EEN RAKKER Doktor Jan DE WINDT 13de Jaar. Nummer 40 Zondag 2 October 1898. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR TOMBOLA. Abonnementsprijs 4 fr' voor de Btad voorop betaalbaar «uunriemenibprijs. 4 fr 60 voor den buiten r PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle posïknntoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van tet blad, 32,"Vrijheidstraat, 32 AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen rfm,!/rpnfll Prijs der Annonces j Eeklamen 75 oentieman Per Vonnissen op de derde bladzijdefrank Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt Handschriften worden niet terug gezonden. Kcc spe nee metii. AALST 1 OCTOBER. sa Een martelaar der wetenschap, De dood van den jongen geleerde Jan DE WINDT dompelt uiet alleen de achtbare fa milie, maar de geheele beschaafde bevolking van Aalst in diepen rouw, en vervult de hooge wetenschappelijke kringen met onsteltenis. Jan DE WINDT hoewel 23 jaren oud, was een dier burgera, die bun Vaderland vereeren. We koesterden allen de hoop, dat hij den roem zou worden van Aalst, waar men, helaas 1 op zoo weinig groote mannen wijzen kan en ach hij wordt ons ontrukt op 23 jarigen ouderdom, snevend op het veld van eer als martelaar der wetenschap, verre van allen die ,hem liefhadden, verre van allen die hem vereerden. Jan DE WINDT bezocht de middelbare school van Aalst, en volgde daarna de leergan gen van het koninklijk atheneum te Gent. Op zestienjarigen ouderdom eindigde hij zijn rethorika, in al de klassen bekwam hij den eersten prijs van uitmuntendheid, en ontving deswege eene ouderscheiding van het Staats bestuur. In den algemeenen prijskamp van het middelbaar onderwijs, bekwam hij zes schitterende onderscheidingen Den eerepnjs in Geschiedonis en Aardrijkskunde, een prijs voor Duitschen Engelsch opstel, een accessit in latijusche compositie, een accessit in Neer- landsch opstel, eane eervolle melding in Fransch opstel. Hij onderscheidde zich in al de vakken waarover de prijskamp liep. Zijne wezenlijke roeping teekende zich voor hem af aao de Hoogeschool. Hij begon te stu- deeron voor geneesheer, maar bij de kandida tuur in wetenschappen voelde hij zich getrok ken naar de zuivere weteiso'iap. Tienont- wikkelde zich in hem eene drift naar de groote vraagstukken der natuur, bij besloet ze te doorgronden, offerde zijne geneeskundige loop baan 'pdie daulc aan den rang door ziin Vader Imklee I, hem gemakkelijk en schoon tegenlachte. De aardkunde was zijn uitverkoren vak. Hij was de geliefkoosde leerling van den be- faamden aardkundige, priester Renard, leeraar aan de Hoogeschool van Gent. Geleid door zulken meester doorgrondde hij al de takken der géologie. In 1896, na vier jaren studie aan de Universiteit, bood hij zich aan voor het laatste examen van dokter in natuurlijke we tenschappen. Hij won zijn diploma met de grootste onderscheiding. Hetzelfde jaar nam hij deel aan den prijskamp tusschen de Hooge- scholen. Hij behandelde de volgende kwestie Des relations qui existent entre les roches con- sidérées comme cambriennes des massifs de Rocroyde Stavélot et du Brabant. Hij bekwam 19 punten op 20 voor zijne ver handeling en meer dan de drie vijfden van het maximum toegekend voor het mondelings-exa- men. Tengevolge van dezen prijskamp werd hij uitgeroepen als de eerste in aardkundigo we tenschappen. Eenige maanden later doet hij mede aan den prijskamp voor het toekennen van reisbeurzen, met eene verhandeling over De Samenstelling der eilanden en nogmaals wordt zijn werk bekroond. Niettegenstaande zijne wetenschappelijke bedrijvigheid, bleef Jan DE WINDT niet vreemd aan de maatschappelijke vraagstuk ken. Als overtuigd liberaal, was hij lid van de Société Générale des étudiants, als Vlaming was hij oen der ijverigste leden van deu wak keren studentenkring 'tZal wel gaan. Vele vrienden zullen zich nog de belaugrijke besprekingen herinneren door hem in dezen kring uitgelokt. Dank aan hem namen de concerten op den buiten door de Vlaam- sche studenten ingericht eene groote uitbrei ding. Te Aalst was hij een werkzaam lid een»r af- deeling van den Liberalen Werkmauskring den studiekring Zelfonderricht waarvan zijn waardige vader jaren lang Voorzitter was, en we zullen de gelegenheid hebben wetenschap pelijke en letterkundige stukjes vau hem mede te deelen. Hij werkte aan de heriurichtiug der boekerij van de Aalstersche afdeeling van het Willemsfonds, verlaten en verwaarloosd door degenen, die er het beheer jjvan hadden. Hij ook schiep te Aalst de University Extension. Hij noodigde de Gentsche Hoogleeraars M. M.Vercouillie, MacLeod, en andere jonge lee raars uit kursussen te geven. Hij wendde bij zijne medeburgers persoonlijke voetstappen aau om hen aan te wakkeren de lossen te vol gen. Het is dank aan zijne bewonderenswaar dige wilskracht, dat deze instelling te Aalst be langrijker was dan in vele grootere steden. Na zijne studiën te Gent voltrokken te heb ben week Jan De Windt uit naar den vreemde. Hij verbleef een heel jaar te Weenen, waar hij de leergangen volgde van den geleerden aard en aardrijkskun lige Penck.d r leeraars Suess, Üieuer, Tomasscheok euz. Het jaar nadien is hij te Berlijn en volgt er de lesBen der leeraars von Richthoien, Forster, Kiepert, Helmert, enz. Hij deed zich opmerken in al de labora- riums waar hij werkzaam was, en verscheidene hierboven genoemde leeraars werden zijne per soonlijke vrieuden. Jan Do Windt heeft merkwaardige werken in 't licht gezonden. lu 't Bulletin de la Sociéte royale beige de géographie 1896-97 verscheen Recherches sur la constitution des iles in de Handelingen van het eerst Vlaamsch natuur -en geneeskundig Congres. De mor- phométrie van Teneriffe. Hetzelfde werk ver scheen ook in het Bulletin de l'Académie royale des sciences eens uitgebreide verhan deling over Les relations lithogiques entre les roches considérées comme cambriennes des mas sifs de Rocroy. du Brabant et de Stavelot, werd uitgegeven in de bekroonde verhandelin gen en verhandelingen van vreemde geleerden van de Belgische Akademie. We weten dal er nog eenige onuitgegeven werken bestaan. Deze wetenschappelijke werken trokken de aandacht op den jongen aardkundige. Hij werd preparator aan de Hoogeschool van Gent. De Congo-Vrijstaat ging eenen onderzoekings tocht inrichten iu Afrika met de zending he- zonderlijk Katanga te bestudeeren onder oog puntder aard-en volkenkunde. Men had een aardkundige noodig en men dacht aan ten jongen geleerde Jan De Windt, ten dien tijde te Berlijn Het voorstel vereerde hem, de uit voering was moeilijk en van gansch bijzonder belang. Maar de jonge geleerde zag voor zich een uitgestrekt land nog heel verstoken van wetenschappelijke opzoekingen, een uitge strekt veld voor zijne bedrijvigheid en hij aarzelde niet. Hier moeten wij voGral de achtbare moeder vau den jongen geleerde bewonderen, die be gaafd met een uitstekenden geest, trotsch op de lauweren geplukt door haren zoon, beur moeder harte tot zwijgen wist te brengen en be trouwend op de toekomst en op de zeldzame wilskracht van hareu zoon, hem toeliet het voorstel te aanvaarden. De expiditie Lemaire-De Windt vertrok. Al de tijdingen welke wij van hem ontvingen in brieven waarvan wij uittreksels hsbben me degedeeld waren bovenmate gunstig. Jan DE WINDT ondanks zijn schijnbaar zwak gestel, weerstond al de moeilijkheden der reis. Men ging het einddoel van den tocht bereiken toen de gruwelijke ramp plaats greep, die den zood, den vriend, die als een sterre aan den trans der geschiedenis onzer stad schitteren zou aan ons aller liefde ontrukte. Jan DE WINDT is als eenheid gevallen. De liefde tot de wetenschap had hem aange spoord zijn vaderland en zij ue familie te verla ten een ideaal trok hem naar Atnka. Hij valt als een martelaar der wetensc hap. De wereld der geleerden zal zijne asch begroeten. Da Hoog -school van Gent is in rouw. Moge de smart van zoovele vrienden, de smart zijner ongelukkige Moeder en bloedverwanten eenig* zins verzachten. Zondag, 2 October ten 3 uren na middag in de Groote Feestzaal van Con- dia Openbare trekking der tombola van de Vlaamsche Kermis. Iedereen wordt vriendelijk verzocht de schoone prijzen in Concordia te ko men bewonderen en de trekking bij te wonenTot 's middags kan men nog lo ten bekomen aau 10 centiemen bij de boden van den Liberalen Werkmans kring. HET KOMITEIT. Ze zijn besehaamd. Als men de handelwijze van onze fel le stadhuiskleppers (vaantjesman inbe grepen) gadeslaat is men geneigd te ge- looven, dat ze alle schaamtegevoel heb ben afgelegd en er maar op aan dor- schen gelijk Nollen op een kafzak klinkt het niet, zoo botst het Toch komen ze niet gaarne voor de oogen van het groot publiek en spelen hun poesjenellenspel in 't geniep, gelijk weleer dien armen fooreraau op de Aal stersche kermis, in zijn omgeklonken pataterbak. De zittingen van onzen gemeenteraad worden zoo weinig mogelijk ruchtbaar gemaakt en slechts op het laatste uur worden de twee liberale raadsleden ver wittigd. Ziehier wat we dienaangaande lezen in De Stad Kortrijk Wat kwaad zou er aan gelegen zijn, indien de verslagen der zittingen van den Gemeenteraad door het publiek ge lezen wierden Overal, in alle steden des lands, wor den de vertegenwoordigers der druk pers uitgenoodigd om de zittingen des Raads bij te wonen. Te Kortrijk waar men zoo katholiek is als te Harlebeke (en te Aalst) is eene behoorlijke plaats voorbehouden aan de schrijvers der dagbladen 't is gelijk van Folklorisehe dorptafareeltj es door Pol LINDEMA. Mag zonder toelating niet overgedrukt worden. 7* Vervolg. Hare zusters trouwden, gingen heen naar haar keek niemand uit. Eens kwam Klaas, de goede Klaas Rozen- boom tot haar en spoedig begrepen zij mal kander, zij legden hun geluk samen, bonden hunne levens door den band des huwelijks, en betrokken het huizeken achter de haag van he renteer als de bloemen ontwaakten bij het wederkeeren der Lente. Niet een van beiden was rijk. Hun huizeken met een half dagwand land was alles wat zij op aarde bezaten. Klaas werkte op een jaar zoo wel acht of ne gen maanden in Frankrijk, hij was eenvoudig, braaf, taai en kloek, onvermoeibaar aan den arbeid. Ze waren dus als voor elkaar gebo ren en elk zeiwat schoon paar twee geluk kigen meer, als 't God belieft En zie, ze leefden zoo zalig in vollen, liefde- vollen wittebroodstrijd, toen een brief uit Frankrijk kwam Klaas moest vertrekken 1 Hij ging met toegeuepen hart en liet zijn schreiend vrouwken doodbedroefd in 't lieve Lommerbeek. De sneeuw dekte de aarde als hij wederkeerde. Wat had, binst die lange scheiding, zijn hart naar huis getractit zoo menig, menigmaal. Hoe dikwijls, terwijl net slavenwerk zijne pezen rekte en het zweet in de stoppels tan vreemde graanvelden rolde, had hij aan zijn lief vrouwken gedacht, aan naar hemelzoeten glimlach, haar minzaam gelaat. Hoe vaak in zijne droomen, in banke zomereachten, om een blik van haar blauw oog, een kus van ha ren rozenmond gesmachtMet haar beeld ging hij in zijD hart overal, altoos. Hij legde pak en pikhaak aan de deur ne der en stapte np de teeuen in zijn huizeken. Aan het reingewasscoen venster zat zijn vrouwtje, met den rug naar hem gekeerd, zacht te soezen. Hij vroeg aau haar rechteroortje Waar aan denkt mijn Vikaatje nu Met een blijden kreet van verrassing wipte recht hem aan de hals van haarstoet en sprong. Vol eindelooze teederheid ving hij haar op in zijne armen, drukte haar op zijne breede, zaligkloppende borst en kuste haar, kuste haar dat het klonk. Hebt ge mij niet vergeten Hebt ge soms aan mij gedacht -• O 1 hoe kunt ge dat vragen zei ze, en uit haar oog straalde zooveel liefde hem tegen dat hij, beschaamd over zijne vraag, haar los liet om aan de deur zijn tweezak te halen En ge komt zoo tijdig juichte Vika. Ze hebben thuis het zwijn geslac it en ons eene zeude doen brengen. Ah ge zult eens kunnen eten, eten. Wacht ge zult gaan zjeil Dikke, vette panssoep patatten met malsche kappernijen en ze rakelde in het stoofken, dat begon te zoeven witte en zwarte pensen en ze verdween in den kel der, O, ge zult zien eu straks haal ik eene flesch bier, mijnheer Zij liep licht en blij over en weder en ze klapte en vertelde alles mingelmangel onder een. Klaas volgde haar glimlachend na met het goede, vriendelijk oog en luisterde verrukt als naar een liefluidend gezang. Hij haalde een pakjen uit zijn zak En ik zei hij ik heb voor mijn Vi- kaatje ook iets meegebracht, iets schoons, schoons Wacht eens ge zult gaan zien Hij ontvouwde het pakje, haalde er eenen mooien, wollen doek uit en hing bem zijn vrouwtje om de schouders. En zij juichte en kletste in de handen van pleizier. Kom nu, Vika, laat ons samen eten. Maar Toe, doe het om mij te consenteeren.... Zij aten samen, zij bedieude hem en vroeg Ei 1 wat heb ik u gezegd, Klaas, is 't niet goed 'k Gelooft, zuchtte de jonge man. Hij dacht aan den varkenskost, die zij ia Frankrijk verorberden. Hij zag dan ook het smerig kaffen bed waarop hij zich des avonds doodvermoeid liet nedervallen en dan keek hij meteen blik vol onuitsprekelijke voldoening zijne woning rond Voor drie of vier maan den nu, Vika.... zei hij zacht O Lommer beek 1 O, mijn huisje 1 meer kon hij niet uitbrengen hij voelde iets in zijn hart, maar hij kon niet zeggen wat het was. Al zijne liefde lag in dien zielzucht O Lommerbeek I Wanneer Klaas den keer nadien thuis kwam zat zijn vrouwken bijeen wiegje en tot op da straat hoorde hij zingen Dodo, kindjen, do 1 Slaap en doe Uw oogjes toe. Wilt ge niet slapen, Ge moogt wel gapen. Do, kindjen, doderido I Slaap en doe Uw oogjes toe. Hij nam zijn wijveken in zijne armen en weende over het wiegja van zijn dierbaar kind, dat hij om wille vau 't broodgewin niet had zien geboren worden. Wordt vcorigtttri. - -4 -

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1898 | | pagina 1