DE STERKSTE WIL 1*2de Jaar. Nummer 8 Zondag 21 Februari 1897. ABC. Nog de zaak De Blieck. Leve Griekenland LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 4 fr. voor de stad Abonnementsprijs - voorop betaalbaar r 1 4 fr. 50 voor den buiten r PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen Prijs der Annoncen (per drukregel. 1 Reklamen 75 centiemen r Vonnissen op de derde bladzijde1 frank. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gesoaden wordt Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST, 20 FEBRUARI. De Ware Dompers. Benderbode de groote verdediger der vrij heid de onverschrokken kampioen der waar heid de onvermoeibare verkondiger der def tigheid in taal en zeden, strijdt reeds vijftig jaren zoo boft hij voor de vrijheid van het ouderwijs, want hij wil, dat in de school de overtuiging der ouders geëerbiedigd worde. Voorwaar 1 voorwaar Benderbode kan soms mooi praten, maar klappen zijn geen oorden. Door eerbied voor de overtuiging der huisvaders bedoelen de klerikalen slechts eer bied voor de overtuiging der katholieken. Ja, zeker, er zijn maatregelen genomen om de politiek uit de scholen te bannen. De minis ter heeft omzendbrieven gezonden aan de schoolhoofden, waarbij hun streng belast wordt, alle politieke gezangen, of verhalen te yerbieden. De voorzorg werd zooverre gedre ven, dat men in de scholen onzer stad aan de kinderen verbiedt omslagen van gazetten aan hunne boeken te doen. Immers het zou licht gebeuren, dat een der broek ventjes zou lezen wat er op liet omslag staat en aldus goesting zou krijgen in de politiek 1 Denkt nu echter niet dat al die voorschriften dienen voor iedereen. Och, neen, de onderwij zers, welke min of meer vrijzinnig zijn kan ■ten daarmee den duivel aandoen, de anderen bekommeren er zich zooveel om, als een zwa luw om een appeltaart, maken politiek, zingen politiek, schreeuwen en huilen politiek... en dat mag zijn 't is immers tot meerder glorie van den kliekboetiek. Slechts eenige dagen geleden stond de be stuurster eener stadsschool op de speelplaats, de kindereu dansten rond haar en zongen De ware dompers (bis) De ware dompers zijn bijeen. De onderwijzeressen welke in hunne klasse waren kwamen op het rumoer buiten eu wilden de kinderen tot de orde roepen. Maar ze wer den door de Bestuurster bejegend als honden in een kegelspel en er werd door haar teeken gedaan aan de meisjes om hun gezang voort te zetten. Stichtend, niet waar Die Bestuurster laatgeene enkele gelegen heid voorbijgaan om haar gezag te doen voelen en drukken. We zullen voor het oogenblik niets zeggen over de wijze waarop zij de edele kunst der opvoeding verstaat. We stellen vast dat in die stadsschool meisjes komen van ka tholieken, liberalen, socialisten en demokraten, dat de Bestuurster politieke gezangen aanmoe digt, en de leerlingen aanzet de politieke over tuiging van vele huisvaders te krenken. ZEVENDE KAPITTEL (II* Vervolg.) Een bijzonder oogmerk beschilderde haar gelaat met eenen zoeten glimlach wanneer het jonge paar alzoo rondreed zij wilde hem bet schoone landgoed laten zien en doen lief hebben, dat heerlijke goed waarvan zij wel de vermoedelijke erfgename was, maar dat ze voorgenomen had aan hem te doen geworden. Zij wilde dat hij belang stellen zou in het leven van de boeren en de boerinnen, van de pachters en werklieden, die op het stamgoed woonden zij wilde dat al deze lieden hem zouden kennen en leeren beminnen zij wilde allen langzamerhand aan de aangename ge dachte gewennen dat hij eens hun heer en meester zijn zou. Edoch, alles wat tot biertoe gedaan was naar zoo verre de jongeling zien kon liep enkel hierop voor hem uit dat men hem op ondubbelzinnige wijze zien liet hoe vast dit koninklijke meisje op haren kleinen troon zat. Met groote oplettendheid bezag hij het aan gezicht van alwia haar het w oord toestuurde en met wien zij sprak en 't was niet noodig hem te zeggen wie de slotvoogdes was. Indien er te voren eenige twijfel in zijnen geest hadde kunnen bestaan, die morgendwan- deliagen zouden dien hebben doen verdwijnen. In zulke scholen moet de opvoeding en het onderwijs der kinderen veel te wenschen laten. De onderwijzeressen worden vernederd vóór hunne leerlingen en dat is bet ergste wat in eene school kan gebeuren. We weten niet of die Bestuurster zulks beseft, we betwijfelen het, doch het is betreurenswaardig, dat een school- overste tot de onderhoorigen zeggen moet, laat buiten niets bemerken van hetgene hier ter plaats heeft. Zal Benderbode de bestuurster afkeuren en de tusschenkomst van den schepen van onder wijs inroepen om haar tot de orde te doen roepen Is die bestuurster zoozeer aan de sla vernij gewend, dat ze hare hulponder wij zeres- seu tot slavinnen wil maken Benderbode kan vrij gelooven, dat de stadsschool waarvan we spreken, niet die is van Verviers, zelf die niet van Meire. Benderbode die 50 jaren strijdt opdat de overtuiging der ouders in de scholen niet zou gekrenkt worden, zal de Bestuurster weskwes- tie eens duchtig o»er den hekel halen, of zoo niet zijn zijne woorden maar schijnheiligheid en bedrog. Diploma en Lokaal Benderbode in een zijner typisch tegenstrij dige artikels over het onderwijs ziet de moge lijkheid in van den leerplicht. Hij neemt zelfs twee bedenkingen aan, wat de onderwijzers en do lokalen betreft ae onderwijzers zouden moeten gediplom erd zijn en de lokalen zouden ruim genoeg moeten zijn om aan al de kinde ren zuivere lucht te verstrekken. Die beperkingen zijn van het grootste belang immers het is de inmenging van den Staat in het onderwijs, inmenging welke Benderbode verafschuwt. Niet altijd is het diploma een be wijs van bekwaamheid, maar het gebrek van diploma bij de onderwijzers die de gelegenheid gehad hebben er zich voor aan te bieden, laat toe eene verregaande onbekwaamheid te ver onderstellen. Een koeien- en paardendokter moet gediplomeerd zijn een opvoeder der jeugd niet, en zulks moet veranderen ditgeveu we Benderbode toe. Doch hoe zouden volgens dit blad de studiën en examen plaats hebben Zou men jurys sa menstellen, die zooals het in de laatste jaren meer is gebeurd diplömes de complaisance uit- deelen aan al degenen, die met een aaubeve- liiigsbriefje komen van den deken of den pastor. Men ziet tot welke uitslagen men met zulk stelsel komt, en hoe talrijk de magisters zijn die van opvoeder sleehts den naam hebben en dan nog f? Zou men dan al de onderwijzers, zelfs die der katholieke scholen, verplichten zich in eenen bepaalden tijd voor een ernstig samenge stelde jury aau te bieden. Och, wat zou er dan leute zijn. (Vervolgt). Maar de tooverkraebt van de landstreek be- heerschten den jongen man al meer en meer. De getrouwigheid van al die liedeu je gens hunne meesters, de oudvaderlijke wel willendheid en het gemeenschap van belangen, dat bijzonder kenmerk op het stamgoed van den heer Gadwal, vond hij en trof hem van stap tot stap. Met eene soort van ijverzucht sloeg hij Alice gade, ijverzucht niet omdat zij eens rijk en on afhankelijk zijn zou, maar omdat zij opge groeid was onder deze brave menscheu wier bert zij gewonnen had en die als zoovele broe ders en zusters voor haar waren. Zonder een ellendig misverstand, hadde ook hij aller vriend kunnen zijn, door allen gekend en bemind van zijne teederste jeugd gelijk zij die gedachte deed hem zuchten doch voor niet ter wereld zou hij zijn gevoel in woorden lucht willen geven hebben. De eerste maal dat ze waren uitgereden, stond Ver non aan de deur van de hal als zij van hunnen wandelrit terugkeerden en hunne dampende peerden hielden staan. Vernon wierp eenen rappen blik op zijnen broeder eer hij Alice hielp afstijgen de uit drukking van Rudolfs gelaat mishaagde Ver non ten geenen deele. Hij kende dien stijven trotschen blik. Het was klaar dat nog Marchwood noch zij ne meestereres zeer aantrekkelijk voor Rudolf waren zoo dacht Veruon. Ik heb uwen broeder iets van het landgoed lateu zien zei Alice, met eou dansend licht in hare oogen, m mr ik kan er niet toe komen hem iets te doen bewonderen. Waarlijk, Benderbodekan er niet meer van slapen noch eten. Zijne veroordeelirg ver gram t eu verbittert hem buiten mate, het ar rest van bet Beroepshof van Gent weegt hem op het hart als een molensteen. In zijn nummer van zondag laatst riep hij uit, de wraaklust der liberalen en douchisten is voldaan en dreigde de zaak in 't lang en in 't breed te vertellen en verzekerde dat hij wel de leste lachen zou. Verleden woensdag in zijn klein nummer dat noch uitgevent, noch aan ,1e kerkd< uren verkocht wordt, gelijk zijn groot zondagnum- mer waarin de beleedigingen tegen M. De Blieck verschenen, kondigt hij onder den titel Réparatiou Judiciaire, op de eerste bladzijde eerste kolou het vonnis at'. Op de tweede bladzijde barst hij weer in nijdige uitroepen los en zweert opnieuw, dat hij alles piekfijn zal uitleggen, iedereen zal inlichten bezonder- lijk de lezers van iVlijlbeek. Benderbode begrijpt het arrest niet of veinst het niet te verstaau. Het Beroepshof van Gent verklaart dat M. Vandejmtte ongelijk heeft gehad iu zijn blad een artikel op te nemen kwetsende benamingen en beledigingen bevat tend, dat de aangehaalde feiten, zelfs indien ze bewezen waren, M. Vaudeputte niet toela ten zou le de taal te voeren, welke hij tegen M. De Blieck gebruikte. De feiten door Benderbode bevestigd (en onwaar doen dus niets ter zake. Wat in aau- merkiu^tiieut genomen te worden is de uitda gende en aanvallende toon van het blad die in alle geval de palen der polemiek te buiten gaat. Benderbode door twee gerechtshoven ver oordeeld zal dus zijn proces nog eens pleiten en wel bijzonderlijk ter eere van de landbou wers vau Mijlbeek. Hij zal hun tevens leeren tot welk punt hij de beslissingen van het Ge recht eerbiedigt. Wat ons betreft nooit hebben wij van wege een blad door de Justicie veroordeeld, zulke onbetamelijkheid gehoord. De eenvoudigste der betamelijkheid moesten dit blad terug houden een vonnis voor het publiek te bespre ken, als dit vonnis tot da voltrokken feiten be hoort. We weten wel, dat elke veroordeelde, 24 uren heeft om zijne rechters te verweuschen. Doch die 24 uren reeds lang verstreken eu vol doen Benderbode niet. Maar die dolle woede zoude hem wel ongeluk kunnen aanbrengen. De bedreigingen deren ons niet, twee maal heeft Benderbode ze herhaald, doch het komt tot geeue uitvoering. Hij durft niet 1 neen hij durft niet 1! Op het einde der laster- straat is de gerechtsplaats, waar Benderbode nogmaals aan den schandpaal zou staan. Hij durft niet ACHTSTE KAPITTFL SCHERMUTSELING Hst duurde niet lang of Edmönd Greville had zijnen weg naar Marchwood gevonden en daar met de nieuwgekomen kennis gemaakt. Zijn eerste onderzoek werd door vele andere gevolgd. Alice sloeg hem gade en kwam weldra tot de gevolgtrekking dat.de zwarte oogen vanVio- letta de magneet waien die Edmond Greville aantrokken en dat er voor hem eeue bepaalde tooverkracht lag in hare bedaarde, terughou dende doenwijze en in het raadselachtige waar mede zij de hulde van den jongeling aannam. Niet gemakkelijk was het de gevoelens van Violetta tegissen; doch Alice dacht dat zij niet onverschillig was aan de gedienstigheden die de blonde blauwoogige Edmond haar be wees. Arme onkel Olivier zegde Alice somwij len tot zich zelve. Het was algemeen geweten dat de heer Cad- wal en de heer Greville, Edmonds vader, be sloten hadden van Alice en Edmond een huwe- lijkspaar te maken. De landerijen van Hawks- hol eu van Marchwood paalden aan elkaar, al hoewel er tusscheu de beide kasteelen vijt kilo meters afstand lag. Edmond en Violetta waren te zamen opgegroeid dat zij een paar zouden worden kwam natuurlijk voor. Dit alles had onkel Cadwal aan Rudolf en aan Vernon doen verstaan, zekeren avond dat ze te zamen bij het nagerecht zaten eu al de anderen de tafel hadden verlaten. Een land waarvan de naam van de kaart van Europa moet verdwijnen is Turkije. Het strekt tot schande van het inenschdom, tot schande der Europeesche beschaving, tot schande der chrisfeue vorsten en meer nog tot schande dei diplomatie, dat namens de Zieke Man zoovele gruwelen, zoovele schelmstukken straffeloos worden bedreieD. De Turken zijn in Europa nog slechts enkele millioenen en als een uitverkoren volk in het beloofde land blijven ze daar nestelen, ver drukken de Europeesche bevolking, welke onder hun juk gebogen gaatvervolgen, mar telen, plunderen, verkrachten en vermoorden de christenen van Klein-Azie en bedrijven da ongehoordste gruwelen om hunne oppermacht te behouden, om hunnen moordlust te verza digen, om buune harems of wijvenparken met luister te onderhouden. Wie heeft van verontwaardiging niet gebeefd bij 't vernemen der wreedheden gepleegd op de arme Armenianen, wie heeft geene verwen- 8Cuiugeu geuit bij 't hooren der afpersingen, der gewelddaden, der moorden op vrouwen, kin deren en ouderlingen begaan, door eene kudde tuchtelooze, lanatieke bloedhonden, heimelik aangemoedigd door 't Turksch goevernement. Al de Europeesche bladen (de Chronique uitgezonderd) hebben die afgrijselijkheden ge schandvlekt en gedoemd en hebben aangedron gen op de krachtige tusschenkomst der mo gendheden. Niets heeft gebaat. De Mogendhe den laten de Turken begaan. De indringers, vreemd aan onze beschaving, vreemd aan ons ras, weerspannig aan vooruitgang, verwijfd en verslaafd, blijven ongestoord hunne schandda den voortzetten, dank zij de diplomatie. Diplomatie is eene vrucht der moderne tij- deu, diplomatie is synoniem van dubbelzinnig heid en arglist. De ondervinding en de geschie denis leeren ons, dat de diplomatie onderhan delingen aanknoopt met eene regeering en te vens voorstellen doet van geheel tegenoverge stelde strekking aan regeeringen vijandig aan de eerste dat de diplomatie den haat aan vuurt tusschen volkeren, die met elkander sympathiseeren zouden, en natiën aan meesters gekluisterd houdt die tegenover elkander staan als de bloedspin en de vlieg. De diplomaten der groote mogendheden weten niet wat voorstellen of wat doen om een einde aan de moorderijen testellen. Niet om dat de macht ontbreekt, maar omdat ze elkan der mistrouwen, omdat de eene den anderen tracht om den tuin te leiden en te bedriegen, omdat ze enkel voor doel hebben slim tegen slim te spelen en ellendige comedien op te voe ren, die den oudergang van gansche volken na zich kunnen slepen. Rudolfs hoogmoed was gekrenkthij raad de het inzicht van zynen onkel uitwendig poogde hij zijn spijt te onderdrukken inwen dig wensckte hij nooit op Marchwood te zijn gekomen. Den bal sloeg hij niet mis toen hij dacht, dat oom Cadwal hem wilde doen ver staan, dat Alice niet voor hem was bestemd en nooit zijn kon. In zijnen gekwetsten hoogmoed en in zijn vast besluit allen schijn te vermijden aan Alice te behagen, kwam het weldra tot eene scher mutseling tusschen beide. Zou er geen middel zijn om aan ons arm blind Cuthbertje het gezicht terug te geven zoo vroeg Alice eens, terwijl zij den kleinen jongen met medelijden bezag. Hij zegt dat hij het licht van de duisternis kan ouderschei den en zonneschijn van schaduwe. Somwijlen meen ik te bomerken dat hij vaster gaat dan dit mogelijk zijn zou indien hij geheel blind ware. Is er niet eenige hoop van genezing Ik ueloof wel dat er nog hoop bestaat zei Rudolf. Het is een zeldzaam goral, meer op de zenuwen dan eene organische kwaal denk ik. Het leven in de open frissche lucht hier moet den blinden jongen goed doen. De lucht is hier zeer gezond zei Alice. Ik hoop dat Cuthbert en Violetta hier kloek en struisch zullen worden. Ik hoop het ook. Het lief kind Hij is zoo verduldig zegdo Alice bewogen nooit klaagt hij, alhoewel hij zoo vurig moet verlangen al de dingen te zien waarvan wij spreken. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1897 | | pagina 1