tij
GRIETJE
Verplichte Vergadering
Nummer 36
Zondag 9 September 1804.
9de Jaar.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
AbonnementsprijsJ ^"otr Tn bmten voorop betaalbaar
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Man aboBB««rt zieh op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, teh kantore
van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, AALST.
Nee spe nèc metu.
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen
Vonnissen op de derde bladzijdefrank.
Reklaïnen 75 centiemen
per drukregel
Voor d'aunoncen Taüiten de Vlaandereu, zich te wenden tót den AGENCE HAVAS,
Madelenastraat 32, Brussel.
AALST8 SEPTEMBER.
Werkmanskring
VOORUITGANG DOOR 'T WERK.
Schoolstraat AALST. Concordia.
ALGEMEENE
ZONDAG 9 SEPTEMBER 1894,
ten Zuren stipt namiddag.
Deuren open 1 1/2uren, ten 2 uren begin der
zitting, deuren vast. Ieder moet zijne lidkaart
medebrengen.
De afwezigen betalen 25 centiemen boet.
Orde van den dag
•1* Moeten de Vrijzinnigen strijden voor de
Kamera in October Stemming daarover.
2® Tienjarig bestaan der Maatschappij. Schit
terend Feest den 30 September.
Woeste verdediger der Evenredige
Vertegenwoordiging.
Deo dag der invoering van A. S riep
■de galachtige Woeste in de Kamer uit
Ik kan bij geene kazakkeerderij leven
Grootere onbeschaamdheid zou men
niet durren denken bij eeuen cijns ver
tegenwoordiger doch eene leugen min
oi meer komt er bij den wereldlijken
paus niet op aan. Daar hij op de kwestie
der E. V. Beernaert heeft doen vallen
aanziet iedereen hem als de herigste
bevrijder dier rechtvaardige hervor-
vorming eertijds nochtans heeft hij ze
verdedigd en ziehior op welke wijze.
De klerikale partij, hoog oploopende
met de gemeentelijke zelfstandigheid,
heeft eene wet gestemd, waarbij de
schepenen door den gemeenteraad ge
kozen worden den burgemeester, op
voorstel des ministers. Overal waar er
nu maar een klerikaal of een overloo
perinden gemeenteraad was werd hij,
tegen den wil der bevolking zelfs, bur
gemeester benoemd. Woeste legt dit
volgender wij ze üit
Wat wilden wij Dat over 't alge
meen het college in meerderheid de
meerderheid van den raad zou verte
genwoordigen daarom hebben wij de
schepenen door den raad laten benoe
men. Maar eens dat groot doel bereikt
heeft de regeering het recht om den bur
gemeester onder de minderheid te benoe
men. In talrijke gevallen is 't noodig
dat ook de minderheid in 't college
vertegenwoordigd zij. Dat is het
echt grondbeginsel. (15 Mei 1891 bl.
427).
Welnu, lezers, is dit niet de toepas
sing der E. V.
Den 21 Januari 1888 (bl. 185) zegde
hij uitdrukkelijk Zekerlijk is liet toe
zicht door de minderheid uitgeoefend in de
gemeenteraden noodig doch men mag
niet vergeten dat de drukpers en de
politieke vereenigingenreeds een ernstig
toezicht voor 't bestuur der openbare
zaken uitmaken.
Welk toezicht kunnen de politieke
vereenigingen en de peTs wel uitoefenen
op den buiten en zelfs in de kleine ste
den Wie weet b. v. wanneer de ge
meenteraad onzer stad vergadert Komt
er volk naar de zittingen dan is er alras
eene geheime zitting belegd en het pu
bliek mag er van onder trekken Wan
neer het stadsverslag-, zoo duister als de
heilige schriftuur hier 2 of 3 jaar te laat
verschijnt, hoe moet het dan gesteld
zijn op de dorpen Daar konkelfoest
men maar altijd voort zonder veront
rust te worden.
En dan komt Woeste die het toezicht
noodig en als het echt grondbeginsel
aanziet daarna verklaren, dat de E. V.
list en logen is, dat de regeering altijd
de burgemeesters üit de minderheid zou
kunnen nemen (zij doet het nu wel) eu
dat voor de gemeenteraden de uitslagen
der E. Y. onbeduidend zouden zijn in
de steden en noodlottig tenplattelande!
Noodlottig, ja, voor de konkelfoe-
zers
Indien de hou ling van Woeste in de
kwestie der E. V. geene kazakdraaierij
is dan weten we niet welken naam er
aan te geven.
Met vele onpartijdige lieden denken
we dat üet tijd is ernstige lieden n«>ar
de Kamers te zenden.
Eene tegenstrijdigheid.
Alhoewel de voortbrengt vhn dea Belgischen
bodem ontvereikend is om 1/4 der bevolking te
voeden, wil de klerikale'partij het graan be
lasten, dat om uit Amerika Wórdt gezonden.
Men vergeet, dat de schepen, welke ons dit
graan aanbrengen van hier wegreiz n met, de
nijverheids voortbreivSelen die am duizenden
en duizenden Belgische werklieden arbeid be
zorgen.
De internationale scheepvaart bevordert de
ruiling der voortbrengselen dez.9 ruiling is
noodig; wij behoeven graan in te voeren eri
ande-e voortbrengselen te verkoopen. Dahrom
geeft defegeering zelfs toelagen aan zeevaart-
lijnen. Zoo werd den 8 Augustus 1837 de Vol
gende bepaling gestemd
Wordt croedgekeurd de overeenkomst op
10 Maart 1887 gesloten fusschen de rege rin
van den eenen kant, de naamlooze Belgisch-
Amerikaansche scheepvaartmaatschappij en de
International navigation Company van Phila
delphia van den anderen kant, tot inrichting
en exploitatie van eenep gore elden stoomböot-
dienst tusschen Antwerp u en New-York.
Waarom vragen do verdedigers der be-
schermrechtèn de afschaffing dier bepaling j
nietGeen vréémd raan meer in Belgie elan
zal het inlandsch nog veel duurder zijn en de
landbouw gered
10.
Nieuwe zedenschets.
Weg niet de tabakbelasting
Zoo roept M. de Senateur Van Vrecnem
in zijne veelbelovende kiezing- redevoering
van Zondag.
Zoo verklaren, na dien fijnen 'tandentrekker,
zich al do klerikale Charlatans, welke Van
Wambeke, Woeste en DeSaodeleer hecten.
Hetzelfde klonk in 1884 Weg met de tabak-
b'èlas'ing Weg met die hatelijke geuzen-
wet
Tien jaren zijn de klerikalen aan t hèwind
geweest, tien jaren lang hadden zij SO
stemmen meerderheid in de
K mier, eo wat heb'» n wij gezien ?V'?
In 1884 bedioegcn de tabaklasten 246.832 fr.
In 1893 738.690 Ir.
Ziedaar de klerikale vermindering op een
half millioen vermeerdering
gebracht
De veelbelover, M. Üe Saedeleer, had inègë-
lijk3 gezegd Zoo üw tabakoogst mislukt, zult
gij ook van eeu deel uwer belastingen olitsla-
gen worden
Ja maar, het Gouvernement zal nliar
ontslagen, als de oogst door hagel of door
groote natuurrampen verwoest óf aangetast
wordt.
Dus, weeral eens eene valscbe belofte om de
bóeren te bedriegen
Dat alles is bijgevolg maar poeièr in d'oogen
en kwakzalverij.
Blijven de tabaksplanters kiezen voor de
Slimmerikkeh die hun al 10 jaren appel
voor citroenen verkocht'hobbeh, dan zullen zè
nog eens voor 'lang fijn in doeken gewonden
zijn.
Öeschermfech'tén.
7ïehderbode haalt in 'eèh 'zijner laatste
nummers eene gedeeltelijke redevoering
au, uitgesproken op het jongste land-
bouwcongres van Brussel, waar lantD
bouwers zooals baron Bethune, piofessor
de Marbaix van Leuven, abt MellaertB,
de représentant' n Cartuyvels en Thien-
poftt, de heeren Allard, deïla Faille,
Surmont, Van def Straeten-Ponthoz,
enz., enz. de buitenbevolking Vertegen
woordigden gelijk de burgemeesters de
kiezers van ons arróiidissetüènt iu den
poll der katholieke associatie.
Men beweert dat er 'OÖOÖÖO eigenaars
zijn waarvan 6000 groote. 'Eene offi-
cieele statistiek geeft voor 1890 de ver-
deelittg derlandbouwbedrijven in Belgie.
Êóo had men
472451 'andbouwontgintangen van 1/2 heotara
122O00 n 1 heotara
226000 1 tot 5 hectaren
48390 i> 3 tót 10
83732 10 tot 30
4437 n 30 tót 50
-3403 w neer dan 50 a
910113
boerderijen waarvan de bewerkers hoe
genaamd de eigenaars niet zijn. In 1880
was onze landelijke eigendom reeds 1
milliard en half belast en thans moet dit
cijfer Veel höoger zijn, want tijdens de
laatste jaren zijn niet weinig kleinó en
ook groote la lid bouwers op straat gezet,
geruiueerd doof de hypotheken die op
hunöe landen drukten of dóór de zware
pachtprijzen.
'Om te doeh zien dat de bcschermrech-
ten den landbouwer niet kunnen ophel
pen zullen we eenen pachter veronder
stellen, die 10 hectaren gfond bebouwt;
Tengevolge der vruchtverdeeling zal hij
liöogstena 5 hectaren graangewassen
En toch ging de schilderij niet vooruit, want
d» schilder had eenen afkeer voor zijn werk ge
kregen, en zeer dikwijls moest Lij den eeuen
dag uitschilderen wat hij den dag te voren ge
schilderd had.
Ik bemerkte intusschentijd dat Grietje al-
Kengskens toegevender jegens mijnheer Bos
werd. Zij vond verschooningeu voor zijn gemis
aan Bmaak hij was rijk geworden door zijnen
handelhij had weinig opvoeding ontvangen
«n hij had altijd te doen met gemeen volk zijn
handelsgenoot die een afschuwelijke kerel
zijn moest hielp ook om hem te maken wat
hij was, euz.
Eu dan, zij vond dat mijnheer Bos goede
hoedanigheden had, zoo wel als slechtege
lijk iedereen. Hij was edelmoedig eu mildadig,
minzaam en goedhertig, zegde zij niemand
kon bem deze hoedanigheden 'ontkennen. Toen
Johanna ziek viel, zond hij haar alle dagen
fruit en bloemen, en bij kwam nooit over zon
der de eene of andere lekkernij mede te bren-
Sen*
Bos liet Potter ook verstaan, dat hij wist hoe
het met de geldzaken in 't huisgezin stond, en in
geval hij geld noodig had, dit te zijner beschik
king was zoohaast hij slechts één woord daar
van zegde.
Potter zoo geerne genóeg dat woord gezeid
hebben maar Gnetje wilde er niet van hooren
ze verklaarde dat zij liever winkeldochter wilde
worden dan eene vernederende geldelijke hulp
te aanvoerden.
Dan vond Bos eenen dienst voor Cecilia,
waar zij voor de helft minder werk8 tweemaal
zooveel won als in de schóól. Hij stelde voor,
al de schilderijen te koope die Potter kon
voortbrengen. Als Johanna gem zen was, feed
hij met haar, met Potter en Grietje op zijne
kosten naar de baden van Oostende.
Ze moesten hein wel geeine zien ze verga
ven hem zijne gebreken en namen enkel zijue
goede hoedanigheden in aanschouw.
Neen, ik geloof, dat zij hem te liever zagen
voor zijne gebreken dit stelde hen, om zoo
te zeggen, op gelijken voet de groote omwik
keling van hun verstand vermogen woon op te
gen de voor.leeleu van zijnen rijkdom. En dan,
het gebeurt bijna altijd dat men behagen vindt
in lieden wier eigenaardig karakter aanleiding
geeft tot scherts: Mijnheer Bos kende zijne ge
breken en hij moest zelf heitelijk labhen als
men met hem dén draak stak.
Maar deze verandering in htln gevoel en oor-
doel maakte mij al mar acht"rdochtig want
het was klaar om zien, do volherdiag van Bos
gold niet alleen de schilderij, welke hij wilde
bobben. Ik denke dat wij allen het zagen —of
schoon we de zaak niet a-n roerden 't was in
het model eu niet in het portret dat Bos belang
stelde.
Terwijl Johanna, nog te zwak was om hare
plaats in de school te hernemen, verloor Cecilia
1 haren dienst, doordien het huisgezin alwaar zij
diende eene reis naar Italië ondernam. Zoo was
er niemand van huis die nog geld won want
hoe armer de schilder was, hoe minder hij
werkte. Als de zaken in huis slecht s'ónden,
was het hem onmogelijk te w.rken. Banging
hij den dag door de estamiiu-ts bézóeken en
keerde meeat altijd bedrankt terug.
II; wist d it tie Goedaar Is 1 dieper en dieper
in schulden moesten steken.
't Was gelijk eene spotternij, de lekkernijén
te zien die mijnheer Bos hu s nog adtijd mede
bracht, lekkernijën als de irme meisjes verkloe
kend voedsel noodig haddep.
Grietje gévoelde op pijnelij :e wijze dien toe
stand.
Ik bemerkte dat mijnheer Bos nu al meer
zijnen persomi aan haaf opdrong. lederen dag
bracht of zond hij haar eenen ruiker bloemen.
Ik heri menie mij wat hij eens gezegd nad
ik heb de menschelijke natuur van nabij ge
noeg gestudeerd. Ëa ik was zek-r dat hij
slechts den tijd afwachtte tot de fauiifiezakön
op het ergste punt zou n n gekomen zijn öm
Grietje ten Lüwelijk te vragen.
Zijne kennis van de menschelijke natünr was
groot gönoeg om in de diepten van haar open
hert te zien.
Ik luid er't voorgevoel van, indien tij met
h m troiiwde, zij zmi het later hittet betreurd
hebben wüut spijts zijne i dode hoedanigheden;
was hij /onbetwistbaar ee" l'impa vlegel tegen
over hare fijn" eu teergevoelige natuur.
Ik wist dat zij geene groote achting voor hénrt
overhad, en langs den anderen kant wistik ook
dat zij én genegenheid én achting had voor mij.
Mijne' neigingen beantwoordden de haro. Ik
befcat een kléin vermogen en had een» rast®
plaats die mij veel geld opbracht. Ik was in
staat te trou ven en hare f milie te Meunen;
en dus, alhoewel gevo lende bat mijn huwe
lijk met haar belachelijk zou. zijn l'ü deöogen
van de wereld, w-lke slechts, oordeelt naar
den schijn, het toch min ongeluk bareti zoti
dan haar huwelijk met dien lóinperi Bos, faam
ik P.itter -zékeren avond lu den Cercle op zijd®
en vroeg hem zijne tóestemming om eens met
Grietje over de zbak te spreken.
Alles góed zegde hij al lachende.
Vraag maar op vragen is vrij 1
Des andarendags trok ik met mijn® koffer-
klceren aan naar Berchem op.
ïk opeiide de deur van de werkplaats zonder
dftt Grietje mij hoorde noch zag. Ze was bezig»
met uit o-fening op de viool te spelen, en 'k waS
getroffen door de uitdrukking van kommer eu
zorg die op haaf gelaat te lezen stónd.
Tóeti ze mij bemerkte légde zij hare vióol
weg eb ontVing mij met een helderen glimlach;
Dat gaf mij moed en hoop.
o, Ik ben zoo blij dat ge wat vroeg gekométi
zijt! riep zij üit. Ik kan uit deze ritornel
niet. Nu zult gij mij helpen. Maar ik zie dat gij
Uwe viool vefgeteu hebt. n
Ik ben dezen keer niet gekomen om les té
gev,,n zegde ik. Heeft vader nietó ga-
zeid
o, Ja o zegde zij bedaard, en de glimlach
verdween van haar gelaat. Ja; hij zegde öiij.::
maar ik... ik..
'(Wórdt vt