ONS HUIS 9de Jaar. Nummer 24 Zondag 17 Juni 1894. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR AbonnimtnteprljsbuIten voorop betaalbaar Pr.js der Annoncen^laman 75 centiem9a j per drukngel. PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Mta abonneert zieh op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore ran het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen i Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank. Voor d'annoncen buiten de Vlaanderen, zich te wenden tot den AGENCE HAVAl, Madelenastraat 32, Brussel. Nee spe nee metü. AALST, 16 JUNI. De herberg-iers. ïn de Kamer der Volksvertegenwoor digers is over eenige dagen de kwestie der vergunning op het tapijt terug ge komen dank aan de vooniitstrevers. De heeren Richald, Lambiotte en Fe- ron, afgevaardigden van Brussel, heb' ben krachtdadig de afschaffing gevraagd van dit hatelijk recht. De heer Delbeke, klerikale representant van Antwerpen, was van een gansch overgest ld gedacht en bekende dat volgens zijns dunkens nooit billijker en schooner wet gestemd is geweest dan de wet op het vergun ningsrecht. De klerikalen, die het ten allen tijde op de herbergiers gemunt hebben ge had, blijven dus onder dal opzicht in dit gedacht volherden en nemen alle gele genheden te baat om maar bovenarms op den herbergier te kloppen. Elkeen weet dat zij eene wet om de •dronkenschap te beteugelen hebben sa men gefliut. Die schandelijke en wraakroepende wet is niet tegen de dronkenschap of de dronkaards gericht, maar wel tegen de herbergiers. Het is genoegzaam ze te lezen om er van overtuigd te zijn. Een bewijs om •en borrel te schenken zonder recht feen groot schelmstuk niet waar) wordt de herbergier tot 1000 frank boete ver oordeeld en in geval van niet betaling dezer, wordt hij ongenadig iu de gevan genis voor eenige maanden opgesloten. De dronkaard die de borrel verorberd haeft, haalt bijna geen straf op. Ook reeds lang is het vatbaardaf sinds die wet bestaat er nog meer dronkaards zijn dan vroeger. Zoo is het altijd, ver boden goed is altijd 't best. Langs'nen anderen kant wordt door de wet bepaald dat de herbergschuld niet moet betaald worden. Dat stelsel gaat de herbergiers ook niet mede, ge loof ik, maar maakt de zaak der dronk aards uit. Het is dus klaar te zien dat door die wet de herbergier als oneerlijke burger aanzien wordt. 23 NOVELLE. Naar hat Duitsch door Kapitein Vak Acker. De grondwet in haar artikel 1 besluit: alle Belgen zijn gelijk voor de wet. De wet op de dronkenschap, mits er ver gunning bestaat, behelst alle her bergiers zijn niet gelijk aan andere her bergiers. Zulke dommigheden trekt men uit afzonderingswetten. Maar waaruit spruit toch al die wraak en die haat tegen de herbergiers, zij die nochtans meer lasten betalen dan al andere neringdoeners. Wel voor de een voudige reden dat men in de herber gen nieuwsbladen te lezen vindt en er zich vereenigt om allerhande zaken en gebeurtenissen te bespreken en te on derzoeken. En van lezen en onderzoeken daar houdt de klerikaal niet aan, want volgens een dorpspastoor onlangs pre dikte is er niets gevaarlijker dan gazet ten te lezen, zelts klerikale, want al le zende leert men iezen. Ik beef, stotterde hij ei bij, als ik u zie naar de stad ver trekken er zijn daar zooveel herbergen. Is het dan ook te verwonderen dat de klerikalen de schimpwoorden herberg pilaar en herbergspraat uitgevonden hebben Doch, daar onze vijanden er tot hier toe nog niet in gelukt zijn de herbergen te vernietigen,iu sommige boerendor pen zijn er nogtans die reeds om 9 ure 's avonds moeten sluiten, richten zij tappen, krochten, kranskens en sussen- geuootschappen in, waar zij den baas spelen en arme sukkelaars henen sleuren met er dranken te verkoopen beneden den gewonen prijs. Zoo bandelende ver minderen zij de klanten der herbergiers. Daarmede is hun haat getemd tegen de drankslijters, alhoewel zij zoo doende zeiven herbergiers geworden zijn. En zeggen nochtans dat er nog zoo vele herbergiers gevonden worden die zich bij de klerikalen, hunne hevigste vijanden aansluiten. Maar het mag ge zegd tus8chen alle granen is er kaf. Uit eigenbelang alleen mochten er geene klerikale herbergiers zijn« Wanneer zal er hier in Aalst een Her- bergiersbond gestic at worden zooals elders, om ouzo belangen te verdedi gen. Tapper. Mari« zweeg. Op het laatste had zij met volle ■tem gesproken, eu de nagalm van haar sohoon orgaan scheen ia de volgende stilte voort te klinken. Het was bijna donker geworden en een flauw klokkengelui klonk uit het naburige dorp. Willem drukte Marie's hand aan zijne lip pen. Ik dank u voor dit uur, Marke zegde hij ik hoop met Gods hulp, mijn lijden zal thans lichter worden. Ik zal pogen alles wat u zou kunnen bevreesd maken van u verwijderd te houden. Heb vertrouwen in mij, Marie, uwe rust en h«t geluk van uw huisgezin zullen nooit door mij bedreigd worden. Zeg mij thans slechts dat 'rij mij vergeven wilt dat ik niet ge- xwegen en mijn hart voor u uitgestort heb. Marit bezag hem met tranen in de oogen. Het was goed dat wij met elkander spra ken fluisterde zij. Kom naar onzent ik aarzel niet u uit ta noodigen blijf als vriend mg eerbiedigenen leer uwen onkel beminnen. Laat ons een enkel huisgezin uitmaken bad zij Willam# hand vasthoudende. Later, Marie, later zegde Willem zacht. Hij trok zijne hand uit de bare, stond op en rtrliet d» kamer. Al den tijd, die nog tusschen Marie's afreis en den naasten voormiddag lag, vermeden Willemen Marie op hun gesprek terug te ko men. Anders was er in hunne handelwijze geen bemerkbare dwang te besp Ureu. Maria ver telde van haar huis, van hare moeder, van do jaren dat zij zoo veel had moeten werken, eu Willem beloofde haar ernstig voor zijne gezond heid te zullen iorgen en hij liet Marie einde lijk vertrekaen met de verzekering dat bij bin nen korten t'jd naar Berlijn komen zou. Op hare terugreis ondervond M.nrie eeu on eindig gevoel van dankbaarheid jegens God. Hoe bevreesd was zij niet geweest toen ze naar Willems reisde, geenen uitweg te vinden iu den dolhof waarin zij verdwaald meende te zijn, en thans mocht zij hopen dat alles ten beste was geschikt, En als zij dan in het station te Berlijn het vriendelijk gezicht van haren man zag en hoe hij zoo opmerkzaam en verlan end mar den voorbij rij denden trein blikte om eenen eersten groet met haar te wisselen, dan had zij met samengevouwene handen op de knieën willen vallen om een vurig dankgebed tot God te sturen. Zij liep naar haren man, zij wierp hare ar men ora zijnen hals en omhelsde hem met een gevoel als of zij hem op nieuw gevonden had. En waar is onze jongen riep Mellijn. Hij komt binnen eenige dagen, hij heeft het stellig beloofd. Zijn arm is beter dan wij meenden antwoordde Marie. Wel dat is goed, kind. Ik ben waarlijk bang geweest. Eu terwijl zij naar het rijtuig gingen, fluis- De millioenendieven. M. Richald heeft verleden week over in de Kamer gesproken over de fiuai cieschuimers, die eenige honderd millioenen uit den Belgi schen spaarpot wisten te rooven, bij middel van uitgifte van papieren zonder waarde en het achtbaar lid drukte zijne verwondering uit dat het gerecht nog geene maatregelen tegen die schelmen had genomen. Ofwel, zegde spreker, zijn de feiten wtlke ik heb openbaar gemaakt, echt, of wel ben ik een lasteraar. In het laatste geval, indien ik zonder reden zekere bankiers beschuldigd heb ik heb hunne namen ge noemd de spaarpenningen bij middel van valsche middelen, geroofd te hebben, waarom h. bben ze mij niet vervolgd Ofwel zij zijn schuldig of wel ben ik een lasteraar. Inderdaad, er is geen middenweg. En dit schijnt de Regeering dan ook eindelijk begre pen te hebben; Na de verpletter mde redevoering van M. Richald,verpletterend voor de heeren die, alleen bij middel der Argentijnsche fondsen, bijna een milliard g plunderd hebben, heeft M. Begerem, minister van justicie, verklaard dat de parketten van Brussel eu Antwerpen 11st hadden gekregen om op de finaucieele onder nemingen te waken, en er bevel was gegeven zeven vervolgingen iu te spannen. Beter laat dan nooitMaar wat moet men denken van eene regeering die wacht tot er in de Kamer geïnterpelleerd wordt om vervolgin gen in te spannen tegen personen die op groote schaal geldaftroggelarij plegen en duizenden lieden in de armoede dompelen En van het gerecht, dat niet eers schijnt te weten dat honderden millioenen door de önancieschui- mers op de oneerlijkste wijze werden buitge maakt Alle eerlijke lieden zullen den heer Richald dank zeggen voor zijne moedige houding en alle eerlijke lieden zullen de Regeering verwij ten, dat zij wachtte om vervolgingen in te span nen tot wanneer het ha r onmogelijk werd an ders te handelen. 't ls gelijk, het zal een aardig spectakel zijn, millioenendieveu op het bansken der be schuldigden te zien, dat gewoonlijk maat'dient oor dieven die de zaken in 't klein doen. Finantieèle kleppers; Sedert België het onuitsprekelijk ge luk geniet dank aan M. Beernaert, den voorbeeldigen minister van finan ciën den tveg der boni's te betreden, eu weldra, als M. de Smet de Naeyer liet voorbeeld zijns voorgangers volgt, tot over de ooren in millioenen te zwem men, klimt onze staatsschuld, ieder jaarmet 60 millioen In vroeger jaren, toen M. Beernaert ons nog niet rijk maakte, delgde de Steat ieder jaar een gedeelte zijnei schuld uit; Toen waren de inkomsten van den Staat meer dan voldoende om de renten der leeniugen te betalen. De leenigeij wer den toen afgelost a rato van 1 per hon derd. Hadde men deze goede gewoonte behouden, zou de Staat nu ieder jaar 20 millioen aflossen op het bedrag onzer schuld,die ruim 2000 millioen bedraagt. Maar M. Beeruaert, de groote financier, had een groot plan, waarmee hij al de groote vernuften van Brecht eu Na zareth zou verbluffen. Hij zou niemendal meer aflossen en liever voortgaan met groote interesten te betalen, die van jaar tot jaar drukkender worden, omdat de Staatsschuld ieder jaar met 60 millioen aangroeit. Maar, hij zou boni's maken, gelijk t eu schuldenaar boni's maakt met zijne schalden niet af'te lossen Iu Engeland verstaat men het beheer der slaatspenningeu op eene geheel an dere manier dan ten onzent maar die Eugelschen zijn zoo... excentriek Men verbeelde zich, dat het er een vaste re gel is de staatsschuld ieder jaar te ver- mindeieu met zooveel maal 5 fr. als het rijk inwoners telt, zoowel in oorlogs als in vredestijd, want daar worden al de gewone eu buitengewone uitgaven aan de belasting en niet aan de leening gevraagd; Moesten wij dit voorbeeld volgen, zuu België ieder jaar 30 millioen op zijne schuld afkorten maar wij volgen dit voorbeeld niet, maar wel de wijze raad gevingen van don genius Beernaert, die,- in plaats van 5 fr. per inwoner aan onzo schuldeischers terug te geven, ieder jaar met 10 fr. per inwoner onze schuld ver groot, Zoo maakt men... boni's 1 En zeggen dat we nu dien voorbeeldi gen minister kwijt zijn Golukkiglijk dat een zijner beste leerlingen zijne plaats heeft genomen, welke leerling den Staat al eene operatie heeft doen ondernemen waarbij hij, Staat, een dik terde hij haartoe Ik ben niette vergeefs hier gebleven, Ma rie in uw afwezen heb ik gei 1 gewonnen. Nu, nu, Kerstdag staat vuor de deur en gij mocht eene goede greep iu de kasse doen voor de arme menschen. Moeder en Anneken moe ten veel geschenken krijgen maar de armen, die moeten overvloedig medepa irten. (1) Gelukkig was Mellijn en dubbel gelukkig was Marie. Zelfs toen na eenige dagen Willem schreef dit hij met komen kon, dewijl hij op raad van zijnen dokter voor langen tijd naar Wiesbaden gaan moest, morde Mellijn niet over deze teleurstelling. XVIII De winter ging voorhij en weder bloeiden de bloemen in den tuin van Ons Huis. In het begin van de lente had Willem de stad Wiesbaden verlaten, doch was naar Romen ge reisd alwaar hij eenen onbepaalden tijd ver blijven wilde zijn geest was ziek en in ver strooiing zocht bij hem te genezen. Mellijn liet Willem begaan imm -rs thans was dejonkman zijn eigene heeren meester, eu al te zeër was Mellijn met zijn eigen geluk ingenomen om stoornis daarin te dulden want zijne beminde vrouw zou hem binnen korte dagen eenen erf genaam scheuken. Ais de eerste sneeuw inviel was de hemel over het gezegend Ons Huis opengegaan en had er de goede God een engeltje laten neder dalen. Met opgeslagene oogen waarin tranen van blijdsckp glinsterden hield Mellijn een zoontje iu de urmen. Al zijne vrienden zou hij naar Liet doopteest uituoodigen doch Willem Mèllijus eenige bloedverwant moest peter zijn. Maar Willem schreef dat hij niet kon komen; met een paar vrienden was hij sedert lang afge sproken eene reis te ondernemen naar KLia- Azia, Syrië en Egypte. Deze nieuwe teleurstelling viel Mellijn zeer hard doch om Maria niet te bedroeven, zegde hij haar dat bij in deze nieuwe reis had toege stemd. Slechts als hij met moeder Reinhert alieeu was, sprak Meilijo met bitterheid over zijnen ondankbaren neef - Had ik hem laten voortstudeeran, dan zou Willem zeer waarschijnelijk als eene anno dorpsdokter in ergens eeu nest leven, eu dan zou hij wel met begeexrige blikken naar een prachtig landgoed gekeken hebben gelijk ia hem gescnoiiken heb en mt hij een rijk onafüauke- iijk bestaan heeft, is hij behebt met eeuo ©ver drevene reislust die ik betreuren moet. Ik moet het bekennen, het spijt mij dat hij weigert pe ter van ons kind te zijn. Op daukbaaraeid heb ik nooit veel gerekend maar dit gaat nu toch alle palen te buiten, en ik moot waarlijk aan nemen. Willem Eerman kan hst mij niet ver geven dat ik getrouwd ben. (Wordt voortgezet. (I) In geheel Duitsobland bestaat nog altijd het eohoone gebruik van den kerstboom. Op kerstavond wordt daar in ieder huis een boom uitgesteld, zoo prachtig als het de welstand van het huis toelaat ver sierd met lichtjes en sterretje» en met allerlei gesehen- ken behangen. Te middernacht gebooi teuur van den Zaligmaker, staat de boom in zijnen vollen glans en juichen de huisgenooten om al de verrassingen die de boom oplevert.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1