Krot.
DE STERKSTE WIL
15de Jaar.
Nummer 4
Zondag 23 Januari 1898.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
40.000 franken.
MISBRUIK.
Vastenavond.
Liberale Werkmanskring.
De Reepers.
Sint Sebastiaan.
Eerbied voor de Dooden.
Het Krotverslag.
Abonnementsprijs j dTn buiten Vflorop betaal 9
PIIIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
Nee spe nee metu
HET ARRONDISSEMENT AALST
j per drukregel.
Vonnissen op de derde bladzijdefrank.
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen Reklamen 75 centiemen
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 22 JANUARI.
De dompers die tengevolge der saucis-
senkiezing van 1895 tegen den wil des
volks op het stadhuis kwamen zijn de
telste kleppers van het land.
We lezen in het stadsverslag van 1895
op bladz. 21
De gemeenterekening, voor het dienst
jaar 1894, door de Bestendige Deputatie,
bij besluit van 26 Juni 1896, goedgekeurd,
beloopt tot
Algemeene Ontvangsten 669.872.75
Uitgaven 604.764.33
Dus een batig slot van 94.108,42
Maakt de aftrekking en dan zult ge vin
den 65.108,42 franken of 29000 franken
minder,
Verder in de begrooting van 1896 treft
men nog verschillen aan ten beloope van
meer dan 10,500 franken. Te zamen
omtrent
Voor de honderdste maal herhalen we
en zullen blijven herhalenBedrog of mis
grepen.
M. Bethune, Schepen van financen
moet daarover ophelderingen geven.
Indien M. Bethune de comptabiliteit der
kieskosten zoo goed heeft gehouden,
moet het er lief uit gezien hebben.
M. Bethune, M. Leo, M. Duwé hebben
niet kunnen antwoorden.
Zou Achiiles de vaantjesman, die zoo
wel de rekening kon opmaken van Voor
Taal en Vrijheid ons geene ophelderin
gen kunnen geven
Onze champetters die nochtans niet
te vet betaald worden, mochten kie
zen Hun plaatsken verliezen of hun -
nen winkel sluiten. Waarom
Om hen te beletten misbruik te ma
ken van hunne macht ten voordeele
van hunnen winkel,
Maar de stadsbedienden, en de be
dienden van het Weldadigheidsbureel
mogen herberg, winkel en bazar hou
den. Alhoewel zij meer dan de agen
ten misbruik kunnen maken van hun
nen invloed.
't Is schande.
Groote stoet rlen Dinsdag van Vasten
avond ten voordeele van het werk der
kleeding der eerste communiekanten.
Al de vrienden van leute en weldaad
zullen zich vooi dien dag beieiden om
er prachtig uit te zien.
Zondag 30 Januari prachtig Avond
feest Turn, Zang, Tooneel en Muziek,
Ten 6 uren 's avonds in Concordia
ten voordeele van 't werk der kleeding.
Kaarten van 1 fr. en 50 centiemen.
Heden Zondag 23 Januari, schoon
feest bij de Blauwe Ree pers.
We verzoeken al onze vrienden die
feest zoo talrijk mogelijk te willen bij
wonen.
Heden avond in 't Lokaal van St. Se
bastiaan prachtig Feest.
Dat niemand ontbreke.
Verleden maandag had de burgerlijke
teraardebestelling plaats van den major
Moerkercke. De talrijke vrienden en
bekenden, die aan den lijkstoet deel na
men zagen met verbazing eene kar me
een gevuld beerstuk erop, plotselings
de Zoutstraat inrijden, juist toen de
lijkstoet dezelfde straat inkeerde. Van
daar af tot aan de kerkhof baan, zegge
twintig minuten verre reed de stinken
de, uit zijpelende beerkuip vlak voor
den doodwagen.
Is't een toevallig samentreffen, of is
't eene voorbedachte smeerpoetserij.
Die vraag werd door al tie vreemdelingen
jesteld en bet is noodig, dat ze voor de
eer onzer stad opgelost worde. Terecht
zal men anders denken, dat er in onze
ïlerikale stad ellendelingen gevonden
worden wier ziel laag en bedorven ge
noeg is om het lijk van een braaf en-
verdienstelijk burger te beledigen en te
jevuilen,
Een feit stellen we vast De policie
heeft het schandaal laten begaan, het
was beuren pliebt die beerkuip te belet
ten voort te rijden. Art. 1 der Policie-
verordening op het ruimen en vervoe
ren van beer en op het ruimen der
stadsriolen te Aalst afgekondigd sedert
30 september 1853. verbiedt het ver
voer van beer in villen dag.
Heeft de policie, welke zoo schanda
lig een gemeentereglement heeft laten
overtreden, ten minste getracht den
naam te weten van den overtreder,
heeft zij tegen hem proces-verbaal op
gemaakt.
Indien zij den voerman niet kent, of
den eigenaar van het gespan, of de ke
rel die den voerman heeft te werk ge
steld, dat zij een enk west opene we zul
len baar helpen en we zullen weldra
den plichtige opsporen, hij dient voor
beeldig gestraft te worden, opdat zulke
feiten geen plaats meer zouden hebben.
En wie weet Voor de~oplossing der
kwestie die wij opwierpen zal het be
langwekkend zijn te weten wie de eige
naar is van het smerig gespan en wie
den voerman de lijkonteerde taak heeft
opgelegd.
Voor het oogenblik dringen wij uiet
aan op de voorbedachtheid, hoewel ze
onbetwistbaar schijnt in de oogen vao
velen, We zullen wachten tot er licht
kome iu deze zaak. Indien het echter
inderdaad waar is, is het de laagste der
laagheden. De eigenaar der beerkuip
moet uitleggingen geven, zoo niet
maakt de policie zich medeplichtig aan
lijkonteering, we wachten nieuwsgie
rig naar die uitleggingen.
Terloops stippen wij aandat gedu-
renie de begrafenis plechtigheid ver
ontwaardigde protestatien zijn opgeste
gen. Een oud-officier heeft zijne kaart
aan personen van Aelst behandigd en
heeft hen verzocht het schandaal in de
nieuw sbladen te schandvlekken. Des
noods zullen wij met zijne toestemming
van zijnen naam gebruik maken.
Nog andere personen vreemd aan on
ze stad hebben zich bij deze protestatie
aangesloten en we laten hier eene sa
menspraak volgen, welke wij na de be
grafenis hebben gehoord.
Die samenspraak tusschen twee acht
bare personen toont aan, dat zoo de aan
wezigheid dier beerkuip eene protesta
tie is tegen de afwezigheid van priesters
bij de teraardebestelling van Major
Moerkerke, de bedreven laagheid niet
tot eer strekt der plichtigen, noch tot
eer der geestelijkheid welke men heeft
willen wreken.
X 't Is een dier deugenieterijen
welke een der kenschetsen zijn van do
Aalstersche dompers.
Z Het verwondert mij in geenen
deele. Elk weet, dat zij te Aalst tot alles
in staat zijn.
X Zelfs tot het beleedigen ran het
stoffelijk overschot van een man, die
tijpe was van rechtschapenheid en eer.
Z 't Is zoo stom als beest. De lie
den met Batyrischen geest bezield zullen
zeggen die beerkuip vervangt de pries
ters,
Indien de kleppers van ons misbakken stads
bestuur fijne rekenkundigen zijn, moeten ze
toch den duim leggen voor de cijfertwijnders en
getallenspinners onzer kerkfabrieken. Een
voorbeeld cal wellicht voldoende zijn om mijn
gezegde te staven.
Iu het stadsverslag van 1894 leest men op
bladz. 38
De |begrooting voor 1895, der Kerkfabriek
van St. Jozef, bevat in 't kort
Ontvangsten fr. 13,894,92
Uitgaven fr. 13,517,00
(47* Vervolg).
TWEE-EN-TWINTIGSTE KAPITTEL
Onkel Olivier, indien gij van iemand anders,
die een prachtigen landeigendom bezit, sedert
eeuwen van geslacht tot geslacht in dezelfde
familie gebleven, moest hooren zeggen, dat hij
den zoon zijner verstooten had om het familie
erfgoed aan een meisje te laten overgaan die
zijne pleegdochter was geweest, ik ware belust
te weten wat gij daarvan zeggen zoudt... Doch
neen het moet mij niet eens belusten want
ik weet het ja, gij zoudt zeggen dat die man
een domkop is, en dat zijn testament zou moe
ten gebroken worden dat het meisje een slim
me konkelaarster zijn moest die niet verdiende
dat men haar een cent achterliet. Dat zoudt
gij zeggen en vele andere eerlijke lieden met
u
Zij bezag hem zonder vrees en juist op dit
oogenblik scheen eene van hare natuurlijke
vroolijke vlagen als een zonnestraal over haar
gelaat.
Onkel Olivier, gij hebt mij, zoo wel in
pratijk als in theorie, zulk aanzien en zulken
eerbied voor het eigendomsrecht, zulk eene
diepe overtuiging over de weerde van dat recht
aangeleerd en ingeprent, dat ik —zelfs om u
te behagen niet denken kan, dat familie
aanspraken niets zijn en dat de familiegoede-
reu er des te beter om zijn met verruild te
worden van hand tot hand, of verdeeld of ge
deeltelijk verkocht naarvolgens het goedvinden
van den tegenwoordigen bezitter. Ik leef te
lang op de erve van Cadwal om niet geleerd
te hebben wat men doen kan voor menschen
en plaatseu met de erfgoederen in de recht-
streekscbe lijn te behouden, onder dezelfde
goede overleveringen, onder den zelfden naam
en hetzelfde geslacht. Zijn er hier geen men
schen wier vaders en grootvaders gedurende
vele geslachten in den dienst der Cadwals ge
boren werden en leefden en stierven Ligt het
kerkhof niet vol grafsteenen van de Cadwals en
en hunne getrouwe boeren Is de oude plaats
niet vol legenden en overleveringen van het
oude geslacht Ben ik niet opgekweekt met
eene heilige liefde en een grooten eerbied voor
alles wat Cadwal heet Gij zelf hebt gij geene
geneugte gevonden in mijne liefde voor het
oude kasteel en zijne achtbare overleveringen
En toch luister, onkel Olivier, luister, en
bloos over uwe onstandvastigheid en toch,
eischt gij van mij dit alles uit te roeien, alles
uit te roeien, alles wat gij mij hebt leeren be
minnen en eerbiedigen en het oude kasteel
van Marchwood overgaande in vreemde
handen, zou ik moeten verlagen tot een gewoon
nieuwerwetsch huis Geen druppel van het
bloed der Cadwals vloeit door mijne aderen
ik ben niemand, ik bezit zelfs geen stamboom
die de moeite weerd is om van te spreken en
Overschot fr. 377,92
In hot stadsverslag van 1895, leest men op
bladz. 40
toch, het is voor mij dat gij uwen neef wilt ont
erven uwen Latuuriijkeu erfgenaam, en dat
gij Marchwood wilt verlaten aaneenen fortuin
jager die met mij zou trouwen voor mijn geld...
Ha, onkel Olivier, laat u bijtijds waarschuwen
vertrouw nooit eene ^rouw
Eu zijt gij nu geheel uitgesproken, Alice
vroeg hij op bedaarden toon.
Daar zij niet antwoordde, vervolgde hij met
koele vastberadenheid
Om reden, indien gij gedaan hebt gij mis
schien mijn testament zult willen lezen.... Het
is een testament, zoo klaar en zoo duidelijk,
dat het niet kan verbeterd worden en dat ik
niet pogen zal te verbeteren.
Zij bezag hem strak in 't gelaat, en in hare
schoone sineekende oogen lag er iets zoo on
weerstaanbaars, dat zijne eigene trekken wat
ontspanden, en hij streelde hare hand met zij -
ne hand.
Gij zijt een goed kind, Alice Gij zij t edel
moedig en rondborstig; maar, gelijk gansch
uwe kunne, niet praktisch. Al nat gij gezeid
hebt is waar in zekeren zin maar de dingen
kunnen niet altijd op dezelfde wijze voortgaan.
Het Oude Testamont maakte plaats voor het
Nieuwe. Edoch laat er ons niet meer over
spreken. Ik had er nooit moeten van gewagen,
maar ik meende dat gij uwen toestand bier
kendet, zoo iedereen hem kent.
Onkel Olivier zegde zij, steeds voor
hem geknield, en haren onbevreesden blik vol
op hem latende rusten ik had reeds mijne
twijfelingen vroeger en tot vandaag toe was ik
niet bepaald zeker ik gevoelde niet dat ik
eeuig recht had om te spreken. Thans dat ik
alles weet thans dat gij mij in duidelijke
woorden gezeid hebt wat gij hebt gedaan, mij
ne gedachte niet reebt uit te zeggen.
a Dat hebt gij zeer duidelijk gedaan, Alice,
en ik heb u volkomen begrepen. Er hoeft niets
meer over deze zaak gezegd te worden.
Ja tocb, onkel Olivier, er moet nog meer
worden gezegd antwoordde Alice minzaam.
Ik moet u doen verstaan dat het mij onmo
gelijk zou zijn u op Marchwood op te volgen,
terwijl uwe bloeü ver wanten zouaen onterfd
zijn.
Een diepe rimpel kwam op Cadwals voor
hoofd een rimpel dien Alice er niet dikwijls
op gezien had.
Ik meende dat gij veelaan de plaats hield,
zegde hij scherp.
En dat doe ik. Ik bemin ze meer dan alle
andere plaats. Zij is de eenige thuis dien ik
ooit gehad heb en de gelukkigste thuis dien
een kind of eene vrouw hebnen kan. Maar, on
kel-lief, het is de plaats uiet die in mijn herta
ligt het is de liefde welke ik hier ontving dié
ze geheiligd en gezegend heeft. Hier vond ik
eenen tehuis, omdat gij er waart gij die
voor mij een vader en eene moeder waart tege
lijkertijd—gij die mij nooit eene smert hebt
laten storten. Dierbare onkel Olivier, denkt gij
dat ik Marchwood zou beminnen indien bet
niet uw tehuis was en indien uwe liefde het
niet mijnen tehuis gemaakt hadde.
Wordt voort ge get.