Aan onze Vrienden.
DE STERKSTE WIL
Nummer 52
Zondag 26 December 1897
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Vooruitgang door 't Werk.
Tooneelfeest op Zondag 26 December,
Oude Garde.
Ten Bureele van het Blad
Liberale Jeugd
Liberale Vrienden
Neemt een abonnement op De Dendergalm
De Cijferkunst.
1'2de Jaar.
4 fr. voor de stad
Abonnementsprijs 4 fr 50 yoor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN
v»nrop betaalbaar
Mea abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
HET ARRONDISSEMENT AALST
15 centiemen
Prijs ier Annonces°Z°Z
Vonnissen op de derde bladzijdefrank.
i -o Mj, v per drukregel.
Reklamen 75 centiemen r
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Ilandschliften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 24 DECEMBER.
Liberale Werkmanskring
om 5 1/2 uren stipt 's avonds.
Men zal opvoeren Liefdadigheid
drama en Per Expres blijspel.
Daarna KERSTBOOM voorzien van
honderde prijzen welke onder de aan
wezige leden zullen ver lot worden.
De Vrienden die geschenken willen
zenden voor den KERSTBOOM worden
verzucht hunne giften te zenden naar
Concordia of bij M. Gustaaf Leveau tot
Zondag middag 26 December.
Den eersten Zondag van 't jaar zijnde
2 Januari Concert en Luisterrijk Dans
feest in 't lokaal der Maatschappij.
Kan men bekomen, visietkaarten,
schoon papier eu net gedrukt te begin
nen van 1,25 fr. de 100. Men gelast er
zich tevens met het spoedig en verzorgd
uitvoeren van allerlei drukwerk plak
brieven, strooibriefjes, annoncen, bij-
eenroepingskaarten, Trouw- en dood-
brieven, doodbeeldekens, programma's,
Prijskoeranten enz. enz. alles aan zeer
gematigde prijzen.
De uitgever neemt de vrijheid zich
voor zijn keurig en spoedig werk bij
allen aan te bevelen.
R. VAN BRANTEGIIEM.
Vrijheidstraat 32.
Het jaar 1897 spoedt ten einde. Ge
durende dat jaar hebben wij even als
vroeger geen oogeublik onze plichten
tegenover de liberale partij, tegenover
de menschheid verzuimd.
Vooruit voor volksbeschaving voor
vrijheid eri onderwijs was immer onze
leus. Onze taak hebben wij echter ver
vuld met genoegen, omdat we den
steun hebben genoten onzer vrienden,
omdat ons werk goede vruchten heeft
afgeworpen.
Rond ons hebben zich al de tnaunen,
geschaard, die getrouw zijn gebleven
aan de liberale vlag zij allen hebben
ons pogen aangemoedigd, en zulks is
ons een ware voldoening, de eenige be
looning welke wij voor onzen arbeid
willen of wenschen.
Sursum Corda Hoog de harten
En waarom ook zonden wij den moed
opgeven. Waarom zouden wij den strijd
opgeven, wanneer alles rond ons ge
tuigt van herleving van heropbeuring
Sursum Corda Hoog de harten
Over geheel het land is de adem gegaan
eener bezielende kracht, de adem der
liefde voor de vrijheid en den vooruit
gang.
Zien we niet dat het werk der Allian
ce op goeden weg is Vergadert heden te
Brussel niet het Congres der Liberale
Werkmannkringen, een Congres dat
even als het Congres van 1846 de stich
ting van talrijke Liberale Kringen zal
ten gevolge hebben.
Zien we niet in onze stad de Liberale
Werkmanskring ondanks allen dwang
tot eene bloei gekomen welken nooit
door een politiek korps in onze stad
werd bereikt.
Zien we onze tegenstrevers niet mach
teloos terugdeinzen voor de bewijzen
van knoeierij, volksbedrog, cijferver-
valsching hen door een onzer mede
werkers striemend in 't aangezicht ge
smeten.
Sursum Corda Hoog de harten
E11 moed liberale vrienden De zege
schittert ons tegen. Wij durven ho
pen dat gij ons voort uw vertrouwen
zult verleenen en wij op u gelijk vroe
ger mogen rekenen. En Gij
Hoort wat uwe oudren verhalen van
de lang vervlogen tijden der hevige
kieskampen. Hoort hoe zij dan voor de
vrijheid van 't geweten in de bres
sprongen en jaren lang de blauwe vlag
in de hoogte hielden.
Ook in uwe adren stroomt het liberale
bloed, ook in uwe harten gloeit de liefde
voor de vrijheid en de beschaving en gij
zult aan de stem gehoorzamen welke u
roept tot getrouwheid aan de vlag door
uwe vadren verdedigd.
We doen een oproep tot al onze
vrienden en we zeggen
Leest en verspreidt DE DENDERGALM
het orgaan der liberale partij te Aalst.
Om ons in onzen strijd te helpen, om
ons werk zoo nuttig mogelijk te maken
neemt een
Abonnement op De Dendergalm
Het kost voor Aalst slechts 4 franken
's jaars voorop betaalbaar. Leest eu ver
spreidt ons blad geeft het voort aan
uwe geburen, aan uwe vrienden aan
uwe kennissen.
Van onzen kant zullen we niets ver-
waarloozen om het doel te bereiken, dat
wij beoogen Liberale eendracht, libe
rale propaganda, liberale zegepraal
4 franken 'sjaais voorop betaalbaar.
De abounenten der stad krijgen eiken
zaterdag avond voor 7 uren het blad
te huis.
Leest en verspreidt DE DENDERGALM.
DE REDACTIE.
Denderbode was zoo fier als de Gelaarsde
kater van het sprookje, toen hij onlangs sprak
van de sterfte in Aalst. Hij had in een werkje
uitgegeven door M. De Cock geneesheer te
Sint-Niklaas eene statistiek gevonden, waaruit
klaarlijk bleek, dat het aantal sterfgevallen in
Aalst in evenredigheid minder is dan in de
meeste groote steden van het land.
Hij was er niet verre van af uit te roepen
Ziet dan wat ons gemeentebestuur voor de
openbare gezoudheid doet, geen enkel bestuur
kan van dat oogpunt beschouwd met het onze
vergeleken worden, en met eene beleefd
heid welke hem eigen is daagde hij Dender
galm uit de cijfers over te drukken door hem
afgekondigd volgens het bovengemeld werkje
Wij hebbeu onmiddelijk de vraag van Den
derbode beantwoord en zijne cijfers besproken.
Wat is daarvan het gevolg geweest Een-
voudiglijk dat M. De Cock in dwaling werd
gebracht door de cijfers hem opgegeven door
ons stadsbestuur, en het wezenlijk getal orer-
lijdeus merkelijk was verkleind geworden.
Denderbode kan dus niet anders meer doen
dan zijn kwakzalversbonimentje in zijn knap
zak te bergen en af to druipen lijk een jongen
die een paanekeu heeft gebroken, met de be
kentenis dat ons kleppersbestuur eens te meer
het publiek en de wetenschap voor den aap
heeft gehouden.
Zal men staande houden dat wij ons bedro
gen hebben Niets gemakkelijker voor Den
derbode dan ons daarop bot te zetten. We dagen
hem op onze beurt uit onze statistieken over te
nemen en te bespreken indien hij er den moed
toe heeft.
Maar Denderbode zal dat niet doen, hij zal
niets antwoorden, hij zal zijne tong inslikken,
zooals hij het doet tegen onze artikels over het
stadsverslag.
De stadbuisbazen zijn overigens zulke felle
rekenkundigen, dat ze zeiven niets begrijpen
van het verslag door hen over de gemeenteza
ken uitgegeven. Het is bewezen dat dit verslag
onverstaanbaar, duister en vol misgrepen is.
Denderbode noch de schepen van financeu zul
len trachten dat krotwerk te verdedigen. Ze
durven het niet eens beproeven.
De kiezerslijsten bieden onze kleppers nog
maals de gelegenheid aan, zich met mathesis
onledig te houden. Voor hen bestaat de samen
stelling dier lijsten in eene dubbele operatie
eene additie en eene soustractie.
Additie of optelling der onrechtvaardig
ingeschreven kiezers zuigelingen inbegrepen,
want onze bazen zullen weldra de kiezers opha
len als ze nog in de luiers zitten. Eene additie
is zoo rap gemaakt, vooral wanneer het lot
van de kleppers van eeDe additie af hangt.
Soustractie of aftrekking van al de liberale
kiezers welke men zonder redeD had vergeten
in te schrijven. Geene genade voor de kiezers
verdacht van liberalisme. Ze vervullen do
noodige voorwaarden niet om kiezer te zijn
ea daarmee wordt hun reklaam in de mand
gesmeten. Onze kleppers zijn artisten in de
soustractie, als deze de goede zaak der kliek
betreft.
Ziedaar dus veel rekenkunde, veel te veel
zelfs, en ze bewijst dat onze meesters de be-
zonderste cijferaars zijn der wereld. Maar het
zou kunnen gebeuren dat ze te veel prakkezee-
reu met de cijfers en men die Mijnheeren weg
zenden zal om te huis op hun gemak te medi-
teeren over de nadeelige gevolgen der bokken
cijferkunst.
(44° Vervolg).
NEGENTIENDE KAPITTEL
M. Cadwal zatte lachen. Hij was boos op
Rudolfmaar hij was eerlijk en edelmoedig
genoeg om met zijne prikkelbare trotschheid
eenigzins in te stemmen. In de plaats vau zij
nen neef, zou hij zelf zeer waarschijneliik een
der en gelijk hij gesproken en gehandeld heb
ben. Dat wilde hij evenwel niet laten blijken.
Kom, kom, knaap zegde hij scherp het
is al zeer wel opvliegend en trotsch te zijn
maar gezond verstand is beter, en thans zou
ik willen dat gij naar eenige gezonde redenen
luisteren wildet.
En dan met haastige woorden dieniet te
wel gekozen waren, alhoewel hij het goed
meende sprak hij Rudolf van eene jaarlij k-
sche rente die hij hem wilde verzekeren.
Rudolfs aangezicht zag er uit als of het uit
marmer ware gebouwen geweest wit eu
hard en beweegloosmaar zijne oogen
gloeiden gelijk brandende kolen en zijne han
den waren zoo hard gesloten, dat de nagels in
het vleesch drongen. M. Cadwal had eene on
gerijmde zinspeling gemaakt, op het misnoe
gen en hot verdriet dat hij altijd gevoeld had
bij de gedachte aan het eerste huwelijk van
zijne zuster, en.de jongeling had dit als eene
beleediging aan de nagedachtenis van zijnen
vader opgenomen. Zijn bloed kookte. Niet
zoodra had hij de strekking van zijn onkels
woorden begrepen of hij sprong op, stootte zij
nen stool achteruit, en met verontweerdigde
stem zegde hij
Gij behoeft niets meer te zeggen Ik
dank u voor uwe goede inzichten, maar ik
herhaalvan u kan ik, vau a wil ik geene
gunsten ontvangen.
De heer Cadwal stond insgelijks op. Hij was
vergramd en gekrenkt. Niemand toch ziet
geerne eene aangeboden gunst van de hand
wijzen.
Luister zegde hij op eenen toon die gee
ne tegenspraak duldde het is hoog tijd dat
wij elkander verstaan...
Ik geloof dat wij elkaar zeer goed ver
staan zei Rudolf.
Wilt gij luisteren zonder mij in de rede te
vallen
Rudolf sloot zijne lippen tegen elkander als
of niets ter wereld ze hem weer zou kunnen
doen openen.
De heer Cadwal sprak voort
TuBschen ons heeft er langs beide zijden
een pijnelijk gevoel bestaan, en misschien niet
zonder reden maar ik ben tot de overtuiging
gekomen dat men moet kunnen vergeven en
vergeten. Dat wil ik en ik hoop dat gij dit ook
zult willen. In zekeren zin zijt gij mijn naaste
bloedverwant en ofschoon ik jegens u geene
gevoelens koesteren kan, die in andere om
standigheden op natuurlijke wijze zouden kun
nen ontstaan zijn, tooh beken ik geerne dat gij
aanspraak op mijne welwillendheid hebt. Mijn
erfgenaam kunt gij nooit zijn doch ik begeer
u daarentegen eene vergoeding te schenken.
Ik heb de zaak rijpelijk overwogen en ik heb
besloten de schikking te nemen welke ik u
daareven voorgesteld heb. Gij moet mij hierin
behulpzaam zijn en mijn aanbod in den geest
waarin het gedaan is aannemen... Wees geen
gek, Rudolf aldus besloot hij op scherpen
toon ik ben zoo geduldig niet als Job.
Mag ik nu spreken vroeg Rudolf
koel.
Indien gij eene verstandige taal wilt doen
hooren ja
Ik zal ten minste duidelijk spreken ik
weiger een cent van uw geld te ontvangen. Ik
ben mijn eigen meester en dat wil ik blijveD.
Ik stel mijne onafhankelijkheid op te hoogen
prijs om ze aan iemand te willen -mrkoopen
en aan u min dan aan iemand anders 1
In andere woorden zoo antwoordde de
oude man bitter dewijl gij niet alles kunt
krijgen, wilt gij niets hebben....
Rudolfs oogeu sproeiden vuur. Indien hij
niet sprak, 't was omdat hij niet kon maar er
lag iet» meer welsprekend in zijne stilzwij
gendheid dan er in zijne woorden hadde kun
nen liggen.
De heer Cadwal was zoo vergramd en zoo
diep gekrenkt, om hetgeen zelden gebeurde
onrechtveerdig te zijn.
Kom mij niet vertellen dat gij Marchwood
niet begeertMeent gij dat ik blind ben
Meent gij dat ik niet gezien heb hoe gij naar
de hand der meesteres van dit kasteel staat
Moet ik u nogmaals herinneren dat Alice
voor u niet is
Die woorden waren nauwelijks over 's mans
lippen of hij betreurde ze reeds. Hij wist dat
zij wreed en onedelmoedig, zoo wel als on
rechtveerdig waren maar ze waren uitge
sproken en konden niet meer ingetrokken
worden
Rudolf deed geene poging om te antwoor
den. Met tragen stap ging hij naar de deuz.
Zijn gelaat was verwrongen hij zag er uit als
iemand die eenen doodelijken slag ontvangen
heeft, doch zoolang zijn tegenstrever in zicht
is niet bezwijken wil.
Terwijl Rudolf vertrok bleef de heer Cad
wal getrufl'en in zijnen zetel liggen: hij had
Rudolfs verwrongen gelaat gezien en was op
dat zicht van aandoening achterover in den
zetel gezonken. Aldus zat hij nog toen doktor
Howard de kamerdeur openstak en gemeen
zaam, gelijk het hem als huisvriend toegela
ten was, binnenkwam.
Wat schilt er vroeg hij. Ik beu
Rudolf daar tegengekomen hebt gij eenen
twist met den jongen gehad 't
Twist stotterde M. Cadwal nu, ik ge
loof dat ik ja moet zeggen.
Zoo Doe dat niet meer indien gij het
het kunt vermijden. Het is zeer erg voor hem.
Hij is nog zoo kloek niet als hij er uitziet.
Midderwijl was Rudolf de trap opgeklom
men en naar zijne kamer gegaan.
Wordt voortgeset.