111 STAD AALST GROGTE KAVALKADE STRIJDPENNING Het werk der Kleeding DE STERKSTE WIL 13de Jaar. Nummer 8 Zondag 20 Februari 1898, LIBERAAL WEEKBLAD VOOR DINSDAG 22 FEBRUARI derden dag van Vastenavond ALLE POLITIEKE Laafste Algemeene Vergadering den Maandag om II uren voormiddag in den Comte d'Egmont. Vr Abonnementsprijs g^votr dTn buiten v*°rop betaalbaar PRIJS TER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, B2, Vrijheidstraat, 32AALS1. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen rtrukrWfèL Prijs der Annoncen: i^iamen 75 centiemen Vonnissen op de derde bladzijdefrank Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden word* Iiandscbliften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. 1st, 19 Februari. Ingericht met toestemming van het stedelijk Bestuur ten voordeele van yan behoeftige Eerste Communiclianten. Vorming van den Stoet Op het Statieplein en omliggende straten ten 1 ure namiddag. PRACHTIGE WAGENS, GROEPEN, RUITERS, MUZIEKKORPSEN, enz. enz. zullen den stoet opluisteren. schimpen of zinspelingen zullen zorgvuldig vermeden worden. Al de Vrienden van vermaak in 't weldoen zullen te voet of te paard, in Rijtuig, Wagen of Velo aan dezen stoet deelnemen. KAARTEN van 50 ceijtiemon zullen te koop worden geboden en de dragers ervan zullen ontslagen zijn van de inzamelaars die met bussen op den doortocht van den stoet omhalingen zullen doen. ten voordeelo der Kleeding van Eerste Communiekanten. Onze Strijd. Ruim drij jaren geleden traden wij, uit genegenheid voor de grondbeginse len van vrijheid en verdraagzaamheid als opstellers van Dender galm op. De ttak, die wij op onze schouders laadden was zwaar doch we wareu met moed bezield en vingen den strijd aan met het vaste voornemen de pen niet neer te leggen vooraleer door de zege praal der liberale partij in onze stad een nieuw tijdperk vau rechtvaardigheid zou aanbreken vooraleer door den val der coteiie, Aalst eene stad zou worden waar al de burgers, neringdoe ners en werklieden gelijke rechten, ge lijke voordeelen zouden genieten. Zeker, onze taak is niot ten einde, ons doel is niet bereikt, maar wij heb ben de bevolking, de eerlijke bevolking ODzen walg voor al wat willekeurig, on rechtvaardig en konkelfoes is doen deelen. De Aalstenaars worden het afhaspe len van al hunne belangen beu,ze willen klaar zien in het bestuur, ze worden af- keerig van dat eeuwig geknoei, van dat eindeloos gefoefel in het duister. Het brood voor den arme wordt, ge bakken door de vriendjes, alle bedie ningen ziju voor de vriendjes, alle werk, alle nering is weeral voor de vriendjes. Mag dat zijn betalen alle winkeliers alle ambachtslieden, alle neringdoeners, 't zij gelijk tot welke partij ze behooren geene lasten Hebben zij allen in dezelf de mate geen recht van datgene te ge nieten, dat de openbare macht hen kan en moet gunnen. Om haren wankelenden troon recht te houden wordt de coterie meer om meer drukkend het wordt despotism, het wordt tirannie. En die tirannie wordt niet alleen uitgeoefend tegen politieke tegenstrevers maar tegen partijge- uooten die niet spartelen willen als poesjenellen wanneer een kliekmau aan 't koordeken trekt. Wie het laagste kruipt, wie het best muilen kan trekken, wie het best den schijnheiligaard kau uithangen wordt vooruitgezet en steekt zijne mededin gers den loef af. De kliek vraagt niets dan muilentrek- kerij, wij vragen rechtzinnigheid en rechtvaardigheid. We kennen kerels die sinds veertien dagen of een of meer jaren van anarchist domper zijn geworden, die nu wekelijks» ja dagelijks ter kerke loopen, die in de processie eene flambeeuw dragen, die alle dompersvergaderingen bijwonen en er als bij toeval paternosters met dikke bollen uit hunnen zak laten vallen, maar die 's avonds dronken zijn, vloe ken als de groote Turk en vuile liederen brallen. Welnu, zulke kerels worden verkozen zelfs boven brave katholieken en wor den langs alle zijden bevoordeeligd. Ia Aalst hooft men maar kazakdraaier en partijverrader te zijn om bij de kliek in aanzien te komen. Maar alle eerlijke lieden begint dat spel tegen de borst te stuiten en zij ver langen naar verandering, zij wenschta om verlossiug. Indien de lieden thans begrijpen wat al geknoei en konkelfoes in onze stad heerscht is het grootendeels aan ons tG wijten. We verrichten onze taak met genoe gen, want de gansche bevolking geeft ons gelijk en op niet eene der kwestien welke wij te berde hebben gebracht heeft de kliek een antwoord kunnen ge ven. De moniteur der coterie 't orgaan dep procédés, heeft op ouze artikels niet ge antwoord, of heeft ellen ig het onder spit gedolven, of heeft zich uit den slag meeneu te trekken met het afkondigen van krapuleuze dingen. Al wat wij schreven mocht den toets der openbare opinie trotseeren en wekte niet. alleen de aandacht op der denken de bevolking van Aalst maar van heel het Vlaamsche land. "We zijn er fier over. Bijna alle Vlaamsche weekbladen en zelfs groota dagbladen nemen wekelijks van onze artikels over. We zullen het hun zeker niet beletten, in tegendeel Dendergalm vervult dus in de drukpers eene gewich tige rol. Denderbode integendeel werd door 't Gerecht gebrandmerkt als oneer der bedendaagsche drukpers. Hij moet zijne kolommen vullen met knipsels uit andere tijdschriften en nieuwsbladen, eu weet als lokale polemiek slechts voor den dag te komen met ellendige, ge- meene en zoutelooze deuntjes tegen een (50' Vervolg). DRIE-EN-TWINTIGSTE KAPITTEL Aldus werd de vriendschap van Rudolf met Horald Vinrace eene bron van geneugte en hoe meer zij met elkander omgingen, hoe meer de gedachte, welhaast bij elkander te werken, hun toelachte. Ik geloove niet dat Hubert ons veel zal ko men storen zei Vinrace zekeren dag met een korten lach.u Hij i3 nooit een werker geweest, «n nu gaat hij trouwen met eene rijke erfgena me, niet waar Doet hij Dat wist ik niet zegde Ru- dolf. Misschien is het nog zoo verre niet, doch >k geloof dat hij goed te weeg is. In de familie heeft men altijd gezeid dat Hubert een rijk hu welijk moest doen. Sir Arthur heeft zijne vier dochters te plaatsen en alhoewel zij een schoon landgoed hebben. Hubert zou er niet kunnen op leven mdiea zijne vrouw geen for tuin hadde. Dat heb ik ook gehoord, maar ik geloof niet dat Hubert tot hier toe veel kans in zijne huwelijksplannen gehad heeft. Vroeger was hij nooit oprecht verliefd, doch ik meen dat hij er nu aan is. Hebt gij er niets van gehoord Hebt ik niet verstaan, dat het op Marchwood was dat gij uwen arm ge broken hebt Rudolf trilde bij het hooren van dien naam tot nu toe had hij slechts weinig acht gegeven op de woorden van zijnen nieuwen vrieDd. Marchwood vroeg hij. Wat is er van Wel, het is daar dat de erfgename woont... Gij moet haar gezien hebben... Meent gij dat Hubert daar eenige kans heeft Waarlijk, dat kan ik niet zeggen zei Ru- dolf. Maar ik ben van gevoelen dat jonk vrouw Teuait een beter huwelijk zou kuuneu doen dan met Hubert. Wel, ziet ge 1 Het is op die wijze geko men, denk ik. Hij had het geluk het leven "an den onkel der jonge dame te redden en dit leidde tot eene uitnoodiging. Het schijnt dat de onkel hem zeer genegen is en hem aanmoe digt om het hart en de hand van zijne nicht te winnen, en, ten ware er een meer bevoordeelde mededinger bestonde, schijnt het niet oiimo je- lijk dat hij aanveerd worde, zoo wel uit dank baarheid ais om iets anders. Sir Arthur begint de zaak zeer ernstig op te nemen, en hij is de man niet om zonder den weert te rekenen.... Maar Stanhope, wat wordt gij bleek. Wij heb- beate lang gewandeld... Kom binnen en rust wat eer het diné begint. VIER-EN-TWINTIGSTE KAPITTEL En was het wel waar dat M. Cadwal de op lettendheden van Hubert Morrison voor zijne pleegdochter aanmoedigde, en dat hij geneigd was hem te ondersteunen indien hij stout ge- noeg was om &*n Aücö liaro baud te vragen Ja, hoe wonderlijk het ook schijnen moge, nagenoeg aldus stonden de zaken. Om de waar- hefd te zeggen, niet weinig getroffen was de heei Cadwal door Alice's handelwijze eu woor den ter gelegeDgeid van Ru lolfs schielijk ver trek geweest. Voorzeker, een huwelijk tusachen zijne aangenomen dochter en zijnen natuurlij ken erfgenaam, dat zou aau iedereen au het beste middel om de moeilijke vraag op te lossen kunnen zijn voorgekomen ja, maar de heer Cadwal was geen gewoon man, en van derge lijke oplossing wilde bij niet hooren spreken Ware het Vemen geweest voor wien Alice eeni ge geuegenheid blijken iiet, misschien zou by zijne toestemming gegeven hebben maar Ru- dolf was een Stanhope en sedert het vierde van eene eeuw kwam de eigenzinnige oude man meer en meer tegen de gedachte in verzet oenen Stanhope te verrijken met hem een aan deel te geven in het prachtig oude stamgoed, dat door de vlijt van eene lange reeks voorva deren zijne tegenwoordige uitgestrektheid be reikt had. Alice's woorden over dat onderwerp, dat had den ouden heer diep getroffen die woorden hadden, veelmeer dau de goede jonkvrouw ver moedde, het besluit om geheel zijn fortuin aaq haar te vermaken en te bezetten aan het wan kelen gebracht en nu dacht hij er zeer ern stig aan, Vernon tot zijnen erfgenaam aan te Stellen maar telkens dat zijne gedachten dia richting aannamen, verscheen het streng, som ber, schoon gelaat van Rudolf voor zijnen geest, en dan hoorde hij eene stem in zyn hert, eene stem in zijn hert, eene stem die zegde Indien Rudolf een Freer ware en Vernon een Stanhope, Rudolf is tienmaal meer weerd ig dan Vernon maar hij is de zo,on van Stag- hope en nooit zal hij de meestee van March- wood zijn In T1 Wordt voortgewt, jr., - I vfn lied gezongen te Hamme door E. Vermeir fr. 2.00 De vrienden van Jef Poezjelein omdat bij aan Lie- zabella een telegram zond met een staal van zijn gerief 1,20 j Ontvangen van G. Van der Veurst op een Vnen- denfeest 8 55 van Aug. De Moor 0,50 van Teofiel Deleortvan het zingen van verscheidene liederen 3,06 een lied bij F.'Perdaen» gezongen door C. V. 3,74 Santa Kliekkaka gezongen door C. V I 77 een nieuw lied van over 50 jaar door't Boerken van de Vaart 2,12 Heb medelijden door P. Vonok 1,10 De Levende Brue door 't Boerken 1,00 Santa Kliekkaka bij moeder door denzelfden 2,00Een chineescheu dan» door den Bele 0.50 De gevolgen van Verbeeck's feest 1,20'; De Lustige Vrienden luimige driespraak door den vriend C. D. W en L. D. L. 1,77 Het Kiesmoleken door R. D. S. 1,30 ter herberg van J. De Jonghe 2.37 an de Balboogmaatsohappij Ph. V. d. Buloke 2,09, een lied gezongen B. Coppens2,38 onder het zingen van een lied door P. D. 0,50 i na het zingen van een lied bij de W0 De Grauw 0,50. HUWENDE EN TEN HUWELIJK GEVENDE I

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1898 | | pagina 1