DE STERKSTE WIL
12de Jaar.
Nummer 25
Zondag 20 Juni 1897.
Liberalismus-Een comble.
Men vraagt een krachtdadige
Burgemeester.
UUBBH—
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
4 fir. voor de stad
4 fr. 50 voor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Annonce» Reklamen 75 c6ntiemea J per dr.kr.jet.
Tonnissen op de derde bladzijde, 1 frank
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 19 JUNI.
Sedert eenige dagen, is Denderbode te
velde getrokken tegen het liberalismus,
en heeft de taak op zich genomen de
liberale partij af te breken ten gronde
toe. Die arbeid ia lastig en zwaar en we
gelooven dat Denderbode illusie's heeft
indien hij hoopt een partij te verstrooien
die in de wetgevende kiezing van 1894
in het land 3,413,989 stemmen bekwam
en in de Kamers eene aanzienlijke ver
tegenwoordiging zou hebben, indien er
een rechtvaardig stelsel bestond voor
het toekennen der zetels.
Herhaalde malen hebben wij de strek
king en de princiepen der liberale par
tij aangeduid. Wij hebben aangetoond
wat de liberale partij in Aalst wenscht
en wil, wij hebben bewezen, dat ze nog
machtig moet zijn om zonder invloed of
dwang 2300 stemmen te vereenigen, en
we zijn overtuigd, dat eerlang onze
partij in het bestuur der openbare za
ken het aandeel zal verkrijgen dat haar
rechtmatig toekomt.
Onze artikels schijnen Denderbode
tot razernij te hebbi.n gedreven. Hij
richt tegen de liberale partij een schot
schrift waarin bet walgelijke en het
bespottelijke elkander den voorrang be
twisten.
Hebt gij ooit in huizen van Volksver
tegenwoordigers gestormd en er alles
kort en klein gekapt
Hebt gij veel schade verricht in hui
zen van katholieken
Hebt gij de eene schanddaad achter
de andere gepleegd Hebt gij ooit pries
ters, vrouwen en kinderen in de Maas
geworpen
Hebt gij ooit het bloed doen stroo
men, katholieken vervolgd en geplaagd?
Neen Welnu, weet dan, dat zoo gij
dat alles niet gedaan hebt gij geen libe
raal kunt zijn. Lees Denderbode en ge
zult overtuigd wezen, dat het onmoge
lijk is liberaal te zijn zonder geplun
derd, gebrand en gemoord te hebben.
VEERTIENDE KAPITTEL
(26* Vervolg).
Ounoodig niet-waar te redetwisten
met eene partij enkel samengesteld uit
dieven en moordenaars, anders gezegd
het is nutteloos liberalen te laten drin
gen in politieke of bestuurlijke verga
deringen, zulke lieden hangt men op,
hoog en droog daarmee punctum, men
spreekt er niet meer van.
Indien we van zulke stommiteiten
gewagen, is het niet om ze te weerleg
gen, het is enkel om aan te tonnen wel
ke rekel Denderbode is, 't is een bezete
ne, een geestdrijver hij lastert uit
louter vermaak in 't lasteren, hij schept
vreugde in 't bezwalken en bezwadde
ren en zondert zich meer en meer af van
het ernstig en redeneerend element der
katholieke partij.
Herinneren we slechts de verklaring
door minister Schollaert in de Kamer
der Volksvertegenwoordigers gedaan in
de zitting van 17 Maart 1897. Wat mij
betreft zegde hij, ik betreur dat de groo-
te liberale partij in het parlement niet
meer vertegenwoordigd is. Ziedaar de
gevoelens van een katholiek minister je
gens de liberale partij, zoo schandelijk
uitgekreten door Denderbode.
Door overvloed van geweldigheden
en beestigheden zal Denderbode er toe
komen door zijn eigen verlaten en ver
loochend te worden. Hij zal alleen blij
ven met de brokkelingen zijner kliek en
de koorknapen van M. Woeste, die se
dert zondag zooveel van zich doen spre
ken.
De hoofdzaak tot eene goede ge
zondheid is zuiverheid van bloed.
Het onprijsbare bezit van een goede gelaats
kleur en van een onbevlekte zuiverheid van
huid hangt af van de zuiverheid van het bloed.
Een en ander zijn onbetwistbaar, de uitslag
van het gebruik van de Pratere's pillen die een
nooit genoeg geacht purgeer en zuiverings
middel en een volmaakte galafdrijver zijn.
OPGEPAST. Dat u de pillen Depratere en
geene andere gegeven worden. Overal 1,50 de
doos Alg. dépot Aph. Depratere, Oostende.
In een voorgaand artikel hebben we ge
zegd, dat de ou-bewaarders en Daensisten
hunne toebereidsel» maakten voor den aan
staanden kiesstrijd Hoewel geen der twee
partijen, sedert den heugelijken kamp van
1894, de wapens hebben neergelegd, mag men
zeggen, dat men nu van weerszijden de maat-
regeleu neemt, die den strijd onmiddelijk
voorafgaan. Onbetwistbaar is het ook, dat het
sedert veertien dagen erg naar peper riekt en
het er reeds fel begint te stuiven.
We namen ons voor als eenvoudige toeschou
wers den strijd te volgen en onze lezers op ue
hoogte te houden der gebeurtenissen. We be
loofden ook alle laakbare feiten welke gedu
rende den strijd zouden gepleegd worden te
beknibbelen en aan te klageu, in alle recht
zinnigheid de baldadigheden aan den schande
paal te spijkeren.
Daarom houden wij ons bezig met de ge
beurtenissen van zondag laatst, die gebeurte
nissen worden niet alleen rechtmatig afge
keurd en gelaakt door de demokrateD, maar
worden ook streng beoordeeld door talrijke
gematigde katholieken onzer stad.
Do incidenten van 13 juni laatst zijn be
treurenswaardig, en we nemen ongevraagd de
vrijheid onze meening te zeggen over de hou
ding van den burgemeester, M. Gheeraerdts,
gedurende de wanorderlijketooneelen, waarme
de de betooging der Daensisten gepaard ging.
We zijn overtuigd, dat een weinig krachtda
digheid van wege den Burgemeester voldoende
ware geweest om de orde te bandhaven.
Men weet, dat de eerste tegenmanifestatie
plaats had voor het Café Riche, en op touw
werd gezet door de gewone bezoekers van dit
buis. Er is hier geen spraak van eenige dori.j-
neu slecht ingelijfde en slecht geordende werk
lieden, of van eenige kabaskens wanorde zoe
kend uit lust tot wanorde of liefde voor de
vechterskunst. Al de personeu, die zich daar
bevonden, zijn goede bekenden van den Bur
gemeester, liet zijn voor het meerendeel jon
gelingen die hij dagelijks ontmoet en welke
men als zijne vrienden mag beschouwen. Zijn
eigen zoon bevond zioh bij de huilende bende.
Van het oogenblik, dat bet uitdagend gehuil
begon, was het zijne plicht tusschen te komen,
enkele krachtvolle woorden waren voldoende
geweest om zijne vriendjes en zijn zoon te be
daren. Zijne plaata was voor bet Café Riche,
voor het front der tegenbetoogers, om zijne
policie te bevelen, om tot kalmte aan te manen
en om de kreten, gebaren en buitensporighe
den te verbieden, welke door de Daensisten als
eene rechtstreekse!» uitdaging moesten aan
zien worden..
Waarom was de Burgemeester daar niet its
persoon, waarom heelt hij geen gebruik ge»
maakt van zijn gezag om, een einde te atellea
aan de buitensporigheden zijner vriendjes. Wa
willen daarin slechts bet bewijs zien eener vol-,
slagen onmacht, die ons t& meer treft omdat
zij ons toont wat wij io de toekomst vaa hel
hoofd der stad mogen verwachten.
Wij verklaren luide, dat zijne zwakheid en
gemis aan gezag op de inwoners van Aalst den
slechsten indruk beeft gemaakt. Het gebrek
aan wilskracht en karakter bij M. Gheeraerdta
misnoegt en bedroeft eei aanzienlijk getal zij»
ner politieke vrienden.
Hij heeft, het onweer laten broeien en losbar»*
ten in .ten beginne, en het ontbrak bem ver-*
der aan krachtdadigheid om de buitensporig»
beden te beletten.
Op de houtmarkt bevond hij zich voor do
Daensisten, en ondanks zijne aanwezigheid
herbegon het gehuil, gejouw eo stokken ge
zwaai erger dan vro. ger, de jonge uitdager»
hadden reeds bemerkt hoe krachteloos hij op
trad, stoorden zich niet aan hem, brulden en
zwierden met hunne stokken rond hem, achter-
zijn rug stond zijn zoon te fluiten en zijn stok;
te draaien, we zijn zeker dat hij het niet had
kunnen beletteu zelfs als hij bet gewild baddo.
Wat zou men, gezegd hebben van M. Ghee
raerdts, indien de Daensisten inin geduldig en
kalm waren geweest eo de Woestisten bij de»
kraag hadden gevat. Elk oogenblik kon een
bloedige botsing plaatshebben en zoo het bloed
niet gestroomd heeft is het M. Gheeraerdta, die*
er zi.cn op beroemen mag dit verhinderd tb
hebben.
We bekennen met spijt dat de Burgemeester
ons onze laatste illusie heeft ontnomen. Hoe»
wel zijne houding na de uitspraak vau het Be
roepshof van Gent in de zaak der kieszweode-
larijen, van 1,895, eene ontgoocheling was voor
allen, waanden wij hem nog man van karakter-
genoeg om desnoods een flink besluit eu kloeke
maatregelen te nemen. We bedrogen ons.
Mannen van dien stempel zouden, in eene,
stad als de onze, zoo volkrijk en zoo, beroerd
door de politieke driften, die er opbruisen,
moeite hebben het ontzag voor het burgemeea--
terssohap,gaande te houden, en kunnen onmo
gelijk den eerbied ea de achting afdwingen,
welke zij voor hunne waardigheid van al de in-*
gezetenen verwachten moeten..
Eksteroogen, likdoornen, wratten
De personen welke lijden aan eksteroogen zqU
1, n gelukkig zijn te vernemen dat zij ze dade-z
lij k en zonder pij n kunnen genezen door d»
zalf van D( Noel aan 1 fr. in alle goede apo/i
theken te verkrijgen,
(Wordt voorlgeset),
Neen, dat nietantwoordde de heer Cadwal
De anderen zijn hier omdat zij bij hunne moeder
verblijven maar met Rudolf is het een ander geval.
«Ja, dat is zeker n zei Alice. Het ware ongerijmd
voor hem hier te willen blijven wonen maar ik meen
de dat hij hier een deel van zijnen vaoantietijd zou
overgebracht hebben, n
Neen, daarover ben ik het niet eetis metu... Ru-
dolf houdt niet van deze streek noch van het leven dat
wij hier leiden. Hij kan met mij niet over den wegen
ik moet bekennen, het verveelt mij hem hier te
hebben. In één woord, ik ben geenszins geneigd hem
uit te noodigen om naar March wood te komen.
En zal tante Felicia hem hier nooit meer mogen
zien vroeg Alice.
Daarover moet mijne zuster Felicia zelf beslissen
Zei de oude man. Tot nu toe heb ik niet bemerkt
dat zij zeer naar Rudolf verlangt. Zij schjjnt niet te
denken, dat het de moeite weerd is naar de stad te gaan
om hem eens te zien en zoo lang als zij zoo onver
schillig blyft, zie ik njet jn waarom ik mij er zon
moeten over bekreunen. Ten andere, hij is bier te Pas-
sohen geweest, en het Z<>U een slecht gebruik instellen
zijn njoest ik henj njl weer jiitnqodigen. pan zou jk
(lat alle jaren mqejeii c|oeR:
- 1 r4
Ik weet het nietmaar Rudolf schijnt er mij de
man niet naar om de dingen aldus op te nemen. Gij
wilt toch niet, onkel Olivier, dat hij nooit meer naar
Marchwood kome Er bestaat een groot verschil tuB-
schen hem telkens te vragen en hem nooit te vragen.
o, Ik veronderstel dat hij bij toeval wel eens ko
men moet. Maar meer mag hij niet verlangen, en ik
zal hem stellig niets meer aanbieden.
Aiice glimlachte op eene wijze die den heer Cadwal
niet beviel en hem op eens driftig vragen deed
Wel, wat is het, madame
Het valt zoo aardig u te hooren pogen ongastvrij
te zijn, onkel Olivier 1 men kan gemakkelijk zien dat
dit geheel tegen de vleug is.
Het woord - ongastvrij klonk onaangenaam in het
oor van Marchwood's meester.
Ik wil jegens niemand ongastvrij zijn ant
woordde hij langzaam maar in een bijzonder geval
als dit heb ik reden om te doen zooals ik doe.
Is het omdat gij niet kunt vergeten dat Rudolf een
Stanhope is
Dat is het juist niet antwoordde Cadwal.
Violettiis ook eene Stanhope maar dat is geeue re
den om baar buiten Marchwood te sluiten.
Neen, gij zijt zeer goed voor haar, en zoo moet het
zijn. Maar wat hebt gij tegen Rudolf? Het zou mij
spijten iets slechts van hem te moeten hooren, want
ik houde zeer veel van jonkheer Rudolf Stanhope.
Het schijnt mij altijd een pnnt ten gunste van een jon
gen man als kleine kinderen hem beminnen, hinderen
bezitten een zoo fijn gevoel om de goeden van de kwar
den te onderscheidenEn gij zult aan den kleinen
Cutbbert en zijn zusterken maar zelf moeten peggen
dat gij uief wilt dat hqn bpoeder lietj kfiml bedoeken I
Zij hebben noojt gedroojnd dtjt hjj niet zoq njqgeii ko-
men als zijne plichten het hem zonden toelaten.
De heer Cadwal zag er een weinig min op zijn ge
mak nit dan hij zoo begeerd hebben.
Bederf de kinderen niet, Alice zegde hij,
Breng ze niet op om te denken dat zij alles kunnen
hebben wat zij verlangen.
Dat zal ik pogen te verhoeden maar het is zoo
pleizerig hen verheugd en gelukkig te zien en toob,
Rudolfs aiwezigbeid dezen zomer zal voor de arme
kinderen toch zulke groote teleurstelling zijn...
Voor eenen oogenblik was het gelaat van Alice
zeer ernstig en de goede oude heer, die de geringste
verandering op dit bemind aangezicht bemerkte,
vroeg haar met onderdrukte ongerustheid
Maar gij zijt zeker niet teleurgesteld?
Zij bezag hem met haren heldersten glimlach,
«Niet juist voor mijzelve, onkel Olivier, maar een
weinig voor de anderen.
Voor wien
Wel, voor mijne moeder en voor Viotettaen nog
meer voor de kinderen. Eu ik ben ook een heefje te
leurgesteld voor u en voor Rudolf.
Voor mij vroeg de heer Cadwal,
Ja, een weinigje antwoordde Alice, terwijl zij
zich aan zijne voeten zette, eene gewoonte dje zij had
van toen zij een kind was. Gij ziet, onkel Qlivier, gij
hebt mij opgebracht om het leven te aanschouwen uit
uw eigen hoog standpunten ik kan het niet gebe te
ren dat ik u in alles voor een verheven eu edel model
heb genomen. Doch nu, ziet ge, nu maakt gij mij het
spoor bijster, dewijl gij nooh edelmoedig, noch recht-
veerdig schijnt te wiReq zijn. Wees niet boos omdat
jk zoq openherfig spreek voegde zij erbij, hem met
hare stralend* oogerj beziende r Immers, vaq toen ik
eeu kipd was, hebt gij UUJ geleerd rond uit te zeggpq
wat op mijn hert ligt.
Hij legde zijne hand op haar hoofd en zegde
—-Ga voort liefste,., vrees niet te spreken! Ija%
maak ik u, het spoor bijster 1
Omdat, schijnt het, gij oog aftijd aan dien oude»
familietwist denkt antwoordde Aljce.» Gy weet het,
in 't begin was het tante Felicia dia alle verzoening
verstootte. Gij depdt menigen stap onj haar te Vermur
wen doch uwe pogingen hieven vruchteloos, fk hen
er altijd triestig om geweest t» moeten denken, dat or
een twist bestond en dat g\j bloedverwanten hadt dia
gij nooit hadt gezien, fk begreep hoe alles gekomen
was, en jk zag geen middel om den toestand te doen
veranderen. Maar toen de héér Freer overleden WM
en gij hesloothen allen naar MarohwQQd te laten
men, dan hoopte ik (fat de Qqde twist voor goed ZOU
Vergetan zijn. En het i* omdat het sphyqt dat Rudolf
zon moeten buitengesloten blijven, dat ik weer bet
droefd eu bekommerd hen, Ifot is zijne schuld niet
indien zijn vader q beleedigd beeft, eq bet komt mij
njet edelmoedig voor, hem bqiten de algemeens kwijt:
scheiding te sluiten,
Cadwal draaide en kesrde op zyneq stoel als qf bij
njet op zijn gemak zat,
Gy begrijpt al de bijzonderheden van bet geval
qiet, liefst»,
Ik denk Inderdaad dat gy niets anders tegen bem
bobt dan dat hij de zoon is van zijnen vader,,, fs het
qiet zoo, onkel Qlivier
Jk heb niets persoonlijk tegen den jongen,
e?eer wel m»»r, daU schijnt bet mij niet recht*
veerdig tp zijn, bem bUiten de algemeens verzoening
tp sluiten- s