DE STERKSTE WIL
11de Jaar.
Nummer 47
Zondag '22 November 1896.
Leve Judas
Het Gerecht heeft gesproken
de kiezing van 17 November
is geschandvlekt!
17 November 1896.
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
4 fir. voor de stad
4 fr. 50 voor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
vnrop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
L
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen
Reklamen 75 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijdefrank
per drukregel.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 21 NOVEMBER.
Een land is groot en machtig niet al
leen door zijnen stoffelijken rijkdom,
maar door de zedelijke waarde zijner
burgers.
Het is de plicht van een goed Bestuur
die zedelijke waarde te ontwikkelen,
door de deugden te huldigen welke het
kenmerk zijn van een vaderlander, door
de hoedanigheid te waardeurendie het
een goed burger tusscheu zijne mede
burgers verheft.
Die deugden, die hoedanigheden zijn
talrijk menschlieveudheid, vredelie
vendheid, kunstzin, vlijt, ondernemings
geest, enz. enz. maar niets is meer
noodig van al die deugden dan karakter.
Burgers met een vast karakter, bur
gers, die huune vrijheid hoogschatten,
hunne rechten vergen en hume plich
ten vervullen op eigen oordeel steu
nen, burgers die met kalmen zin over
wegen, en spreken durven, waar er te
«preken is zijn waardige leden van den
staat en op hen mag het Vaderland fier
zijn.
Jaren laug heeft men in Belgie zulke
mannen op het voorplan geschoven on-
aangemerkt tot welke partij of gods
dienst zij behoorden. Immers, het was,
omdat zij in Leopold I een man herken
den van karakter, dat de leden van het
Nationaal Congres hoewel meest allen
Itoomsche Christenen een Protestant
tot koning kozen.
Thans is dat alles anders geworden,
en sinds de klerikalen in 1884 de regee
ring veroverden onder den kreet Weg
de belastingen, wordt niet meer karak
ter, maar karakterloosheid als burger
deugd opgehemeld en beloond.
Men is begonnen met de kleine be
dienden. Ze durven uit vrees voor de
fanatieke ministers, die den staatswa-
gon mennen, niet meer krikken noch
mikken. Die vrees is overigens gegrond
wie zijn stand, en het onderhoud van
vrouw en kind verkiest boven de uiting
der opinie moot zich stil houden en
den schijn aannemen aan de politieke
zaken onverschillig te zijn, of beter nog,
huilen met de honden die in het bosch
zijn.
Het leeraars- en onderwijzerskorps
werd het ergste geteisterd. De mannen
van karakter die getrouw aan hunnen
eed, op hunnen post waren gebleven
werden onmeedoogend gebroodroofd,
honderden onderwijzers werden op de
straat geworpen. Ter hunner intentie
werd een ministerieel schrift rondge
deeld, waarbij het verboden is zich met
partijbelangen bezig te houden.
De beuit kwam aan het leger. De
soldaten krijgen verbod, liberale krin
gen te bezoeken, terwijl de aangestelde
politieke aalmoezeniers, ze naar patro-
nagien lokten waar den klerikalen cate
chismus hen wordt opgegoten, terwijl
officiers van dat leger in catholieke cer-
kels de triomf vieren der partij van den
domper.
In alle besturen, in alle graden wordt
de wezenlijke verdienste over het hoofd
gezien. Het klerikaal goevernement
heeft een stelsel in voege gebracht, dat
op de algemeenheid van den Staat de
verderfelijkste gevolgen moet hebben.
Elke benoeming is het loon van over
dreven fanatism en nog meer eene pre
mie aan partij verraad. Hoe SDOoder een
eer-of geldgierige apostaat zijne vroe
gere vrienden verloochent, zijne opinie
afzweert en zijn geweten verkoopt, hoe
hooger hij door de Gezagvoerders van
heden wordt geschat en hoe winstge
vender het postje is, dat men hem toe
vertrouwt.
En de lage zielen weten het, de laf
aards spekuleeren er op en hebben
steeds hunne ziel veil voor item zooveel.
Nauwelijks heeft een dier mossels door
de eene of andere laagheid zijue over-
looperij publiek getoond of hij wordt
door de klerikalen als een engeltje ge-
EERSTE KAPITTEL
(2® Vervolg.)
Volstrekt riet. Zoo iets ware schimp bij
smaad - of smaad bij schimp voegen ant
woordde Edmond al lachende. Over 't alge
meenik zou niet geerne in zijne schoenen
steken. Ik kan mij zeer goed \oorstellen, hoe
mijnheer Cadwal den armen jongen die vol
gens alle recht zijn erfgenaam zou moeten zijn
hier ontvangen zal.
Ik ook kan mij dat voorstellen aldus
besloot Alice het gesprek. Zeker, in 't be
gin zal het moeilijk zijn maar ik hoop toch
wel den ouden heer tot rede te brengen. En ik
reken op uwe hulp, Edmond, want Rudolf
Stanhope is de erfgenaam van het landgoed
Marchwood, en ik zal rust noch duur hebben
vooraleer hij als dusdanig herkend en ontvan
gen worde.
TWEEDE KAPITTEL
Het Huisgezin van vrouw Freer.
Spijts de strengheid van zijne gelaatstrek
ken en hunne vastberaden uitdrukking, was
Rudolf Stanhope toch een schoone jonkman.
Schitterend waren zijne zwarte en doordrin
gende met breode wenkbrauwen overschaduw
de oogen, fijn en welbesneden zijne lichaams
vormen, afgemeten en edel zijne manieren
Slank en opgeschoten was zijn beeld. Zijn
voorhoofd droeg den stempel van verstand
zoowel als van wilskracht.
Thans slechts bijzondere geheimschrijver
van sir Arthur Morrison, lid van het Lagerhuis
toch was Rudolf Stanhope een jougei.ng die
zoo zegden zijne vrienden zijnen weg
zou maken, en die ook vast besloten was zijne
vrienden uiet te leur te stellen.
Alhoewel Rudolf slechts een jaar ouder was,
scheen zijne zuster Violetta veel jonger te zijn.
Sprekend geleek zij haren broeder. Violetta
had dezelfde zwarte doordringende oogen,
hetzelfde regelmatige en welgesneden gelaat
doch zij was licht gebouwd zij zag er eenig-
zins teer uit en de uitdrukking van haar wezea
was oneindig zoeter dan Rudolfs.
Met eenen enkelen oogslag kon men zien wat
man hij was, maar een ervaren gelaatskenuer
zou moeit" gehad hebben om de raadselachtige
lijueu van 's meisjes galaat te lezen.
Het was uohtend, en het huisgezin van de
vrouw weduwe Freereerst weduwe Stanho
pe zat aan het ontbijt. Er was ééne ledige
plaats aan tafel. De andere plaatsen, buiten
Rudolfs en Viollettas, waren door eenen school
jongen van vijftien, een knaapje van tien eu
een meisje van acht jaar bezet.
Toen Hendrik van tafel opstond om naar
school te gaan, deed vrouw Freer een teekeu
aan het meisje. Daarop liet dit meisje zich van
zijnen stoel glijden en leidde haar kleiner
broertje bij de hand weg. L)it broertje, ünth-
bert genaamd, was blind. Vier jaar geleden
had het arme kind in eene hevige koorts zijn
gezicht verloren.
Zoohaast de kinderen weg waren, stuurde
vrouw Freer het woord aan haren oudsten
zoon toe.
Rudolf zegde zij eenigzins aarzelend
dezen morgend heb ik eenen brief van oukel
Cadwal ontvangen...»
roeteld en men is er op bedacht hem
aan eene sinecuur te helpen.
In rie klerikale partij zelfs worden de
verdienstelijksten voor do verraders ter
zijde gezet, en begint men daartegen
ïeftig te protesteeren. De katholieke
advokaat De Baets zweepte dienswegens
iet klerikaal goevernement bloedig af.
Maar, dat moet ons alles zoozeer niet
verwonderen, de omgeving van den ko
ning is samengesteld uit mannen die
weleer tot eene andere partij behoor
den, te beginnen van het kabinetshoofd
)e Smet, die vroeger liberaal was. 't Is
dus begrijpelijk, dat zij voor anderen
de karakterloosheid en verraderij als
eene verdienste aanteekenen.
Generaal Bourlard, die naar een mi
nisterszetel dong, heeft door zijne dwa
ze verklaringen getoond hoezeer de
kwaal is ingeworteld en ware hij niet te
ver gegaan in zijne potsierlijke zotte
uitleggingen, hij ware zeker voor zijne
razakkeerdeiij beloond geweest.
Het goevernement doet het onmoge-
ijke om die pest te ontwikkelen het is
om zulke kerels te plaatsen b. v. dat in
de Hoogeschool van Gent het getal lee
raars... sedert 1884 tot heden van 86 tot
149 is geklommen.
Het klerikaal goevernement zal in
Belgie een ras vormen van gewetenlooze
slaven. Het bestuur, het Onderwijs, ja
het Gerecht zijn er door besmet en dit
zal het vertrouwen der bevolking in
Gezag, Wetenschap en Juslicie allengs
geheel doen verdwijnen.
Weldra zal in Belgie de kreet Leve
Judas een vereereude uitroep zijn.
Zoo 1 En wat heeft hij u te schrij veD
vroeg Rudolf.
Hot is een zeer minz ime brief antwoord
de vrouw Freer. Gij zijt tegen uw.n onkel
ingenomen, Rudolf. Ik weet dat gij er eenige
redeDS toe hebt doch die redens hadden op-
geuouden te bestaan aleer gij ou I genoeg
waart u te herinneren, en se lert was uw onkel
Olivier altijd een goede broe Ier voor mij.
Sedert de dood van mijn vader. zoo
voegde Rudolf er op koelen toon bij maar
niet te voren. Hij heeft hem nooit willen her
kennen, net alsof mijn vader niet in alle op
zicht zijns gelijke ware geweest ja, hem
zelfs onder alle opzichte overtrof behalve
alleen dat mijn vader arm en hij rijk was.
Ik weet dat, Rudolf, ik weet alt s, en het
is natuurlijk dat gij er u over beleedigd ge
voelt maar gij, gij weet niet hoe de zaken
eigenlijk stonden uw onkel Olivier is geen
bekrompen geest trotscli op zijnen rijkdom is
hij niet, gelijk gij hem u .altijd hebt voorge
steld. En nu, dat ik niet weet wat doen zonder
zijne medehulp, biedt hij mij een onderkooien,
eenen te-huis, op zijn landgoed Marchwood
aan...»
Op Rudolfs voorhoof) zwollen de adertjes
op 't was alsof bij met drift spreke ginge
i maar op eens onderdrukte hij zijne gewaar-
I wording en zegde met kalmen spot
Had hij u niet op eene andere wijze
kunnen h-lpen Hij z<>u maatregels moeten
nemen hebhen, waarbij ij tec minste uwa
onafhankelijkheid behieldt. Zijn aanl od, moe-
Ier, zou ik ni"t verachting van de hand wijzen.
Gij zoudt zoo niet spreken ludien gij m de
plaats van uwe moeder waart antwoordde
vrouw Freer kalm. u Het aanbod, dat onkel
j Olivier mij doet, neemt mij den last van zorg
De eerste Verjaardag der Saucissen-
kiezing van Aalst.
Een jaar is het geleden, dat de dom
pers in de gemeentekiezing onzer stad
zegepraalden ten gevolge van bedrog en
omkooperij zooals er nog nooit in Bel
gie werd gepleegd.
Reeds vóór de kiezing hadden de libe
ralen de walgelijke slemperijen der sec
ies bij de opeubare opinie aangeklaagd
eu er de aandacht dtr Justicie op ge
roepen.
Na de kiezing herhaalden de libera-
en uitdrukkelijk hunne beschuldigin
gen.
De katholieke gekozenen daagden
vier leden van het Hoofdbestuur van
den Werkmanskring voor de Rechtbank,
zij vroegen 20000 franken schadeloos
stelling. Zij verloren hun proces.
De vereenigde Liberalen kloegen bij
't Gerecht en bij de Bestendige Deputa
tie houderden bepaalde feiten aan en
vroegen een onderzoek ter plaats.
Deputatie en Justicie.
De Deputatie beval een onderzoek en
deed slechts een schijnonderzoek te
Gent. De Justicie beval een onderzoek
en deed een ernstig enk west ter plaats.
De Deputatie onderzocht maar 8 vsn
de honderden feiten en weigerde de ge-
getuigen le hooren, die de liberalen
over andere feiten aanwezen. De Justi
cie onderzocht alle ieiten en hoorde al
de getuigen die zich aanboden.
De Deputatie verklaarde dat do sec
tiën regelmatige sociëteiten waren, die
zich niet met de kiezingen bezig hielden.
De Justicie oordeelde, dat de secties
geen schiju van regelmatigheid bezaten
eu slecht ingericht waren om den triomf
der dompers te bewerken.
De Deputatie hield geene rekening
van de brasserijen der secties. De Justi-
en verantwoordelijkheid af die zeer zwaar
weegt, als eene vrouw alleen is om dien last te
dragen. Aan Violetta en aan Cutbert zal het de
buitenlucht geven die zij zoo noodig hebben
en waarnaar zij zoo zeer verlangen eu ofschoon
gij uwen tegenwoordigen t'huis verliezen zult,
gij zijt een man eu in staat oin voor u zeiven te
zorgen.
o, Stellig, ik kan voor mij zelf zorgen
eu mijne middeleu zullen mij ook wel toelaten
om te gelijk voor Violettite zorgen want ik
geloof niet dat mijne zuster zoo min als ik
Cadwal's gastvrijheid zal willen aannemen
zij is eene Standliopo niet eene Freer.
Violetta bezag haren broeder.
In onkels uituoodiging om naar March
wood te gaan wonen ben ik begrepen, naar ik
hoor zegde zij en Daar Marchwood zal ik
gaan. Indien gij wijs zijt. Rudolf, zult gij
hetzelide doen.»
Ik riep Rudolf, en dan zweeg hij als
of dit punt niet hoefde besproken te worden.
Dan het gesprek veranderend, zegde hij
Wa ik niet verdragen kan, is de toestand
waarin gij u op Marchwood bevinden zult.
Cadwal heeft noch vrouw noch kind dus, als
zijne zuster onder zijn dak verblijft, daar zou
zij de plaats van meesteres moeten innemen.
Maar en hier wierp hij eenen bitteren oog-
I slag op don brief dien zijne moeder hem over
handigd haddat is niet de plaats welke hij
u aanbiedt. Gij, moeder, gij en uwe kinders
zult op Marchwood niet andera dan als logies-
j gasten, als thuisliggers, vreemdelingen aanzien
worden, terwijl de plaats van meesteres en
si ivooidps aan Alic Tenant, aan dat meisje
gelat n wordt lie noch vriend nog maagschap
Tan uwen broeder is...
Wordt voortgetei).
3