Stadsnieuws. Politie. Dolhain en Men Een middelen het uitwerksel kunnen hebben, dat men er van verhoopt. Langs den kant der groote grondeige naars, dia het meest tot de behoudende partij behooren, roept men om het hardst op beschermiug. Wij zullen dit punt in een naaste artikel bespreken en willen ons voor heden bij een ander middel bepalen, waarvan de regeering en sommige officieele personen de schoonste uitslagen verwachtten, name lijk de landbouwvoordrachten. Sinds eenige jaren worden op de bui tengemeenten eene reeks lundbouwles- sen gegeven, waar men onze boeren tracht op de hoogte te brengen van den vooruitgang der wetenschap op land bouwgebied. Volgens de verklaringen van den heer minister werden verleden jaar winter- leergangen ingericht in 232 gemeenten en gedurende de 3 laatste jaren werden ze gevolgd door 45000 toehoorders volgens denheer De Bruyn volgen 3 a 400 landbouwers die voordrachton, waarvan de verkregen uitslagen zeer aanmoedigend zijn, voegt de heer De Saedeleer er bij, namelijk in de gemeen ten Herzele en Vleckem Het zij ons toegelaten die uitslagen in twijfel te trekken. Wij hebben meer dan eens dergelijke voordrachten bijgewoond, en indien de eerste een tamelijk talrijk publiek lokte waren er op 't einde van den leergang soms geen 4 aanhoorders meer die dan nog geene landbouwers waren. De land bouwer weet heel goed dat nij zijn land hoeft te bemesten hij weet daarbij, dat de gewonnen vruchten in verhouding zullen zijn tot de bemesting en indien men hem beschuldigt den ouden slenter te volgen, dan is dit dikwijls het ge volg der ondervinding, iets wat bij meest alle landbouwleeraars teene- maal ontbreekt Hunne landbouwkennis, zuivere theorie, bepaalt zich soms bij verwarde begrippenhunne uitdrukkin gen, met scheikunde doorspekt, spre ken niet tot den geest der landbouwers, wat aan eeuen volksvertegenwoordiger eens toeliet te zeggen, dat hij eene voor dracht had bijgewoond van eenen land- bouwleeraar, die niöls dan ezélarijen Vertelde en niets kende van al hetgeen, waarover hij handelde. Sedert ettelijke jaren is er eene jacht geweest naar diploma's van landbouw- ieeraar eenige maanden wetenschappe- lijke studie, maar hoegenaamd geene ondervinding, volstonden om een land bouw brevet te verkrijgen en op offi cieele wijze aan ondervingrijke boeren het verkeerde hunner handelwijze te doen inzien. De heeren ministers hebben wel hun ne inrichting te verdedigen en te bewe ren dat de landbouwleeraar den boer vertrouwen inboezemt wij integendeel houden staan dat de landbouwbevolking der leergangen als ondoelmatig en nut teloos aanziet ter uitzondering evenwel voor hen, die er med8 gelast zijn en er eene schoone bijwinst in vinden, heel dikwijls als belooning voor bewezene politieke diensten. Woeste en de kleine bedienden. In ons artikel Woeste en het Stemrecht hebben we met de woorden zelf van den we reldlijken paus betoogd hoe zeer hij de arme Heden in het harte draagt en hoe hij zich steeds tegen hunne rechten heeft verzet. Wij willen heden duidelijk -aantooneD, dat hij daarenbo ven een huichelaar is en dat de woorden van aanmoediging, die hij soms ten voordeele der kleinen en nedei igen laai hooren slechts dienen om hen te misleiden en enkel ingegeven zijn door politieke berekeningen. Den 7 December 1888 vroeg Woeste verbe tering ten voordedie der tolbeambten. Op 12 December 1889 (bl. 86) (1) drukte hij zich als volgt uit Zeer veel kleine beambten, die eenen zeer lastigen dienst hebbenworden in verhouding niet betaald. Het volgende jaar (2 Mei 1890 bl. 503) zegt hij Het lot der brievendragers zou moeten verbeterd worden. Zou de heer minister niet kunnen onderzoe ken of er niets te doen is, ouder andere voor wat de schoenen betreft, Men ziet, zijne be zorgdheid strekt zich uit zelfs tot de schoenen der briefdragers. Den 3 Februari 1891 (hl, 134) verklaart hij lk hoop dat men op den duur de jaarwedde der tolbeambten zal verhoogen. De woorden op den duur zijn beteekenis vol voor bet oogenblik kunnen de douaniers maar wachten op denzelfden dag nochtans. 3 Februari stemt Woeste 30000 frank verhooging voor de geeste lijken. Het volgende jaar zal het oogenblik mis schien gekomen zijn. De heer Houzenu stelt op 15 April 1392 (bl. 387) voor 50000 trank ver hooging toe te staan aan de briefdragers. Woeste stemt kgen. Eenige maanden nadien (6 December bl. 54) stelt de heer LemoDnier liberaal afgevaardigde van Brussel voor het krediet voor de douanniers met 100000 frank te verhoogen. En wat antwoordt Woeste Zie hier Derhalve meen ik dat de kamer liet kreiiiet voor de douaniers mag verhoogen, zelfs ben ik van o irdeel dat het zeer billijk zou wezen En toch zal ik thans het amendement des heeren Lemennier niet stemmen Op 26 April 1894 (bl. 511) roept hij uit Sedert 6 of 7 jaar spreek ik hier ten voordeele der ongelukkige tolbeambten, en eenige da gen nadien, den 2 Mei, stelt de beer Richald van Brussel eene verhooging van jaarwedde voor ten profijte der kleine accijnsbeambten Woeste stemt tegen. Den 11 Mei daaropvolgende vraagt de heer Lemonnier 30000 frank verhooging voor het personeel van den dienst der wegen en werken en 65000 frank verkooging voor.de'briefdra gers. Telkens stemt Woeste teoen En dat is dan de verdediger ende beschermer der kleine bedienden Van zulke beschermers verlos onze Kamers Maar is er meer Op de Te Deums ziet men soms nog ouderlingen, arm, versleten, uitge mergeld, die ia 1830 ten strijde togen voor de onafhankelijkheid van dien geboortegrond, welke hen sedert zoo stiefmoederlijk behan delde en al de voordeelen aan de cijns betalers gaf In 1892 vroeg de heer Bergé het krediet voor de beboefticen vereerd met bet herinnering» kruis van 1830 met 40000 frank te verhoogen om aan elk 800 frank te kunnen toestaan voor de eenige jaren, die ze nog te slijten hebben. Welnu, de heerWoeste verwerpt die verhooging en toonde aldus dat hij geen hart heeft dat vatbaar i8 voor menschüevende gevoelens, dat klopt naar ongelukkige grijsaards, die dooi hun moedig optreden in 1830 aan don heer Woeste een vaderland hebben verworven, waarin hij zooveel voordeelen en rechten en zelf zijne dagen van roem hoeft gekend. Nede- rigen en armen veracht hij, voorde rijken al leen heeft hij aanzien en buigt hij den rug. Daarom ook zullen de nederigen en armen hem metdeeer3te kiezing indachtig zijn. (1) De nummers wijzen de bladzijd m aan van het Beknopt Verslag der handelingen der Kamer. Samenspraak tusschen mijnheer X. en pachter JAisr M. X. Dag pachter Jan, hoe is 't vriend Jan. Niet slecht M. X. ik dank u. M. X. En wat goed nieuws hoe is 't met 't veld... is den hopoogst goed Jan. Aie Aie nieuws... hopoogst Zie M. X. ik hoor u al afkomen ge gaat me van politiek spreken. M. X. Wat doet u zulks vermoeden pach ter Jan.Wel in de maand October is't im mers keus en iedermaal als er eene kiezing aanstaande is dan komen de stadsheeien naar den toestand van den landbouwer vragen, dan gaan zij zich met zijne belang.n bezig houden, wet op dit en op dat stemmen, allen in 't voor deel van den landbouwer en naar den keus, sal ut, dan wordt er van niets meer gesproken. M. X. Maar Jan de katholieken... Jan. Ja, spreekt me van de katholieken Ziedaar meer d m 10 jaar dat zij aan het be wind zijn, 10 jaren dat zijde boeren allerlei valsche beloften doen. Alles ging veranderen verbeteren De boeren gingen in 't aardsch pa radijs leven als de katholieken meester van 't gouvernement waren. En wat hebben ze nu ge daan in 't voordeel van de boeren Niets niets Het gaat nu nog 'slechter dan te voren M. X. Deukt ge dat ge beter zult zijn met de liberalen Jan. Dat zeg ,ik niet. Maar toch niet slechter ook niet. Wil ik u pens iets zeggen M. T. De boeren moesten niet kiezen dan voor mannen die waarlijk den boerenhandel kennen die weten wat ze oprecht noodig hebben, wat hun voordeelig of nadeelig kan zijn, en die de intresten van deu landbouwer ter harte -nemen en bewerken. M. X. Allo, allo, Jan, ge zijt vandaag slecht gezind ik zal eens terug komen. Goeden dag. Jan. Dag M.X Het komediespel duurt voort. Wanneer wij vernomen hebben, dat er eene deputatiekliekmannen naar Geeraardsbergen was geweest om Mr Diericx over te halen zich aan den poll te onderwerpen, dan hebben wij oogenblik kelijk geschreven dat de officiee- len van Aalst bezig waren met hem fijn in doeken te winden. Denderbode heeft over een paar weken ge heel jestiitisch omtrent in dezen zin gevraag 1 Is hel waar dat de leden der deputatie zich tegenover M. Diericx verbonden hebben Wij zouden daarover gaarne ingelicht zijn Maar die inlichtingen zijn niet gegeven ge worden en die uitleg id niet toegekomen, om eenvoudige reden dat men wel wast van gekon kelfoesd te hebben. Het komediespel is zoo fijn aaneen gestooten dat meu maar Denderbode, Standaard en I)e Gazette Van A als togen slaan moet om kurnien te tasten, dat men bezig is met M. Diericx op de muesterlijkste wijze ie paloetcren. Geeraardsbergen heeft geroepen Wij moeten een' volksvertegenwoordiger hebben. Welnu Geeraardsbergen zal niemendalle krijgen, toch vast van du kliekmannen der ka tholieke Associatie niet, ondanks de stelligste beloften en de schoonste verzekeringen. Die konkélfoezers zullen het spel wel zoo aaneen timmeren, dat zij mogelijk wel hun woord zullen gestand blijven, maar ook langs den anderen kant zoo onderduims met alle hunne macht en al hunnen invloed tegen de kandidatuur vau M. Diericx werken, dat deze eene buis zal attrapeeren, welke lang aan zijne ribben zal blijven hangen. Schreeuwt Denderbode van zondag laatst niet De 5 aftredende leden moeten herkozen wor den En de gekochte schot dvodde ofte Gazette van Aalstroept zij in hare onnoozelheid niet uit dat meer dan duizend werklieden-kiezers, eene dichte onafzienbare schare??? hun ge dacht, hunne EiSCHEN deden kennen inet Baron Leo Bethune als kandidaat voor de Kamers der Volksvertegenwoordigers uit te roepen Wat blijft er dan voor M. Diericx over Niets niets 11 niets U! Hij is opgelaten, vertrokken, zoo als men- zegt de slokkers van Aalst willen aan Gee raardsbergen geen broksken van den koek atsiaan zijne kiezers zullen schoon te mompe len en te tempeesten hebben, maar toch de ver- nederiug, d - schande en 't onrecht moeten on dergaan, van door de kliekmannen van Aalst fijn op Hesschen getrokken te worden. W ij zullen zien of ze haar op de tanden heb ben Hl Wie heeft het gezegd De liberale bliden, zegt Denderbode, schreeuwen dat de katholieken gedurende uun 10 jarig bestuu- niets gedaan hebben ten voor deele der boeren. En om te bewijzen dat de liberale bladen ge logen hebben als tandentrekkers, somt "hij eenige maatregelen en wetten op welke het ministerie voor de zoogezegde redding van den landbouw genomen en doen stemmen heeft. Welmaar als de liberale bladen schrijven dat de klenkaleu weinig of niets voor de boe ren gedaan hebben, dan herhalen zij maar dezelfde klachten welke de katholieke volks vertegenwoordigers Cartuy veis, Ancion, Heyueu en andere zoo dikwijls in de Kamers hebben laten hooren. Is Denderbode reeds vergeten dat deze kle rikale representanten uitgeroepen i ebben AI wat men voor den landbouw doet baat weinig of niets. Nooit is de toestand van den boer slechter geweest dan nu Als wij die klerikale klachten herhalen om dat zij waar en gegrond zijn, omdat de boer lijdt en ten ondergaat et het ministerie weinig of niets voor zijne redding doet of gedaan heefc, waarom beschuldigt men ons dan van leugentaal Als de buiten tevreden en welvarend is, waar om gaan dan nu de kle.iicale kandidaten overal uitroepen dat kost, wat kost, de landbouw moet gered worden Zulks bewijst toch wel dat wij gelijk hebben en dat Denderbode de boerkensfiju bedriegen wil. Denderbode Schrijft zelf dat er in België op 900000 eigenaars maar GOOO groo te eigenaars zijn. Welnu, is het niet om de renten van die 6000 rijken te vermeerdereu dat de groote eigenaars iukoomrechten vragen Wij gelooven toch we! van ja en danken er Denderbode over. Denderbode vindt dat bet voor den werk- man voordeeliger is te werken in landen waar het brood duur dan daar waar het goedkoop is. Hebt gij 't beet, fabriekwerke rs ?Wanneer gij hier toekomend jaar 5 centiemen meer per kilo brood zult betalen, zult gij gelukkiger zijn dan nu. En uw loon zal niet meer zijn, vergeet dat niet, want si.ids Frankrijk en Italië bt-scherm- rechteu gestemd hebben, gaande handelen nijverheid er al slechter en slechter en loopt men naar de bankroet. 11 Engeland, waar geene inkoomreebten bestaan, gaat alles op perbest, en betaalt men de hoogste loonen Sukkelaars. Tusschen de 30 kantonale af evaard igden door de K.A. gekozen vinden wij een paar werk- liedeu tusschen burgemeesters, scheponen en advokaten verloren. Twee sukkelaars, welke daar zullen mogen knikken als de hoofdmannen vau de kliek het loslaten. Arme polichinellen Is hpt waar dat een politieman tijdelijk iu zijne bediening zou opgeschorst zijn omdat hij vreedzame burgers te brutaal zou behandeld hebben Wij vragen ook of het om reden was dat die menschen bij hem naar den winkel niet kwa men Wij vragen hierover inlichtingen aan wien het aangaat Wij willen weten of dit gerucht waar of valsch is en zullen ons, most het zijn, tot de hoogere overheid richten. Het schrikkelijk ongeluk dat er deze week in de Zwemkom gebeurd is, moet de aandacht onzer Ötadsoverheden roepen op het gebfek van waakzaamheid dat aldaar bestaat. Het verwondert ons zelfs dat er daar nog niet meer voor evallen zijn. In alle geval is de ramp voor de diepbeproéf- de familie onherstelbaar. - f Wij vernemen met genoegen dat M. Paul Callebaut onzer stad leerling aan het Gentsch Atheneum, in den algemee- nen prijskamp den 3den prijs behaald heeft voor Geschiedenis en Aardrijks kunde. Wij bieden hem onze beste geluk- wenschen aan. Uitstapje gedaan door de Werkende Leden BER OUDE GARDE, 19 en SO Oogst 1894. Er braüsst ein rüf wie Donnerhal Wie schwertgeklir ünd Wogenpral r Züm trein zum trein I Züin Deutsches trein Het spreekt als een bombardon, dat we op den trein niet veelaüders deden, dan vroolijke grapjes vertellen, ons oefenen in die Deut sche Spracbe, lustige liedjes zingen, De Zweep of Le petit Bleu lezen en een partijtje kaart spelen, zuo viel de tijd ons niet te lang. In de vallei der Vesder, werden echter al die bezigheden gestaakt en hadden we alleen nog oogeu voor de prachtige tafereelen welke zich voortdurend voor ons ontrolden. Nu stoom den we tusschen twee hemelhooge naakte rot sen, schielijk daarna door een lachend dal, wat terder door een helledonker tunnel tn dan weer over eene brug, en immer nu links dan rechts kabbelt het donkere water der Vesder, springt en rolt over keien en steenblokken of verdwijnt plotseling in eene diepe groef. En ginder op de groene bergen en de kale rots punten pronken lusthuizen en arme woningen, kasteeleu en hutten. Te Dolhain stappen we af. We rekken eens de ledeu uit, nemeu eene verversching in het H itel d'AUemagne en En avant 1 naar de barrage de la Gilepp i. Dit wonderwerk is to dikwijls reeds beschreven geweest om er hier breedvoerig van te gewagen, doch men moet h t zien om er zich een denkbeeld te kunnen van vormen. We daalden de trappen af langs heen den reuzenmuur tusschen twee rotsen opgetrokken. 258 zei de eene als we beneden waren, 257 zei de andere, 258 ja, ne^n en dan waren we nog niet, waar 1de muur het hoogste is. Langs schilderachtige wandeldre ven, keerden we, de-oenen te voet de anderen met den tram, naar Dolhain terug. Ende zij was geteerd van binnen en van huiten zoo zegt de Heilige Schrift vau de Arke Noacbs. Het ging ons evenzoo we wareu versch van binneD en van buiten zon der er min pleizier om te hebben. We lie ten ons het leukere noenmaal in het Hotel d'AUemagne wel smaken. De heer Van Bran- teghem stelde eenen heildronk in op onzen Voorzitter den achtbaren heer H. Leclercq, die dapper toegejuicht werd en per telegraaf naar Aalst werd overgeseind. De heer Ladeuze zong een schoon lied. Men be. ankte den gast heer voor het wel verzorgd noenmaal en vooruit 1 We naderen de grenzen. Nu is 't noe vier uren, maar in twee minuten zi^n we in Duitsch- 'aud en dan is tin een n.aal een uur later. Nogmaals st-.omen we door tunnels, door da len, tusschen rotsen en over bruggen. Einde lijk ten 5 u. 18 min. (4 u. 18 min te Aalst) komen wjj te Aken aan. Aken is eene schoone stad van ongeveer 100,LCO inwoners, die voor 't meerendeel tot den Roomsch katholieken gods dienst behooreu er is slechts een protestant- scbe tempel een tweede is in opbouw. De stra len zijn er over het algemeen breed en reiD, de huizen fraai en afwisselend, bijna geene wit- geverwde gevels. De Akenaaf-s zijn, dunkt me, trouwhartige, beleefde menschen, die bun best doen ons kuuppelduitseb te versteken en ons zoo best mogelijk te recht te wijzen. Aan de statie wachtte ons de k er Pier, die vloeiend Fransch spreekt en ons twee dagen ir Aken tot leids-r man heeft volstrekt. We bezoeken derier hotels waar we logee- ren zullen Berliner Hdf, Zür Warburg, Hotel Jansen en Frankfurter Hof, waarna we lustig de Stad intrekken nu en dan mild besproeid door eene verfluchte regenhui, maar immer uitgelaten eu vroolijk, gelijk het muziekale Aalstenaren past. In Diiitschland maakt men niet de minste moeilijkheid om ons Belgisch geld te aanvaar den 5 fr. - 4 m irk. We spreken allen Duitsch als oude pinbelmen en laten ons het bier goed «maken. Keinneid en netheid heerschen overal. Je Duitsche pijpen zijn zeer goed, de Duit- sche tabak zeer slecht. In al de drankhuizen neemt men den hoed af als in eene kerk, doch 't is me gebleken, dat de verbruikers er niet min leutig zijn dan bij ons. In elke herberg staat ten minste een auto maat n waar men voor een zehupfeunig het orakel kan raadplegen, zijner kracht kan be proeven, een stuk chokolaad kan bekomen of om hét hardst kan nijpeu. Drank-en eelware- zijn er niet duur in eene groote herberg be kwamen wij een boterham met kaas en een glas bier voor 25 pfennigs (1 pfennigs doet iets meer dan een centiem). 's A vonds bezochten wij den Rathskeller t een po sjenellen kelder in 't groot. Men daar allerlei vertöoningën, der moeite waaikl om te zien en te hooren, maar 't orkest speelde erbarmelijk slecht. In Aken vindt men zeer groote en mooie cafe's, waarvan we de voornaamste gingen be* wonderen. Hoef ik u te zeggen dat da kel ners ofgarponsmeedoogenloosin kelders, en kelers en dies meer werden herschapen. Die kelners zijn brave gedienstige jongens, maar traag in 't bestellen reel of weinig volk, im- f

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 2