnelooze een aanslag pleegde tegen een wetgevend lichaam, op dit oogenblik, zeggen wij, is het niet slecht een blik te werpen op de daden van den keizer wiens naam door velen nog geëerd wordt. De indruk, dien hij naliet, zegt het Fran- sclie blad, was die eens kanonkogels. Hij vliegt voorbij, graaft eene voor, en de rangen vallen om niet weer optestaan. Achter hem blijft niets meer dan de laatste rillingen vau den dood strijd, bloedende lijken, onbeweeglijke ge zichten, uitgedoofde oogen, het leven in dood veranderd. Hij doet zijn strooptocht door het mensch- dom, juist gelijk de besmettelijke ziekten die de leveiuleu aantasten en verdelgen. Hij is te gelij k de Tering, de Pest, de Cholera. Gansch zijn wezen was -uit eene doodelijke lu-ht uit, een verschrikkelijken pestwalm, die de bloem rijke aarde in eene begraafplaats verandert. Te paard rijdt hij, onverbidd lijk, over hetplein dat hij ieen slagveld heeft veranderd, en dat bedekt is met lichamen van vijfentwintig jaar... i) Is er ooit stilstand geweest in zijnen tocht Heeft eene openbaring hem ooit verlicht? Mis schien Maar hij heeft daar niet op gelet. Hij is van Elba teruggekomen om de weinigen te doen vermoorden die aan tien jaren keizerrijk hadden weerstaan. Hij zou vau Sint-Helena teruggekeerd zijn om de kreupelen op te roepen die alleen overgebleven waren in de - ehuchten van Frankrijk Te Sint-Helena heeft hij het getal opke- niaakt van de Franschen die gedood werden één millioen zeven honderd duizend Ziedaar het cijfer dat men zou willen a»n- geteekend zien in de lofs; raken zijner huidi ;e vereerderst het is dit cijfer dat prijken moest op de zegebogen. Pat is zijn werk. Deze iu- lichtir-g «M'-chaffen is de Geschiedenis verval- schen. Men ttaat wezenlijk verbaasd als men be denkt <Lt het verzwegen woidt, dat deze aan merking niet wordt belet, 't Is immers maar eene UeinigLieid, die zeventien maal honderd duiz-nd menschen Komaan, men spreke er nG; meer over v 11; spreek er van. Dat is da bloedige, de Vreeseiijke opwerping t.egen Napoleon.... De ware bloedzuiger, de beredeneerde moorde naar, de onverbiddelijke schelm, die lijken op stapelt, is hij 1 Zijn arend is eev roofvogel die van vleeschhoop tot vlo schhoop vliegt. Genoeg met den man uit den hooeo De - fc-xffi het recht te leven. Het wanj) dn» dat het tijd wordt te denkeu, j. u uem m hb'. h'ven ver- v if z' et den va- d« *-r «mart doei, s„.:i -.- v '.-ï aan den twintigjarigen ónbskende, die it Vuéter- litz ofte Waterloo gestorven is, bij het geschal van een zege- of van een aftochtslied, aan hem, die vermoord werd in de lente des levens, dat uien denkeD moet. Die onbekende ware wel licht grooter geworden dan Napoleon. De ge nius des Oorlogs heeft het recht niet den ge nius der Gedachte te dooden En zelfs wanneer die onbekende geen ver nuft geweest ware met welk recht vermoordt men hem Zal men de arme duivels, de nede rige wezens, die slechts een oogenblik het leven aanschouwen, dit korte oogenblik nog on'ste- len, hen verbieden te bestaan Voor dezen was Napoleon de vijand, de wreedaard, die Toskaansehe Zedenschets. - Zijt gij zeker dat het meisje onschuldig vroeg hij, na hij Virginio had hooren ik en. Ik verwed er mijnen kop op. - Al goed en wel, mijn jongen maar gij t geene preuven Neen, ik heb geene preuven, en ik heb er - ne noodig. - De wet is niet zoo gemakkelijk om ien, mijn vriend. Vergun mij eene vraag beschuldigde meisje is zeker wel uwe aan- ande Neen brginio aarzelde eeu oogenblikje. Dan voeg- hij er haastig hij Ik bemin haar, maar zij, ze wil vau mij ;h hooren, noch weten. Over drie maanden ;ft zij smadelijk de hand verstooten die ik ar eerlijk en rechtzinnig ter trouw aanbood. Zoo 1 Dan zijt gij zeer edelmoedig en uw ord heeft er te meer waards om. Zoudt gij ar willen zien en spreken Dat zou ik u kun- n toestaan. Gij zoudt haar kunnen onder- agen. Ik wil haar niet ondervragen zegde Vir- nio maar ik wil haai' zeggen, dat ik aan ,ar niet twijfel, dat ik weet dat zij onschuldig iudien gij zoo goed zijn wilt, mij haar te ten zien. De rechter knikte, vriendelijk, en riep door 3 opene deur naar den cipier. Een oogenblikje zegde hij, als hij den pier zijne bevelen gegeve i had. Bestaat er arzaak'of reden van vijandschap tusschen de «klaagster en de beschuldigde O ja zegde Virginio met zijne ruwe open hartigheid. Het meisje... Netta is op mij ver zot, en hare ouders ook zouden willen dat ik met haar trouwde. Maar iedereen zegde dat ik niemand anders dan IJmiita bemin. De rechter glimlachte weer eu deed teekeu aan den cipier om Virginio te vergezellen. Men bracht Virginio uit de heuvelachtige straat, vooibij het Lieve-Vrouwebeeld, naar de Porta Florentina. Gij moogt slechts tien minuten bij haar blijven, eu dat in't bijzijn vau iemand zegde de cipier. Dat is altijd beter dan niets, antwoordde de soldaat, en zij gingen den trap op. De cipier riep de sleuteldrager en deelde hem de bevelen van den rechter mede, en Virginio volgde dezen nieuweu leidsman tot aan de deur die met eeu zwaar «lot en eene ijzeren lat ge sloten was. Virginio werd bleeker dan nooit in een ge vecht of in een hospitaal, voor het kanon van den vijand of het mes van den wondarts. En zij zit daarin o, Die helsche schur ken 1 li morde hij en zijne hand zocht onwille keurig de greep van zijn zwaard. Hier is iemand om u te spreien, met toe lating vau den rechter zei de sleuteldrager, de deur openstooterid, zonder waarschuwing en zelf binnentredend, terwijl Virginio op den dorpel bleef staan. Urnilta sprong op en bezag hen met groote oogen XIX Vijf dagen en vijf nachten had de kige op die plaats overgebracht, en c betrekkelijk korte tijd had op haf verricht van zooveel jaren. De gezoi blos was van hare wangen vtrdw< glinsterend haar was dof, hare oog wild in hunne holt n, en op hare v ken lag eene uitdrukking van w< hulpelooze ellende welke Virginii deed. slechts leven kon ten nadeele van het leven der anderen, de vertegenwoordiger van afschuwe lijke gevoel ids. Wat geeft het mij, die mensch ben, dat die Bonaparte zijn persoon doe gelden, wanne r hij mij moet verdelgen om daartoe te komen Ik wil mijn leven genieten, en het niet aistaan om het zijne te onderhouden Ziedaar goede woorden Ziedaar hoe meu het volk moest leeren die genen toe te spieken die, onder voorwendsel dat h nne glorie op het spel staat, millioenen menschen onderhouden in gevoelens van haat en afueer tegen elkandtr Ziedaar wat men moest leeren nan d kinde ren in de school, aan den arbeider in het werk hui», aan den landbouwer op het veld, aan allen die vreedzaam het leven willen genieten Ziedaar wat men moest voorhouden aan do monsterachtige parisieten, die tegen het menschilom samenz'weeren, zij heeteu dan Na poleon, Alexander, of Willem. Uit, de laatste verslagen door de Re kenkamer medegedeeld, ontleenen wij het volgende De algemeeno uitslag der begrooting van 1891 sluit met eene totale inkomst var. 401,947,194 fr. C9 centiemen til eene totale uitgave van 402,167,933 fr. 94 centiemen of 220,899 fr. 55 centie men meer in uitgaven. Maar, voegt de Rekenkamer er bij, daar bet vorige dienstjaar van 1890 reeds een mali vap 17,542,305 fr. 36 centiemen aanbood, zoo mag meu het dienstjaar van 1891 definitief sluiten met een te veel in uitgaven van 17 MIL LIOEN 763 duizend 134 fr. en 91 een tiemen. Ziedaar, hoe het met onze financiën gelegen is Aan sol laten en forten, aan Kerken, Kloosters en papen van alle kleur en geur, worden er met millioenen weg ge worpen. Ondanks de zware lasten die op het land drukken en die niettegenstaan de alle beloften in plaats van vermin derd nog worden, overtr fen de algemeene uitgaven de mkor ten De klerikalen hebben schoon het finan tieol bestuur van minister Beernaert tot in de wolken te bewierooken, zoo die toestand zich nog eenige jaren moet ver lengen dan is het onvermijdelijk dat België door eeu overgroot bankroet zal getroffen wordtn. Hopen wij dat het nieuwe kiezers korps klaar uit de oogen zal zien om hieraan einde te stellen. Zno als onze lezers mogelijk reeds door de dag bladen vernomen hebben, is er groote ruzie in het kamp der Luiksche klerikalen. Langs den eenen kant vind men de abt Pottier leeraar aan 't groot Seminarie, gesteund door Mgr. Doutreloux zelf, welke met de jonge ele menten de voornaamste socialistische hervor- vormingen aankleven van den anderen kant heeft men den algemeenen vikaris Rutten, welke met de rijke en aristocratieke klerikalen hoegenaamd van geen katholiek socialismus willen hooren. A propos van dit veel besprokon geschil, herinneren wij on» een weinig gekend feit, dat onlangs onze verstokte reactionnairs en da nieuwbakken katholieke democraten in op schudding heeft gebrachtKorten tijdvoorde bijeenkomst van het laatste congres van den katholieken Volkibond van Helleputte, hadden de bisschoppen van Mcchelen, Doornik en Brugge het gedacht opgevat aan de beweging der jonge katholieken den kop in te drukken, door het uitgeven van eenen gezamentlij ken brief over de plichten der katholieke democra tie. Deze brief zou aan de Verhaeghez, de Le vies, de Pottiers, deMaquinays, deHelleput- tes, en tutti quanti vjakaf het soumettre of démettre in de ooren hebben doen dreunen. Of aan 1 -thodoTo zaken en mui over- looi «r rechten y of o[W boord ju de l tcke -arv.; De uitge.-mid rd .cGze van Gentwn uik fvi- het siuk ieed* ge'bijktni, de Bruxelles had raeds naïef weg bij voorbaat vreugdekreten over de veroordeeling der demo craten aangeheven toen er op eens van de zaak niet meer gerept werd. Wat was er ge beurd De bisschop van Gent, Mgr. Stillemans, had aan zijne collegae verklaard dat hij na lezingen overweging ten stelligste weigerde den brief te ieekenen. Vandaar woede te Mechelen, woede die in eene echte razernij veranderde, toen de kardinaal vernam dat de bisschop van Luik het voorbeeld van zijnen Geutschen confrater \olgde en insgelijks wei- gerd te teekenen. Ziedaar waarom de herder lijke brief niet versoheen, die de Jeune droite moest in den grond boren en die het hart van den braven Courrier niet zulke groote, maar voorbarige vreugde vervuld had. Geene week gaat voorbij of we zien er duizenden en tpenwinkel uitge- Met twee stappen stond hij neven» haar Urnilta, kent gij mij niet Bezie mij ik ben nog altijd uw vriend, uw echtgenoot indien gij wilt... Ik ben gekomen zoodra ik deze ver maledijde zaak vernam... Waarom spreekt gij niet Ik vraag u niets... Ik weet dat gij on schuldig zijt... i) Urnilta bezag hem al twijfelend. Te diep was zij in baren jammer vollen toestand verzonken om zoo aanstonds den teederen zin van zijne woorden te be-effen. Zij week terug gelijk een gewond en wild ciier. Weg! zegde zij tussc den hare tanden ga naar Netta Sari, zij heeft u noodig, ik niet... Ik... ben eene dievegge... zeggen zij En dan lacht,e zijeen lach die Virginio's bloed in zijne aderen deed stollen, wantin een krankzinnigengesticht had hij eens «lk eenen lach gehoord... Zij mogen dat zeggen v antwoordde hij, zich geweld aandoende om aan zijne stem een kalmen en vasten toon te geven. Mij is het onverschillig dat zij dat zeggen. Cl ij zijt zoo on schuldig als een pas geboren kind, en ik be min u, Urnilta, en zie, indien ik u met, uit het gevang kan verlossen, dan wil ik naar u wach ten. Ja, ik zal naar u wachten en den dag dat gij het gevang zult verlaten, wordt gij mijne vrouw, indien gij wilt... Om u dat te zeggen ben ik naar hier gekomen... Hij eerbiedigde haar te zeer om haar aan te ik min u toch... Tot vrouw wil ik u nemen voor God en zijne H. Kerk zooals gij zijt en wie mij u ook betwist hij zal u niet winnen. De goede God maakte u schoon en gij, gij hebt uwe onschuld bewaard, on u rein gehouden van alle zonde daarop wil ik mijnen eed doen. Ik kan u niet in vrijheid stellen maar ik kan wachten... Wanneer gij uit deze vermaledijde plaats komt, zult gij tot mij komen en indien ooit iemand u deze leugen, waarvoor ij in deze hel lijdt, durtde naar het hoofd werpen, dan zou bij met mij moeten rekenen en het zich bitter berouwen... Dit wilde ik u zeggen, eu daarom ben ik naar hier gekomeu...» Zij luisterde naar zijne stem, eu hare sohoo- ne lippen trilden en geaeel hare gestalte veran derde ze scheen te groeien en nieuw leven te bekomen. Dit zegt gij nu?fluisterde zij bijna onhoorbaar. Maar... ach later... Ik zeg het :iu en voor altijd. Eensklaps sprong zij vooruit en slingerde hare armen rond zijnen hal3. Dan zult gij de waarheid weten ik be min u 1 Nu liet zij hem los en stootte hem van zich af. Maar... nooit wil ik u met schande bela den nooit nooit 1 nimmer zalik u oneer brengen. Dan zweeg hare stem en zij verzonk in ee nen rleerniswnai'dicrpn afoul iran i ver .matvolle ambte- naaiü zuu ^oüauiera, brielürag-xo onderwijzers een weinig Verhooging Vragen, waarop ze recht hebben dan antwoordt men hun vlakaf er is geen geld in de kas De tolbeambten vervullen een lastige en gevaarlijke taak men betaalt ze te weinig om te leven en te veel om te ster ven De briefdragers hebben het stellig zoo onderbrak hij haar uwe onschuld staat bij mij buiten allen twijfel. Ha, ware ik maar daar geweest om u ta verdedigen Uwe eer D mijne eer... n U mil ta week een weinig van hem af en keet hem zucht in de oogen. Jazegde zij met eene ernstige teeder heid die haar veranderde en haar schoone maakte dan zij ooit te voren was geweest. - Ja, mijne eer is uwe eer, en nooit zal ik schan de over u brengen, zoo helpe mij Onze Liev Vrouw, de dierbare Moeder van Christus Dat zult gij nooit kunnen, zegde Virginic Zijn hoofd duizelde, zijne pols klopte snei leren zijne ziel juichte eu jubelde. Hij vergat dat hij in eene gevangenis was. Het is tijd dat gij vertrekt waarschuw de de sleuteldrager, hem beziende van uit d deur. BB Nog een enkel oogenblikje riep Virg - nio en hij nam Umilta's beide handen nc een oogenblikje. Zij is mijne vrouw Neen zegde Urnilta, en zij trok hai handen uit de zijne neen, zoolang als plichtig ben in de oogen van een enkel inensch Dat doet niets ter zaak, en het zul ni t lang duren zegde Virginio. Ik daux dt a Hemel voor dit gevang, dewijl gij mij hier u hart hebt geopend Dan, spijt al zijn vertrouwen en al zijn hoo gevoelde hij zijnen moed zinken. Zijn ha 'jjsruco zVSmr na?y C ht ZOO g. t'.. i' f - 1 T - 1 Ut

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1