Nummer 35
Zondag 30 Augusti 1896.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
liet vonnis van het Beroepshof.
Gemeene polemiek.
Onze maatschappijen.
De Hand Gods.
•t Zijn onnoozel... Snullen
Abonnementsprijs
4 fir. voor de stad
4 fr. 50 voor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
v*nrop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
Nee spe nee metu
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen j Koklamen 76 centi6men
Vonnissen op cïe derde bladzijdefrank
per drukregel.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 29 AUGUSTI.
Onze artikels.
Onze hoofdartikels worden door meest
al onze liberale confraters van 't Vlaam-
sche land overgedrukt. Daarover zijn
we gevleid, ten eerste omdat zulks bb-
wijst, dat die artikels der aandacht
waardig zijn en ten andere omdat het
overdrukken ons aantoont hoezeer de
liberale Vlamingen het over de hoofd
punten van het programma eens zijn en
hoezeer zij allen streven naar het doel
dat wij alben beoogen vrijheid van
geweten, stoffelijke en zedelijke wel
stand van het volk door de gedurige
uitbreiding van het onderwijs.
De Stad Kortrijk, de Onpartijdige van
Geeraardsbergen, de Liberaal van Leu
ven, de Demer van Hasselt en meer
andere bladen nemen onze artikels over.
Dit verheugt ons hoe meer propaganda
er wordt gemaakt, hoe meer de goede
princiepen ingang zullen vinden bij de
menigte. We zijn zelfs niet zoo preutsch
de melding te eischen der bron waaraan
onze confraters putten, we strijden niet
om eer of roem of geld, we strijden,
omdat wij de volle overtuiging hebben
zoodoende iets nuttigs, iets goeds ver
richt te hebben voor de samenleving.
Toch gebeurt het, dat we nu en dan
een onzer artikels lezen in een ander
blad en daarbij onaangenaam gestemd
zijn. Zoo deelt de Liberaal van Leuven
in zijn nummer vau 22 oogst twee arti
kels mede getiteld het eerste De Li
berale Partij het tweede Politiek het
grootste schelmstuk, en duidt als bronnen
aan (De Onpartijdige en Demerwel
nu beide artikelen ziju genomen uit
Dender galm van Aalst.
We zijn er verre af daarover gebelgd
te wezen maar eene onaangename ge
waarwording hebben we toch, als we
zien dat een ander getooid wordt met
veêren die ons toekomen.
De Liberaal van Leuven, heeft ter
goeder trouw gehandeld, we weten het
en de begane misgreep zou geene plaats
hebben indien alle bladen deden als hij
en wij de bron der artikels aanwijzen
indien we er geene oorspronkelijke
schrijven.
Het proces der kieszaken van Aalst
eindigt met een vonnis Zaterdag laatst
uitgesproken door het Beroepshof van
Gent.
Door dit vonnis worden 11 der be
tichten wegens kiesbedrog en omkoope-
rij veroordeeld.
Andere beschuldigden hebben aan ue
veroordeelingen ontsnapt omdat de fei
ten door hen gepleegd verjaard zijn of
nog omdat het Hof geoordeeld heeft,
dat de feiten gepleegd voor den dag der
afkondiging der nieuwe gemeente wet,
zijnde 12 September 1895 niet vallen
onder de toepassing der wet.
Men mag bevestigen, dat dit vonnis
meer behelst dan de veroordeeling van
11 individus, waarvan de namen uit
christelijke broederlijkheid door Den-
derbode werden afgekondigd, doch waar
van den persoon en den naam ons gehee
onverschillig zijn.
Het vonnis treft de bewarende kliek
in heur geheel. Het is de kastijding van
het schandelijk stelsel van bedrog, van
iet aanbieden van spijzen en dranken,
aan de kiezers, door de bewaarders op
touw gezet tijdens den kiesstrijd van
1895. De kiesprocédés der kliek zijn
geoordeeld en veroordeeld.
Het vonnis van het Beroepshof, brengt
eene andere belangrijke kwestie te ber
de, namelijk of de kiezingen van 17
November de uitdrukking zijn van den
vrijen en rechtzinnigen wil van het kie
zerskorps.
Wat ons betreft, wij achten, dat die
riezingen iu begin en iu feite vaisch zijn
geweest en de huidige gemeenteraad
niet zetelt met den wil der meerderheid
der Aaistersche bevolking. Dat is niet
alleen onze meening, het is de beteeke-
nis van het vonnis door het Beroepshof
uitgesproken.
We zullen zien of die ongevraagde
raadsleden zich voor het gevelde vonnis
zullen buigen en ze nog waardigheid
genoeg bezitten om het zoo loensch ver
kregen mandaat neer te leggen.
Intusschen zeggen wij, en verkonden
het luide de kiezing van 17 November
1895 is voor altoos geschandvlekt.
Het groot orgaan van Woeste, om zij
ne gemeene procédés geschandvlekt
door de Justicie. is wel het schurftigste
blad, dat op den aardbol woialt uitge
geven.
Indien Woeste Vlaamsch kende, en hij
nog kieschheid en eigen waardigheid
bezit, zou hij de Dendervodde om zijne
walgelijke polemiek verloochenen, en
niet langer verdedigd willen worden
door een papier, dat deftige ouders niet
in do handen hunner kindereu zullen
geven.
Nooit treft men er een artikel in aan,
waarin deze of gene stelling met kalme
redeneering wordt verdedigd of bestre
den. De schaar is de groote opsteller,
er wordt in gazetten en tijdschriften
geknipt, en wat er over de stadsbelan
gen of over arrondissements-aangele-
genheden voorkomt is een warboel van
lage persoonlijkheden.
Aan de stof kent men den wever zegt
een Vlaamsch spreekwoord, dat den
nagel op den kop slaat, wie de proza
leest kan den man Leoordeelen, die ze
heeft uitgebraakt.
Wij zullen 't gebrandmerkt schande-
blad op dien weg niet volgen, het boe
zemt ons afkeer in een tegenstrever
met de verfoeilijke wapenen te bestrij
den die hij tegen ons gebruikt, 't Zou
tot niets helpen te beuzelen over den
bult, den scheeven, den rotten, den jenever
tuit en dies meer zulks gebeurde
misschien tot berekend nadeel der libe
ralen in den tijd, dat gekeerde kazakken
den Dendergalm opstelden doch wij
hebben bij ondervinding geleerd wat er
van zulke polemiek te wachten is.
Ook, al mochten we zeker zijn door
zulke procédés de zegepraal te bewer
ken, we zouden ervan afzien, omdat
het ons tegen de borst stuit en we 't vol
komen afkeuren. We willen deftig zijn
en blijven zijn <jr lieden, die gemeene
verwijtingen in de plaats stellen van
argumenten, laffe leugens in de plaats
van polemiek, en lage schimpen in
plaats van overtuigende reden wij
achten hen geen zier meer waard, dan
het volk, dat in zekere straatjes dage
lijks twist en haarken pluk speelt en
elkander eene reeks lieflijkheden naar
't hoofd slingert, waarbij Denderboae
niet blozen zou, maar ieder ander wel.
Wellicht heeft Denderbode geene op
stellers, die de taal der waardigheid en
der deftigheid nog kennen in verkeerd
gezelschap heeft men veel kans, alle
wellevendheid te verliezen en weldra de
manieren en leelijkheden aan te nemen
van het midden waarin men zich be
vindt.
Ziedaar een titel waarde lezer die u misschien
in 't oog zal springen. En zulks is heel begrij
pelijk, want ieder houdt aan de kringen waar
van hij deel maakt en met genoegen stipt hij
hunnen voorspoed en vuoruitgang aan. 't Is ook
juist voor den vooruitgang onzer maatschap
pijen dat ik zon willen uitwijden en ge zoudt
mij zeer verplichten wildet gij mij aandachtig
lezen.
Eerst eene kleine vraag.
Wat verstaat gij door den Vooruitgang eener
maatschappij!'?Zeker zult gij 'tmet mij daarover
eens zijn wanneer ik door vooruitgang bedoel,
den bloei, den goeden gang, het stevig bestaan
van den kring ook waDneer de vergaderingen
eener maatschappij door al hare leden worden
bijgewoond, dat allen zich beyveren om het
doel der maatschappij na te streven, wanneer
elk zijn best doet opdat de kring zijneu ver
kregen naam of faam zoude behouden, dan al
leen mag men zeggen dat eene maatscüappij op
den weg van vooruitgang is, dan alleen zal zij
blijven bestaan Ongelukkiglijk moeten we
soms betreuren dat al de leden onzer maat
schappijen niet heel stipt aan voormelde pun
ten volkomen velen onder hen zijn onver
schillig en ze blijven er bij omdatomdat ze
er bij zijn Zie, dat is wel aardig geredeneerd
en nochtans ik geloof dat ik er niet verre van
ben.
Anderen, en hier erkent men den Aalstenaar,
blijven lid, omdat er soms een smulpartijtje
gehouden wordt.
Dat is te betreuren en niet zonder re lenen
want meestendeels verwekken dergelijke toe
standen den ondergang eener maatschappij
de onverschilligheid wint allengskens bij de le
den aan zij scheppen op verre na zooveel ge
noegen niet meer in het bijwonen der vergade
ringen dan wanneer alles er regelmatiger toe
ging en voor eene muziekmaatschappij bij
voorbeeld, is het bijwonen der vergaderiugon
en repetitiën bijzonderlijk eene kwestie van
leven of dood indien dat niet meer gevolgd
wordt dan is dergelijke kring zijn einde nabij
en zal hij weldra niet meer bestaan daarom
ook is hei noodig dat men in den keus der spe
lende leden nauwkeurig weze, dat men diegene
aaiineme die het oprecht meenen en er alleen
uit volle goesting en eigen beweging bijkomen,
oumeedoogend zal men diegene verwijderen
die er slechts uit winstbejag of intrest zouden
bijtreden.
Dan alleen, wanneer die punten, zullen in
acht genomen worden zal men eene maatschap
pij kunnen vormen die op eenen stevigen grond
zal ingericht zijn al de elementen zuilen man
nen zijn van vasten wil en overtuiging ze zul
len hunne maatschappij liefhebben en hunnen
onvermoeibaren iever zal den kring eanen weg
van voorspoed en vooruitgang doen inslaan.
Dan alleen ook, zullen wij soms van die
verwaande personen niet ontmoeten die denken
dat zonder hen de maatschappij niet zou be
staan en onbezonnen genoeg zijn om hunne
conditiën voor te leggen.
Zulke personen kan men gemakkelijk missen
want de maatschappij zal beter vooruitgaan
met twintig goede en standvastige leden dan
met veertig leden waaronder enkele moedwilli
ge zouden aangetroffen worden.
Terwijl de liberalen te Spa en te Luik
met goed weder werden begunstigd,
vielen stroomeu regen op de beruchte
kliekfoor. Dat was de vinger Gods.
Ja, de kliek wor It getroffen, door de
wreede kwalen, Gods gerechtigheid laat
zich soms wachten, maar weet de zon
daars te treffen op tijd.
De kliek kondigde de wijding aan van
een nieuw vaandel, 's avonds kwam de
verpletterende tijding toe des veroor
deeling van 't kiesbedrog. Dat was de
vinger Gods.
Verleden Zondag werd de vlaggestoet
der kiessectien gevormd, plotseling be
gon het te regenen als ten tijde van den
zondvloed. Dat was weer de vinger
Gods.
Toen de stoet op de merkt kwam,
een armzalige stoet waar de vreemde-
ingen in meerderheid waren en waaraan
de veroordeelden geen deel namen)
grijnsden vier transparanten aan den
Comte d'Egmont hen tegen
Het gerecht heeft gesproken de kiezing
van 17 November is geschandvlekt.
Goedkoope saucissen, 26 fr. den tny-
riameter.
Weg, den Gemeenteraad
H ie heeft er nu de Galle
En 't regende voort, dat het goot. De
vlaggen weenden tranen met tuiten, de
vaandels aan de huizen hingen als scho
telvoddekens te druipen. Dat was nog
de vingei Gods.
De stoet kwam in de kerk, de regen
hieid op, de deken hield eene politieke
preek, de stoet kwam in beweging en
weder viel de regen bij plassen neer
dat was nogmaals de vinger Gods.
Eene begrafenis kon geene plaats
hebben, omdat een kliekvaandel moest
gewijd worden. In de kerk gaan de po
litieke werken voor de werken van
bermhertigheid. Maar het onweder
borst los en joeg den stoet uiteen de
wijding had geene uitwerking gehad.
Dat was de vinger Gods.
Maandag avond zou het kliekfeest
gesloten worden en de sluiting zou luis
terlij k zijn. Maar nooit hebben wij
't zien regenen gelijk dien avond
Weeral de vinger Gods.
Denzelfden nacht stormde het in de
Nieuwstraat, een echt papentempeest.
Er werd gevloekt en getierd, geslagen
en geschupt. Het donderde Volkskra-
puul luizige bokkeD, saucissen fretters
keert weer naar uwen smerigen hof,
bedriegers, enz. enz.
't Zal processen regenen, slagen, aan
randingen, woonslschennis en binnen
dringen gewapenderhand. Dat is nog
eens de vinger Gods,neen 't is zijn hand,
't is zijn vuist.
Maar de bokken geven om de hand
Gods net zooveel als een paling om ne
snuif. Als hunne winkel draait spotten
ze met alles, met het schoonste, het
edelste het eerbiedwaardigste.
Nu de klerikale saucissenmannen door
't hooger beroepshof als politieke bedriegers
zijn gebrandmerkt dat het rechterlijk bewe
zen is dat de klerikalen bet stadhuis veroverd
hebben door middelen die eerlijke lieden niet
gebruiken, dat de mannen die hier het Bestuur
in handen hebben, alleen zetelen dank aan de
8temomkooping bewerkt door heel de kliek, en
dat er thans een zeker getal dier kliekers voor
die feiten zijn veroordeeld, willen zekere kleri
kale hoofdmannen die lieden niet m> or als van
de hunnen erkennen en zeggen ze dat de ver
oordeelden alleen een hoop onnoozel snullen
zijn.
Maar die lieden dan, die, dank aan de ver-
jaring, de straf zijn ontkomen, en ook zedelijk
door net vonnis van 't beroepshofgetroffan zijD,
wat naam zou men hen moeten geven Zijn
het ook onnoozel snullen....
Daarop komen we terug.
1»