1 I
DE STERKSTE WIL
i'
Nummer 19
Zondag 9 Mei 1897.
De Liberale Partij
Waarheid en Leugen.
Arme Kinkel.
Is dansen Zonde
12de Jaar.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs f f' Joor de stad VonroD betaalbaar
1 4 fr. 60 voor den buiten °P DeïaaiDaar
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Man abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
HET ARRONDISSEMENT AALST
Prijs der Annoncen °7,one' per drukregel.
Reklamen 75 centiemen p
Vonnissen op de derde bladzijdefrank
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 8 MEI.
In 't begin van April schreef het groot
orgaan der kazakkeerders De liberale
partij heeft nooit iets gedaan voor de
werklieden. We zullen hij niemand ver
bazing wekken, door te «eggen, dat het
denkbeeld zelfs niet van Denderbode
kwam, wien het nooit gebeurt met ei
gen gedachten voor de pinne te komen.
Hij was bij Vooruit ter leen gegaan en had
zich aangesloten bij de meening van het
socialistisch blad, door te herhalen wat
het rood orgaan zoo stoutmoedig had
bevestigd.
We hebben dadelijk op de pocherij
van Denderbode geantwoord. In ons
nummer van 11 April hebben wij bon
dig eenige der hervormingen opgesomd
welke de liberalen hebben verwezen
lijkt ten voordeele van de werklieden.
Wij verwijzen onze lezers naar dit ar
tikel.
Na drie weken overweging komt Den
derbodeons artikel niet kunnende ver
kroppen, op de kwestie terug.
Op hoogdragende toon vaart hij uit,
maar bevestigd toch hetgene we zeg
den al de hervormingen door ons op
gesomd worden herkend, het was ook
onmogelijk te betwisten hetgeen wij
hadden geschreven. Denderbode moet
thans bemerken, hoe belachelijk hij
zich maakt, door de wapen aan Vooruit
ontleend.
We zegden dat Denderbode niets be
twist. We bedriegen ons. Ouder de
maatregelen door de liberalen hadden
we genoemd Wet op de arbeiderswo
ningen, burgerlijke verpersoonlijking
der Maatschappijen met dat doel inge
richt. Denderbode beweert ons op heeter-
daad van leugens te hebben betrapt. Hij
bevestigt, dat de liberalen nooit gedacht
hebben eene wet te stemmen, die het
bouwen van werkmanshuizen zou be-
voordeeligen. Wat ons betreft, wij heb
ben gedroomd, we vertelden aan onze
lezers slechts dwaasheden.
TWAALFDE KAPITTEL
(22° Vervolg).
Op mijn woord, gij vraagt zeer veel riep
mijnneer Cadwal op dat verzoek van zijne aan
genomen dochter, die zeer bedaard zijn gelief
koosd plan had in duigen geslagen en hem nu
vroeg haar behulpzaam te zijn om dat plan
geheel te vernietigen.
Ik vraag veel. Dat doe ik, onkel, om reden
dat gij mij altijd zooveel geeft en, gelijk ie
dereen weet, veel wil meer hebben. Thans dat
gij ziet hoe weinig Edmond en ik te zamen
passen, moet het u aangenaam zijn hem aan
eene vrouw te helpen naarvolgens zijn eigen
hert, gelijk Violetta. Wij zullen op u vertrou
wen om die zaak met vader Greville te bespre
ken en te regelen. Vader Greville schijnt reeds
veel met Violetta op te hebben, en hij ziet zij-
nen zoon te geerne om tegen zijn geluk in ver
zet te komen. Als gij, op de wijze waarmede
gij iemand te overtuigen weet, hem de zaak
zult klaar gemaakt hebben, dan ben ik zeker
I dat hij zal zeggen dat alles eeneu gustigen
keer genomen heeft. Het ware te ongeriimd
i dat hij voortginge met denken dat het iets
moois is twee menschen te doen trouwen die
mets anders voor elkaar willen zijn dan goeie
vrienden. Gij kunt hem dat zoo wel zeggen ge
lijk gij het deed tpen hij indertijd poogde u
De toepet van Denderbode word
slechts door zijne verregaande domheic
overtroffen. Volgens hem is er vóór de
wet van 9 oogst 1889, nooit van werk
manswoniiigen spraak geweest. Even
zoo juist zou hij beweren, dat de werelc
niet bestond voor het klerikaal miuiste
rie aan 't bewind kwam.
Eene wet van 12 oogst 1862 had ver
mindering van lasten toegestaan aan a
de Maatschappijen gesticht met het oog
op het bouwen van werkmanshuizen.
Eene tweede wet van 1867, het be
staan dier Maatschappijen willende ver
zekeren, liet hen toe de naamloosheid
aan te nemen en kende ben nieuwe ont
lastingen toe. Ten gevolge dezer wet
kwamen verschillende dergelijke maat
schappijen tot stand in verscheidene ste
den des lands. Dit belet Denderbode niet
te schreeuwen De liberalen hebben
zich nooit met de kwestie bezig gehou
den.
't Is eene handtastelijke dwaling, we
zijn te wel opgevoed om te zeggen eene
leugen. En Denderbode bedriegt zich
eene tweede maal, door aan de klerika-
len al de eer toe te schrijven der wet
van 9 oogst 1889. Deze wet is maar een
gevolgen eene uitbreiding der vroegere
wetgeving, die zooals we bewezen heb
ben door de liberalen werd ingevoer 1.
In werkelijkheid hebben de liberalen,
den grondslag gelegd en bet werk voor
bereid. De katholieken moesten slechts
de ondervinding, zich ten nutte maken
en hebben dan ook voordeel getrokken
uit het reeds bestaande. Zij hebben een
voudig uitgebreid wat de liberalen had
den begonnen.
Denderbode bedriegt zich tweemaal.
Eens te meer stellen we zijne onwetend
heid in alle zaken vast. De kribbelaars
van dat blad zouden veel beter doen,
de kwesties te bestudeeren vooraleer
zich te vtroorlooven ons te beledigen.
BERICHT. Wij herinneren onze
lezers, die Handel doen, van hunue Facturen,
Kwijtbrieven, Enveloppen, Briefhoofden, Om-
reisberichten, euz. enz. indien er ontbreken,
zonder uitstel te doen drukken in de Goed-
koope X>rnkAcerij, Vrijheidstraat,
32, Aalst.
te overtuigen die of gene dame tot vrouw te ne
men. Gij hebt mij dit dikwijls verteld, is het
niet waar
De heer Cadwal kon zich niet weerhouden te
lachen.
Alico, Alice zegde hij gij zijt eene
kleine toeveres Weldra zal ik geenen eigen
wil meer hebben... Maar zeg, waar wareu Ed
mond zijne oogen Denken dat hij u geheel
zijn leven gekend heeft en dan op eene Violet
ta 8tanhope gaan verlieveo Wel, wel 1
a Ja, peins dat eens I zei Alice. Gij ziet
hoe onnoozel hij moet zijn Doch, daar het nu
toch te laat is om iets aan de zaak te verande
ren moet gij pogen zeer zeer minzaam te
zijn voor het trouwlustig paar.
Tbans stond de jonkvrouw vlak tegenover
haren pleegvader en in hare krachtvolle en
bevallige jonkheid en schoonheid, scheen zij
het toopbeeld van alles wat bekoorlijk, edel
en vrouwelijk is te wezen.
Met genoegen en fierheid beschouwde de
heer Cadwal de bloeiende jonkvrouw.
Alice zegde hij, diep ademhalend
eene vraag heeft altijd twee zijden. Ik denke
niet dat gij ooit iemand vinden zult die ge
schikt is om uw echtgenoot te zijn. In dat ge
val zult gij voor altijd meesteres van March-
wood blijven....
Zij glimlachte. Vooreen oogenblik dreef er
een wolkje over haar gelaat en scheen zij te
aarzelen maar de uitdrukking van Cadwal's
wezen hield de woorden terug die bijna aan
lare lippen ontsnapten.
Zoolang als gij mij zult noodig hebben,
Om in Denderbode over onderwijs te zani
ken, wordt de voddeman definitief vervangen
door een dokter in ka/.akwijsbegeerte. Deze
nieuwe pedagoog heeft bij de domheid van zijn
voorganger slechts eene hem eigen kennis der
vischwijventaai te voegen. Overigens praat en
sammeithij uit noodzakelijkheid, zonder over
tuiging, gelijk al de afvalligen die hun jasken
hebben gekeerd wanneer ze niet meer wisten
van wat hout pijlen maken.
De gepatenteerde overlooper schrijft M.
Lorand verklaarde, dat de onzijdigheid der
school nooit heeft bestaan.Triomfantelijk ro^pt
hij uit Dat zijn gevoelige smoutperen in het
aangezicht van Dendergahrds schrijvelaarken.
De pennelakei, die zulks schreef was blijk
baar onderden invloed van den waanzin. Zijn
voorganger steunde op het getuigenis van An-
seele, hij beroept zich op de meening van
Lorand. W at doet de meening van die beiden
in de kwestien, welke wij hebben behandeld.
1* Het verplicht onderwijs is voor het wel
zijn van het volk noodzakelijk.
2° Bezondere personen kunnen onmogelijk
het lolksonderwijs goed inrichten, daarom
moet de Staat er zich mede gelasten.
3° De scholen betaald met het geld van al de
Belgen moeten ingericht zijn, derwijze, dat
alle ouders er in vertrouwen hunne kinderen
mogen heen zenden.
4° ln al de scholen zal de onderwijzer de
wetenschap en de priester de godsdienst on
derwijzen.
Wanneer de ouders de waarborg zullen heb
ben, zegde Denderbode, dat hunne overtuiging
in de school zal geëerbiedigd worden, zullen
de katholieken aan 't verplicht onderwijs den
ken.
Welnu de katholieken zijn in het land al
machtig, ze kunnen het onderwijs inrichten
geheel naar hunnen zin en toch denken ze niet
aan leerplicht, toch roepen ze als bezetenen
tegen priester Daens als hij van verplicht on
derwijs spreekt.
Het stelsel der subsidien door alle onderwij
zers afgekeurd en toegepast op al de volksscho
len zou den schooloorlog overal doen losbreken
en een onberekenbaar nadeel doen aan het
reeds diep gezonken volksonderwijs.
Maar Denderbode wil met Woeste de staat
buiten de school, daar ligt geheel de knoop en
hij zal het onderwijs bestrijden zoolang het
niet gansch in de macht is der priesters of niet
gansch ontredderd wordt.
Volgens Denderbode is b. v. te Aalst de
school der vier lotelingen veel beter dan de
8tadsjongensschool nu 1 bestuurd door M. Rey-
niers, met al zijn ondervinding, begaafdheid
en onpartijdigheid. Waarom Omdat in de
onkel Olivier, zal ik nooit anders zijn n zc«de
zij.
Dan ging zij diep neigend voor hem staan.
Wetende wat zulks beduide, bracht de oude
heer zegenend de hand op haar voorhoofd en
wenschte haar goeden nacht.
Indien Vernon Freer dien avond het afscheid
tusschen onkel Cadwal en jonkvrouw Alice
gezien hadde, waarschijnelijk zou hij tot de
overtuiging gekomen zijn dat zijn pogen om
twiet tusschen beide te zaaien mislukt was.
DERTIENDE KAPITTEL.
HUBERT MORRISON.
Vader Greville was de nichte van zijnen
vriena Cadwal niet ongenegen een huwelijk
tusschen haar en zijnen zoon zou eene vereeni-
ging tusschen de twee huizen en misschien wel
later de samenvoeging van de twee landgoede
ren tot stand te brengen maar even als de
leer Cadwal zekere minachting gevoelde je
gens Edmond omdat hij Violetta vóór Alice
gesteld had, zoo was de heer Greville verwon
derd dat Alice volstrekt niet aan zijnen zoon
field. Dat kwam den man verdacht voor.
Wat denkt gij, Cadwal zoo vroeg hij aan
zijnen vriend Alice is tot de jaren gekomen
schikt zij eenen staat te kiezen
Neen, Greville zoo was het antwoord
dat denk ik niet.
Ik veronderstel dat iemand naar hare hand
staat en dat zij aan geen trouwen denkt alzoo
ïernam Greville.
- o, Voltrekt niet, vriend Dat kan ik u
school der vier lotelingen de priester de opper-
baasis en de stadsjongensschool niet 111
We zijn arme Kinkels, armtierige kinkels,
ons verstand is bekrompen, onze geest is bene
veldZoo zeevert de pennelakei van 't groot
kazak keerdersorgaan. Óch, toch, zei Batist,
die dronken door de straat kwam, wat zijn de
menschen vandaag allemaal zattekens Dron
ken lummels, en gekken oordeelen iedereen
naar hun eigen even beeld.
In Amerika zijn duizenden katholieke pries
ters, die 't akkoord met de protestantsche do-
minés de onzijdige school aanprijzen, de school
waar de meester de wetenschap en de priester
den godsdienst oud"rricht.
De peuneknecht van Denderbode raaskalt
verder Van de onverschilligheid, tot da
vijandschap is er slechts een stap en deze is
ras gedaan. Hij denkt misschien, dat de on
derwijzers hem gelijken. De onderwijzers moe
ten onpartijdig zijn en hunue kinderen niet
doen zingen noch
De ware dompers enz.... noch
De ware geuzen.
Ze moeten de overtuiging der ouders eerbie
digen en hebben dus niet van onverschillig
heid tot vijandschap over te gaan.
Volgens hem zouden de onderwijzers doen
als hij Zoolang er gras op de meersch was
hield hij "met bij stek, maar nauw was de
beemd kaal geschorenof hij werd onver
schillig en van onverschilligheid tot vijand
schap was de stap ras gedaan, hij keerde
kazak.
De nieuwe a. b. c.-ridder zoude goed doen
te spreken over dingen die hij kent bij onder
vinding b. v. over benevelde geesten, over den
invloed van 't klimaat op gekeerde kazakken,
enz. VaD onderwijs weet hij nog min dan de
voddeman die 37 keeren hetzelfde artikel
schreef. Van God en ziel zou hij best maar
zwijgen want hij heeft daaraan nooit geloofd.
Ja, maar die vraag is niet zoo eenvoudig
als ge wel meent, lezer, en de gewichtigste
leerstelsels van kliek en coterie staan daarme
de in verband. Is dansen zonde waar wan
neer hoe bij wie met wie in open lucht
onder vast dak onder tent in burgerkleedij
in krijgskostuum in vastenavondgewaad ge
durende de kiezing ten Westen often Oosten
der stad 's Zondags of in de week
Ge bemerkt alras, niet waar vrienden, dat
de kwestie zeer veelzijdig is en men in aan
merking nemen moet de talrijke omstandighe
den die de zonde kunnen veranderen of zeer
bezwaren. Bedenkt daarenboven, dat het dan
sen of nietdmsen een gevoelige kneep is in de
financien van vriendjes of vijanden.
verzekeren en ten andere, er is niemand in het
strijdperk.
Neen, ten ware men den jongen heer Stan
hope telde. Hoe heet hij toch Rudolf, meen
ik. Daar heb ik altijd gevaar in gezien...
Het gelaat van den heer Cadwal betrok.
Ik heb u reeds vroeger gezeid dat het ge
vaar zou afgewend worden zoo morde hij
Ik zal zorgen dat Rudolf Stanhope met
meer naar Marchwood korne.
Greville zag er nadenkend uit.
Gelijk gij wilt, Cadwal gelijk gii wilt
maar alles wel ingezien, die jongeling heeft
toch geene schuld aan uwen vroegereu fami
lietwist. Waarom hem dus uitsluiten
Geene schuld, nn ja maar om het even.
Alice is als mijn eigen kind. Geene aanspraak
van mijne bloedverwanten kan meer weerde
voor mij hebben dan de liefde die ze mij haar
leven lang bewezen heeft.
Ik zeg niet neen» zoo woderantwoordde
Greville maar altijd is het mij voorgeko
men, dat hot uwe bedoeling was die twee tot
een paar Bamen te sluiten...
Zeg niets meer... het beleedigt mij zoo
riep Cadwal. Ik weusch altijd rechtveerdig en
redelijk te zijn maar er zijn zekere gewaar
wordingen die ik niet kan beheerschen. Ik kan
veel over mij laten gaan; maar een huwelijk
tusschen Rudolf en Alioe, dat zou ik niet over
leven. Ik verzoek u vriendelijk, Greville
spreek daar niet meer van,
Ik zal er stellig geen woord meer van rep-
ien, en het spijt mij zeer er san gesproken ta
lebben. Wordt voortgezet.
•'t\
W I
1
f