ONS HUIS
9de Jaar. Nummer 14 Zondag 8 April 1894.
Prijs Her Annoncenj Eeklam8n 76 centIem.n j P" drukreB*1.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore Yoor d'annoncen buiten de Vlaanderen, zich te wenden tot den AGENCE HAVA5,
van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, AALST. Madelenastraat 32, Brussel.
Nee spe nee xnetu.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijsj bul{en j voorop betaalbaar
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijdefrank.
AALST, 7 APRIL.
Ministerieele verklaring.
De verklaring verleden dijnsdag door
het nieuw ministerie iu de Kamers ge
daan is stellig van weinig beteekenis.
Na eenige bloemen van rouwbetuiging
voor 't gevallen Kabinetsboofd bekende
JM. De Burlet geheel naïef dat hij met
zijne blijvende kollega's, alhoewel over
tuigde aanklevers van de E. V. even als
hun gewezen hoofdman M. Beernaert,
dezen toch in zijn ontslag niet volgen
mochten, daar M.Beernaert er eene per
soonlijke kwestie van gemaakt had en
zij zich zoo verre niet verbonden hadden.
Maar wat was dan hunne gezamentlij-
ke demissie, zoo niet dan komedie
Verder zal het gouvernement zich
beijveren om de nieuwe kieswetten af
te werken ten einde zoo spoedig moge
lijk de aanstaande kiezingen te doen
^plaats grijpen.
Ja, thans komt mtn van werkzaam
heid en haast spreken na maanden en
maanden gelanterfant en den koetelijk-
sten tijd verloren te h bben. Wat al
onnoodige vacantiedagen werden er niet
genomen, en hoeveel zittingen zijn er
om reden van onvoldoende bijwoning,
sliet moeten geheven worden Thans wil
znen per expres vooruit om uit oenen
ongrondwettelijken toestand te geraken
die repds te lang geduurd heeft en wel
-eens zou kunnen gevaarlijk worden.
Wij zullen zien of men waarlijk vooruit
zal willen gaan en of die verklaring
weer ah eens geene bedriegerij is.
Het nieuw kabinet heeft vervolgens
de kwestie van de afschaffing der lich
ten en vuurbaken aangeraakt. Voor den
handel van Antwerpen en van 't gansche
land, dus voor onze nationale welvaart,
is deze kwestie van 't allergrootste ge-
1 wicht,
Geene halve middelen dienen er ge
nomen te worden, maar wel radicale
middelen die aan de Soheldestad haren
rang teruggeven, welke zij door de me-
diging van Duinkerken, Rotterdam en
Hamburg verloren heeft. Het schijnt
echter dat men maar wat zal willen
13.
NOVELLE.
Naar het Duitsch door Kapitein Van Ackeb.
Voorzeker, zeer duidelijk hoorde zij de «tem
van haar geweten, die haar vermaande een
einde te stellen aan alle geheimen.
Mellijn beschouwde zijne vrouw, en de hate
lijke spreuk Den band wel niemand vindt, die
de gedachten bindt, die spreuk klonk onophou
delijk in zijne ooren.
En waaraan zou Marie wel denken
Hij zag hare bleeke wangen, hij zag hare lip
pen sidderen, hij zag de zenuwachtige haast van
hare handen.
Maar den moed had hij niet om te vragen wat
haar scheelde.
Ja, het moest zoo zijn de vergetene stond
stellig en zeker weer in hare gedachten.
Mellijna eerlijk hart voelde weldra schaamto
over zulke verdenking. Had Marie, vooraleer
rij zijne hand aannam, hem niet openhartig dit
kleine voorval uit haar verleden geopenbaard
Waarom zon hij nu aan de reinheid van hare
gedachten twijfelen
Hij kwam tot Marie, die hem bezorgd heen
en weer had zien gaan, en vatte Lare hand.
Kind zegde hij vergeef mij mijn stil
zwijgen, ik wil u rechtuit biechten. Marietje, ik
worde gewaar dat gij met eenen minnenjjdigen
pleisteren, welnu dat. zou niet mogen
zijn, zelfs al moeten er raillioenen geof
ferd worden, het offer kan niet te zwaar
zijn, want de bloei van Antwerpen is
voordeolig aan ganseh België.
Een ander punt vindt men in de mi
nisterieele verklaring, namelijk inkom-
reebten op zekere graangewassen. Ja,
tot daar zijn we gekomen Het minis
terie, lot hiertoe voor den vrijhandel,
verklaart zich voor den beschermhao-
del, of beter, zoo als M. Lambiotte, ren
liberaal kamerlid uitriep, het gaat de
RENTEN DEE GEOOTE GEONDEIGENAAES
VEEMEEEDEEEN.
Wanneer men beweert dat liet is om
den landbouw te redden, dan wil men
de buitenbevolking bedriegen, want de
eenige redding voor baar ligt niet in
beschermrechten, die maar alleen den
kasteelheer en den grondeigenaar zullen
bevoordeeligen, maar wel in de dege
lijke landbouwhervormingen op het
Vooruitstrevend Congres aangenomen.
Het protectionisme op de granen kan
in ons land niet dan nadeel aan het al
gemeen berokkenen, zoowel aau de
kleine landbouwers, die het talrijkste
zijn, als aan duizenden werklieden die
de meerderheid uitmaken.
Wij zullen zien hoe het toekomend
kiezerskorps op de ministerieele ren-
tenverhoogers der gr ooien antwoorden zal.
Onbetamelijk:
Wie Vlaming is kant zeker M. Amand De
Vos, een onzer knapste schrijvers en gewezen
doctor bij het leger. Men heeft dien koenen
strijder voor onze Vlaamscho zaak groot on
recht aangedaan in zijne bestuurlijke loop
baan. Meermalen heeft hij zich daarover bij
hooge'hand beklaagd en er zelfs een treffend
vlugschrift als protestatie over geschreven.
In de hooger kringen 0bleef men immer doof,
archi-doof. Wairom
Nu weten wij eindelijk, waarom er op de
herhaalde vertoogschriften van doctor Am.
De Vos aan de Kamer der Volksveitegenwoor-
digers, geen antwoord kwam.
Op oenen brief van het Bestuur van den
Snellaertskring, om de reden vragende en
aandringende opdat voortaan alle verzoek
schriften aan de Kamer van Volksvertegen
woordigers gestuurd, in de Annalss Parie
man zijt gestraft. Ik meende met alle derge
lijke gewaarwordingen gedaan gemaakt te heb
ben in de eerste weken na onze verlovingmaar
heden heb ik de bemerking moeten maken dat
die worm nog altijd knaagt,
Marie poogde hem lachend in 't gelaat te
zien en hield zijne hand vast.
Ik weet zoo sprak Mellijn ernstig voort
dat ik altijd zeker zijn mag wegens uwe trouw
en uwe liefde het onschuldig voorval uit uw
verledene weet ik uit uwen mond. De geluk
kigste man vaude wereld zou ik moeten zijn,
en... toch vergeef mij de bekentenis ik
beu zeer, zeer ijverzuchtig op dien jonkman
geweest die u toemertijd, eer gij uwe vader
stad verliet, getroost heeft. Moge God verhoe
den, dat ooit een boos toeval dien jonkman op
uwen of op mijnen weg brenge op barbaarsche
wijze zou ik onbeleefd jegens hem kunnen
worden en hem dwingen zijnen neus naar eene
andere streek te gaan dragen dan in de streek
alwa ir ik mijn lief vrouwtje in mijn eigen nest
hebbe... Zie, nu is mijn hart verlicht... Ik zag
dat gij ongerust werdt over mijn stilzwijgen,
en daarom heb ik mij gehaast u mijn hart heel
te openen... Uit het misnoegen over den indruk
dien het beeld, dat wij heden hebben gezien,
op mij heeft gemaakt üeb ik ten minste de les
getrokken, dat gij,mijn bemind vrouwtje, al
tijd den baud zult"vinden, die mijne gedachten
bindt. Hij kuste Marie's band vergeef mij en
laat er ons nu over zwijgen, z
Marie knikte.
Twee bittere tranen scboten in hare oogen en
rolden over hare wangen. Was het billijk dat
zij zweeg Of moest zij zwijgen Ach, indien
mentaire8 eene melding zouden bekomen
kreeg dit bestuur van zekeren baron Huyt-
tens de Terbecq, griffier der Kamer, den vol
genden brief
Brussel, 14 Maart 1894.
Mijne Heeren,
Als gevolg op uw vertoon van 8 dezer,
vragenne dat alle aan de Kamer van Volksver
tegenwoordigers gebonden verzoek schritt, en
vermeld zouden worden iu de Annates p.arie-
meutaires ben ik gelast U ter kennis te
brengen
n 1* Wat den grond uwpr vraag betreft, dat
de vergadering haar bureel gemachtigd heeft
alleiu onbetamelijke bewoordingen opgestelde
veizoekschriften in te houden
77 2° Wat dm vorm dier vraag betreft,
dat uw brief zou mogen gerangschikt worden
m t het vlugschrift van den heer De Vos, en
ten zelfden titel.
7» Het Bureel der Kamer van Volksvertegen
woordigers, aan hetvVelk uw verzoek werd on
derworpen, zal te onderzoeken hebben of de
zakelijke inhoud ervan kan medegedeeld wor
den.
Ti Aanvaardt, Mijne Heeren, enz...»
Dus, nu weten wij hetde verzoekschriften
van doctor De Vos war-n onbetamelijk, en de
vraag van den Snellaertskring is het evenzeer.
Als men in zijne loopbaan wordt benadeeld
en in zijne stoffelijke belangen getroffen, en, na
lange vruehteffioze pogingen om recht te he
men, eindeliik bij de Kamer der Volksverte
genwoordigers gaat aankloppen en als op dit
kloppen niet wordt geantwoord, en men einde
lijk besluit heftig aan de bel te trekken opdat
de klank geboord worde tot in de achterhoeken
waarde volks...vertegenwoordigers liggen te
slapen, dan is men o.u.b.e.t.a.m.e.l.ij.k
En al» er dan een volkskring verwonderd
omdat er van den man, die om recht vraagt,
niets in de Kamer toekomt, op inlichtingen
uitgaat en bij de Kamer aanlandt, zet zekere
griffier-portier-baron eventjes de deur op eenen
kier en snau wt den ondervrager toe, dat hi j al
zoo o ibetameÜjk is als de andere...
Onbetamelijk
Zeker heerschap, betrapt op heeterdaad van
beurzensnijderij, verscheen voor de rechtbank:
7t Betichte, ondervraagde de voorzitter,
waarom berootdetgij X... van zijnen geldbeu
gel?
Voorzitter, sprak de betichte, ik antwoord
niet op onbetamel'jke vragen.
In de Kamer houden ze ook van betamelijk
heid Ieder weze gewaarschuwd.
zij hem alles zeggen mocht
Zij kuste zijne hand en zegde
- Ik dank u
En zij reisden verder de schoone wereld in.
Er kwamen brieven van bare moeder en ook
gekrabbelde briefjes van de kloffie zuster Anna,
die van verlangen spraken om hen weer te zien.
Er kwamen brieven van Mijuheer Evert, die
spraken van de laatste verfraaiingen in het
buis en iu don tuin van Mellijn. Er kwamen
ook brieven uit Frankfort, brieven van den
kranken neef, die van langzame verbetering
spraken. Maar het tezamen komen met dien
neef werd door d; reizigers uitgesteld, aange
zien hij schroef na zijne genezing naar Hanover
te gaan en daareeuigen tijd over te brengen.
Marie haal le lichter adem alsof zij van een
zwareu last was bevrijd doch Mellijn sche n
teleurgesteld en weldra sprak hij van naar huis
terug te keeren, en Korten tijd daarna was Ma
rie als wezenlijke meesteres gevestigd iu Ons
Huis te Berlijn.
XIII
Voor den heer Mellijn begon thans een
schoone tijd.
Zijne beminde Marie zag hij als vlijtige huis
vrouw in dat huis alwaar hij vroeger alleen
woonde. Haar Troolijk gelach weergalmde door
de eertijds stille kamers, en hij zag haar met
de verrukking van een kind haar eigendom be
wonderen en op huismoederlijke wijze in ge
bruik nemen.
En als hij bemerkte, met welke vreugde Ma
rie hare bejaarde moeder, toen deze op bezoek
Erge beleeclifring'.
Dikwerf heeft de liberale pers zich
afgevraagd hoe het toch mogelijk was
dat de Koning zijn handteeken onder
sommige wraakroepende besluiten kon
plaatsen, die de verontwaardiging van
gansch het vrijzinnig en eerlijk land
verwekten Wel gisten sommige con
fraters dat de Koning verbintenissen had
met het ministerie, namelijk voor wat
betreft de overeenkomsten door den
Staat met den Congo-staat aangegaan
niemand echter hadde net gewaagd in
bevestigenden zin te schrijven, over
tuigd dat een proces wegens majesteits
schennis niet ware uitgebleven.
Welnu, wat de liberale pers niet durf
de, heeft de Brusselsche briefwisselaar
van het Handelsblad dezer dagen heel
duidelijk gedaan.
Ziellier wat die correspondent zegt
Een klaar bewijs van den persoonlijken in
vloed, dien M. Beernaert bij den Koning ge
niet, is, dat deze hem nooit zijn handteeken
geweigerd of betwist beeft, gelijk bij zoo dik
wijls mjt M. Malou deed.
Het is ook waar dat M. Beernaert, van
zijnen kant, in de Congozakm bij voorbeeld,
opzichtens den Koning, goed heeft gehandeld.
Aldus ontstond er tusschen den Koning en
den eersten minister eene gemeenzaamheid dit
groot voordeel heeft opgeleverd voos de catho-
liekb BELANGEN, aangezien, dank aan
haar, M. Beernaert nooit in zijne werking it
verhinderd geweest, zooals somtijds met zijne
voorgangers het geval was.
Wij vragen Diet dat schrijver van
deze voor den Kouing en den minister
zoo beleedigende woorden vervolgd
worde maar wij nemen er niettemin
acte van.
M. Beernaert mocht dus naar harte
lust de katholieke belangen bevoordes-
len, nooit werd hij door den Koning in
zijne werking verhinderd de corres
pondent van 't Handelsblad bevestigt
zulks. In andere woorden het ministe
rie mocht zooveel liberale onderwijzers
afstellen als het wilde zooveel als het
maar verlangde de magistratuur cleri-
caliseeren de openbare ambten aan
clericile kiesdravers schenken de
staatskas ter beschikking stellen van de
kwam, in huis en tuin rondleidde, endehau-
dekens van hare kleine zuster Anna volstopte
met perziken en abrikozen, die vroeger nutte-
Ijos te verrotten hingen, dan meende hij me
nigmaal een volmaakter geluk bestond er op
aarde niet dan het zijne.
En weder was het herfst.
Een jaar was vervlogen sedert Marie Ons
Huis had uitgeschilderd.
Marie stond aan het venster van hare kamer
en keek naar de gele bladeren die langzaam
van de hoornen op het gras vielen doch dit
zicht maakte haar niet treurig zij was zeer
vroolijk want heden was het de verjaardag
van haren man. Naar eene photographie had
zij zijn portret geschilderdin 'l geheim
tn Mellijn was over die llefderijke oplettend
heid zoo verheugd als een kind.
Tuans was het de tijd dat hij naar huis
moest komen.
Marie stond en wac.itte want rond den mid
dag mossten moeder en Anneken en mijnheer
en mevrouw Evert komen, en zij hoopte dat
haar man da eerste zou zijn om nog eenigen tijd
alleen bij hem te kunnen overbrengen.
En daar kwam zijn rijtuig aangereden.
Zij liep haren m in tegemoet. Arm aan arm
kwamen zij de breede tr ip op. In de kamer go-
komen, omhelsde Mellon zijne vrovw.
Ach, wat een naar huis koman voor mij
riep hij vroolijk wie dacht er vroeger aan
mijnen verjaardag o Kind, ik bemin n zoo
hartelijk, en het verheugt mij dat ik de eerste
gekomen gast ben doch ik meen modder in de
straat te hebben gezien toen ik uit het rijtuig
steeg. (Wordt voortgezet.)