DE STERKSTE WIL
Nummer 48
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Une Alostoise.
Verplicht onderwijs.
Abonnementsprijs
4 fr. voor de stad
vnirop betaalbaar
4 fr. 50 voor den buiten r
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
Nee spe nee metu
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen
Reklamen 75 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank
per drukregel.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 28 NOVEMBER.
De nieuwe inschrijvers
welke een abonnement ne
men op DE DENDERGALM voor
geheel het jaar 1897, bekomen van nu af
ons blad kosteloos.
De Evenredige Vertegenwoor
diging te Aalst.
Het gaat met zekere lieden even
als met zekere gemeenteraden. De open
bare denkwijze vraagt aan de eeriGii re
kening van de manier waarop zij tot
fortuin zijn geraakt, aan de anderen
van de wijze waarop zij bet bestuur in
handen hebben gekregen. De graad van
achting, welke men ben toedraagt
hangt af van de deftigheid der middelen
die zij hebben gebruikt.
De Bewarende kliek heeft hier al de
zetels van den gemeenteraad veroverd.
Wat de kiezingen welk dezen triomf
voorafgingen geweest zijn weet iede-
een.
De vonnissen van het Beroepshof van
Gent die nochtans maar een gering ge
deelte der schandalen van 17 November
betreffen hebben daar volledig licht in
gebracht.
Maar wat helpen kaars en bril,
Als de uil niet zien en wil.
De klerikale potuilen blijven voor de
waarheid zoo blind als mollen, zoo doof
als mommien uit Egypte, zoo ongevoe
lig als grenadiers voor een vermaledij-
ding.
Hebben ze niet alles, zijn ze niet al
leen heer en meester, doen ze 't niet al
les draaien naar hun zin. Is hun hoog
moed niet voldaan, hunne eerzucht,
hunne heerschzucht en werden ze niet
opgezweept door een denkbeeld naar
een doel
De Glorie en de Macht.
Hoe die verkregen is komt er niet op
TWEEDE KAPITTEL
(3" Vervolg.)
Jonkvrouw Alice Tenant ia zij no pleeg
dochter n antwoordde vrouw Freer Wij heb
ben geen hoegenaamd recht er over te klagen
dat zij meesteres in zijn huis is. Eens heeft
hij mij die plaats aangeboden en ik heb ze
geweigerd en gij, Rudolf, gij hebt altijd be
weerd dat ik wel gedaan had.
Rudolf beet op zijne lip. Met zijne moeder
kon hij dit punt niet betwisten. Wat zij zegde
was waar, wijs en redelijk, en toch in het diep
ste van zijn hert gevoelde hij dat de plaats
welke Alice Tenant in het huis van zijnen on
kel bekleedde, eene beleediging jegens zijne
moederen hare kinderen was.
Rudolf was niet baatzuchtig, maar eerzuch
tig was hij, en hij begon te begrijpen wat ge
wicht en invloed de rijkdom aan dun man ver
leent. Ook had hij bemerkt dat menigeen hem
als den erfgenaam van zijnen oom Cadwal
aanzag. Wel was het kasteel Marchwood geen
erfgoed, maar de huidige eigenaar van dat
goed was ongehuwd en Rudolf was zijn wetti
ge opvolger. Door al wie iets van de familie
kende en als er een grooto grondeigendom
ia het spel is, dan zijn er velen die de familie
zaken kennen werd zijn halfbroeder, zijnde
de oudste zoon van vrouw Freer, als de ontwij
felbare erfgenaam aanschouwd.
Maar Rudolf wab overtuigd dat hij de Cad-
aan daar bekommeren de dompers zich
niet mee en wild dansende in eene poli
tieke hansworsten faraudole zingen za
luidkeels
Eti hebben dat is hebben,
Maar krijgen is de kunst.
De sluier en den pluimhoed, de ketel
en de pot,
Nu is het al voor ons, we zijn de baas
van 't kot
Welnu deze uitsluitelijke alleen-
heersching is niet meer den wil van het
volk. Het is eene ongerijmdheid indien
men inziet dat ondanks al de gepleegde
kie8schurkerijen op een veertigtal stem
men na de gemeenteraad een liberale
minderheid zou gehad hebben, die zon
der te besturen, toch een nauwkeurig
toezicht zou gehouden hebben, toezicht
dat voordeelig zou geweest zijn voor de
belangen van al de ingezetenen.
Ondanks het vonnis der Justicie.
Ondanks alles, blijft de gemeenteraad
gesproten uit de kiezingen van 17 No
vember aan 't roer. Hij schijnt niet ge
neigd het bestuur te verlaten. Wij willen
nochtans gelooven, dat de leden zich re-
keuschap geven van hunnen toestand en
de Burgemeester zoowel als zijne kleri
kale collega's er eindelijk toe besluiten
zullen een mandaat neer te leggen, hen
te beurt gevallen in zulke loensche
voorwaarden.
Wat zal er gebeuren indiende gemeente
raad de eerstkomende kiezi igenafwacht
in plaats van zich zonder vertoeven te
onderwerpen aan eenen eerlijken en def-
tigen strijd.
De houding en het karakter van zeke
re leaders doen voorzien, dat zij om ver
overde positien te bewaren, ons eene
tweede uitgave zullen voordienen van
den kiesstrijd in November 1895.
Dat verwondere u niet er zijn in de
politiek lieden welke in hunne nauwge
zetheid niet zullen versmachten, geen
voordeel trekken uit de ontvangen les
sen, en de wetten voor niemendalle tel-
walsche goederen zou moeten erven. Hij bezat
al den hoogmoed van zijn geslacht eu de ge
dachte dat het prachtig oud familiekasteel zou
vervreemd worden om iu de handen van een
meisje over te gaan die door een bloot toeval
bij zijnen onkel gekomen was, dat bracht ge
heel zijne natuur in opstand. Met al zijnen
hoogmoed en zijne fierheid, had Rudolf diepe
re gewaarwordingen, vuriger driften dan wel
iemand wist. Afgezien van alle persoonlijk
voordeel d it er kon uit voortspruiten, zou hij
geerne op vriendelijken voet met zijnen onkel
gestaan en geerne een welgekomens gast op
het kasteel willen zijn nebben waar de kinde
ren van zijne moeder st.dlig te huis zouden
zijn maar dat verlangon wist hij zoo wel ver
borgen te houden, dat zelfs zijne moeder noch
zijne zuster geen bet minste vermoeden ervan
opvatte. Altijd sprak hij met bitterheid of met
gestudeerde koelheid v m onkel C.ulwalaltijd
scheen hij wegens het kasteel vin zijne voorva
deren onverschillig te zijn. Hij was te trotsch
en terughoudend om te wenscheu dat iemand
zijne diepere gewaarwordingen zou vermoeden,
eu hij had bet pij neb jk besef van zijnen mooie-
lijkeu toestan l als vermoedelijke erfgenaam
van zijnen onkel, zonder de minste hoop te
koesteren ooit in het bezit van de erfenis te
zullen komen.
Doch nooit sprak hij hierover met zijoe
moeder. Zij zag slechts do hardheid van de
lijnen op zijn gelaat, toen hij op eens zijnen
stoel achteruit schoof en zwijgend de kamer
verliet en als zij hem met geweld de voordeur
hoorde toeslaan.
Hare oogen en hare ooren overtuigden de
vrouw dat haar zoon langs dien kant nooit toe
geven zou.
len, als hunne eerzucht of hunne
heerschzucht of hunne belangen op
't spel staan.
Die lieden zijn het, welke het gros
van het bewarend leger medeslepen,
gelijk zij het gedaan hebben verleden
jaar wij zegden met inzicht
Het gros van het leger.
We weten immers wel, dat er in onze
stad oprechte katholieken zijn, welke
de wending die de politieke kiesstrijden
hier nemen innig betreuren.
De propagandisten van pint en trip
zijn niette verschoonen, maar zeggen
wij het rechtuit de schandalen, die de
kiesperioden te Aalst kenmerken zijn
eigen aan het bestaande kiesstelsel.
Dat men de evenredige vertegen
woordiging invoere en men zal niet
meer zien dat een veertigtal brood-en
jeneverdronken kiezers, al de manda
ten aan eene partij geven en over het
tot der stad beslissen.
De omkoopery en 't bedrog zou uit
de klerikale zeden verdwijnen, van het
oogenblik, dat er geene kwestie meer
zou zijn de alleenheersching te behou
den. De buitensporigheden van den
laatsten strijd zouden zelfs onbegrijpe
lijk voorkomen.
De Evenredige Vertegenwoordiging
Zou de beschermster zijn van de
waardigheid der partijen en zou ze
vrijwaren van den overdrevnne ijver
der fanatieken welke de partijen ont-
eeren.
Vooial te Aalst dringt de hervorming
zich op, nergens is ze meer noodig en
zoo wij de middelen vragen die de kies-
zeden kunnen louteren, wanhopen we
niet ondersteund te worden door de ka
tholieken die de eer der partij, niet als
een ijdel woord aanzien en niet verblind
zijn door de politieke heerschzucht,
Den Glorie en le Macht.
DERDE KAPITTEL
STANHOPE EN FREER
Dat geweldig toeslaan van de voordeur
scheen de tong van vrouw Freer los te maken.
Met eenen zucht keek zij naar hare dochter op
en zegde
Ik vrees dat er nooit iets Rudolf zal kun
nen toe bewegen om zijnen ingewortelden haat
tegen zijnen onkel uf te leggen
Dat zullen wij beter weten als ij hem
tot Marchwood krijgen zegde Violetta be
daard.
Ik vrees dat hij er nooit zal willen komen.
Hij moet en hij zal er komen.
Ach maar Rudolf is zoo eigenzinnig.
Den moeten andere lieden ook eigenzin
nig zijD,
Ik denke, Violetta, dat gij de natuur van
uwen broeder niet goed begrijpt.
Integendeel, 't is do -rdien ik haar zoo
goed begrijp dat ik zoo veel vertrouwen heb,
Is hij ooit in h t vervullen vin een zijner
plichten jegens u te kort gebleven
Neen nooit Rudolf js waarlijk een brave
zoon. B
Welnu, wees zeker dat hij in dit geval
niets doen zal, dat u zou kunnen sraorten,
m ieder I Verzoek hem, als eene persoonlijke
gunst, naar Marchwood te komen en hjj
zal komen, gij zult het zien
Vrouw Freer antwoordde met eenep zucht
en ging haar huiswerk hernemen.
In diepe gedachten verzonken en met de ar-
meL op de tafel geleund, bleef Violetta zitten.
Dwaze, dwaze Rudolf 1 zegde zij einde
lijk halifluid gij zou It liever al uwe voor
uitzichten willen wegwerpen dan een greintje
Een onzer vrienden treedt in een ta
veerne Au trois Suisses nabij den
Muntschouwburg te Brussel. De spijs
kaart vermeldt een gerecht dat hem
nieuwsgierig maakt
Uno Alostoisefr. 0,75
Hij wil weten waar het kalf gebonden
ligt en roept garQon, une alostoise.
Vol verwachting zit hij op den uitkijk
om te zien wat het wezen zou. Spoedig
verschijnt de kelner en draagt op een
bord eene saucis van eerste kwaliteit.
De kliekmannen onzer stad hebben
verleden jaar een schitterende en schet
terende reklaam gemaakt ten voordeele
van den handel in varkensprodukten,
zij mogen aanspraak maken op de dank
baarheid der saucissenfabriekanten van
heel het land.
Het land van Aalst tot nu toe gekend
als 't Ajuinnenlaud, gaat zijn naam ver
liezen en zal voortaan het trippenland
heeten, ad majorem Dei gloriam.
Wij hadden gezegd Het is eene natuur
lijke plicht, dat de ouders hunne kinderen
zoowel het brood des geestcs, als het voedsel
des lichaam8 laten genieten daar velen het
uit zorgeloosheid niet doen, moet de wet er
hen toe verplichten.
Denderbode zegt, dat wij vergeten hebben
aau onze lezers te zeggeu, dat die verplichting
niet algemeen kun zijn, en de ouders slechts
dien pocht moeten vervullen iu de maat van
het mogelijke. Die bijbepaling vinden wij vol
strekt overtollig, onze lezers zijn immers ver
standig genoeg om te begrijpen dat wij het
onmogelijke niet vergen kunneu.
Doch we zijn met Denderbode niet 't akkoord
over de grens van het mogelijke en onmogelijke.
De wet kan van uitzonderlijke gevallen niet
altijd rekening houden, uiaar moet er naar
streven het doe! nabij te komen. Laats ons b.v.
redeneeren al s Denderbode
Veronderstellen wij een huisvader met tal
rijk kroost, die zijn oudste jongen volstrekt
noodig heeftom hem te helpen, die hem abso
luut niet missen kan Die jongen wordt opge
roepen voor den krijgsdienst. Moet bij gaan
Denderbodemoet zijn vader hem niet missen
van uwen familietrotsch op te otteren, en juist
dit bewijst hoe nauw verwant gij zijt met
uwen fieren onkel. Gelukkig voor u dat er zijn
die beter voor uwe belangeu zorgen dan gij
zelf I o
Hier werd bet meisje in hare mijmering ge
stoord.
Een bloeiend jongeling kwam op eens bin
nen, en dat was Vernon, Violetta's half-broe-
der.
«Gij zijt Iaat opgestaan, zoo merkte het'
meisje aan.
Naarvolgens gewoonte antwoordde hij
kalm, ging daarop aan de tafel zitten en begon
te ombijten.
Vernon Freer was drie jaren jonger dan zij
ne halfzuster Violetta Stanhope en zeven jaar
ouder dan zijn broeder Hendrik, die op hem
volgde, doch zijn persoon ging zijnen ouder
dom te boven hij was groot en welgemaakt.
Noch Ru lolfs lichaams- noch Rudolfs geest
krachten hezat hij maar zijn kalm gelaat en
zijne stille manieren hadden daarentegen
eene bijzondere beteekenis, en men zegde van
hem dat de bedaard Vernon Freer een man
was die beter zijn levensdoel dan zijn driftiga
half-broeder, Rudolf Stanhope, bereiken zou,
Er is nieuws, Vernon zegde Violetta ver
trouwelijk nieuws van onkel Olivier... Dezen
morgend heeft moeder eenen brief van hem
i ontvangen een aanbod om als wij hier met
Paschen moeten verhuizen, allen op zijn land
goed Marchwood te komen wonen...
Vernon keek niet op. Den schijn had hij niet
veel belang in dat nieuws te stellen.
En schikt moeder onkels aanbod aan ta
nemen vroeg hij.
(Wordt voortgezet).
O