ONS HUIS Iets over familieleven. Abonnementsprijs LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 5 fr. voor de stad. 5 fr 50 voor den buiten, PRIJS PER NUMMER: 10 CENTIEMEN. voorop betaalbaar. Men abonneert [zichop alle postkantoren voor den buiten voor «?e stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. Prüc rin» h Gewone, 15 centiemen Prijs der AnnoncenRekiamen, 75 centiemen Per drukregel. Vonnissen op de detde bladzijde, 1 frank. Voor d'annoncen buiten de Vlaanderen, zich te wenden tot Brussel. Nee spe nee metu. den AGENCE HAVAS, Madelenastraat, 32, AALST, 17 FEBRUARI. Niets is me zoo heilig, en feitelijk is niets zoo heilig, als het familieleven wanneer het familieleven is gevestigd op de ware grondregels door de natuur zelve voorgeschreven Man en vrouw door wederkeerige lief de bijeengekomen en gezegend met een t tlrijk kroost, opgroeiende in de liefde voor de ouders, voor den medemenscb en voor den arbeid, niets schooner De man, als hoofd des gezins de vrouw als voedster en opvoedster der kinderen de kinderen, de steun der ou ders in hunnen ouden dag, allen door de banden der liefde vereenigd, niets heiliger Zoo is 't familieleven een zegen. Doch zoo gaat het zelden, eilaas OncUr de begoede standen, die zoo zeer op de noodzakelijkheid van 't fa milieleven voor 't behoud der orde in de samenleving, drukken, is het hu welijk, de hoeksteen van 't familieleven, zeer zelden eene acte van liefde. De rij ken trouwen voor 't geld. De vader van 't meisje bezit eigendommen in land en huizen de vader van den jongen is rijk in handelswaren en effekten. Als nu beide vaders elk een gedeelte van hun vermogen bijeenbrengen, dan worden ook de kinderen bijeengebracht en het huwelijk voltrokkengelijk een koop graan. Liefde is bijzaak De jongen en 't meisje zullen elkaar wel beminnen, mettertijd. De liefde zal wel komen. Inderdaad, de liefde komt, gelijk bij 't vee, wanneer de dierlijke driften spre ken. Maar dit is geen huwelijk zoo komt er geen familieleven. Omdat de hengst de merrie, of de stier de koe, beminde, daarom waren zij niet gehuwd en om dat er veulens en kalveren kwamen daarom was er geen familieleven. En omdat veulens en kalveren deden wat de hengst en de stier hadden gedaan, daarom was er geen huwelijk. Men vergeve ons de vergelijking, die wij niet zochten immers, zij is een feit. In de samenleving gaat het niet anders. Geld trouwt met geld en 't lieve kindje, dat daar in de wieg ligt, tnsschen dons en kant, staat reeds gekwoteerd op de huwelijksmarkt der begoeden. 6. NOVELLE. Naar het Duitsch door Kapitein Van Ackeb. Marie werd rood. Het was de eeritemaal dat meu haar de waarde van haar werk liet vast stellen. Ik zal er met mijne moeder over spreken zegde zij schuchter en als verlegen. Zoet lachte de heer Mellijn om de blooheid van dit jong meisje, die bedeesd bloosde als men haar sprak over de waarde van haar werk, en die zich achter de schort van hare moeder scheen te verbergen in plaats het gepaste oogenblik waar te nemen om een goeden loon te vragen, dien hij natuurlijk zou moeten toe staan hebben, dewijl het wel eene onmogelijk heid ware geweest haar iets af te dingen. Met ingenomenheid liet hij zijne oogen op haar lief gelaat rusten. Wat was dit meisje schoon en bevallig En wilt gij nu mijne nieuwsgierigheid vol doen aangaande het standpunt, jonkvrouw Reinhert vroeg hij Zwijgend stond Marie op en begeleidde den vriendelijken man naar haar werkkamerken. 't Is hier, het venster door, dat ik uw huis uitgeschilderd heb. Nu is het bijna donker en alles ginds is nu kaal maar als ik het huis en den tuin uitschilderde, was 't in 't begin van den herfst en toen zag daar alles er heel wat anders uit Toen was 'tdaar zoo mooi, dat ik het niet laten kon huis en tuin uit te schilderen. Eenen rappen blik had de heer Mellijn rond het kleine kamertje geslagen en indien de woordeD, die hij had gehoord, hem ni t reeds een tooneel van ontberin en arbeid hadden ssteld, zoo maakte het zicht van dit ka rn 3 hem dat tooneel zeer duidelijk. Het is wat te donker nu om mijn huis goed te zien, ik hoop gij en uwe moeder zult het mij bij klaren dage willen tonnen zegde hij terwijl hij zijne blikken weer rond het ka mertje liet gaan. Gij zijt toch geene porse leinschilderes vroeg hij als hij een groot getal teljoren en vazen zag staan. Jawel mijnheer antwoordde Marie die behagen scheen te vinden ia zijnen verwonder den toon. Ik schilder bijna anders niet. o, Dat is zonde riep do heer Mellijn uit. Waarom schildert gijniet liever land schappen Omdat er geene vraag naar is en ook orn aat iemand als ik haren tijd niet mag verliezen, om den lust te voldoen een hooger kunstwerk voort te brengen, De heer Mellijn keek nog eens rond. Hij be zat levensondervinding en verstond zeer wel de taal dezer geschilderde teljoren en van dat een voudig huisraad in dit kamertje. En hoe jong was deze vlijtige porseleinschilderes jong en schoon, en zonder twijfel beminnenswaardig en ook wel goed opgevoed en dit jong leven zou verkwijnen in eene lange rei van arbeids jaren Ik dank u, jonkvrouw Reinhert zegde de heer Mellijn over de vriendelijke wijze waarmede gij mijne nieuwsgierigheid hebt vol daan. Ik hope wel, gij en uwe moeder zult mij mijn huis eens van hier in den zonneschijn wil len laten zien. Welzeker, zeer geerne, antwoordde Marie. Intusschen ging de heer Melliju naar de deur toe. En zegde hij wegens het schilderijtje hoop ik zult gij niet onverbiddelijk zijn gij zult het mij willen verkoopen, en de handelaar zal mij welhaast desaangaande voldoende in lichtingen geven. Hij groette beleefd en vertrok. Mellijns bezoek had Marie opgeruimd. Met haar kunstwerk had zij dus ook aan anderen vreugde gebaard en haar talent w. rd op prijs gesteld. Dat vleide haar. Een liefhebber zou haar werk rijk willen betalen, en nu had zij En toch spreken zij van liefde en fa milieleven en zij smalen op de arbei ders, die van 't familieleven, dat zij droomen, niet kunnen genieten omdat, door de noodwendigheden ues levens, door de verdeeling van den arbeid in 't moderne industrialism©, de man van de vrouw en de kinderen van de ouders gescheiden leven, elk afzouderlijk me- degesleept in den maalstroom der koortsachtige voortbrengst, die niet ge noeg voortbrengt voor hen Liefde Familieleven Gij hebt ze uit het werkelijke leven gerukt, en nog slechts de poëten spreken er van. Zij kunnen niet bestaan waar de middelen van bestaan ontbreken en zij gaan ver loren door 't voorbeeld der groote zel ve, die hunne liefde naar de veile deerne dragen, wijl zij in hun gezin de rol van fokdier spelen, dat zijn kinderen, zijn kalveren, naar de minne draagt, die tegen comptante species de melk ver koopt door de natuur voor haar kind bestemd. Opdat het familieleven mogelijk zij, moest de huiskring stevig gevestigd we zen moest de mensch geërbiedigd wor den in hetgens den man 't naast aan 't harte ligt zijne vrouw en kinderen. Zedesprekers, wat deedt gij met den man, die voor 't behoud zijns gezins had te zorgen en dien gij van opstand regen t familieleven beschuldigt Gij klonkt hem aan 't toonstelsel, de verdeeliug van den arbeid en de vrije arbeidsconcurrentie. De liefde, die gij den medemensch moest toedragen, schonkt gij aan de metalen werktuigen! De machienen uwer fabrieken worden met groote zorg onderhouden elk ra dertje wordt op tijd gereinigd en ge smeerd koper en staal glimmen geen vlekje roest of stof is er op te bespeu ren. Raderen, assen, ketels, platen, rie men, alles wordt op tijd nagezien en behoorlijk onderhoudenopdat er geene stoornis kome in't geheel, in 't machi nale familieleven, want.... uwe fortuin is er aan verbonden. Maar gij bekreun- det u noch om de vaders, noch om de moeders, noch om de kinderen, die de assen, de ketels, de raderen van 't men- schelijk familieleven zijn, en gij liet ze omkomen van gebrek en ellende. Wanneer gij zooveel liefde zult be toond hebben aan 't volk, van welks arbeid gij leeft, als voor de machienen uwer fabrieken wanneer gij den arbei der naar behooren zult betaald hebben, zoodat hij zijne vrouw in 't huisgezin kan laten en zijne kinderen ter schole zenden wanneer gij 't voorbeeld zult gegeven hebben van de goede zeden en van de vervulling der plichten, welke t huwelijk u opleggen wanneer uwe vrouwen hare kinderen zelve zullen op gebracht hebben gelijk de moeders uit het volk en gelijk ook de dieren doen wanneer gij, in een woord, het familie leven zult geëerbiedigd hebben, spreekt dan tot anderen van hunne plichten. Maar tot dan, zwijgt en schaamt U De katholieke volksvrienden. worden niet gaarne gezien van de oude prui ken, die gewoon waren alleen ia het klerikaal lcamp te bevelen. De Gazette de Liege schrijft Men zou zeggen, dat voor sommige heet hoofden de katholieke grond te klein is, en dat het Evangelie niet n&eer voldoende is, zooals vroeger, om de slaven te bevrijden, om de barbaren te oekeeren, en om de duisternis van de heidensche volkeren te weren. Vroeger Wanneer was zulks? In deschoone tijden van het eerste Christendom, ja, dan deed het Evangelie mirakelen; maar nu Is er heden nog spraak van het Evangelie De geloovigeu zeiven mogen het niet eens lezen En in de vroegere eeuwen werden zij stil.ekens aan levend verbrand als zij het lazen, leenden, kochten, verkochten of uitschreven. De verbod van het Evangelie te lezen werd het groot wapen der Hervormers, die beweer den, dat ..ij volgens het Evangelie leefden, en niet de Roomschun, en dat het was omdat het volk niet zou weten, dat de kerk voor vele din gen in strijd was met het Evangelie, dat zij er het gebruik van had verboden. Ja, het Evangelie predikt de gelijkheid aller menschen en de afschaffing der slavern j Maar wat heeft de kerk gedurende de middel eeuwen gedaan, toen alle boeren slaven der ede len waren Eeuwenlang spaude Je kerk samen met de volksverdrukkers, met de volksuitbuiters, met de alleenheerschers, en zij stond alle dwinge landij voor. Een voorbeeld De groote katholieke beul der Nederlanden, de gevloekte Alva, kreeg van den paus eenen eeredegen ten geschenke, omdat hij de religie (leest de inquisitie) zoo dapper verdedigd had. Het gevest van dezen degen was met kost bare steenen bezet, en verd hem met luister rijk vertoon in de Gudulakerk van Brussel overhandigd. Alva was dus een man naar het hart des pau sen, maar niet naar het hart van het zacht moedig lam, dat voor ons gestorven is. En nu het liberalism de kerk dwingt zich in acht te nemen, en de kerk doet afzien van hare dwangmiddelen, pijnbanken en brandstapels, nu keert deze kerk al hare woede tegen het li beralism dat het geweten vrij heeft gemaakt. Doch dat de kerk zich tegen hef liberalism verzet, dat is te verstaan, dat is haar belang maar dat er zooveel snullen van burgers tegen het liberalism zijn, dai is on verstaanbaar, want zij zouden het moeten eeren en zegenen als de grootste weldoener der menschen. Leve het Evangelie en het liberalism ook kennis gemaakt met den eigenaar van Ons Huis. Zi j moest lachen als zij aan de verwondering van moeder en zuster dacht. Reeds den eersten zonnigen dag was de eige naar van Ons Huiszooals hij gezegd had, daar alweer. Aan moeder Reinhert beviel de vrien delijke man zeer wel doch sterk was de goede vrouw te leur gesteld als hij wegging zonder eene enkele bestelling te doen noch zonder eens over het koopen van het schilderijtje te spre ken want op voorstel van den heer Evert had zij aan den handelaar last gegeven het schil der stukje voor eenen matigen prijs te verkoo pen. Misnoegd zag vrouw Reinhert har® dochter aan maar aleer zij den tijd had haar misnoe gen uit te drukken, kwam Anneken, die den bezoeker tot aan de deur verrezeld had, in de kamer gesprongen, sloeg hare armen rond den bals van hare zuster en fluisterde Mijnheer Mellijn laat u hertelijk danken sedert dezen morgend bezit hij het schilderijtje van Ons Huis. En op de trap moest hij harte lijk lac'ien,als ik hem zegde dat wij zijn huis altijd Ons Huis noemden, omdat het zoo schoon is en er zooveel prachtige bloemen in den hof staan en hij heeft mij gezeid dat ik in den zomer naar zijnen hof mag gaan om te spelen en beziën en bloemen te plukken. Meermaals kwam de heer Mellijn het huisje van de arme weduwe binnen om, naar hij zeg de, va^ uit M trie's werkkamertje eenen oogslag op Ons Huis te werpen, gelijk hij het ook al schertsend noemde. Nu was het een sombere winterdag, dati de gevallen sneeuw of de hel dere zonneschijn die hem de aanleiding gaf Ons Huis van daar te zien. En na aan zijné nieuwsgierigheid voldaan te hebben, bleef hij altijd langer eu langer met moeder en dochter praten. Iedermaal ook werd zijne uitnooJiging drin gender, die hij hun deed, toch eens te komen om Ons Huis langs binnen te ieeren kennen en als met Kerstdag een kistje toekwam voor Anneken met eene allerschoonste pop erin, aan do kleine door deD heer Mellijn toegezonden, De gevolgen der herziening voor den landbouw. De herziening der Grondwet zal on getwijfeld voor verschillige klassen, en namenlijk voor den landbouwer, heil zame gevolgen hebben. Onder het zede lijk oogpunt aanschouwd, zal het stem recht zijn aanzien vermeerderen, zijne waardigheid doen stijgen hij zal nieu we betrekkingen aangaan, zich meer met zijne politieke en maatschappelijke intresten bekommeren, en trapsgewijze de plaats innemen die hem in de samen leving, volgens alle recht, toekomt. Zonder profeet te willen spelen, is er onder dat opzicht eene gansche omwen teling te voorzien.. De beweging zal langzaam zijn, zon der schokken, bijna onopgemerkt. Maar op het stoffelijke gebied, zal er ook eene verandering gebeuren hier, volgens alle voorteekens, zal de omwenteling min traagzaam en misschien wel met versnelden gang tot uitvoer gebracht worden. Om het gegronde van die denk wijze te staven, is het voldoende op- meikzaamte wezen op de dagelijksche gebeurtenissen. Voortijds hoorde men van geen laudbouw-programma spre ken men mag zelfs zeggen dat dit pro gramma, als politiek aanschouwd, on bekend was, of beter nog, niet bestond. Nauwelijks is de grondwet herzien of de gezichteinder is bijna verduisterd door de menigvuldige landbouwprogramma's die als door tooverkracht, in alle poli tieke kringen te voorschijn komen. De klerikalen, en bijzonder de katho lieke socialisten, doen zich vooral op merken zij schijnen door eenen bui tengewonen geestdrift bezifeld, en wijken niet terug voor een programma dat on langs de oude klerikalen deed kieken- vleesch krijgen, en wekelijks in den waarheidsstoel als een duivelswerk ge hekeld werd. De toestand is veranderd. Hetgeen onlangs slecht was, is nu goed geworden hetgeen toen door de dui vels in de duisternis werd aan de ooren gefluisterd, wordt vandaag met volle trompet door de hemeldragonders uit gebazuind. 't Is alzoo dat de partij, die jaren lang dan hield het kind niet meer op te smeeken den den eigenaar van Ons Huis te mogen gaan be zoeken. En Anneken schreef een briefje aan mijnheer Md lijn dat, indien het haar vergund was, zij komen zou om hem persoonlijk te be danken. Mijnheer Mellijn antwoordde hierop met de weduwe Reinhert en bare beide dochters vriendelijk uit te noodigen tot een klein mid dagmaal waarop zij hunne vrienden mijnheer Evert en diens vrouw zouden ontmoeten. De uitnoodiging werd aangenomen. Anneken juichte van blijdschap Marie vermeed het veel over dat bezoek te sprekeu, en de moeder was niet zonder ongerustheid over die terug houding van hare dochter. Op den gestelden dag gingen de weduwe Reinhert en hare twee dochters naar de villa van den heer Mellijn, toen het kleine Anneken halfwege eensklaps vroeg Marie, wat is dat een zwager Vrouw Reinhert en Marie bezagen de kleine verbaasd, 'l Was alsof die vraag niet al te verre buiten hunne eigene genachten mocht gelegen hebben. Een zwager, Annekeu zegde vrouw Reinhert eindelijk. Hoe komt gij op die vraag De kleine wierp een teederen blik op hare schoone nieuwe pop, h -t laatste geschenk van haren rijken vriend. O zegde zij als ik dezen morgend met mijne nieuwe pop uit mijnheer Mellijns huis kwana, zei de poortierster pas maar op, kleine, uit uwen poppengever zal nog een ziva- 6er worden... Met hare Aioeder wisselde Marie eenen rap pen oogslag, terwijl een blos hare wangen kleurde en zegde Mijnheer Mellijn ziet u geerne en is zeer goed voor u. Spreek het woord zwager maar bij hem niet uit, of anders zoudt gij hem bedroe ven. o. Ik wil mijnheer Mellijn niet bedroeven zegde de kleine de samenwerking lasterde, bostreedt als ©ene lielsche kwaal, heden in steden en dorpen alle pogingen inspant om samen werkende maatschappijen tot stand te brengen. Gilden en boerenbonden rijzen op als kampernoeliën meetingen en voor drachten worden belegd en gehouden in alle gebouwen, tot in pastorijen en ker ken geestelijken van allen aard en van alle kleur, edelen die eertijds zoo on verschillig aan het lot van den landbou wer bleven die geene betrekkingen met hem aangingen als om hunne huur op te strijken of zijnen met zweet over dekten spaarpenning af te bedelen, ver klaren zich bereid hunnen laatsten snak op te offeren om den boer te redden. Als dat nog een beetje duurt, dan zullen de sermoonen niet meer aangevangen wor den door de al te oude spreekwijze be minde kristenen, maar dan zal elk ser- moon b ginnen met de verbroederings woorden der fransche republiek daarbij het zeer lieve en duurbare broeders n klinkt zelfs tot in de klerikale meetin gen. Waarom die plotselinge omkeer Het is omdat hunne liefde voor den andman geveinsde en hebzuchtige ge negenheid is. Dat zij hunne gedrachts- lijn slechts wijzigen om des te beter hunne bijzondere intresten te kunnen bevoordeeligen omdat zij hunne poli tieke belangen door het toekomend kies stelsel bedreigd weten, en vooral omdat zij hunne oppermacht willen behouden en daartoe de verachterlïjkste laagheid bedrijven moeten. Voor de werklieden. In een vorig artikel hebben wij getoond hoe de klerikalen thans den werkman trachten ho nig aan den baard te strijken en hoe zij op allo mogelijke eu onmogelijke wijzen hem willen onder hun bedwang houden tot meerder eer ende glorie van hen zelve en tot groot profijt van al degenen die zich, in ons gebenedijd lan- deken, vet en rond gelikt hebben aan den schotel eu nog niet genoeg hebben. En wat wordt #r aan de goedgeloovige suk kelaars beloofd Vooreerst zullen zij den He mel krijgen, dat is zeker. Wanneer dat zal ge beuren, dat vertelt men niet en dat is ook niet noodig. Als men het u verzekert i* dat reeds niet wel Wat vindt men toch lastige men schen Die zouden dat zoo mrar seffens moe ten weten en bezitten. ten tweede zullen al de tegenwoordige en toekomende werklieden, die van het genoot schap lid zijn, een glas uitzet krijgen aan 5 centen. Dat zuivert de maag, geeft goeden ap- Met vreugdestralend gelaat noemde de heer Mellijn de weduwe en hare twee dochters wel gekomen. Mijnheer en mevrouw Evert waren reeds daar. Terwijl de beide vrouwen elkander groefctén en de heer Mellijn den dank vau Anneken we gens het geschenk der schoone pop moest aan- hooren, ging Marie met mijnheer Evert eens de-prachtige kamers af alwaar kostelijke schil derijen, kunstige standbeelden en alierlei zeld zaamheden te zien waren. Gelijk in eenen droom luisterde Marie naar de uitleggingen, die de geleerde man haar over het een en ander gaf, en bracht nu en dan een verstrooid antwoord uit. Zij was ongerust en als niet op hare plaats. De vraag van hare kleine zuster was is dat eea zwager dat had op baar gemoed gewerkt als een alarmschot hetwelk een gevaar aankon digt. De vrijpostige bemerking van de poortier ster nit uwen poppengever zal nog een zwager worden dat was toch niets auders geweest dan, in plompe taal uitgesproken, de vraag die Marie sedert lang op het gelaat van hare moe der had denken te lezen. Marie wist dat hare moeder aldus over mijnheer Mellijn dacht. Waarom had Marie nooit den moed gehad er met moeder over te spreken Was het maagde lijke bedeesdheid, die haar belet had moeder te sproken van eene mogelijke huwelijlesvraag vooraleer mijnheer Mellijn zelf ervan gesproken had? Neen, dat was het niet. Wel hield zij mijnheer Mellijn in de hoogste achting, en toch eene huwelijksvraag van zijnentwege wara haar niet ge venscht geweest. En waarom niet Indien zij Mellijns hand aanvaardde, was er dan niet voor altijd voor moeder en zuster ge zorgd, veel beter dan met hare eigene zwakke krachten En was de man niet waard bemind te worden Was al wat zij van hem gezien en gehoord had niet goed en vriendelijk De wijze waarop hij haar hulde deed sprak van edele gevoelens. Hij was zeer rijk en zeer liefdadig wat kon haar tegenhouden dit alles haar eigen te noemen (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1