DE LINDHAMERHOEVE 11 de Jaar» LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Betalen maar Betalen maar Betalen maar Godsdienst en Politiek. Abonnementsprijs 4 fr. voor de stad 4 fr. 50 voor den buiten VOOr°P betaalbaar PRIJS TER NUMMER 10 CENTIEMEN. Mm abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen j„„i,„ano| Annoncen per drukregel. Reklamen 75 centiemen Vonnissen op de derde bladzijdefrank Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST, 25 APRIL. Men heeft dezer dagen op den buiten zoowel als in de stad veel gesakker en vermaledijding kunnen hooren, vooral nadat de veldwachters en coutraintedra- gers daar met zeker briefjes, 't is te zeggen met de contributiebriefjes waren rond geweest. Er was reden ook om te sakkeren en te vermaledijden, want, ondanks de slechte lijden die wij bele ven, hebben de katholieke Jannen van onzen provincialen Baad, niet geaar zeld van de opcentiemen voor de pro vincie op de schandaligste wijze te ver hoog en. En 't is met geen klein zaad dat ze geschoten hebben, die klerikale pijpe- koppen bekijkt uwe belastingsbrieven maar eens, kleine burgers, landbouwers en werklieden, en dan zult gij seffens zien dat ge voor het plezier van die foede, verstandige en bekwame katho- ieke bestuurders van heden af 2, 3, 4, 5, 6 en 7 franken per jaar meer zult mogen betalen. Gij ziet dat ze vragen zonder hand schoenen aan te doen en gij, goedzakkige belastigde, zult u maar tot de laatste Eluim laten uittrekken, want als die eeren binnen kort moeten herkozen worden, zult gij ze weêral met twee handen ea twee voeten te gelijk uwe stem geven om u nog meer en zwaar der lasten op den hals te laten leggen. Als die heeren de zaakjes van de pro vincie slecht beridderd hebben en in schulden zijn geraakt dan komen zij maareventjes op de beurs der belastig- den aankloppen om uit den nood te ge raken en hun te kort te dekken. En let Een boerenverhaal DOOR KAPITEIN VAN ACKER. (16° Vervolg). - Ik geloof dat het tijd is om ia uwe kamer te gaan zegde Trees daar tusschen uw ont bijt staat te wachten. Is het al zoo laatzegde de oude opstaan de. Alles is nog stil op het hof en in de schuur. Zij zouden reeds moeten bezig zijn met dor- schen. Het meisje zag bedroef in het rond en wierp dan eenen medelijdenden blik op den ouden blinden man, Zij moest zich geweld aandoen om hare ontroering te verbergen toen zij zegde: 't Is vandaag nen halven feestdag. Altijd nieuwigheden 1 bromde de oude. Ik heb van mijn leven niet geweten dat niemand op zulke dagen' werkte... Wat zullen zij nog al nitvinden... Zoo morde hij terwijl hij alleen een weinig onzeker naar zijne woning ging. Doch als hij eenige stappen verre was bleef hij staan, en zich half omkeerend vroeg hij Indien een halve feestdag is Trees, zult gij misschien tijd hebben om een uurken bij mij te komen wy kunnen wat te zamen klappen en weet gij wat voegde hij er half onverschillig bij breng uwe gitaar meé. Ik hou w el niet veel van dat getokkelmaar ik weet dat gij het geerne hoort-* Tfees moest lachen, en zij knikte den oude toe als wilde zij zeggen, dat zij hem wel kende en wist hoe geerne hij op de gitaar hoorde spe len. wel op 't is altijd op den rug van den geringen burger, van den kleinen land man en van den armen werkman dat de ^eldklopperij valt. 't Zijn de sukkelaars vooral welke in evenredigheid het meest geslagen worden, terwijl de rijke mil- "ionnairs daar voor weinig tusschen- komen. En toch noemen die gekozenen zich ook Volksvrienden De klerikale Volksvrienden van t kanton Aalst, welke ons dit voordee- ig paaschgeschenk aan de hand hebben gedaan noemen zich De HH. Eeman R. de Bethune Felix, Mertens (Gysegem), De Vos (Erpe), Blanckaert (Lede) en Limpens (Dendermonde). Die brave Heeren, welke zoo voor het algemeen welzijn werken, zullen de dezers binnen eenige weken weer ko men vinden eD schoon spreken om toch voor hen te willen stemmen. Kiezers, belooft al wat gij wilt, maar vergeet de opcentiemen van uw contributie- briefje niet De Denderbode bevat in zijn nummer van 12 April 11. een hoofdartikel om aan liet dozijn lezers, dat hij op den buiten nog telt, den ouden schrik aan te jagen voor de liberalen, door deze af te schildereu als vijanden van den gods dienst. Laat aan de katholieke priesters volle vrijheid zegt hij, de godsdienst kwestie houdt op en het liberalisme heeft geene reden meer van bestaan. Zeg eens, confrater, wie mengt den godsdienst in de politiek. Niemand an ders dan de katholieke persom de open bare aandacht af te trekken van de groote stoffelijke en zedelijke belangen des volks en zoo eenige stemmen te winnen in kiezingstijd, niemand anders dan de katholieke geestelijkheid zelf, die in dorp en stad de deftigste familiën belastert en bezwaddert als ze iets of wat van liberalisme verdacht zijn. Wie was het, Denderbode, die te Denderhau- tem weigerde een lijk te gaan afhalen op de gewone plaats en het twee uren op straat liet staan omdat de afgestor vene tot de christene democraten had behoord Was het daar den herder niet die de voorschriften van den christenen godsdienst uit politieken haat onder de voeten trapte Wie onderteekende te Gheel omzend brieven aan de kiezers om ze aan te sporen voor de katholieken te stemmen? Wie liep hier van huis tot huis om den godsdienst in de politieke weeg schaal te werpen en het kliekbestuur te redden Altijd en overal de geestelijk heid. En dan schrijft men huichelachtig weg Laat aan de priesters volle vrij heid Ha Is het hun dan niet voldoende de liberalen ongestoord te mogen afschet sen als gevaarlijke personen, die men moet vluchten, openlijk de lezing van vrijzinnige bladen te mogen verbieden eu degenen te vervolgen en langzamer hand te broodrooven al wie niet a; n hunnen sleep hangt of zou men wellicht moeten terugkeeren tot den tijd dat brandstapel en schavot werden opge richt om degenen te temmen die hunne vrijzinnige meening al te luid uitten Ja, wij willen de vrijheid voor den priester, maar willen tevens dat hij ook de onze eerbiedige en dat hij ophoude de geloovigen vijandelijke gedachten in te prenten jegens hen die denkeu en handelen zooals hun geweten hen voor schrijft. Hier en daar is nog een oude priester, die waarlijk zijne edele zending begrijpt en uit wiens mon 1 enkel woorden van vrede en liefde vloeien, die wezenlijk een herder is en verzoening brengt waar twist en tweedracht huisden. Voor der- Dat zal wel kunnen zijn zegde zij, want ik heb gehoord dat de boerin wil uitrijden de vrouw van den molenaar doet vandaag haren kerkgang en dewijl zij meetje van 't kind is geweest, moet zij op het kindermaal zijn. Ik ben nieuwsgierig om te weten of ik nog spelen kan in huis speel ik nooit meer de boerin kan het niet verdragen. Het is recht braaf van u dat gij mij bij u wilt laten spelen al hebt gij het niet geerne. Zij liep weg, en de oude ging gevleid naar zijn huisje. Hij had zich juist aan de tafel gezet om te ontbijten als hij buiten luide stemmen hoorde haastig stond hij op en ging tastend weer naar den uitgang. Eene scherpe schreiende vrouwestem deed zich scheldend hooren. 't Was de vrouw van Diktus, de dochter uit de herberg als meesteres op de Lindhamerhoef gekomen. De jonge boe rin was eene kloeke vrouw, wel wat grof en groot, doch geenszins leelijk. Op 't eerste zicht kon men bemerken dat zij er aan verstond de broek te dragen. De bolle wangen, de roode lippen en dehoogblauwe oogen stelden, met den in het oogvallenden witten hoed, een be koorlijk beeld van jeugdige frieschheid voor maar de trekken waren niet edel. De platneus, de groote mond en de breede kin lieten een gramstoorig en hard gemoed raden. Zij was zeer kostelijk gekleed eene zware gouden keten hing aan haren hals die keten liep twee maal rond en eindigde aan een groot gouden kruis met diamanten bezet. Zij droeg een rijk zijden kleed met een prachtigen kanten afge- zoomd. Alhoewel in het geheel de hoeren dracht der streek behouden was, toch liet ie der kleedingstuk door zijnen smaak en zijne fijnheid gissen, hoe zeer de vrouw er naar stond om er iots anders uit te zien dan eene boerin. Dit was her, meest te bemerken aan de fijne snoerlaarsjes, waarin hare grove voeten gelijke priesters outblooten we het hoofd, maar voor hen die pas het zwarte kleed dragende zich als politieke kies- dravers eu partijmannen aanstellen om onrecht en uitbuitding staande te helpen houden kunnen we noch achting nog eerbied over hebben. Tegen dergelijke priesters zullen we te velde trekken zoolang ze zich niet zullen herinneren dat Jesus eens zegde Mijn rijk is van deze wereld niet en dat ze de woorden van dien grooten men- schenvriend niet zullen in praktijk stel len Hebt elkander lief als broeders. In die woorden ligt onze godsdienst besloten Mocht de Belgische geeste lijkheid vooral ze in 't geheugen hou den 1 Rond de benoeming van eenen hoofdonderwijzer. Op 16 april laatst begaven zich do heeren Bruyudonckx en Anné naar de stadsschool n°2 om er zich, volgens het recht dat de wet hen toekent, te gaan overtuigen of er werkelijk te weinig leerlingen in die school zijn om er de afschaffing van den hnlponderwijzer te wetti ge. t Volgens de opgevene cijfers zouden er en kel 60 a 70 leerlingen in de school n° 2 (Mijlbe- ke) aanwezig zijn, wat een vrij kleiu getal is gezien de uitgestrektheid van den wijk, waar zich de school bevindt. De twee liberale raadsleden bestatigden de tegenwoordigheid van 65 leerlingen op 69 in geschrevenen, hetgeen'eerst en vooral bewijst dat de schoolbij woning er regelmatig is. Wat hen bijzonder trof was dat ze geene groote leerlingen bemerkten, maar da verklaring liet zich niet lang wachten. De leerlingen der hoogste klasten gctallc van ongeveer 30, wa ren mar huis gezonden en verplicht op straat te loopen. De schoolbevolking bedraagt dus nie* 70 maar wel ongeveer 100 leerlingen. Vol gens den heer schepeueu van onderwijs is 70 leerlingen (werkelijk zijn er 90 a 100) met 5 of 6 afdeulingen te weinig voor twee onderwijzers in de school 2, maar 100 leerlingen voor eene afdecling is te veel voor eenen onderwijzer in de school 1 Wat zou mijnheer Reyniers daar over denken En nu, met welk recht zendt men 30 leer- st iken, alsook aan het mode-hoedeken dat scheef op haren blonden kvp stond alsof het door den wind was verwaaid en daar was blij ven hangen. Geen grooter verschil dan tusschen do boe rin en Trees, die voor baar stond, de eene hand achter den rug alsof zij iels verbergeu wilde. De fijue, slanke gestalte in de eenvou dige werkkleêren, de aanminnige ernst des gelaats gaven aan 't meisje het volste overwicht op de vergramde boerinnedie, misschien daar zij dit zelf gewaar werd, al heviger en heviger riep Wat is dat hier mot u Ik roep mij heesch op mijne kamer, dat gij mij zoudt komen hel pen aankleën en gij loopt hier rond en ge baart u alsof ge mij niet hoordet. Ik heb u waarachtig niet hooren roepen, antwoordde Trees bedaard, anders ware ik seffens bij u gekomen. «Zwijg riep de boerin. Waaraan hebt gij te denken, dat gij mij niet hoort En indien het nog zoo ware hadt gij een zierken res pect voor mij, gij zoudt Diet wachten tot men u roept. Gij hebt zeker weer bij den ouden ge zeten en gebabbeld en hem tegen ons opge maakt n Ik maak niemand op, zegde Trees nog immer bedaard, alhoewel haar bloed begon te gisten maar bij den ouden man ben ik toch geweest en heb hem zijnen koffie gebracht. Zwijg stilriep de boerin weer. Ik heb u reeds gezegd dat ik niets hooren wil van uwe lompe verschooningen, en die ontbreken u niet. Maar ik weet toch wat ik weetgij kunt mij allen niet uitstaan en achter mijnen rug spant gij tegen mij te zamen. Sedert ik deD voet op de hoef gezet heb, ben ik u een doorn in het oog. Als gij niets bijzonders met den ouden te mokkelen hebt, waarom wilt gij nog eens bij hem gaan En wat houdt gij daar achter uwen rug verborgen Niets, zegde Trees, 't Is mijne gitaar. Vader heeft er naar gevraagd. Zoo I De gitaar, schreeuwde de boerin daar is hetopgemunt 1 Gij hebt gedacht als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel. Zoo, ge meent gij als ik weg ben dat gij uw werk moogt lateD staan Dat zal geen waar zijn l Hier, met de gitaar Trees deed een stap achteruit en hield het speeltuig thans met beide handen tegen de borst geklemd. De gitaar behoort mij toe Zegde zij met vliegenden adem. Waarom zou ik ze u moe ten afgeven Omdat ik ze hebben wil. Ik raad het u aan, geef mij die tokKelkasse gewillig af, of andera zal het u niet goed vergaan 1 En zij deed eenen stap vooruit als wilde zij haren wil met geweld doorzetten. Laat mij gerust, boerin 1 riep Trees, en in hare oogen vonkelde eene vastberadenheid welke merken liet dat zij bereid was haar be zit tegen de kloeke en reusachtigs boerin te verdedigen. Mijne gitaar gaat u niet aan in dien het u tegensteekt, zal ik in huis niet meer spelen maar ik geef ze u niet af. Dat zullen wij eens zien, schreeuwde de boerin en sprong naar Treze toemaar de machtig daartusschen galmende stem van den ouden man weerhield haar. Op den dorpel van het tuinhuisje staande, had hij de woordenwis seling gehoord en was nadergekomen hij scheen niet te gevoelen dat er een sluier op zijne oogen lag, zoo vast hield hij ze naar de plaats gericht van waar de stem der boerin kwam. Den kop hield hij zoo kaarsrecht als ten tijde dat hij, baas der lindhamer- hoeve, gewoon was zijne blikken als bevelen geacht te zien worden. (Wordt voortgezet). I I ULlÜZ BS

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1896 | | pagina 1