Attentie. GRIETJE 9de Jaar. Nummer 40 Zondag 7 October 1894. Kiezers, vergeel uwen Kies- brief niet Vergeet ook niet, dat de stemming volkomen vrij is en dat niemand, maar niemand kan weten voor wien gij ge stemd hebt. Y LIBERAAL WEEKBLAD VOOR AbonnementsprijsBo"oor to buiten v00^<,|, l)etialbaar PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zioh op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewon®, 18 oontiemen Prijs der Annoncen Reklamen n c,ntl8m,„ Pw drukr,sel' Vonnissen op de derde bladzijdefrank. Voor d'annoncen buiten de Vlaanderen, zich te wenden tot den AGENCE HAVAS, Madelena8traat 32, Brussel. Nee spe nee metu. AALST, 8 OCTOBER. De partij Woeste. Wie heeft er met handen en voeten tegen alle stemuifbreiding gewerkt TVoeste en zijne kliek. Wie wil niet dat de kleine Staatsbe dienden de minste verhooging van jaar wedde bekomen Woeste en zijne kliek. Wie wil niet dat de krijgslasten voor alle Belgen gelijk zijn Woeste en üijne kliek. Wie heeft allo jaren geschreeuwd dat het budjet van oorlog moest verminderd worden, maar steeds de vermeerderde krijgsuitgaveu gestemd Woeste en zijne kliek. Wie heeft het meeste bijgedragen om onze gemeentescholen af te schaffen en onze officieele onderwijzers te brood- rooven Woeste en zijne kliek. Wie heeft in zijnen onverzaaffbaren haat en zijn blind fanatisme het nooit te vergeten woord uitgeroepen Qu'ïls s'en aillent om niet te moeten schreeu wen Qu'ïls crèvent WoeBte, de afgevallen protestant Wie komt hier den schijn aannemen van Vlaamschgezind te zijn, terwijl hij in kwestie van onderwijs wetten heeft doen slem men die een kaakslag zijn aan onze Moedertaal Wo'este, de geboren Waal, de onverzoenbare vijand onzer Dietsche taalrechten Wie wil van geen klimmende belas ting op het inkomen dat de millioen- rike bezitters van actiën zou treffen Woeste en zijne kliek. Wie wil de broodbelastingdie alleen de armen moet treffen, om de renten der rijke eigenaars te vermeerderen Woeste en zijne kliek. Wie wil dat al de lasten door de werk lieden en de kleine burgers van stad en dorp gedragen, terwijl de rijken daar van zooveel mogelijk ontslagen wor den Woeste en zijne kliek. Wie zal van geene wetregeling willen hooren die de gezondheid en het leven, maar vooral den ouden dag van den armen werkman verzekeren Woeste en zijne kliek. En, primo cartéllowie is de schuld dat het rechtveerdig kiesstelsel der E. V. niet is ingevoerd en wie heeft ge zworen het altijd en overal te bestrij den Woeste en zijne kliek. De E. V. moet aan elke partij, in ge meente, proviucie- en Kamers haar aan deel geven volgens bare getalsterkte. Dat vragen duizenden en duizenden van alle kleur en van alle beginsels. Vrienden van de vrijheid, van den voor uitgang en de rechtvaardigheid, ver geet niet dat de E. V. het hoofdartikel van uw politiek credo is Vergeet niet dat Woeste en zijne kliek alles willen af breken, wat gij wilt opbouwen, alles willen dooden wat gij wilt leven geven, ja zooveel willen wijken als gij wilt vooruitgaan Woeste, de wereldlijke paus, c'est l'homme funestede noodlottige man yan ons Vaderland. Vrijzinnigen, vergeet dat op 14 Octo ber niet Duur der Landpachten. In 't vlaamsche land zijn de pachten van langen duur zeer raar. Het is al zeer schoon, wanneer eeu grootea gebruiker 3, 6 en 9 jaai wordt toegestaan. De meeste landgebruikers kunnen alle jaren opgezegd worden. Dat is weeral eeue wet, die ten nadeele der boereu gemaakt is. Inderdaad met zulke ge bruiken is de eigenaar heer en meester over de landbouwers, aangezien hi] hun bestaan in han den beeft. Ook leven de ongelukkige pachters gestadig met den schrik op 't lijf. Het is niet genoeg dat ganscb de familie zich dood werkt om de pacht te kunnen betalen, zij moet nog gansch het jaar met de vrees leven haar stuk land kwijt te geraken. Waarom zegt de wet niet, dat al wie een hof often stuklmd in pacht neemt het een zeker g tal jaren zal mogen behouden, ten minste 18 jaar. Waarom Wel eenvoudig, omdat al de wetten tot biertoe gemaakt geweest zijn door de groote katholieken, en dat deze zoo ikzuchtig en zoo onbeschaamd geweest zijn, ze allen te hunne profijte te maken En dat zal alleen eiu- digen, wanneer de landbouw-bevolkiug zoo volstandig zal zijn voor de lijst met meer te kiezen van degenen die alleen wetten stemmen voor de groote eigenaars door welke zij bij de kieziDgen ondersteund worden. De kasteelheer heeft nog eene andere reden om te weigeren lange pachten toe te staan. Met pachten, die allejaren uir zijn, is hij hij machte alle jaren den pachtprijs op te slaan. Dat is wraakroepend. En dit kan hij niet meer, wan neer hij eene lange pacht gegeven heeft. Er zou m eten eene wet gemaakt worden, die alle eigenaars verplicht lange pachten toe te staan, voor al het goed dat zij verhuren, klein of groot, met het voorb"houden recht voor den gebruiker vau alle drie jaren van het ver pachte goed te kunnen afzien. Indien zoo eene wet gemaakt wierde, dan zoude de bevolking van den Duiten zoo vrij le ven als de inwoners der steden, zonder te reke nen dat door zulke maatr gel de pachtprijzen gevoelig zouden daleu. Dan zoudtge, landbou wers, iu alles kunnen handelen naar goeddun ken, en niet meer moeten dansen gelijk uw meester, de grondeigenaar, schuifelt. Er moet ook nog gezegd worden dat zulke wet er noodig is voorde verbetering van den landbouw zelf. Inderdaad, wie is de landbouwer die verbeteringen aan het hof of aan het la id z il brengen, wanneer hij niet zeker is er langen tijd te mogen op blijven Eu indien de boer de hoeve verlaat, hij moet voor de gedane verbe teringen betaald worden. Men ziet dat er meer dan eene reden is, om te eischen dat de Wet de lange pachten gebiedt. Herbergiers De tijd is daar, waarop gij uw woord je te zeggen hebt. Met het kiesbulletijn gewapend, moet gij de daden uwer bestierders goed- of afkeuren. Het zal dus niet ongepast zijn uw ge heugen wat op te frisschen. Immers dan kunt gij stemmen met kenuis van zaken en personen. Ik open het boek der wetten en ik lees ao efeffeilriy" ima ex Jaool&': I. Onze klerikale representanten stem' den de Loi-Wet, waardoor de herber gier zoo eene groote verantwoordelijk heid draagt, en voor de kleinste over treding zoo streng wordt gestraft. II. Zij stemden het Vergunnings recht, waardoor de nieuwe herbergier, die moet zoeken en scharrelen om aan zijn brood te geraken, eene taks van 100 tot 400 frank moet betalen om eene herberg te openen. Die wet, is de grootste onrechtveer- digheid, die bestaat Geen een neringdoend moet, boven zijne patent, nog zulk een bijzondere taks betalen Geen een W aarom dan de herbergiers Waarom, twee maten en twee ge wichten in de klasse der n'.ringdoe- ners Zijn alle Belgen niet gelijk voor de wet, heeren klerikalen Doch wachthet woord is nu aan ons, en gij zult onze stom niet meer ontfutse len door alle soorten van beloften. III. Zij stemden nog de wet op de loo- den bierpompen. Jaren en jaren hadden die pompen meegegaan Niemand had er over geklaagd, want de herbergiers namen attentie van 's morgens den eersten trok weg te gie ten. En al met eens krijgt een klerikale minister een aanval van zotheid De looden pompen waren al met rens doorslecht, eu de minister verklaardeïn de kamer dat zij het volk vergiftigden dus moordenaars waren. Ja, moordenaars Het woord staat in de Annates. De tinnen pompen deugen ook al niet meer Immers het gouvernement, zegt de. wet, heeft het recht, ten allen tijde, die tinnen pompen., door andere te vervangen in 't belang der openbare gezondheid. 14. Nieuwe zedenschets. Potter had gepoogd eene andere wending aan 'l gesprek te geven hij sprak over de kunst, en om do waarheid te zeggen hiervan kende hij m-er dan van het middel om geld te winnen eu Bos, in zijnen tuinstoel achterover geleund, hield zijne kleine o«>gen half toe naar dn Schelde gericht, zijne gedachten, geloof ik, haren eigen gang volgende, alhoewel hij voor gaf naar Potter te luisteren, toen eene boot, waarin tweo dames zaten en een heer in roei- kostuum, in hot zicht kwam. Vf Boa trok verwondend de oogen open. De heer roeide naar de trap aan den oever, wierp daar eene.i haak uit en hield de boot stil. Bos stond in eens op en zegde verschoon mij, i) en verliet .ons. Met haastigen stap gir.g hij over het grasperk, doch eer hij de trap bereikt had, was do heer reeds uit.de boot en hgelp de dames aan land stijgen. Bos en dié heer drukten elkander de hand, een kort gesprek, en dan weudde het gezelschap de oogen naar onzen kant en na derde langzaam. Op dit pas hoorde ik de stemmen van onze drie meisjes Grietje eu hare zusters kwamen buiten. De onverwachte bezoekers ziende, zocht de bloode Johanna terug binnen te gaan maar Grietje liet dit niet toe, en ze vervoegden ons aan de tafel, en namen plaats terwijl het ge zelschap nóg op eenen kleinen afstand was, de twee dame tusschen mijnheer Bos enden heer. De twee dames waren naar de mode en met smaak gekleed het waren moeder en dochter. De oudste kon vijf en veertig jaar zijn. Ze was mager en schoon. Ik dacht haar nog gezien te hebben, doch voor 't oogenblik kon ik niet denken waar. De jongste was vijf en twintig op zijn hoogste, niet groot, zwarten schoon, miar een schoon dat tegen de schoonheid van Grietje afstak, want hare huid was kleurloos, hare oogen waren lang en sm il en er lag eene smach teude onverschilligheid iu har?, uitdrukking. De heer nevens haar was een kop grooter dan zij een knappe, gezonde jongeling, met blauwe lastige oogen, mannelijke trekken, een hinken knevel, en een breeden mond, die zijne tanden liet zien als hij lachte. Zijn glad voor hoofd en zijn open gelaat lieten een goed hert en een edelmoedig karakter raden. Hij beviel mij op 't eerste zicht en 'k gevoelde dat, hoe meer ik hem zou keuuen, hoe liever ik hem zou zien. Toen hij nader kwam, bezag hij ons zonder veel aandachtdoch toen zijne oogen op Grietje vielen, bleef hij eenski ips staan, met eene uit drukking gelijk men op 't gelaat van eenen ouden vriend zou kvnnen bemerken, met wien men op 't onverwachtste in eene vreemde plaats te zamen komt. Mevrouw en jonkvrouw Fyudraat, jonk vrouw Goedaard zei mijnheer Bos, Grietje voorstellende en danjonkvrouw Goedaard mijnheer Roos Gri tje maakte eene nijging doch mijnheer Ro s stak de hand uit en zegde met een lachje Vei schoon mij, jonkvrouw Goedaard, ia denk dat ik u sedert 'wee maanden kenne. Grietje zag verrast op. Het is waar, Griet e zei Bos met een hertelijken lach dit is mijn handelsmaat, mijnheer Rons, die op de tentoonstelling op uw portret verliefde. Nu viel het mij in, het was die madame b yn- draat, dezelfde die de Ailegro kritikeerde en die met mijDhcer Bos ir: de eet- en drinkplaats van de tentoonstelling ontheet nu herinnerde ik mij ook hoe mijnheer Bos daar een grooten heer aan 't gesprek hield met zijnen rug naar ons gekeerd als wij de tafel verlieten die heer was mijnheer Roos. VI De Goedaards keerden den woensdag van de volgende week naar Berchem terug. Ik, die den zaterdag was moeten vertrekken, had veel nn-uws te hooren toen ik hen den donderdag ging bezoeken. Johanna was geheel genezen. Het uitstapje scheen aan allen deugd gedaan te hebben, want ze zagen er veel beter uit allen uitgenomen Grietje. Zij alleen scheen bekommerd te zijn en was afgetrokken eu zwijgzaam terwijl hare zusters gestadig aan elkander het woord afna men zoo veel hadden ze te vertellen. Op het buitengoed van mijnheer Bos was er eene opeenvolging van vermakelijkheden ge weest all an dagen iets nieuws. En mijnheer Roos? vroeg ik als ik eindelijk een woordje kon plaatsen.^ o, Hij ging overal met ons meê, niet waar Griet) e Grietje knikte en ging naar de piano om er de muziekstukken in orde te leggen, hetgeen niet noodig was. «Ge moet weten, hij woont niet verre van mijnheer Bos, in een zeer schoon oud landhuis.» 't Is aardig dat mijnheer Bos daar niets van gezegd heeft zoo merkte ik aan. o, Iiij heeft ons immers gezei 1 dat mijnheer Roos ook een buitengoed hal gekocht. Herin nert gij het u niet Maar hij wist niet dat mijn heer Roos juist op zijn buitengoed was, want hij komt er slechts nu en dan en bij gelegen heid naar toe. Het was bij toeval dat hij er was. Hij had gescnikt op reis te gaan met eenen vriend maar om de eene of andere reden is de reis uit gesteld, en dan madame Fyndraat en hare dochter dat ouverdragelijk ding Niet waar, Johanna Zij hebben te Blankenberghe eene villa gehuurd voor eene maand en ze kwamen mijnheer Roos vragen hen daar eens te komen bezoeken. Zoo was het, ziet ge Jonkvrouw Fyndraat is verloofd met mijn heer Roos, niet waar n vroeg ik. Hij is niet verloofd met haar. Dan is dat de jonge dame niet op wie mijn heer Bos gezinspeeld heeft Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1