KROT.
Misbruik.
DE VERZOENING
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
40 duizend franken.
Patronagen en Congregatiën.
Zoekt uw Aas.
AbonnementsprijsTn bulten voorop b,taalbaar
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
HET ARRONDISSEMENT AALST
PrijsderAnnonoen^—;^1»:—
Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST 25 JUNI.
Waar zijn ze naartoe Waar zijn ze
verzwonden Waar kan men ze terug
vinden Wie zal ons op hun spoor bren
gen Waar zouden ze toch verborgen
zijn
Wie Wie Wat
"Wel de -40,000 franken
van liet krot ver slag1.
In het stadsverslag van 1895 komen
voor ongeveer 40,000 franken dwalin
gen voor
De 19 dompers van den gemeenteraad,
de groote congofinancier inbegrepen,
weten op onze vragen niet te antwoor
den
Zijn het misgrepen of is het bedrog
Antwoord eens collectie kleppers
De champetters mochten kiezen tus
schen het sluiten van hunnen winkel
en het aftreden als agenten der stad
Aalst.
Die maatregel werd genomenomdat
de agenten van hunnen invloed geen
misbruik zouden maken ten voordeele
van hunnen winkel.
Maar de bedienden van het Landhuis
en erger nog de bedienden van het arm
bestuur houden herberg, magazijn en
winkel. Bij hen is het misbruik van
invloed nochtans meer mogelijk dan
bij de agenten.
't Is schande Maar 't is zooals het
Vlaamsch spreekwoord zegtDe groote
visschen eten de kleine.
Maakt u meester van de jeugd en van
de vrouwen, zeide eens een jesuiet, en
gij zult de wereld beheerschen.
Dat willen onze dompers in praktijk
stellen ze klampen de jeugd aan, niet
alleen in de scholen, maar ook daarbui
ten ze klampen de vrouw aan, niet al
leen in de kerk maar nog meer elders.
In al de scholen hebben ze nog geen
invloed genoeg, om de kinderen open
lijk den baat en de verachting voor an
dersdenkenden te durven voorbehou
den.
In de berk is het pnbliekte groot en
te uileenloopend, om de vrouw onbe-
dektelijk tegen vrijzinnige echtgenoo-
ten broeders ofgaburen tot plichtver
zuim, bespieding en plagerij op te wek
ken.
Daartoe dienen de patronagen en de
congregation.
Door uitdeelingen van snuisterijen
pakjes tabak, sigaren en andere onbe
duidende dingen worden de kinderen
naar de patronage gelokt. Nu en dan
hebben er ook wel uitdeelingen plaats
van mutsen, vesten, broeken enz. om de
ouders gunstig te stemmen.
In de patronage, heet het, wordt aan
de kinderen hunnen catechismus ge
leerd, die zij anders spoedig zouden ver
geten en hunne plichten van christene
men8chen voor oogen gehouden. De
moeder zendt er de kleinen heen, vader
is er onverschillig aan.
In de patronage wordt dan door een
broederken of door een pastoor het por
tret geschilderd van liberaal en nu ook
van demokraat. Zulke lieden zijn ge
doemd tot de eeuwige duisternis, zij zijn
Gods vijanden, het ziju verachtelijke
wezena, het zijn helhonden.
In de patronage worden liedekens ge
leerd waarvan inhoud en vorm geheel
geschikt zijn om alle schoonheids- en
waarheidsgeroel te verdooven al wat
de kinderen er te hooren en te zien krij
gen is bestemd om hunnen geest voor
redeneering, voor rechtzinnigheid en
voor onafhankelijkheid onvatbaar te
maken.
Yan ware burgerdeugd, van oordeel,
overleg en nadenken van vrijheid en
andere gaven die den wezenlijken
mensch kenmerken is er geene spraak.
Al wat men er bedoelt is het kind
voor te bereiden, later als mensch ge
dwee alle drogredenen zonder knipoo-
gen te slikken hem tot een buigzaam
werktuig te maken van het fanatism
hem eraan gewend te maken afstand te
doen van zijn eigendenken, van zijn in
nerlijke wilskracht, in ruiling voor eene
lekkernij, in ruiling van een geschenk.
Het kind leert er den weg naar de sec
ties.
In de congregatiën gebeurt nagenoeg
hetzelfde. Jonge meisjes en getrouwde
vrouwen, (liefst invloedrijke personen)
worden er tot de vinnigste kwezelarij
opgestuwd. De uiterlijke plichtplegin
gen van den godsdienst vervangen er al
le denken. Men bidt er rozenhoedjes,
zingt er ave's, houdt er feestjes en par
tijtjes, waarop alle vrijzinnigen als
helsch gebroed worden afgeschilderd.
Yan ware zedelijkheid, van lichaams
reinheid, moederzorg en vrouwenplicht
wordt er nooit gesproken maar van
sermoenen, van vespers, van kiezmg en
bemoeiing daarmee, wordt er bezonder-
lijk veel gerammeld en gefluisterd.
Vele vrouwen vergeten daar dat hunne
plaats in hun huis is, vele vrouwen ver
geten er hunne roeping, krijgen lust in
de feestjes en lust vooral in 't mooie
wel'k der kommeerderij.
Als de congregatie al lang gedaan is
staan er nog groepjes hier en daar over
het huishouden van anderen te wawelen
en te liegen, of maken wandelingskens,
die niet altijd tot stichting dienen van
't publiek, of wonen partijtjes bij waar
in de liefde voor een goeden slok god-
vruchtiglijk wordt beoefend.
door Pol LINDEMA
mag zonder toelating niet overgedrukt worden.
Weer bevestigt men ons van verschillende
kanten, dat de boekjes der armen wer
den binnengevraagd en de noodlijden
den, gedurende een of meer maanden,
dat wil zeggen zoolang zij hun boekje
niet terug hebben, geen onderstrnd
kunnen genieten.
Zulks komt ons voor als onaanneme
lijk, en als het echt is, mag het eene on-
menschelijke, ja barbaarsche handel
wijze worden genoemd.
We weten wel de winter is zacht ge
weest de nood niet zoo dringend als op
andere jaren, en in den zomer is er al
licht iets voor den armen man te ver
dienen. Maar het is ook waar, dat door
verscheidene oorzaken vele arbeiders
werkeloos zijn geworden en geen cent
verdienen kunnen.
We zullen ook niet betwisten, dat ve
len in Aalst onderstand genieten van hefe
Armbureel en die hulp geheel onwaar
dig zijn. Maar we weten ook, dat velen
der rampzaligsten en verdienstelijksten
brutaal verstooten worden en men zich
om hun lot niet bekommert.
De droeve geschiedenis van den on-
golukkigen huisvader L, V.... die met
zijne twee van honger schreiende kinde
ren, hulp ging afsmeeken, met onmen-
Bohelijke ruwheid werd bejegend, en
in eene cel werd opgesloten terwijl zij
ne twee kinderen op straat van schrik
en ellende standen te huilen, vergeten
wij nimmer.
In Aalst laat de inrichting van het
armbestuur veel tewensohen, en uit
die slechte inrichting spruiten dan ook
vele verkeerdheden voort.
De voornaamste bedienden houden
winkel wat zeg ik, zij houden bazar
de wezenlijke toestand der noodlijden
den wordt niet ernstig genoeg onder
zocht de armenbezoekers zijn van de
burgerij schier niet gekend en houden,
zegt men, ook winkel.
Doch dit verklaart nog niet waarom
men de armenboekjes binnegvraagt,
ten ware men eene radikale verandering
in 't bestuur der weldadigheid wilde in-
voeren en we betwijfelen zeer of de
dompers daaraan denken. Zij hebben
hunne reden om niets aan 't bestaande
te wijzigen.
Wat moeten de armen nu doen, we
duwen, weezen, gebrekelijken enz. die
in den zomer zoomin hulp kunnen ont
beren als in den winter Moeten ze be
delen of moeten ze stelen
De duivenmelker voedert ook zijne
duiven in den winter, maar voedert ze
(2* Vervolg.)
't Was niet heel en al uit eigen beweging dat
Anneken haar huis verliet. Toen zij in heurs
vaders karre stapte met haar Laureken op den
arm zijpelden twee dikke tranen van hare wan-
fen en droefheid en wroeging nepen haar het
arte
Zij was opgevoed in de zielbedriegende leer
der Roomschen. De pastoor maakte misbruik
van haren eenvoudigen godsdienstzin en ver-
leerde'haar de heiligste plichten.
Ü„Dan had zij anderzijds eene moeder, die, als
zoovele ordentelijke schoonmoeders een pik
had op haren schoonzoon en met innige wel
lust druppel na druppel iu den beker der hui
selijke oneenigheid stortte totdat hij eindelijk
overliep
Lijk zij daarheen dobbert op den grintweg,
wijl elke schok der karre haar verwijdert van
haar huisjen en hare liefde, met haar slapend
kindjen op den schoot en haar altoos taterend
i'ongsken op den koffer aan heur zijde, her-
eeft zij haar leven van vroeger dagen.
Op een lentenamiddag trok zij door de een?
zame velden. Ze was toen in den bloei barer
jaren eu barer alles overtreffende schoonheid.
Op den zoom 'tElzenboschje bleef ze eensklaps
staan. De stille, weemoedige tonen van een
liefdelied klonken voor de ruiselendo blade
ren tot aan haar oor. Het was het arme Roosje
der Abeelen die zong aan den beekkaut
Lange jaren nu geleden
Trok mijn harteliefvan mij.
't Was een dag zoo schoon als heden
In den lieven, groenen Mei 1
Toen haalde zij de schouders op en lachte
om het lied van 't droeve Roosje.
Maar ook baar tijd kwam en wel eer zij het
had vermoed, 't Was op den zondagavond van
kermis. De hulponderwijzer der gemeente
school leidde haar ten dans huppelde eeinge
malen met haar rond in de tentsprak van
liefde en beminnen roemde hare glansrijke
schoonheid, en verliet haar dan om met ande
re meisjes te zwieren, onbewust dat hij een
zuiver, zuiver maagdenhartje met zich nam.
Zij, sedert dien avond leefde alleen door en
voor hem. Zij beminde hem iu de eenzaamheid
des harten eindeloos zonder ooit den moed of
de kracht te hebben hem die neiging barer ziel
te bekennen.
Hij bekreunde zich om baar evenveel als om
de andere boeriuuekens, wier hoofden hij had
doen draaien, en wandelde vfQQlijlt 61 91^6"
kommerd door den wereld,
Een jaar streek been,
't Was Lente. Weer rezen de leeuwerikken
uit de graanzee in de hooge, blauwe lucht
weer geurden de viooltjes tusschen de dorre
gerzenhalmen aan den hagekant.
De meikermis was daar terug, en zij, Anne
ken stond weer in de tent schoon en fleurig
als'tander jaar, maar met iets in haar groot,
lief oog dat getuigde van rustlooze nachten en
droomerige da^en.
De meester merkte haar op van tusschen de
draaiende paren en knikte haar vriendelijk
toe
Weer daalde er heil ia haar boezem.
Een minuut later was de jongeling bij haar
en leidde haar, rillend van liefde en zaligheid
in den wriemelenden kring.
Anna, zegde de meester aan haar linker-
oortje, wat zijt gij schoon dezen avond I
Hat zegdet gij mij verleden jaar ook zei
ze.
Verleden jaar ja, t is waar ik herin
ner mij, wij dansten als nu in deze zelfde
teut.
Gij waart het vergeten, vroeg ze
Neen, maar ik dacht er niet meer aan.
Toen waart gij ook alleen op de kermis
dan waart gij vroolijk en nu blikt ge zoo treu
rig I... Aan lieve, schoone meisjes als gij,
staat het op kermis te zingen en eens recht
vroolijk te zijn.
Maar ik kan niet alleen plezier maken,
üiet ftljeei zingen, had Z(j geantwoord,
Wel, zei de brave jongen, blijf in ons ge
zelschap, Anneken, wilt gij ?Ik verzeker u dal
gij zult lachen I
Zij bleef. En nooit in hare dagen van Troe-
gere vreugd en uitgelatenheid had zij zich zoo
wel vermaakt als op dien kermisavond,
En toen zij, in den lichten maneschijn, naa?
huis wandelde aan zijne zijde, haren lin-
kenarm onder zijnen rechtenarm geschoven eu
hand in hand, was zij gelukkig en wel te moe
de als nimmer, en blikte zij de toekomst iu
vol blijheid en vol zoete, jeugdige hoop I
Later als zij, in welige lentenamiddag en
lachend en jubelend door velden en bosscheu
wandelden, of naar da kermissen in naburige
gemeente gingen, keerden velen zich naar heu
om en zegden of dachten. «Wat schoon paar,
Dan werd hij hoofdonderwijzer in Lommer
beek en leidde haar ten outer. Het weergla*
van den huiselijken haard stond immeröp:Vast
schoon totdat de schoolwet van 79 alles ver-
i dierf 1 En sedert Och, zij durft nauwelijks
terugzien in dat jongst verleden, zoo grievend,
zoo smartelijk rijst het voor haar zielenoog
daarop.
Zij durft de stem van haar geweten Diet la
ten sproken, zij onderdrukt ze, want zij zou
meedoogenloos zeggen dat in al het leed dal
er woedt en grijnst om haar heen, de vrouw het
minste deel heeft.
Wordt voortgezet.
1 t