DE LINDHAMERHOEVE 11de Jaar. Nummer 24 Zondag 14 Juni 1896. Vrijheid. Menschen cn Beesten. 't Wordt kiezing. Een raad. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 4 fr. voor de stad Abonnementsprijsj 60 voor den bulten J PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. voorop betaalbaar Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST. Nee spe nee metu. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen Prijs der Annoncen Heklamen 75 centiemen Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank. per drukregel. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt Handschriften worden niet terug gezonden. AALST, 13 JUNI. Telkens de rnensch dit woord hoort uitspreken ontwelt er in zijn binnenste een gevoel, dat het hart sneller doet kloppen. Vrij Het is een tooverwoord voor kind, jongeling en grijsaard, maar he laas, die duurbare vrijheid bestaat meer op papier en de verbeelding dan in de werkelijkheid. De knaap, welke de kostschool, eene gevangenis voor hem, verlaat roept wanneer de poort hem achter den rug wordt gesloten Vrij Hoe lachend schijnt hem de toekomst nu zou hij verlost van knorrende professors, eens zijn eigen wil mogen volgen toen reeds vau 's anderendaags eene massa moei lijkheden hem den weg versperren en hem een ander dwangkleed om de len den werpen. 't Is lotingsdag. Vrij roept de jonge ling en uitzinnig van vreugde vliegt hij bekenden en onbekenden oniden hals en doet een minder gelukkige loteling dan hij in razende gramschap ontvlam men. De burger, door fanatieke personen gedwongen tegen zijne overtuiging te handelen en te spreken dacht vrij te zijn in het kiesgangsken. Helaas daar ook beloerde hem de politieke dwinge land en de vrije Belgische burger moest door een op voorhand aangeduid middel zijnen brief vernietigen. Belgische grondwet, waar zijn uwe waarborgen onzer vrijheid Wanneer een eerlijk man ten gevolge van valsche beschuldigingen, meest al tijd naamloos, voor de rechtbank wordt gesleurd, gekrenkt in zijne eer en in zijne belangen, aan het helder doorzicht der rechters zijne eerherstelling en het bewijs zijner onschuld te danken heeft dah moet het hem zoet zijn te hooren Vrij En ons en alle onpartijdige, deftige lieden zal het dubbel zoet zijn, wanneer we van alle dorpen uit duizenden en duizenden monden dien kreet zullen hooren weergalmen Belgie is vrij van papendwang Pater Hugh O'Brien vult geheele kolommen van 't, Savooiblad met inslaap wiegende ser moenen. Als men zijn proza leest van zondag aatst getiteld het oordeel der wereld, moet men zeggen die kerel is, ofwel een zinnelooze of wel een monster. Na heel de huishoudelijke geschiedenis van St. Jozef, de patroon der trouwe echtgenooten, verhaveld te hebben besluit hij, dat men zich om het oordeel niet bekommeren moet. Wij allen zegt hij kunnen groot zijn en overgeluk kig als de II. Jozef wanneer wij doen als hij. Merci, pater wel bedankt. Pater O'Brien vervolgtwie rijk is wordt aanzien voor verstandig, wie arm is voor dom, en toch is het dikwijls omgekeerd. (Wat blieft er u, pater, dat is zeker toch niet waar hein Het verstand van den minste onder ons is ge wis grooter dan dat van vorst Ferdinand van Bulgarie. Boorden godsdienst, zijn wij verheven en waarlijk groot voegt O'Brien erbij als over gang om te komen tot eene stichtende Hondenhi storie Waartoe dient de Godsdienst Ik kan toch zonder Godsdienst een net en fatsoenlijk rnensch zijn, dit beweerde een heer in zeker gezelschap en velen gaven goedkeurende tee- UeneD. Eene dame zat ernstig te luisteren en zeide Mijnheer,, gij hebt volkomen gelijk. Ik kan bewijzen, dat men zonder godsdienst heel fatsoenlijk kan zijn. Een heer had een dienaar geheel ongodsdienstig maar werkelijk eerlijk en trouw. De die,naar werd oud en ziek, stierf zonder sacramenten, kreeg geene kerkelijke begrafenis, zelfs geen gebed werd er gedaan bij zijn graf. (Natuurlijk omdat er niemand voor betaald werd en de priesters thans niet meer bi lden als tegen afdokkiug van klinkend duimkruit). Werd er ook geene redevoering gehouden vroeg men. "Ja i e heer zelf hield eene toe spraak, en zeide Arme knecht gij ligt daar stijf en stram in 'c laatst van uw leven hebt ge wel eens gegromd en gebromd, maar ge rijt toch altijd een trouwe HOND geweest Pater O'Brien vergeet zijn historie voort te zetten, wij zullen het in zijne plaats doen. Vervolg van de hondenRistorie. Toen de dame ophield met spreken zegde de Heer. Ja, madame, gij hebt gelijk, ik heb van die redevoering ook gehoord, maar gelooft ge de woorden van Christus madame; dat alle menschen broeders zijn Ja zeker Mijnheer Wel madame ging de heer voort, dan was de lijkredenaar de broeder van zijnen hond, en gij madame, de zuster vau dien hond, maar omdat ik fatsoenlijk ben hoewel ongodsdiens tig zal ik u den naam niet geven, welke u als zuster vaneenen hond toepasselijk is. (Mada me werd rood en geheel het gezelschap lachte) Maar ging de he"r voort, zeg aan pater O'Brien, die u de hondenhistorie vertelde, dat hij, om het volk met zulke deuntjes op te ruien en te bederven, niet verre boven het zedeiijk peil der dieren kan staan. Om onder voorwendsel van godsdienst, met een kruisbeeld in de eene hand en een heiligen Jozef in de andere het volk tot de overtuiging te willen brengen, dat zij die niet godsdienstig zijn (voor O'Brien wil dat zeggen katholiek) honden zijn, hoewel ze eerlijk braaf en deugd zaam leven, dat men ze dus als houden mag behandelen, als beesten laten afmaken en in den grond delven, moet men alle zedelijk ge voel verloren hebben. De gazetten, die het proza van zulke razen de gekeerde paters afkondigen zijn het, die den naam verdienen van Slechte gazetten ze strekken de hedendaagscho drukpers 'ot oneer en schande. Een boerenverhaal DOOR KAPITEIN VAN ACKER. (22° Vebvolg). Trees wilde even, eenige schreden vooruit gaande, beneên den afhang zien, als de roode kop en het dikke lijf van den agent Onderber gen opdaagde, die, als hij het meisje zag haar spottend toeriep «We zijn hier al weerom!.... Als ik Diet mis ben, is dat de jonge dochter die mij de laatste maal zoo doen lachen heeft en niet wist wie zij is... Misschien weet zij het nu wel want er is zeer veel veranderd op de Lindha- merhoef... Ha daar is ook de boer riep hij spottend. Nu, oude, hoe gaat het?... Niet goed,naar ik heb gehoord.Gij zijtgansch blind geworden Maar goed ging het met uwe oogen nooit, anders zoudt gij vroeger veel beter uw profijt gezien hebben...» Mijnheer!... stamelde de boer rood van gramschap. «Wie heeft er nu gelijk onderbrak hem de andere. Indertijd bood ik u een hoogen prijs het ware uw voordeel geweest had gij aanvaard nu is de Lindbamerhoeve toch de mijne als ik wil en nu zou ik eerst goecje zaken maken als ik de hoornen verkoop Laat de kinderen tot mij komen. Zoo sprak Jesus toen hij zijne leer van liefde en verdraagzaamheid op de wereld verkondigde. De katholieke geestelijkheid van de zen tijd, die beweert dat zij alleen aan gesteld is als opvolgerster van Jesus levert ons nogmaals een bewijs dat ze de woorden van haren goddelijken meester onder de voeten trapt wanneer haar hoogmoed en heerschzucht er door zou den gekwest schijnen. Wie Zondag de Sacramentsprocessie, hetzij uit godvruchtigheid, hetzij uit nieuwsgierigheid ging bezichtigen zal vol bewondering gestaan hebben voor die schitterende vaandels en prachtige «•roepen. Hoe lang is er niet gearbeid aan den opschik van de kleeding der kinderen en met welk ongeduld hobben de kleinen den plechtigen dag verbeid Met hoeveel verachting spraken niet telkens de klerikale bladen van hen, die weigerden zich te ontblooten voor de processie en wat zien we nu De geestelijkheid zelf, vergetende dat hare zending geene wraak maar liefde besluit, verbiedt den toegang tot de processie aan eene menigte kinderen, omdat zij eene Daensisten opvoeding ontvaDgen. Welk kwaad hebben die kinderen dan misdreven om zoo verstooten te worden Jesus zegde Laat de kinderen tot mij komen en gij, zijne priesters, rukt ze van hem af Hoe wilt gij dat die kinderen, groot geworden zijnde nog eerbied koesteren voor eene instelling, waaruit zij eens uit haat werden verjaagd Heeren geestelijken, denkt na. Ter wijl gij onschullige kinderen in uwe processie weigert uit wraakzucht, eischt gij uit hoogmoed de uitvoering der wet die aan de soldaten de opluistering dier- zelfde processie gebiedt. Terwijl gij christene, geloovign kin deren den toegang ontzegt verplicht gij vrijdenkers, joden, enz., met u mee te loopen tegen hunne overtuiging. Wilt gij dat men eerbied blijve heb ben voor uwe processies, maak er dan geene optochten van om uwen luister eD rijkdom ten toon te spreiden noch om uwen politieken haat te laten blij ken. Op order van den minister van finan cien heeft de algemeene bestuurder, de heer Defacqz, eenen omzendbrief ge stuurd betrekkelijk de verhooging van jaarwedde aan de beambten der accijn- sen en de bedienden van den werkelij- ken dienst der douanen tot den graad van onderluitenant inbegrepen. De verhooging zal gerekend worden van den 1 Januari 1895 en bedraagt voor de brigadiers 50 fr. voor de an dere beambten 100 frank. Wij wenschen die bedienden hartelijk geluk maar vragen ons af waarom dat goed nieuws juist vöör de kiezing moest verschijnen. Men verzekert ons dat een advokaat a!s Daetisist aangeboekt in 't kort tot eene goed bezoldigde plaats zal worden benoemd om hen» tot zwijgen te brengen. Indien wij nu eenen raad mochten geven aan een onzer gewezen medewerkers, die een taudje heeft dat loutert om ook aan deu Staats kaas te mogen peuzelen dan zouden wij hm aanmanen Daensist te worden. Daar hij het draaien gewoon is zal hem dit niet veel moeite kosten. Ik ken mijnbeer niet, zei de oude boer Mij dunkt, ik heb die stem nog gehoord maar ik weet niet wat mijnheer zeggen wil... Ha Gij zult toch weten wat hier gebeurt, riep de agent met vrijpostig gelach. Wat ik wil zeggen Dat de Lindbamerhoeve van rechts wege verkocht wordt, en dat ik den boel nog eens kom bezien, om te weten of het der moeite waard is dat ik er mij mjé bemoei. De landrechter, met den schrijver en een ge rechtsdienaar, naderden nu en onderbraken het gesprek. Goeden dag, Lindhamerboer, zegde hij op den vriendelijken toon die hem eigen was. Hoe gaat het Het is lang dat wij elkaar gezien hebben. En als gij de laatste maal bij mij waart, hebt ik niet gedacht, dat ik voor zoo eene droeve zaak op de Lindhamerhoeve zou moeten komen hebben. Ik ook niet.... zegde de oude die naar adem bijgde. Het ware misschien beter geweest, hadt gij de hofsteê aan Willem gelaten, ging de beambte voort. Erger had de zwierbol het niet kunnen maken. En wie weet of hij zich niet zou gebeterd hebben... Gij zijt toch wat al te haastig geweest, oude Ja, gij kunt gelijk hebben, antwoordde de oude somber. Dat komt dewijl ik destijds niet eenen goeden vriend had, met wien ik spreken kon.... maar als ik vragen mag, wat wil de heer landrechter op de Lindhamerhoe ve Wat zou ik willen vroeg deze verwon derd De hoeve is met schuld belast. Eene me nigte schuldeischers hebben uwen zoon aange klaagd, De hoef wordt van rechtswege verkocht indien er dezen nacht niet een geldzak uit den hemel valt waarmeê Diktus betalen kan. Waar i3 hij dan Ik weet met mijnheer, hij is reeds vroeg weg. Wat? weg, dewijl hij toch weet dat heden de schatting plaats heeft Dit is eene zorge loosheid, welke ik nog nimmer ontmoet heb. De bronnen ruimer Sep, die ondertusschen onbemerkt nader gekomen was, trad nu onder de linde en zegde met eenen half goedmoedigen glimlach De boer zal het zeker vergeten hebben maar is hetnoodig, ik zal hem gaan halen, ik weet waar hij is. Hij zit in de afspanning met een paar veekoopmans te spelen. Dat is nog schooner riep de landrechter, doch laat hem maar wij hebben hem niet noodig. De boerin zal wel te huis zijn Ook niet, zegde Sep die is naar 't kin derfeest gereden. Nu, ik moet het zeggen, dat is een model van een huishouden riep de rechter lachend. Dan moet er iemand anders van den huize bij zijn, om de schatting te teekenen. Wilt gij dit doen Lindhamerboer Ik niet zegde de oude, die zijn best deed om zich tegenover den rechter sterk te toonen. Ik kan met het schrijven geenen weg meer, en.... En het ware ook te voel van u get i -■ zoo onderbrak hem den rechter, dat gij de akte zoudt teekenen welke uwe schoone hof stede ouder den hamer brengt. Dan zal de jonkvrouw voldoende zijn... Trees heet zij, niet waar Zij behoort ook zoo half en half tot de hoeve... De landrechter begon zijn werk. De agent Onderbergen sloot zich bij de boe ren aan en vertelde met luider stem, zoodat de oude alles veistaan kon, dat hij het goed niet zou laten schieten als hij het aau eenen be hoorlijken prijs koopen kon, hetgeen waar schijnlijk het geval zou zijn. Dau legde hij zipi plan bloot wat hij met het goed doen wilde. Hij zou het in kleine kavels leggen en het heste deel voor hem houden. Barmhartige God zuchtte de oude boer en zonk in Treze's armen. De Lindhamerhoef van rechtswege verkocht.... ea verbrokkeld,,, dat overleef ik niet. Treze had bem op de lindebank geplaatst en boog zich weeneud en troostloos over den troostloozen man wiens oogen brandden, maar niet weenen konden. Geen van beide kon het oneindig leed, dat hun op hart en ziel lag, nitdrukken. Weer gleed de wind over den heuvel en wekte de windharp, welke eenm klagenden klank liet hooren en eensklaps zweeg met een krijschend wangeluid. Nu zullen wij ze nooit meer hooren, zegde Trees smartelijk... de laatste snaar ia afgesprongen - werfcagesi, V

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1896 | | pagina 1