i GRIETJE 9de Jaar. Nummer 33 Zondag 19 Augusti 1&94. M. Woeste en het Stemrecht. M. Woeste verklaart zich tegen het meervoudig stem- 9 recht, want dal ware de ver- sterking van 't A. S. De dubbele stem van den huisvader strijdt tegen allen gezonden zin. Welken in- vloed zou men de herber- giers en kroeghouders niet geven LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijsbulten J voorop betaalbaar PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Mei abenaeert sieh op alle pollkantoren voor den buiten voor de itad, ten kantore vaa bet blad, 10, Vooruitgangstraat 10, AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST n j i Gewone, 15 centiemen trM«®| Pnjs der Annoncen H,klam9n 75 0entiem911 f' «""krejel. Vonnissen op de derde bladzijdefrank. Voor d'annoncen buiten de Vlaanderen, zich te wenden tot den AGENCE HAVAS, Madelenastraat 32, Brussel. Nee spe nee metu. AALST, 18 AUGUSTI. In Denderbode van 6 April 1893 staat te lezen En nu durven de klerikale bladen schrijven dat wij het meervoudig stem recht aan M. Woeste te dankeu hebben en komen zij burgers en werklieden viagen van voor dezen vijand van stem- uitbreidiug te kiezen Meeneu die volksbedriegers dat wij blind zijn Nog eenige cijfers. Wij hebben verleden week met offi- ciëele cijfers doen zien cijfers welke niemand kan loochenen of betwisten dat de beschermende rechten, vei re van in Frankrijk den landbouw te reddeu en den vreemden invoer te beletten, in tegendeel den toestaud van den landbou wer verslecht eu den invoer vermeer derd hebben. Dat is nog alles niet met de inkoomrechten is de uitvoer vermin derd on de handel van jaar tot jaar ge zakt. Van 8,337 millioen in 1891 is hij op 7.649 gevallen in 1892, en op 7.146 in 1893. In 1880 bereikte de Fransche handel 8 milliards en half. Sinds dat tijdstip, dank aan de beschermingsreck ten, heeft hij niet opgehouden te ver minderen. De nijverheid van linten, zijde en wol is geraaktde landbouwers klagen ook en vragen gedurig meerder rechten. Van drie frank eerst, heeft men het recht op het vreemd graan op 5 en 7 franken doen brengen. De uitvoer van champagnewijn daalde van 21 millioen tot 16 millioen. Het voorbeeld van Italië bewijst ook, ten overvloede, dat de beschermhandel de welvaart van een land stremt en te vens door den haat dien hij meesleept, een bestendig gevaar is voor den vrede der volkeren. Besckermrechten aan de grenzen stellen is een nieuwere soort van oorlog tusschen de landen. Die oor log, door Italië aan Frankrijk aange daan, heeft in een jaar den Italiaanschen handel verminderd met 30 ten honderd: de rent of algemeen inkomen is een vierde gedaald, en het bud jet sluit met een tekort van 70 millioen Een ander land, Spanje, zag sinds het verhoogen der tolrechten zoowel zijnen uitvoer als zijneu handel verminderen. De landbouw is er zeer beproefd de waarde der landen daalt. Ook het kleine Zwitserland heeft de bescherrarechten willen beproeven, om Frankrijk na te doen of tegen te wer ken, doch zijn handel «ging achter waartshij daalde van 1760 op 1430 millioen. De proef is dus ook in 't groot ge maakt. Feiten, onwederlegbare feiten komen bewijzen, dat invoerrechten den algemeenen voorspoed belemmeren. De nijverheid om zooveel mogelijk uitwe gen te hebben, moet zich de eerste stof fen goedkoop kannen bezorgen. Euge- lands voorspoed begon na 1844, toen de besckermrechten afgeschaft werden. Wat de landbouw betreft, 't is reeds volkomen bewezen, dat al de verbrui kers vau landen ten slotte de invoerrech ten zouden dragen, ten voordeele van eenigen. En die eenige groote nijve^ raars of eigenaars, zouden die voordee len het minst noodig hebben. Een groot princiep beheerscht het gewichtig vraagpunt der tolrechten vermindering van prijs baart overvloed en de overvloed in een land moet voor spoed aanbrengen. De duurte kan dan alleen nuttig zijn, wanneer zij het ge volg is der algemeene welvaart, door dat men meer verbruikt dan er te koop geboden wordt. Doch duurt", kunstma tige duurte, door invoerrechten ver wekt, zal noodlottig verarming voor gevolg hebben. Doch in dit vraagpunt, zooals in alle vraagpunten van dien aard, moet men niet uitsluitend rekenen op geleerde grondstelsels, hoe rechtvaardig deze ook schijnen slechts de ondervinding be hoort hier als leid' raad te dienen. Welnu, na de verschillende feiten ernst g doorgrond te hebben, met hun nen onderliugen invloed komt men tot het besluit dat de vrijheid in den handeltusschen de volkeren overvloed verzekert eu dus algemeene welvaart. Wat een Vrijwilligersleger zou kosten. Niemand gedwongen soldaat n is, zoo. als neu weet, het stokpeerdje van eenige clericale kluchtspelers, die ons jaarlijks, bij het naderen der milicieloting, op eene heropvoering van hunne beruchte zwauzerij vergasten. M. Vanden Bemden en consoorten droomen voor Belgie een leger solde niers, gelijk in den goeden ouden tijd, die het land zouden verdedigen aan eenige franken in de maand en kost en woning. Niemand, behalve eenige onnoozele sullen, die gewoonlijk het publiek van gezegde kluchtspelersve:tooningen uit maken, neemt de woorden kramerijen van de Niemand gedwongen soldaten- apostels in ernst op, en om reden. Een vrijwilligersleger is in ons land niet mogelijk. Vooreerst men zou iu België nooit een genoegzaam getal vrijwilligers vinden om een leger te vormen in staat ons grondgebied tegen vreemde invallen te beschutten. O we weten het, le discipelen van M. Vanden Beinden wijzen op het voor beeld van Engeland. t De waarheid is, dat Engeland hierin niet als voorb eld kan dienen. Dit land heeft inderdaad aan zijne voordeeli.re ligging te danken, dat het zijne verdediging verzekeren kan met een veel kleiner leger, dan het wel zou noodig hebben, indieu het niet te allen kante door de zee omringd ware. Maar langs den anderen kant is Enge* land verplicht er eene zeemacht op na te houden, die jaarlijks honderde milli* oenen kost. Men weet tot hoeveel de jaarlijksche knjgsuitgaven in Engeland beloopen, w ar men dan, dank zij de aardrijks kundige ligging, met een vrijwilligersle ger volstaat Het is onze Minister van oorlog, de kat holieke heer Brassine, welke het cij fer, tijdens de laatste bespreking over het oorlogsbudjet in den Senaat, gegeven heeft. Welnu, de jaarlijksche krijgsuitgaven in Engeland bedragen 830 millioen. Of 21 fr 90 per inwoner. In Duitschland, land van overdreven militarisme, bedraagt het de som van 5 fr. per hoofd inindar. Ziedaar de uitslagen van het vrijwil ligers stelsel. Hebben de voorstanders van het Niemand gedwongen soldaat a er wel eens op nagedacht, dat, moesten wij Engeland met zijn voloutariaat naa- pen, dat is te zeggen onze krijgsuitga ven op fr. 21-90 per inwoner brengen, ons budjet van oorlog dan tot 132 mil joen zou klimmen iu plaals van 45 mil lioen. Wij herhalen het, een vrijwilligersle ger is in België niet mogelijk, ten eerste omdat ons land zich niet in denzelfden bevoordeelden toestand bevindt als En geland en omdat wij voor al onze centjes nooit genoeg liefhebbers voor het kazer neleven zouden vinden. De landsverdediging is en blijft eene plicht. Men mag ze niet aan soldeniers toevertrouwen. Doch, de liberalen, indien ze gekozen worden, zullen den diensttijd verkorren zooveel het maar zijn kan. Dat is een belofte, die kan volbracht worden en welke de liberalen zullen ten uitvoer brengen om de krijgslasten zoo veel mooglijk te verminderen. Eu daar mede zal het volk beter zijn ",dan met de ronkende belolten der katholieken, die Nieuwe zedenschets. Ik wenschte uit ganscher hert dat de dame haar gelaat zou omkeeren en Grietje zou zien, wier schoonheid slechts onvolmaakt op de schil der j was voorgesteld. Maar de dame en de heer waren te zeer in het beschouwen van de schilderij verdiept om eens naar rechts of naar links te' kijken. Edoch, de dikke heer, die bij de dame was en slechts kon kniicken en ja en ah I en hum kon zeggen, scheen het te warm te hebben in deze dicht opeeagedron- gene menigte hij haalde diep adem en keek rond of hij in het gedrang niet wat meer ruimte kon vinden. Daarbij vielen zijne oogen op Grietje en na het beeldschoone meisje eenen stond bezien te hebben, sloeg hij den blik weer op de schilderij. Bemerkende dat zij herkend was,nam Grietje mijnen arm, en ik leidde haar naar de bank, waar Cecilia nevens Johanna zat, en we namen plaats nevens haar. Onze oogen bleven natuurlijk aaar de menig te gewend die voor Grietjes protret stond, en ik bemerkte dat de dikke heer met de dame niet meer daar warsn maar ik zag hen een weimgje verder in de zaalde dikke heer stond achter de dame en keek ter sluips naar Grietje Het echeea duidelijk dat, iudien hij ia bet por tret der schilderij De Allegro Grietje had herkend, hij deze ontdekking niet aan do daine had medegedeeld, want deze liet met betrek tot Grietje geene de minste nieuwsgierigheid blij ken doch hij kon zijne oogen van het schoone meisje niet aftrekk n en waar beide ook gin gen, ik kon overal zijn rood aangezicht naar ons gekeerd zien, doch derwijze dat de dame die bij hern was er niets van bemerkte. Die dame was zijne vrouw, zoo dacht ik. Toen Potter bij ons kwam, stelde ik voor, een glas bier te gaan drinken en mijn voorstel aangenomen zijnde gingen wij naar de drink en eetzaal. Hier namen wij aan eene tafel Terwijl wij daar zaten, wandelde de dikke heer en de dame, den rug naar ons gekeerd, en ging zelf voor haar zitten, zoo dat hij Daar Grietje kon kijken zonderde aandacht van de dame te maken. Ik denk niet dat zulks bevallig g°beurde, w.nt er was ge--n teeken van verwondering op 's mans gelaat als zijne oogen op Grietje vielen. Hij moest bemerkt hebben dat ik hem in 't oog hield doch dit veranderde niets aan de zaak hij bleef voortkij ken. Wat Grietje betreft, misschien had zij of had zij niet die onneleefdheid bemerkt waarvan zij hier 't voorwerp was een schoon meisje moet zoo iets kunnen verdragen en versmaden. Daarbij bad ik gelegenheid den heer gade te slaan meer dan mij lustt Het was een dik, volbloedig man van middelbaren ouder dom, met een breed rood aangezicht en eene groote dubbele kin zijn korte uek vormde een rooden rand over zijnen stijven hemdsband Zijne kin en zijne bovenlip waren geschoren, zijne bakkebaud n grijs, eu zijn haar, wat zwarter, was gefrisseerd. Het was gemakkelijk om zien dat die man liefhebber was van eten en drinken. Hij had hooge schoud rs eu a's hij wilde omzien steunde hij de hand op de tafd en bewoog het bovenlijf eii het hoofd als of hij eenen stijveu nek had. Zijne hand was vet en h:j had korte vingers. Aaneen van zijne vingers droeg hij eenen ring met eenen groóten diamanteusteen. De uitdruk king van zijn gelaat was niet t:rugstootend integendeel, het drukte goede luimen vroolijk- Ln id uit. Zijne kHne grijze oogen pinkten ge stadig. Het waren de slimste prettigste oogjes die ik ooit had gezien, oogjes doordringend en scherp. Hi) was in 't zwart gekleed zijn frak ging hem gelijk geschilderd zijn hoeden zijne handschoenen schenen ui uw te zijn. Hij h id een prachtig ontbijt besteld, ep ik zag dat hij eenen dubbelen frank op bet schenk blad liet liggen als de gar^on hem zijn geld op eene banknoot terugbracht. Zonder deze teekens van weelde en zonder het prachtige tweespan, dat ik voor de deur van de zaal gezien had, zou ik hem voor eenen kleinen koopman of iets dergelijks gehouden hebben. Wij hadden ons gelag betaald en stonden op om weg te gaan, toen eene dame eu eenen heer tusschen mij en Grietje kwamen, en naar de verder staande tafel gingen. De dame was Joa£t niet groot en naar de laatste mode gekleed de heer was groot en recht en insgelijks joug. Ik zag slechts zijnen rug want a's hij vooruit kwam, stond de djkke heer meteenen herto- lijken glimlach op en na hem de hand ge 'rukt te hebben, hield hij ze vast terwijl hij hem het woord toestuurde, tot wij de zaal verlieten. Thans weet ik dit hij bem met opgezetten zin in deze bonding staan hield ten einde Grietje de zaal kou verlaten zonder erkend ta zijn. Ik zag hem dien dag niet meer, want wij verlieten weldra de teutoostelliug ik was daar gekomen om Grietjes portret te zien, voordat alleen. Potters ijdelheid was voor dien dag voldaan en ofschoon Johanna spijts hare hoofdpijn wilde blijven om ons vermaak niet te verkor ten, oordeelden wij best voor haar in de opeue luchtte gaan. Het muziekstuk dat wij gerepeteerd hadden mO' Sf dien avond uitgevoerd worden. Grietje had een groot verlangen het te hooren inder daad zij smachtte steeds naar verstrooiing, en de laatste gebeurtenissen hadden haar meer dan ooit onbekwaam gemaakt voor ernstig werk nu dewijl Potter verklaarde dat hij an dere verbintenissen had, nam ik bet op mij de meisjes naar de koncrtzaal te begeleiden. Grietje bracht den dag over bij eene vriendin en 's avonds ontmoette ik de meisjes met Hen drik Jansen aan .de deur der koncertzaal, en daar vond ik ze weer als het koncert gedaan was. (Wordi voorigtttt. m

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1