11
1
DE STERKSTE WIL
l62de Jaar.
Nummer "2
Zondag 10 Januari 1897.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Cuique Suum.
Broodrooverij.
Benoeming van Rechters.
Abonnementsprijs
4 fr. voor de stad yA betaalbaar
4 fr. 60 voor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
Nee spe nee metu
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen «i„„i/i«nal
Prijs der Annoncen Reklamen 75 centiemen per flruKr*öttU
Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 9 JANUARI.
De laatste kiezingen hebben aan M.
"Woeste eene brochuur in kekeven
over de Evenredige Vertegenwoordi
ging. M. Woeste vindt dat het resultaat
dier kiezingen de veroordeoling is der
hervorming. De E. V. volgens hem, dat
is het harrewar, de anarchie.
Men weet dat volgens de gemeente
wet de E. V. slechts toegepast wordt,
daar waar geene enkele partij de vol
strekte meerderheid bekomt. Welnu,
op de 260.8 gemeenten onzes lands, heb
ben verschillende partijen de meerder
heid bekomen in 2578 gemeenten. De
steden waar geene partij de meerder
heid bekwam zijn dus in zeer gering
getal en daarin zijn begrepen Brussel
«n meestal de voorsteden, verder Luik,
Gent, Antwerpen en Verviers.
De tegenstrevers der E. V. redenee
ren alsof de toestand dezer enkele ge
meenten in al de gemeenten des lands
bestonde, alsof in alle of bijna alle ge
meenten geene meerderheid meer zou
wezen.
In de steden w aar de hervorming is
toegepast hebben de strijdvoerende par
tijen vertegenwoordigers volgens de
stemmen welke zij bekomen hebben.
Elk heeft zijn woord in te brengen, een
ieder kan erdebelangen der ingezetenen
die hij vertegenwoordigt, verdedigen.
Wat ware er gebeurd indien de E. V.
niet toegepast ware Dat die steden
zouden bestuurd geweest zijn, niet door
eene partij, welke de meerderheid der
bevolking vertegenwoordigt, maar die
aangesteld is door eene minderheid van
kiezers van min of meer overwegend
belang doch altijd door eene minder
heid.
Immers, het lot van 't Bestuur zou in
de balloteering beslist zijn geworden,
ten voordeele van der partij welke met
de stemmen der kiezers van de partijen
die op den eerste toer buiten strijd wa
ren gesteld, het meeste stemmen zou
bekomen hebben, hoewel deze kiezers
in geenen deele aanhangers zijn van de
politiek der kandidaten door hen op de
ballotteering verkozen.
Ware die uitslag rechtvaardiger of
redelijker dan degene der verdeeling
van de zetels tusschen de partijen die
elkander het bewind betwisten.
Men zal tegenwerpen dat het bestuur
in dergelijke omstandigheden rnoeilij-
ker is. Dat is zeker doch is 't een goed i
of is 'teen kwaad. Volgt er uit dat de
steden min goed bestuurd zijn Men
heeft het niet durven beweren en men
zal het niet beweren. Dergelijke samen
stelling van den raad heeft meermaals
voor gevolg partijaanslagen koukelfoe-
zerij en onrechtvaaadige beslissingen te
beletten.
Wij houden ten anderen staan, dat de
E. V. de kieszeden zal louteren en het
bedrog zal doen verdwijnen.
Dit laatste argument was van aard de
aandacht te wekken van M. Woeste af
gevaardigde van Aalst en het is oprecht
spijtig, dat hij het niet weerlegt. M.
Woeste heeft eeuen doodelijken haat ge
zworen aan de E. V. en bestrijdt ze met
eene ondempbare hardnekkigheid.
Wij hopen echter, dat het oogenblik
komen zal, dat de hervormiug zal zege
vieren over al de hinderpalen tegen
haar opgeworpen, zelfs die van M.
Woeste en dat zij eindigen zal met het
land te beheerschen in naam der poli
tieke zedelijkheid en der eerlijkheid.
Ontslag van den havenmeester.
Sinds lange jaren bekleedde M. J. De
Jong..e in onze stad het ambt van havenmeeS'
ter of havenkapitein. Donderdag, 31 December
1896 laatst, heeft hij bericht ontvangen, d it
te beginnen van 's anderendaags 1 januari 1897
zijne bediening afgeschaft was.
Volgens art. I van het reglement van 10 De
cember 1892, behoort de politie der haven aan
den burgemeester of aan zijnen afgevaardigde,
de havenkapitein.
Daar de afgevaardigde van den burgemees
ter afgetreden is door afschaffing van ambt)
volgt daaruit,dat de politie der haven persoon*
lijk door M. Gheeraerdts zal moeten gedaan
worden.
Men weet waarin de politie der haven be
staat het ontvangen der •'angiften van de
schippers, die hunne schepen ter haven bren
gen, het aanwijzen der plaats waar ze moeten
aanleggen, in tijds de koopwaren doen wegrui
men van de kaaien, in sommige gevallen de op-
geloopen boeten ontvangen, het opmaken van
process n-verb ial enz. in een woord het plo-
geu van akten die om zoo te zeggen de aan
houdende tegenwoordigheid vereischen van
deiigene, die er mede belast is.
Het spree t als een f tbriekflnit, dat M. Ghee
raerdts, die behalve zijn burgemeesterschap,
nog de zorg heeft zijner pe soonlijke zakeui
zijn tijd niet zal gaan overbrengen op den oe
ver d r Deudervaart om er haven kapitein te
pelen. Men zou het zelfs niet kunnen geloo-
ven van Menheer Achillas, onze vaantjessche
pen van Openbaar Ouderwijs, hoewel bij meer
te buis is in vaartzaken, en hij, versierd met
de roode kepi, groot effect zou maken op de
kalanten van die streek.
Ook zal de bediening van afgevaardigde niet
afgeschaft worden, wat het ukase van den Bur
gemeester er ook van zegge, men schaft niet de
bediening af, men stelt den abtei aar af om de
plaats toe te wijzen aan den eenen of anderen
volbloed klerikaal of k .zikkeerder, die blijken
heeft gegeven van slaafsche getrouwheid aan
de kliek.
De maatregel genomen tegen M. De Jonghe
is een schijnheiligheid, een partij aanslag zon-
d r weerga, die een eerlijk man treft, enke-
lijk omdat hij van de kliek niet is en hij gewei
gerd heeft zich te mengen in de klerikale pro
paganda der laatste gemeentekiezingen.
Tengevolge van zeker artikeltje in Pender-
bode verse ienen, over een ongeluk aan den
Ouden Dender, zond M. De Jonghe eenen ver
ontwaardigden brief aan dat blad, waarin hij
bewees dat bij in 't gehe 1 daarover niet verant
woordelijk kon gesteld worden aangezien zijn
toezicht tot die plaats niet strekte. V an dan af
dachten we Er is loog in den meersch van M.
De Jonghe.
flet klerikaal bestuur volgt het spoor van
zijn voorganger. Dank aan de uitsiuitelijke
aileenheerschiag, telt onze stad een slachtof
fer van den klerikalen haat te meer.
Wij laten dit schandaal ter beoordeling van
al de eerlijke lieden en hopen dat Denderbode
die onlangs met zooveel verontwaardiging de
afstelling van bedienden te Mechelen afkeurde,
met kracht de handelwijze zijner vrienden van
het gemeentebestuur zal schandvlekken.
VIJFDE KAPITTEL
(7* Vervolg.)
Dit is ons Cuthbertje zegde Ethel
zacht als 't u belieft, bemin hem want hij
is blind.
Aanstonds legde de jonkvrouw haren arm
rond het blinde knaapje en kon hij den teer-
deren, medelijdenden blik, die op hem rustte
niet zi6n, ten minste gevoelde hij haren kus
op zijn voorhoofd en de zoetklinkende minza
me woorden hoorde hij
Hem beminnen, dat zal ik zeker Wij moe
ten hem alles leeren zien zonder oogen. En hij
zal hier zijnen eigen hond hebben die hem
overal zal naartoe leiden. En hij zal zoo goed
als iemand den weg op Marchwood kennen.
Gij zult zien of het niet waar is
De kleine blinde jougen glimlachte en zijn
gelaat verhelderde als of er een zonnestraal op
gevallen ware, en hij hield de hand vast, die
de zijne gegrepen had, de hand van haar die
hem zooveel beloofd.
Dan kwam jonkvrouw Alice Tenant bij
Violetta en omhelsde haar als eene zuster.
Op vrolijken openhertigen toonzegde zij iets
aan Vernon en aan Hendrik en ging dan ein
delijk tot Rudolf, die al den tijd ter zijde
stond, oplettend toeziende naar wat er ge-
beurde,
Reeds menigmaal hebben wij de aan
dacht geroepen op de partijdige benoe
mingen en bevorderingen welke sedert
de klerikalen lands- en stadsbestuur ia
banden hebben de gewone munt is tot
het betalen van laaghartige overlooperij
en verraderij.
Is het niet waar dat daardoor een ge
heel nieuw slag van individuen ontstaan
is, die met den burger niets gemeens
hebben dan den naam en verder slechts
leven en tieren als parasieten, die hun
ne fletse zuigwortels verraad, laag
heid verslaving, vernedering, sluw
heid, bedrog, valschheid en schijnhei
ligheid overal uitspreiden en bereid
zijn tot de meest onhebbelijke en gemee-
ne daden om hun doel te bereiken.
Die lieden, gewoonlijk plaatskensja-
gers genoemd zijn het onmiddelijk
voortbrengsel der klerikale politiek, ze
woekeren voofrt, als het schimmel op
het oude brood, zij bederven en ont
binden de samenleving en zijn immer
het talrijkst waar eene kliek zonder ont
zag voor recht en billijkheid, zich raa
de oppermacht heeft meester gemaakt.
De Justioie.
De justicie zou in elk geval buiten het
bereik van zulk gebroed moeten geble
ven zijn. De rechters moeten benoemd
worden opder mannen die proeven heb
ben geleverd van karakter, van onder
vinding, van standvastigheid, van ma
tigheid en van onomkoopbaarheid on-
aangemerkt tot welke partij ze behoo-
ren.
Welnu sedert eenige jaren is het
plaatsjagersras ook de paleizen van The
mis binnen gedrongen, en een zetel van
juge is niet zelden het loon geweest van
politieke diensten, van politieke judas-
serij.
Als men van rechters gewaagt stelt
men zich, zoo niet strenge, dan toch
ernstige mannen voor, wier ouderdom,
kennis en verleden eene waarborg zijn
der onpartijdigheid welke min van aijn
oordeel als rechter mag verhopen,
Weigeren kon hij de hand niet die zij
hem zoo gulhertig aanbood maar zijn groet
was berekend kobl. Hij mistrouwde die vrouw
met hare vurige levenskracht en hare over
klaarbare aantrekkelijkheid. Hij zag dat zij
iedereen wilde innemen en hij besloot aan hare
toever*raeht te weerstaan. Diep wishij over
tuigd dat al baar vriendschapsvertoon niets
anders dan een deel uitmaakte vau de rol wel
ke zij speelde.
Maar was Rudolf koel, de jonkvrouw scheen
dat niet eens t bemerken. Tot hem sprak zij
op dezelfde opene wijze waarm zij al de
andere aaugi-sprnkeu uad, en zi|ue Korte siijve
antwoorden schenen haar geenszins te ont
stemmen.
Dan ging zij en deed de thee opdienen.
Nooit gastvrouw met meer bedaardheid en
zelfboheersching in eenen toestand zoo kiesch
en mofcielijk als bier.
Alle stijfheid en gedwongenheid scheen voor
haar weg te smelten. De dwang, die in 't begin
allen bevangen had, was als e n droom verdwe
nen. Cadwal en zijne zuster praatten met el
kander zonder eenige blijkbare veiligheid ter
wijl jonkvrouw Alice metVioletta koutte en nu
en dan eer, zoet woordje aan de kinderen toe
stuurde of hun room en koeken gaf als of zij
hen geheel haar leven gekend hadde.
Eu toen zij hare gasten eindelijk naar boven
leidde en hun de gerieveiijke ouders toonde,
die voor hen gereed waren gemaakt, dan scheen
het hun inderdaad dat zij hier eenen te huis
vonden zooals er de kinderen nooit eenen ge
kend hadden, eenen te-huis dte yrcmw Freer
deed terugdenken aan den tijd dat zij een jong
meisje en nog met zorg en kommer geene ken
nis had gemaakt.
Inderdaad, naar Marchwood komen, dat
was voor haar naar huis komen. Was hare
huidige kamer dezelfde nut die zij als jong
meisje op dit kas'eel betrokken had, toch vond
zij niets te zeggen op de gerieveiijke kamers
die hier aan baar en aan hare kinderen te
dienste werden gesteld. Het was zichtbaar dat
eene zorgzame hand alles voor de nieuwgeko-
menen had geschikt en voorbereid.
Er was overvloed van sclioone bloemen op
de kamer van vrnu .v Freer en op de kamer
van Violetta. In de groote kinderkamer was er
allerlei speeldingen de kinderen vonden er
eene groote keuze van prachtig gebondene
printenboeken met sprookjes en vertelsels en
een boord vol doozen suikergoed en koeken.
Op Vernon's en Hei drik's kamer dezelfde
voorzorg daar waren kolven en ballen voor
het kolfspel, heugelroeden en rijzweep n, tijd
schriften en hoeken, pijpen, tabak, sigaren.
Di n smaak van Rudolf had men niet vergeten
en ofschoon men hem niet als een vasten be
woner aanzien mocht, toch had men zijne ka
mer met zooveel zorg van alles voorzien als of
hij de zoon des huizes ware geweest.
'Toen Rudolf voor het open vuur stond en
hij zijne oogen over de schoone houtrijke land
streek, dwalen liet, kwam een zeldzaam ver
langen over hem, deze schoone plaats zijnen
te huis te mogen noemen. De lucht hier scheen
hem met een nieuw leven te bezielen. Het ge
murmel van de stroomen, de zang van de voge
len, alles scheen hem welkom te heeten. Deze
bekoorlijke plaats, meende hij, had hij in zijqfc
droomen gezien en ze reeds bemind toen hij
geen vreemdelingen indringer was, gelijk na,
maar een beminde en vertrouwde zoon deg
huizes.
Dat was slechts inbeelding, en de jonge man
glimlachte half treurig, half bitter om zjjne
eigene zwakheid-Met eeneu zucht verliet hij
het venster en wenschte rechtzinnig dat March-
wood hem minder beviele.
Op Marchwood werd het diné om acht ure in
de oude eetzaal opgediend. Dien avond zouden
zij allen te zamen dineeren. Zelfs de twee kin
deren zouden ter eere van hunne komst
zooals jonkvrouw Alice gezeid had, aan tafel
zitten,
Eenige minuten voor het gestelde uur kwa
men allen binnen en vonden reeds onkel Olivep
en jonkvrouw Alice op hem zitten wachten.
Alice was geheel in 't wit gekleed. Hoa
schoon was zij niet Maar hoe wonder, hare
twee groote honden zaten rechts en links ne
vens haar I
Er bleef geen tijd om wat te praten, want
het diné werd aangekondigd. Cadwal gaf den
arm aan zjjne zusteren leidde haar naar de
eetzaal.
Alice keek glimlachend rond en eene hand
op den arm van Violetta leggende en de ande
re uitstrekkende naar de kinderen, volgde zij
den gastheer,
Wordt wortfentf).
egg—
t