DE STERKSTE WIL
12de Jaar.
Nummer 20
Zondag 16 Mei 1897.
Abonnementsprijs
v>orop betaalbaar
Prijs der Annonces76 cenUemen
per drukregel.
NAAMLOOS.
De Opperste Rechter,
Kwakkels.
m
(TFerêtë vmtgmt).
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
4 fr. voor de stad
4 fr. 50 voor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad,
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
ten kantore
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijde, frank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 15 MEI.
Reeds meermalen hebben we doen op
merken, dat we volstrekt geene nota
nemen van de naamlooze brieven, welke
ons worden gezonden. Zoo is ons woord,
zoo is onze wet en daarbuiten gaan we
niet. Voor niemand, wie het ook weze,
zullen we een duimbreed van die ge
dragslijn afwijken.
Iedereen mag in volle vertrouwen
briefwisselingen naar de redactie van
het blad zenden, de opstellers van het
blad, nemen alleen kennis van den in
houd, onbescheidenheden zijn niet te
vreezen. De handschriften komenslechts
in handen van de redactie, worden over
geschreven en verbrand of op aanvraag
teruggestuurd.
Als eerlijke lieden willen we voor het
publiek verschijnen, als eerlijke lieden
willen we polemiek voeren tegen onze
tegenstrevers en daarom kunnen we
geen gebruik maken van stukken waar
van wede stellers niet kennen. We zou
den te kort blijven aan ons woord, te
kort aan onze waardigheid indien we
anders handelden.
Deze week ontvingen we drie naam
looze brieven. De eene bevat een geheel
onschuldig grapje over het koppig gras,
de twee anderen zijn van meer ernsti-
gen aard en handelen over zaken van
zeer groot belang voor onze stad. We
zijn overtuigd, dat de gegeven inlich
tingen waar zijn we weten, dat de
aangehaalde bezonderheden juist en
echt zijn en toch kunnen wij ze niet op
nemen, toch willen wijze niet mede-
deelen, omdat we eischen, dat degenen
die vertrouwen vergen voor zich ook
vertrouwen stellen in ons. We willen
onder eiken brief een naam, we willen
weten met wien we te doen hebben, we
willen weten wie de openbaarheid van
ons blad inroept. Die naam zal slechts
van ons gekend zijn.
Elke poging om ons van dien stelre
gel te doen afzien zal schipbreuk lijden
De briefwisseling bevatte het vroolijk-
ate zwansje, of loope over de ernstigste
kwestien, ze gaat de scheurmand in
zoodra we er geen naam onder lezen
Al kennen we soms bet schritt, al ken
nen we de bron, de naamloosheid ont
neemt er in onze oogen, al de waarde
aan. Of nu de ontvangen stukken hande
ion over gebeurteaangelegenheden,
over inrichting van stadhuisdienst of
over financien, we zullen immer voort
strijden en onze denkbeelden verdedi
gen in alle oprechtheid.
Naamloos, willen we niets, Dit zij ge
zegd, voor al de vrienden, welke ons
een artikel willen zen fen,
De Bed actie.
Niettegenstaande a! de wouderen van moed
en dapperheid door de Grieken aan den dag ge
legd moeten zij bezwijken onder het over
wicht der Turksche moordenaars. De Opperste
Rechter (want er is toch eeu Opperste Rechter)
laat toe, dat de verdedigers der rampzalige
slachtoffers, de moedige kampioenen van de
duizenden vermoorde Christenen, onder de sla
gen van deu bloedhond verpletterd worden.
Het beschaafd Europa kon deu oorlog belet
ten, het heeft zulks niet gedaan, omdat de di
plomatie eene zaak is van onderling bedrog en
wantrouwen, omdat de mogendheden uit elke
moeilijkheid, uit eiken twist eigenbaat en voor
deel zoeken, en voor eenig profijt, voor ver
meerdering van invloed of uitbreiding van
macht, de eerder menschheid en het leven van
honderden duizenden ten offer brengen.
Wat raken hen vooruitgang en beschaving,
als ze er geen winst bij hebben In de geschie
denis der volkeren, zal de oorlog tusschen
Turkije en Griekenland als eene schande op
den naam kleven der vorsten welke thans in
Europa regeeren.
Roovers, verkrachters, moordenaars voort
gestuwd door Ahdul-Hamid, die na de geheim
zinnige verdwijning rijns broeders, den troon
inpalmde mochten straffeloos hunne gruwelen
bedrijven. Wat zeg ik, ze werden beschermd
in hun vernielingswerk.
De oorlog brak uit tusschen de overmachtige
moordenaars en de verdedigers der zwakken. A'
't volk van Europa, al het beschaafde volk der
heele wereld roept ver.naledijding over den Zie-
kenMan. Maar de vorsten, de Christene vorsten
van Europa, willen, dat hij zegeprale, ze wil
len, dat degenen die verdienen uitgeroeid te
worden overwinnaars zijn.
Nu dat koningen en keizers nog iets goeds
konden verrichten, hebben ze 't niet gedaan
men zou waarlijk zeggen, dat sommigen ouder
hen er aanhouden hunne rol op het wereldtoo-
neel als nutteloos, ja verderfelijk te doen schij
nen. 't Is droevig op het einde der XIX* eeuw
nog zulke tooneeleu te moeten baieven.
De knapste oorlogskundigen, de beste offi
ciers, de voornaamste tacticiens van het Duit-
sche Rijk worden naar Turkye afgezonden
met toestemming des keizers. Zij zijn het, die
de Turken doen zegepralen zij zijn het die
elke raarsch, eiken stormloop, elke overwin
ning van het Ottomansche leger bestudeeren,
vaststellen en regelen. Indien zij in persoon
niet aan liet hoofd staan van het legei is het
alleen om den sch.ju te redden.
De tusschenaomst van de kleine Oost-Euro-
peesche landen kon, de Turken verderfelijk
zijn, maar de dagbladen kondigen ons aan
dat de keizer van Duitscbland verautwoordt
voor de onzijdigheid dier lansen. Eenmaal zal
men hem een standbeeld oprichten en op de
voetzuil in gouden letteren schrijven Weldoe
ner der Menschheid.
De Turken hebben millioenen ingeslokt, en
daarom w >rden ze door Europa reent gehou
den, Ze krijgen Europeesche officiers om een
Europeesch volk te verdelgen, om machtiger
te worden, om hunne christenmoorderijen met
meer woede eu straffeloosheid weldra te herbe
ginnen.
En de Opperste Rechter laat dit toe. Omdat
de opperste rechter het geld is. Omdat een do
zijn Joden (katholieke, protestantische en Is
raëlitische Joden) het kapitaal niet willen ver
liezen, dat de Turk heeft weten in *e palmen.
De Turksche actiën zijn weinig waard, de
Turk kan njeesial de verschuldigde intresten
niet betalen. Ware hij nu verslagen geweest,
geheel het kapit al was om zeep en de Joden
van allen kaliber waren hunne millioeneu
kwijt.
Ja, de Opperste Rechter, is het geld. Voor
dien Rechter, buigen de koningen en de keizers
voor dien Rechter, zwjjgt zelfs de onfeilbare
Paus.
Denderbode wijt gelijk wij den oorlog aau
de Joden, hoewel hij er vergeet bij te voegen
dat er ouder dat dozijn Joden ook katholie
ken zijn,
Maar moeten de vorsten aan die Joden ge-
boorzameu, liggen zij allen onder de klauwen
van die geldduivels. Zijn de Gzar vaD Rusland,
de keizer van Duitscbland, de koningin van
Engeland, de keizer van Oostenrijk, de schat
plichtigen van het Jodendom
Maar als God machtig is boven het geld, als
God zjjn plaatsvervanger heeft op aarde en als
die stathouder de Paus iswaarom verheft
deze de stem nietten voordeele der Christenen.
Hij staat boven alle vorsten, hij is onfeilbaar,
aau hem heeft God het heil der menschheid
toevertrouwd. Dat bij dus spreke dat hij
spreke
Hij heeft zich gemoeid met de politiek van
ons land, hij heeft Leo Taxil gezegend, en
Denderbode zegt, dat hij priester Daens af
keurt en als de Turkeu op de gruwzaamste
wijze christenen dorpen en steden plunderen
en uitmoorden zwijgt hij.
Heeft hij ook Tur ksche obligatiën
TWAALFDE KAPITTEL
(23e Vervolg).
Daarbij bleef het vertrouwelijk gesprek.
De dagen verliepenen iederen dag spande
Violetta al hare krachten in om haren onkel te
believen en zijne genegenheid te winnen. Zij
gelukteden goeden man nam zij in. Mis
schien dacht hijmet edelmoedig en vaderlijk
te zijn jegens Violetta eeniger wijze zijne hard
vochtigheid jegens haren broeder Rudolf af te
koopen. Jegens zijnen neef onrechtveerdig zijn.
dat wilde, dat zou hij niet, geheel ziju geweten
stond daartegen op maar de vrees hem Alice
te zien toenaderen, dat kon hij niet te boven
komen
Dat wist niemand. Wel was Rudolf niet
meer naar Marchwood gevraagd geworden
doch thans had hij den tijd niet om te komen.
Vrouw Freer had niets van zijne terugkomst
gezegd, en Alice kende te wel haren voogd om
zulk onderwerp te durven aanraken.
Intusschentijd bemerkte Alice niet zonder
yerontweerdiging hoe Hubert Morrison zijn
verlof van eenige dagen verlengde en rond
Hawkshold en Marchwood bleef rondzwerven.
Naar wat de jonkvrouw van vrouw Freer en
vaa hare kinderen gehoord had, wist zij dat
Hubert Morrison verondersteld was het werk
van het secretariaat zij us vaders te deelen, en
aldus Rudolfs dagtaak te verlichten en toch
bleef Hubert Morrison hier zijnen tijd verbeu
zelen, terwijl de zomerzitting in vollen gang
was en Rudolf, zijn medewerker, zoo overlast
was dat hij nauwelijks tijd vond om korte brie
ven aan zijne moeder te schrijven.
Voor Edmond Greville was het gerekt ver
blijf van zijnen vriend Hubert Morrison op
't kasteel van zijnen vader een bezwaar. Alhoe
wel zeer gastvrij en edelmoedig, kon hij hem
moeilijk den tijd toewijden dien zijne tegen
woordigheid vergde, en zoo was Hubert meer
op het kasteel Marchwood dan op 't kasteel
Hawkshold en het begon Alice te vervelen
dien luiaard zoo dikwijls op het kasteel te zien
ofschoon hij zeer zijn best deed om haar aan
genaam te zijn.
Alice was de rechtzinnigheid zelve, doch al
tijd wist zij zoo bevallig to zijn, dat hare woor
den nooit kwetsten. Toen jonker Hubert haar
eens de aanmerking maakte hoe zeer het ver
blijf op Marchwood hem beviel antwoordde
zij
o, Ja, vqor menschen die hard gewerkt
bobben is het zeer gped hier eeoigf dageg te
Bksteroogen, likdoornen, wratten.
De personen welke lijden aan eksteroogen zul
len gelukkig zijn te vernemen dat zij ze dade
lijk en zonder pijn kunnen genezen door de
zalf van Dr Noél aan I fr. in alle goede apo
theken te verkrijgen.
Het groot slaaplaken der Taxilekens
eu van Woeste waagt een rit op de baan
der groote politiek. Als men den groe
nen paus tot patroon heeft moet men
even als hij in de Revue générale
nu en dan een kwakkel van dimensie
opdienen Miss Diana of Socio.
Maar Lieve Heer van Mannekens-
veer de kwakkel is zoo ellendig toebe
reid, dat geen Patagonier ze slikken of
oppeuzelen zou, en ze minachtend ten
gronde zou smijten.
Het groot orgaan der Taxilekens, is
het weeral eens met de socialistische
schreeuwers van Le Peuple en Vooruit
De liberalen hebben nooit iets voor den
werkman gedaan. Die volzin is opge
lapt en afgezoomd met eene reeks
hatelijke schimpen.... enfin voor ka
tholieken en socialisten zijn de libera
len te slecht om in 't gat van d'helle te
staan, en 't beste wat 'men er mee doen
kon ware ze eenvoudig op te kuoopen,,
tot aas der bloedgierige raven.
We zijn de kwezelaars en socio rs heet
dankbaar voor hunne goede intentie,,
gelukkiglijk zijn de middeleeuwen voor
bij en de inkwisitie en de Spaansche fu
rie zijn in ons landeken buiten de mode%
Het groot orgaan der kazakdraaiers
haalt dus met teederheid en zoetigheid
de artikels aan der twee roode bladen
waarin de liberalen als uitschot worden
behandeld. Doch tusschen duizend
zou.lt ge niet raden wat het blad dep
Taxilekens daaruit besluit
Dat liberalen en socialisten twee han
dekens zijn op een buik, dat liberalen
en socialisten dezelfde beginselen aan
kleven, dat liberalen en socialisten des
beste vrienden zijn.
Zulke kwakkel kan nog ellen he,
Indien de socialisten de afschaffing
willen van den eigendom, ze hebben het
van de liberalen geleerd indien de so
cialisten het collectivisme voorstaan ze
hebben het van de liberalen geleerd
indien de socialisten de samenleving
willen omverre smijten, de instellingen
vernielen, dwang in de plaats van vrij
heid stellen, indien zij de kerken willen
afbreken, de godsdienstvrijheid vernie
tigen, en de liberale burgers verplette
ren, ze hebben het allemaal vaa de li
beralen geleerd.
rusten nu zijt ge wel zeker uitgerust en hebt
gij er genoeg van
Genoeg Ik geloof niet dat ik er ooit ge
noeg zou van hebben Zijt gij vermoeid van
Marchwood, jonkvrouw
Ik o. Neen ik heb mijn werk hier ik
werk van 's morgens tot 's avonds maar uw
werk ligt elders en het verwondert mij som
wijlen dat gij zoo lang kunt blijven ledig-
loopen.
Mijn werk
Ja. Ik ben zeker dat er werk in overvloed is.
Rudolf schijnt in uw vaders dienst te werken
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
Heeft bij daarover geklaagd
o, Neen. Ik denk niet dat dit in zijn karak
ter ligt. Hij schijut behagen te scheppen in
hard te werken,
Dat doet hij maar hij is zeer eerzuchtig
en ik ben dat niet.
En dat is spijtig is het niet
Ik weet het niet. Denkt gij dat
Ik zie geerne eenen man die met zijn werk
bemoeid is. Eerzucht om wel te doen en zijnen
weg te maken in zijn beroep, is altijd iets ver
hevens wat ook dit beroep zijn moge.
Hubert was geraakt. Het kwam hem voor,
dat Alice hem Rudolf als een model aanwees.
Ik zou ook kunnen eerzuchtig zijn
mompelde hij indien ik op eenen goeden uit
slag hopen mocht..,
Zij sloeg haren helderen blik op hem*
En waarom zoudt gij niet hopen
Zijn gelaat helderde iQ eens op.
Zegt gij dat aan mij en... voor mij
Stellig 1 Ik geloof dat een man, die eerlyfe
vlijtig en aanhoudend *\erkt om een doel te
bereiken, zeker zijn mag dat hij vroeg of laat
dit doel bereiken zal.
Indien gij mij zegt dat ik moet gaan wer
ken, jonkvrouw dan zal ik morgen vertrekken,
«Ik heb het recht niet n hevelen te geven
antwoor 1de zij.
En indien ik gehoorzaam, mag ik hopen
den eenen af anderen dag mijne belooning tfit
uwe handen te ontvangen
Belooning vroeg zij glimlachend,
Ja. bij voorbeeld een welkom als ik op
Marchwood terugkeer,
o, Ja dat zult gij wel zeker hebben ant
woordde Alice met eenen helderen glimlach.
Doch onvoorbereid was zij toen hij rap ham
hand greep, ze kuste en met snelle schreden
vertrok.
Vervelende jongen mompelde jy hein
achterna, lk had niet de geringste gedachte
waar hij heen wilde Wel, ga en werk dat
jüal u beteven n